Mijn volgende Gastspreker schreef een dertigtal boeken over sterrenkundige onderwerpen, publiceerde talloze artikelen in nationale en internationale wetenschappelijke tijdschriften en ontving in 2002 de Eureka! oevreprijs van het NWO voor zijn bijdrage aan de popularisering van kennis en wetenschap.

Hij vijzelt wekelijks de sterrenkennis van Volkskrantlezers op en is regelmatig te gast in radio-en televisieprogramma’s als NOVA, het Radio 1 Journaal en Vroege Vogels (wat dat betreft past dit blog natuurlijk mooi in het rijtje).

Mijn echtgenoot kwam als kind weleens bij hem over de vloer en wist zich te herinneren dat mijn Gastspreker toen al een kleine sterrenwacht in zijn slaapkamertje had. Ikzelf leerde zijn werk kennen dankzij het Artis Planetarium, waar we de voorstelling Sesamstraat en Melkweg zo vaak bezochten dat we hem letterlijk konden reciteren. Later ontdekte ik samen met de kinderen zijn geweldige boeken; allemaal -en nog veel meer-  te vinden op zijn uitgebreide website allesoversterrenkunde.nl.

Er zijn weinig zekerheden in dit leven, maar de kans dat hier ooit nog een Gast spreekt naar wie een planetoïde vernoemd is, is nihil.

Foto: Nasa-laboratorium JPL

Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:

Govert Schilling

———————

Uit en thuis in de kosmos

Billie heeft geluk.

Billie is een negenjarig meisje uit Amersfoort. Ze woont bij mij om de hoek. Ze is weg van alles wat met de maan, de planeten en de sterren te maken heeft. En een van de leerkrachten op haar basisschool vindt dat óók een leuk onderwerp. Vandaar dat Billies klas afgelopen voorjaar in de weer ging met het project ‘Heelal’.

De meeste Nederlandse jongens en meisjes van negen jaar hebben pech. Zij zijn óók weg van alles wat met de maan, de planeten en de sterren te maken heeft – ik ken werkelijk niemand van die leeftijd die het heelal niet machtig interessant vindt. Maar als je meester of juf er toevallig niks mee heeft, blijft die interesse onbevredigd.

Op de middelbare school is het al net zo. Sterrenkunde komt aan bod binnen het vak ANW, maar niet erg uitgebreid. Veel leerkrachten weten er (te) weinig van, en het gebeurt regelmatig dat ze op details gecorrigeerd worden door leerlingen die er toevallig wél goed in thuis zijn. Van extra aandacht voor astronomie – een bezoek aan het Artis Planetarium in Amsterdam, of een groot schoolproject, of in sommige gevallen zelfs een eigen schoolsterrenwacht – is alleen sprake als de natuurkundedocent zélf een bijzondere belangstelling voor het onderwerp heeft.

Jammer eigenlijk dat een serieuze kennismaking met het heelal niet standaard deel uitmaakt van de Nederlandse lesprogramma’s. We leren onze kinderen zo veel mogelijk over de stad, het land en de wereld waarin ze wonen, maar buiten de dampkring houdt het op. Terwijl juist die kennismaking met de eindeloze en mysterieuze wereld van het heelal bijdraagt aan een goed beeld van de plaats van de mens in de kosmos.

Aan de belangstelling van kinderen ligt het niet. Nee, het gaat fout op de pabo’s en de lerarenopleidingen. Sterrenkunde komt daar niet of nauwelijks aan bod, en veel studenten vinden het onderwerp (onterecht) te ingewikkeld. Misschien wel omdat ze zelf op school óók geen inspirerende docent voor de klas hadden staan.

Het mooie van thuisonderwijs is natuurlijk dat je als ‘docent’ veel gerichter kunt inspelen op de interesses van je ‘leerling’. Samen met je kind de bibliotheek in duiken, of een mooie documentaire op de BBC of Discovery Channel bekijken. Een publiekssterrenwacht of een planetarium bezoeken. Misschien zelfs een kleine telescoop aanschaffen en zélf naar de bergen op de maan en de ringen van Saturnus kijken.

Het besef dat er bij jonge kinderen een haast onstilbare kennishonger bestaat naar de wereld buiten de aarde, is in het thuisonderwijs waarschijnlijk veel sterker aanwezig dan in het reguliere onderwijs. Dat is goed nieuws voor alle Nederlandse kinderen die thuisonderwijs genieten. Voor de meeste anderen is het te hopen dat de drempelvrees die veel leerkrachten voelen als het om astronomie gaat, ooit zal verdwijnen.

