In excelsis Deo

26 december 2011

En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze.

En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal;
Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.
En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe.

Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judéa, in de dagen van den koning Heródes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.
Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.

En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden.

Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.

Jet voelt zich een beetje verraden. Weet u nog dat zij in maart op het Binnenhof was, namens alle thuisonderwezen kinderen van Nederland? (Hier het verslag vanaf de barricaden.) Ze heeft toen uitgebreid gesproken met een aantal leden van de Tweede Kamer, waaronder Jasper van Dijk van de SP.

Jasper was een van de mensen die extra lang bij Jet bleef staan. Hij deed heel vriendelijk en geïnteresseerd tegen haar. En die dag, 31 maart 2011, besloot de commissie Onderwijs dat zij vond dat thuisonderwijs in Nederland mogelijk moest blijven. Net zoals in Groot-Brittanië, België, Frankrijk en zo’n beetje alle andere landen van de wereld.

Maar nu heeft Jasper van Dijk een motie ingediend om het beroep op vrijstelling tóch uit de wet te schrappen. Om thuisonderwijs helemaal te verbieden. In maart had Jasper alle tijd om zijn zorgen en twijfels aan Jet te toetsen. Hij kon haar alles vragen wat hij wilde. Maar dat deed hij niet. Hij deed net of hij best begreep dat thuisonderwijs goed was. Het enige was hij vroeg was: ‘Heb je vriendjes?’ en hij gaf haar een som op, om te kijken of Jet wel goed kon rekenen.

Tussen maart en december had Jasper ook de tijd om wat wetenschappelijk onderzoek door te nemen. Daarin wordt telkens weer aangetoond dat thuisonderwijs leidt tot ‘goed burgerschap’ en een uitstekende academische vorming.

Jasper had niet alle onderzoeken hoeven lezen, hoor, eentje was genoeg geweest. Maar hij heeft het niet gedaan. Want vorige week zei hij nog in de Tweede Kamer dat hij bang was dat een ‘brabbelend Marokkaans ouderpaar’ alleen les zou geven in ‘het stenigen van vrouwen en homo’s van flatgebouwen gooien’. En dan is er natuurlijk de angst dat thuisonderwijs een ‘aanzuigende werking’ zou hebben. 

Angst is een slechte raadgever. Na één onderzoekje had Jasper al gerustgesteld kunnen worden. Dan had hij gelezen dat thuisonderwijs een uitstekende zelfregulerende werking heeft. Ook in landen waar het heel gewoon is, kiest toch maar 1-3 procent van de bevolking ervoor.

In Nederland gaat het om 300 kinderen. Bij lange na geen
1 procent. Maar áls 1 procent hier thuisonderwijs zou krijgen, dan was in één klap het hele Nederlandse lerarentekort opgelost. Dat heeft een onderzoeker van de UvA berekend, zie de Volkskrant, tweede alinea van onder. En dat zou weer goed nieuws zijn voor het passend onderwijs, waar de minister vorige week nog een ontslag van 5000 leraren aankondigde. Toen Philip, Jet en Cato op bezoek waren bij een tyltylschool, hebben ze gezien hoe belangrijk die juffen en meesters zijn.

Morgen stemt de Tweede Kamer over de motie tegen de vrijheid van onderwijs die de SP heeft ingediend. Jet vindt het onaardig van Jasper van Dijk. Hij had er toch gewoon met haar over kunnen praten?

Zelf ben ik een beetje klaar met praten. Ik wil graag mijn kinderen laten leren. Ik wil iedere dag opnieuw laten zien hoe leuk het is om nieuwe dingen te ontdekken, om te leren van de mensen om je heen. Van je buurman, je opa, je vriendinnetje en zelfs van je drie weken oude zusje. Daarom nog een keer de link naar het stukje dat ik in februari postte. Daarmee heb ik alles gezegd.

Kunst met kinderen

27 oktober 2011

Jet was uitgenodigd door haar vriendin. Of ze mee wilde naar De Porceleyne Fles in Delft voor een rondleiding en een workshop. ‘Ja’  was zacht uitgedrukt: Jet telde de dagen af. Ze had een kek jurkje uitgezocht dat al een week klaarlag en op de dag zelf had ze een lunchpakket, fototoestel en een doosje snoepjes in haar tas gedaan om te kunnen uitdelen.