Dat heeft natuurlijk veel met goede voorlichting en educatieve ondersteuning te maken. Door instanties als Stichting De Koepel in Utrecht, het Artis Planetarium in Amsterdam en de Stichting NOVA. Adressen waar het thuisonderwijs natuurlijk ook bij terecht kan voor informatie en materialen.

In de praktijk blijkt het echter toch vooral af te hangen van een gemotiveerde en geïnteresseerde docent. Lesgeven blijft per slot van rekening mensenwerk – gelukkig maar! Als we nú kinderen op een inspirerende manier in contact weten te brengen met de wereld buiten de aarde, zijn er over pakweg vijftien jaar misschien wél veel jonge leerkrachten die hun enthousiasme aan een nieuwe generatie doorgeven.

Voorlopig vestig ik mijn hoop even op negenjarige Billie. Voor het schoolproject ‘Heelal’ maakte ze een tijdschrift over sterren, waarvoor ze mij interviewde. Met fascinerende vragen als ‘Waarom heten sterren eigenlijk sterren?’ en ‘Wat is het doel van sterren?’ Nee, die Billie – die komt er wel. Die is straks helemaal thuis in de kosmos.

Wat ik zo bijzonder vind aan mijn Gastsprekers, is dat zij stuk voor stuk aardig en welwillend reageren. Ook nu weer. Toen ik mijn volgende gast vroeg of zij een bijdrage wilde leveren aan mijn blog, kreeg ik per ommegaande een vriendelijke mail terug met als antwoord dat zij graag wilde meewerken. Of ik de deadline en het gewenste woordaantal kon doorgeven.

In de Tweede Kamer is zij de stem van 180.000 mensen en alle dieren van Nederland. Ik heb bewondering voor haar geestdrift en de vastberadenheid waarmee zij zich inzet voor haar standpunt.

Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:

Marianne Thieme

———————

De klimaatcrisis op ons bord

Onze planeet wordt geteisterd door zoveel crises, dat je er moedeloos van zou kunnen worden. Toch is dat niet nodig! Zowel de klimaatcrisis als de kredietcrisis, de voedselcrisis, de biodiversiteitscrisis, dierziektencrises en de zoetwatercrisis hebben we over onszelf afgeroepen. En dus zullen we ‘m ook zelf moeten oplossen. De aarde biedt genoeg voor ieders behoefte, niet voor ieders hebzucht. We zullen moeten ophouden met op de pof te leven, we zullen minder moeten consumeren en meer in harmonie moeten leven met dieren, natuur en milieu.

Makkelijker gezegd dan gedaan? Niet echt. We kunnen héél dicht bij huis beginnen. Door minder vlees en andere dierlijke producten te eten kunnen we heel veel wereldproblemen bij de kern aanpakken. De enorme vleesconsumptie hier in het westen is één van de hoofdoorzaken voor de klimaatcrisis, de voedselcrisis (hoge voedselprijzen, honger in arme landen en tegelijkertijd overgewicht in het westen), de biodiversiteitscrisis, de ontbossing, dierziektencrises en de zoetwatercrisis.

Volgens de voormalige staatssecretaris van milieu, Pieter van Geel, is vlees het meest milieubelastende onderdeel van ons voedselpakket. Voor de productie van één kilo vlees is zeven kilo graan nodig en tienduizenden liters zoet water. En bovendien zorgt de veehouderij voor de uitstoot van achttien procent van alle broeikasgassen wereldwijd. Dat is veertig procent meer uitstoot dan alle verkeer en vervoer bij elkaar in de wereld. Daarnaast verdwijnt bijna de helft van álle granen die we in de wereld produceren in de magen van kippen, koeien en varkens. Al dat graan had rechtstreeks gebruikt kunnen worden om mensen te voeden. Met alle bestaande landbouwgrond in de wereld kunnen we wel dertig miljard aardbewoners voeden (we zijn nu met zes miljard). Voorwaarde is dat we dan een vegetarisch dieet nuttigen in plaats van dierlijke eiwitten.

Want anders dan ons jarenlang in reclamespotjes geleerd is, is het helemaal niet zo verstandig om drie glazen melk per dag te drinken en heb je helemaal geen vlees nodig om groot en sterk te worden. Dierlijke eiwitten veroorzaken nogal wat welvaartsziekten naast de vervuiling en het dierenleed die de productie ervan kenmerken.

Onze vork is het meest krachtige instrument om de aarde duurzamer te maken en ons leven en dat van de dieren plezieriger te maken. Het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit van Amsterdam, berekende in opdracht van de Nicolaas G. Pierson Foundation wat de klimaateffecten zouden zijn van een vermindering van de vleesconsumptie. De uitkomsten zijn echt spectaculair te noemen!

Wanneer we allemaal zouden besluiten om één dag per week geen vlees meer te eten, zou dat in één klap alle klimaatdoelstellingen van de Nederlandse regering voor huishoudens realiseren. In de klimaatfilm Meat the Truth wordt die besparingstabel uitgebreid besproken , waarbij zichtbaar wordt hoeveel het zou schelen als we twee dagen, drie dagen, vier dagen, vijf dagen, zes dagen of de hele week zouden afzien van de consumptie van vlees. De tabel is ook te vinden op meatthetruth.nl.

Het aardige is dus dat we niet hoeven te wachten met het bestrijden van het klimaatprobleem tot de overheid daadwerkelijk stappen zet in de richting van een oplossing, maar dat we zelf per direct kunnen beginnen nu we weten dat het klimaatprobleem op ons bord ligt.

Er zijn tal van smakelijke en gezonde alternatieven en de vegetarische keuken beperkt zich allang niet meer tot bruine rijst en kikkererwten, wat vroeger nog wel eens gedacht werd.

Inmiddels zijn er 800.000 Nederlanders die helemaal geen vlees meer eten en 4 miljoen mensen beschouwen zichzelf als vleesverlater. Dat wil zeggen, ze kiezen niet meer dagelijks voor vlees en proberen de vleesconsumptie verder te beperken. We kunnen grote stappen zetten op weg naar een plantaardiger en dus diervriendelijker samenleving. En het prettige is dat zo’n keuze alleen maar voordelen kent, en geen enkel nadeel!

Doe ’t voor ’t klimaat, de wereldvoedselverdeling, je gezondheid, het welzijn van de dieren of voor een duurzame toekomst. Maar kijk in elk geval eens naar je bord met andere ogen. We kunnen allemaal een hapje helpen om grote maatschappelijke problemen beheersbaar te maken, en er tegelijk in culinair opzicht fors op vooruit te gaan.

Eet smakelijk!

Gastspreker: de goeroe

21 maart 2010

Om het economische element van dit blog wat op te vijzelen, hieronder mijn volgende Gastspreker.

Hij is hedgefondsmanager en een van de financiële goeroes van De Telegraaf. Kenmerk van goeroes is dat ze er vaak een duidelijke mening op na houden, en ook daarvoor stellen we de zeepkist van het gastsprekerschap ter beschikking. In dit geval een kleine preek voor eigen parochie.

Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:

John Hoek

———————

Een zelfstandig bestaan

De belangrijkste doelstelling van het Nederlands onderwijs is om onze kinderen te laten opgroeien tot een zelfstandig bestaan. Dit lukt maar matig, bleek in augustus weer eens uit een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Dat er in Nederland anderhalf miljoen functioneel analfabeten rondlopen (mensen die bijvoorbeeld niet begrijpen wat er in een bijsluiter van medicijnen staat), waarvan tweederde autochtoon, was al bekend, maar dat dit ook mensenlevens kost, wisten we nog niet.

Kennelijk is het onderwijs niet in staat om tien procent van de bevolking gedurende haar leerplichtige periode van dertien jaar te leren lezen. Het dunkt me dat de toezichthouders hier eens wat meer aandacht aan zouden moeten geven. Maar waarschijnlijk hebben ze het te druk met ouders controleren die een extra vrije dag voor de vakantie opnemen. Of met de aandacht van de hoofdzaken af te leiden, en zich te concentreren op een bijzaak, door stampij te maken over één bijna-veertienjarige die geheel zelfstandig de wereld over wil zeilen.

In de tijd dat ik in de middelbareschoolbanken zat, heerste er grote jeugdwerkloosheid. Om ons voor te bereiden op een zelfstandig bestaan in de samenleving, leek het de maatschappijlesleraar nuttig om ons, een maand voordat we de school zouden verlaten, te onderwijzen in het invullen van een formulier voor een bijstandsuitkering. Hoe ik de beste autoverzekering moest uitzoeken, de voordeligste zorgverzekeraar of de goedkoopste energieleverancier, heb ik op school niet geleerd. Wel werd het van belang gevonden om alles te weten van het scheikundige periodiek systeem der elementen. Erg geholpen in mijn zelfstandig bestaan heeft het me tot nu toe niet.

Zo worden de meeste consumenten totaal onvoorbereid de maatschappij ingestuurd, overgeleverd aan adviseurs die maar al te graag het gebrek aan educatie ‘voor niets’ willen wegwerken. En zo kon het ook voorkomen dat Nederlandse consumenten massaal woekerpolissen en effectenleaseconstructies in de maag gesplitst kregen. De totale kosten hiervan worden berekend op zo’n 4 miljard euro. Dat had aanzienlijk lager kunnen zijn indien de afnemers ervan enige kennis hadden gehad van hoe ze financiële producten zouden moeten beoordelen.