De workshop zou bestaan uit het schilderen van een Delfts blauw tegeltje of huisje uit Het straatje van Vermeer (als je op het schilderij klikt, lees je meer over Het straatje). Jet kende Vermeer wel een beetje, maar het is altijd fijn om bezig te zijn met iets waar je zo naar uitkijkt. Dus we keken Girl with a Pearl Earring om in de stemming te komen. De entourage in de film is erg mooi. Vermeerse kleuren, het oude Delft, prachtig licht en -laten we die niet vergeten- Colin Firth, maar het verhaal is flinterdun. Of in Jettes woorden: saai.

Dus gingen we ook naar het museum, want dat is niet saai. Van het echte Meisje met de parel krijg je namelijk nooit genoeg. We gingen langs in het Mauritshuis om te zien hoe mooi ze ook alweer is. En als je er toch bent, kun je het beste meteen de audiotour doen, dan hoor je ook wat er nou zo speciaal is aan Het puttertje van Carel Fabritius en Meisje bij een kinderstoel van Govert Flinck. De tour is wel een beetje spannend, de schilderijen komen erin tot leven.

Het is handig om aan de balie te vragen hoe je het kastje kunt omschakelen tussen de grotemensen- en kindertour. Zo kun je ook de uitleg beluisteren bij schilderijen die niet opgenomen zijn in de kindertour. Als je vierjarige dan na anderhalf uur zegt: ‘Dat was leuk, zullen we hem nog een keer doen?’ of drie keer hetzelfde schilderijverhaal wil horen, kun jij nog eens een nieuw schilderijnummer intoetsen. 

En toen ging Jet eindelijk naar De Porceleyne Fles met M. en haar zusjes. Eerst keken ze rond in de fabriek. Bij de ovens waar het kale aardewerk afgebakken werd.

Ze hoorden hoe het eerste porselein door de VOC meegenomen werd uit China. Toen iedereen dat wilde hebben, zijn ze dat mooie aardewerk ook in Nederland gaan maken. De Delftse keramiekschilders werden er wereldberoemd mee. Jet vond het prachtig, ze maakte wel zestig foto’s. In de tentoonstellingszalen zagen ze oude bekenden.

Een Straatje van Vermeer.   

Een Meisje met een parel.

Oude vorstinnen.

En nog oudere vorsten.

Levensgrote replica’s.

Toen begon de workshop.

Ze oefenden eerst op een klein stukje tegel, want schilderen met Delfts blauw is toch anders dan met plakkaatverf. Het ziet er ook niet meteen blauw uit als je het erop smeert. Eerst is het grijs. Pas nadat het nog een keer in de oven gebakken is, krijgt het die mooie kobaltblauwe kleur.  

Schilderen is een secuur werkje. Jet deed ontzettend haar best.

Het luistert namelijk nogal nauw. Je kunt de verf er niet meer afwrijven als hij er eenmaal opzit. En overal waar je een beetje dikker gesmeerd hebt, wordt de kleur uiteindelijk donkerder. Maar dat kun je nog niet zien terwijl je bezig bent, pas na het drogen en bakken weet je wat het eindresultaat is. 

Na een week mochten de huisjes en tegeltjes opgehaald worden. We hebben niet veel pronkstukken in huis, maar deze heeft een ereplaats gekregen.

—-

Kostschool

27 september 2011

Jet verscheen voor de verandering eens zo aan tafel om haar werk te doen.

‘Mijn kostschooluniform’, legde ze uit. U moet weten: Jet is bijna klaar met De dolle tweeling. We waren er vorig jaar al eens samen in begonnen, maar na één boek uit de lijvige omnibus was het voorlezen er om raadselachtige redenen van mijn kant niet meer van gekomen.