Een van de slachtoffers van een woekerpolis hoorde ik op Tros Radar zeggen dat hij er eigenlijk niets van begreep, maar dat er zoveel reclame voor gemaakt werd, dat het volgens hem wel een goed product moest zijn. De les dat de hoeveelheid reclame geen maatstaf is voor de kwaliteit van een product, heeft hij waarschijnlijk nooit gehad.

Gastspreker: de schrijfster

28 februari 2010

Met zevenendertig boeken, nominaties en loftuitingen schiep zij in zeven jaar voorwaar een oevre dat je doet duizelen. Tel maar na op haar site. Ik was waarschijnlijk de enige in Nederland die een jaar geleden nog niet van haar gehoord had, maar nadat ik haar werk van alle kanten kreeg aangeraden, hebben we dat snel goedgemaakt.

Na een flink aantal fantastische tropenjaren komt ze over een paar maanden weer op Nederlandse klei wonen. Haar bijdrage hier is echter nog met het oranje brommertje van de postbode in Jakarta, via een feestelijk versierde olifant en een westlandse postduif  bij mij terechtgekomen.

Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:

Corien Oranje

———————

Ketika air naik

Twee jaar geleden stapte ik de grootste uitgeverij van Indonesië binnen. Kranten, tijdschriften, kinderboeken, schoolmateriaal, romans, thrillers, Harry Potter, Tonke Dragt – je kunt het zo gek niet bedenken, of het komt bij Gramedia vandaan.

Ik had een boek bij me waarvan ik vond dat ze het best konden uitgeven: De dag van de golven. Het boek speelt in Aceh, en gaat over een moslimmeisje dat de tsunami meemaakt. Een meisje dat ik in Aceh had ontmoet. Een Indonesische vriendin had drie hoofdstukken voor me vertaald.

Ik had me goed voorbereid, maar toen ik bovenin het moderne Gramediagebouw tegenover twee jonge, hippe jeugdredacteuren zat, voelde ik mezelf wegschrompelen. Ik struikelde over mijn Indonesisch, en ik maakte niet echt de flitsende indruk die ik had willen maken. Toen de hoofdredacteur mij haar naamkaartje gaf, had ik geen naamkaartje terug. Ik moest mijn naam en mijn emailadres op een oranje post-it note schrijven. Ik had het verknald.

Een paar maanden later kreeg ik een telefoontje van mijn Nederlandse uitgever. ‘Ze gaan het uitgeven!’ Wow! Niet te geloven! Dat heet ‘internationaal doorbreken’ toch?

Het duurde lang, maar begin 2009 kwam Ketika air naik eindelijk uit. Ik was blij. Misschien wel het meest omdat kinderen in Aceh nu hun eigen verhaal kunnen lezen. In hun eigen taal.

Ik was iets minder enthousiast toen het boek eenmaal klaar was. Het was gedrukt op goedkoop papier en had het meest onaantrekkelijke omslag dat je je kunt voorstellen. Terwijl ze gratis het omslag van mijn Nederlandse uitgever hadden mogen gebruiken. ‘Het komt doordat dat meisje te bruin is,’ legde een Indonesische journaliste mij uit. ‘Wij Indonesiërs houden meer van witte gezichten.’

 

Gastspreker: de schrijver

14 februari 2010

Er zijn in ieder geval 443.000 gezinnen die een boek van hem op de plank hebben staan. En dan heb ik het alleen nog maar over het kinderboekenweekgeschenk, niet eens over al zijn andere boeken met verhalen over eten, dieren en geschiedenis. Fraaie historiën ende alwaar.

En gelauwerd bovendien. Ik heb al vaker de loftrompet over zijn werk gestoken; een groot deel van mijn lijstje  met geschiedenis– en biologieboeken bestaat dan ook uit boeken van hem en van zijn wederhelft.

Daarnaast houdt hij een bijzonder onderhoudend weblog bij, waarvan ik altijd denk: als hij de baas zou zijn van het journaal, dan werd meteen het nieuws een heel stuk positiever.

Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:

Jan Paul Schutten

———————

Hoe ik op dit blog terecht ben gekomen weet ik niet meer. Ik geloof dat Pascale een keer een post op mijn blog had geschreven met een link naar haar eigen blog. Zoiets was het, maar dat doet er ook niet toe.