Dus pakte Jet hem vorige week opnieuw uit de bibliotheekkast. ‘Weet je dat we deze niet eens uitgelezen hebben?’ zei ze. Ze kon er zelf met haar pet niet bij. Volmaakt tevreden nestelde ze zich thuis op de bank. En daarna in bed. En hij ging mee naar het tuintje. En ik geloof zelfs een keer naar de wc. ’s Morgens vind ik haar met het boek in bed of als menselijke foulard over de bank gedrapeerd, ’s avonds moet ik drie keer controleren of ze het licht nou heeft uitgedaan.  

Af en toe komt ze vragen hoe je een naam uitspreekt of vertelt ze wat voor spannends er te gebeuren staat: ‘O mam, ze gaan stréken uithalen!’ Geloof me, als iedereen op de wereld een meisje van negen in huis zou hebben, kwam er nooit meer oorlog.

Ik hoor haar giechelen. Op de momenten dat ze met haar poppen speelt, komen de namen van kostschoolmeisjes voorbij, de ‘matrone’ houdt zicht op de slaapkamers, ‘Mam’zelle’ is de lerares Frans die streng doch rechtvaardig is. En nu kwam Jet zelf dus zo in de klas.

Net als de dolle tweeling, stelt ze zich voor. En een beetje zoals Laura Ingalls Wilder, want die ging van haar kleine huis op de prairie ook een tijdlang op blote voeten naar de dorpsschool.

Jet woont ook ‘in’. En ze slaapt ook op een gedeelde slaapkamer. De identificatie is onmiskenbaar, zelfs voor iemand met zo weinig fantasie als Jet.

Zoals dat op kostscholen gebruikelijk is, nemen meisjes veel over van hun peers. Cato verscheen prompt met een eigen uitmonstering aan tafel. Omdat zij geen Dolle tweeling leest, hadden haar accessoires een persoonlijke noot.

Want het zou ridicuul zijn om aan je werk te beginnen zonder houten speelgoedolifant als publiek, een glas jus d’orange, een plak ontbijtkoek, twee potjes nagellak en een flesje aceton. Dat krijg je dan weer als je Paulus de boskabouter leest.

Voor iedereen die zich ongerust maakt of Jet niet in een zwart gat zal vallen na De dolle tweeling: ik kan u geruststellen. Er liggen al 635 nieuwe, wervelende pagina’s klaar.

Fantasie

5 augustus 2011

Driemaal raden welke film we voor het eerst gezien hebben.

Nou? De vlecht is een weggevertje.

Hier staat het antwoord (dubbelklikken op het witte vlak of je muis er overheen trekken): Pocahontas

‘Weet je wat het met mij is?’, zei Jet, nog steeds in vol ornaat. ‘Ik heb gewoon te weinig fantasie.’

Weinig? dacht ik. Hebben we het over Jet die meerkoeten africht en op haar vijfde verhalen dicteerde die wij moesten opschrijven? Die de grootste teleurstellingen overwint door haar vindingrijkheid te gebruiken? Die van de 21e eeuw zo in de 19e stapt?

Toch zat ze er mee. Ze had namelijk een verhaal gelezen over een jongetje dat ‘veel fantasie had, want tijdens het spelen zag hij zijn stapelbed letterlijk voor zich als besneeuwde bergen’. Als ze echt wilde, moest Jet dat ook kunnen, vond ze. Maar hoe ze het ook probeerde, ze bleef toch gewoon een stapelbed zien.

Het hebben van fantasie hoeft niet per se te betekenen dat je dingen ziet die er niet zijn. Je kunt het je ook inbeelden zonder het daadwerkelijk te zien.

Je voorstellen hoe het is om in de schoenen van iemand anders te staan. Iemand uit voorbije eeuwen of iemand die nu leeft. In een land hier ver vandaan of twee deuren verderop. Iemand die oud is, waarbij alles langzamer gaat; ook bij het oversteken van de weg of in de rij bij de kassa. Die zelf ook wel weet dat hij nooit meer jong en sterk en snel zal worden. Of iemand die weinig geld heeft, zo weinig dat ze nooit gedachteloos op een dagje uit kan trakteren, omdat ze daar ook drie dagen eten van kan kopen. Iemand die ziek is, niet voor eventjes, maar gewoon altijd. Die geen uurtje pauze heeft zonder moeheid, zorgen, zonder alertheid of dat ene pijntje niet de aanzet is tot verdere ziekte.

Dat is fantasie die je iedere dag kunt gebruiken. Daar heb je veel meer aan dan je slaapkamer als alpenwei te zien. Ik geloof dat Jet het wel begreep.

Hij en zij

26 juli 2011

Zij gaat dansend door het leven. Met arabesque benen, op spitzenvoeten dartelt ze haar dagen rond. Als het tegenzit, neemt ze een aanloop en springt er met een grand jeté overheen.

Ze is negen jaar en de volheid van het leven is in haar samengepakt. Ze bruist van potentie. Als ik haar van een afstand bekijk, raak ik altijd ontroerd door haar puurheid. Kinderen maken je nederig. Ze groeien, denken, voelen, zonder dat je er iets aan doet. Dat dit zich ontwikkelt ondanks mij.

Als ze nadenkt, legt ze haar been op iets wat dienst kan doen als barre, en rekt. Ze maakt zich niet druk om futiliteiten. Als het nu niet lukt komt het later wel. En als het niet komt, is het niet belangrijk genoeg.

Ze kan zich intens verheugen op dingen die gaan gebeuren. Drie logeerpartijen in de komende weken, telefoontjes en afspraken met vriendinnen, een boek dat bijna uit is, de zes weken oude puppy die ze vanmiddag gaat knuffelen, de balletvoorstelling waar ze ooit in zal schitteren. Terwijl ze plannen maakt voor een grootse toekomst, werkt ze aan haar port de bras. De wereld ligt aan haar voeten.

Hij is twaalf.

Vroeger waren zijn gedachten te groot voor zijn kinderlijfje, nu lijkt zijn lichaam hem in te halen. Als ik hem omhels, voel ik een man. Een jonge man weliswaar, maar niettemin een man. Geen kneedbaar ribbenkastje meer, geen hapsnoetwangen waar ik met mijn lippen kleine beetjes uit kan nemen, geen mensje dat kan verdwijnen in het holletje van mijn lichaam.

Maar schijn bedriegt. Zijn lichaam mag dat van een man zijn, met alle kenmerken waar je op je twaalfde niet aan herinnerd wilt worden, zijn gedachten zijn die van een jongen. Superhelden en nieuwsberichten wisselen elkaar af, in zijn fantasie gelden de regels van de fysica niet, maar logica en rechtvaardigheid zijn voor hem ongenaakbare principes.

Vriendschap is immens belangrijk in zijn leven. Daar oefent hij zijn grappen, staaft hij zijn denkbeelden, kijkt hij hoever hij kan gaan met zijn pikanteriën, daar deelt hij zijn plannen en doet hij ideeën op. Zijn trouw en loyaliteit zijn zo groot als de schoenmaat waarmee hij mij al mijlenver achter zich gelaten heeft. 

Hij kan uren lethargisch over een leunstoel gedrapeerd hangen met een koptelefoon op, en net als ik denk dat hij nooit meer zal hoeven eten omdat er geen kilojoule in hem verbrandt, wordt de hyperactieve kleuter ontbonden die al die tijd in hem verscholen lag.

Hij is de eerste, ijkpunt voor opvoeding en onderwijs. Hij is het op wie ik al mijn plannen en mogelijkheden geoefend heb, die me telkens een stap verder dwingt. De stormram voor de danseressen die na hem komen. 

Ze zijn vijf dagen weggeweest, hij en zij. Volpension en volledig verzorgd in herberg De Vlaamse Bolleboos. Vijf dagen zonder developpés en pliés, zonder Transformers en Coldplay, zonder pure beschouwingen over het leven.

En zoals dat gaat bij aftelrijmpjes, blijft er dan nog eentje over.

Eentje die zelden alleen is, maar nu voor even enig kind was. Ze heeft de zoete vruchten kunnen plukken van extra privileges, onversneden aandacht en talloze gesprekken op háár niveau. En ze heeft ook de zure druiven gegeten van het altijd zichtbaar zijn voor volwassen ogen, van lege stoelen aan de eettafel en je ziel onder je arm omdat er iemand ontbreekt bij de pas-de-deux.

Morgen zijn ze weer met z’n drieën. Ik kijk ernaar uit.

Ra, ra, wie hoort er niet thuis in dit plaatje? 1)

Jasper van Dijk, omdat hij als enige hier een linkse partij vertegenwoordigt?

Bas Jan van Bochove omdat hij de enige voorzitter is van de commissie OCW?

Jet, omdat zij geen baardgroei heeft?

Driewerf neen.

Het is… precies, Mark Rutte!

Hij was namelijk de enige die dinsdag niet aanwezig was bij de uitreiking van de petitie voor ‘behoud en versteviging van de wettelijke basis voor thuisonderwijs’.

Alle media-aandacht voor thuionderwijs deze week heeft het onbedoelde bijeffect gehad dat mijn kinderen extra levenswijsheid hebben kunnen ontwikkelen. Er is een mevrouw van de krant bij ons op bezoek geweest, Jet ging een middag op stap met een meneer van de radio en er waren mensen van de televisie.

Daarnaast hebben de kinderen onze parlementaire democratie aan den lijve ondervonden, door een petitie aan te bieden voor het behoud van thuisonderwijs. Omdat de 328 Nederlandse thuisonderwijskinderen niet tegelijk in de Statenpassage konden zijn, vertegenwoordigde Jet (9) hen allemaal.

Ze had haar mooiste rozenrok aangetrokken, met een nieuwe panty. En een extra mooie blouse. Zo luisterde ze naar de toespraak en sprak ze met onze volksvertegenwoordigers. De vraag: ‘Mis jij geen vriendjes?’ heeft Jette ongeveer vierenzeventig keer beantwoord. De eerste keer begreep ze de vraag niet. Missen? Hoe kun je nou iets missen wat je hébt?

Na de derde keer had Jet het door. Deze mensen wisten nog niet dat thuisonderwijskinderen niet onder een steen weggekropen zitten. Dat moet je ze even uitleggen. Net als: ‘Is het niet saai, de hele dag met je moeder?’ Het grappigst vond Jet de vraag: ‘Vind je thuisonderwijs leuk?’ ‘Natuurlijk vind ik het leuk’, zei ze, ‘anders was ik hier toch niet om mezelf te verdedigen?’ De enige die echt geïnteresseerd en ter zake kundig was, was Harm Beertema. Hij snapte dat de mogelijkheid tot thuisonderwijs een groot goed is.

Vandaag vergadert de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met minister Van Bijsterveldt over thuisonderwijs. Deze winter schreef zij nog een brief aan de Tweede Kamer, waarin zij lovend was over thuisonderwijs. Uit recent onderzoek was namelijk gebleken dat de kwaliteit goed was, dat deze kinderen bevlogen les krijgen en prima gedijen op vervolgopleidingen en op de arbeidsmarkt.

Maar weet u nog dat er in februari bijna honderd kinderen van het Islamitisch College Amsterdam thuisonderwijs wilden krijgen, nadat hun school moest sluiten?  Daar zijn nog vijf gezinnen van over, meldde Trouw laatst.2)  En na nog wat bezinning waren het uiteindelijk nul (0) gezinnen die er daadwerkelijk mee door wilden gaan.

Nu vraagt minister Van Bijsterveld zich ineens af of thuisonderwijs wel goed is. Of het geen aanzuigende werking heeft. Daarom wordt er vanmiddag vergaderd over de intimiderende groep van 328 thuisonderwijskinderen.

Als ik maar één levenswijsheid kan kiezen waarvan ik hoop dat mijn kinderen die de afgelopen week hebben meegekregen, dan is het dat het belangrijk is om ergens voor te stáán. Om ruggengraat te tonen en op te komen voor de waarden die je belangrijk vindt. Ook al moet je vierenzeventig keer dezelfde vraag beantwoorden.

———————-

1) V.l.n.r bovenste rij: Ton Elias (VVD), Jack Biskop (CDA); middelste rij: Jasper van Dijk (SP), Jette, Mark Rutte (VVD), Bas Jan van Bochove (CDA); onderste rij: André Rouvoet (CU), Harm Beertema (PVV).

Terug


2)‘Moslimleerlingen toch naar school’, in Trouw, 26 maart 2011. Hier betaald te lezen.

Terug