Ineens kwam ik in de wondere wereld van het thuisonderwijs! Zou ik zelf thuisonderwijs gehad willen hebben? Nee. Ik zou mijn klasgenoten missen. Zou thuisonderwijs beter zijn dan klassikaal onderwijs? Nou, reken maar. Komen deze kinderen iets te kort op sociaal vlak omdat ze geen klasgenoten hebben? Nee, want ze doen wel weer andere dingen in groepsverband. Zouden zij liever klassikaal onderwijs hebben? Vast niet. Kortom, misschien moet ik die eerste vraag hierboven toch anders beantwoorden. Maar daar gaat dit stukje niet over.

Dit stukje gaat over eigen verantwoordelijkheid. Ik ken twee broers van dichtbij. De een was altijd enorm veelbelovend. De ander had weer andere kwaliteiten. Helaas ging er veel in de familie mis. Hun ouders gingen scheiden en er gebeurde nog veel meer ellende. De veelbelovende broer bracht het er daarna niet zo goed vanaf. Komt door die scheiding en die jeugd natuurlijk. Vindt hij zelf ook. Maar de andere broer is juist een succesvolle wetenschapper geworden. Ondanks die nare jeugd. Volgens hem is dat zelfs dánkzij die nare jeugd.

Het doet denken aan het verhaal over twee schoenenvertegenwoordigers. Ze werden in de jaren vijftig door hun baas naar Afrika gestuurd om te kijken of daar misschien een markt voor hen was. De een ging naar het westen en kwam na twee weken terug. Er viel niets te verdienen. Niemand droeg er schoenen, dus er viel ook niets te verkopen. De andere vertegenwoordiger zit er nog steeds. Hij heeft er een succesvol bedrijf opgezet. Niemand had er nog schoenen, dus er was een gigantische markt.

Kortom, je leven is wat je er zelf van maakt. Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Iedereen wil dan ook zijn stinkende best doen om er het meeste van te maken. De beste opleiding, de beste opvoeding, de beste omstandigheden. Maar uiteindelijk is het aan het kind zelf om er wat van te maken of niet.

Dat is de belangrijkste les die ík mijn kind zou geven.

Het lijkt wel gisteren, ik weet het. En toch is het alweer twee weken geleden dat de eerste Gastspreker hier acte de présence gaf.

Mijn tweede gast is bekend van het fantastische weblog wiskundemeisjes, waar je zomaar uren kunt doorbrengen. Zo is Philip nog steeds van plan het speelkaartenveelvlak te maken, ben ik nieuwgierig naar De man die kon rekenen en blijft het archief van Volkskrantcolumns een feest (deze bijvoorbeeld, of deze). En dan heb ik nog niet eens de rekenpuzzels genoemd. Maar ach, je kunt blijven citeren uit een bron die zo onuitputtelijk is; ga vooral zelf kijken. Ik ben heel blij dat ze voor dit blog tijd heeft willen maken.

Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:

Ionica Smeets

———————

Aan de slag met wiskunde

Al bijna vier jaar laat ik samen met mijn collega Jeanine Daems zien hoe leuk wiskunde kan zijn op wiskundemeisjes.nl. Speciaal voor Pascale en andere (thuisonderwijs)ouders dook ik in onze archieven. Wat kun je voor leuks met je kinderen doen aan wiskunde, ook als je zelf geen wiskundeknobbel hebt? Hierbij drie tips.

fractalkoekjes

Fractalkoekjes bakken

De steeds herhalende structuur van fractals is heel makkelijk te maken met… koekjesdeeg. Als de koekjes in de oven liggen, kun je de kinderen iets meer vertellen over fractals. Bijvoorbeeld dat de kustlijn van Noorwegen heel erg op een fractal lijkt. Hetzelfde geldt voor de grens tussen Spanje en Portugal en daarom is die niet zo makkelijk te meten, zoals dit filmpje duidelijk maakt.

wiskundewandeling

Wiskundig wandelen in Utrecht, Amsterdam of Nijmegen

Leuk om te combineren met een museumbezoek of een ander uitje: een wandeling met allerlei wiskundige puzzels. Zelf heb ik nog steeds geen van deze wandelingen gelopen, maar ik heb uit betrouwbare bron dat ze alledrie de moeite waard zijn!

lucifers

Een spelletje met lucifers
Jeanine beschrijft in deze column het spel Nim, een heel eenvoudig spel waarbij de tweede speler altijd kan winnen. Leg de regels uit aan je kinderen en laat ze zelf een paar keer spelen. Verbazingwekkend vaak hebben kinderen de truc vrij snel door. Zo niet kun je ze een handje helpen door te vragen wat er gebeurt als er nog maar vijf lucifers liggen. Als je thuis een stel bollebozen hebt zitten, dan geef je ze een moeilijkere versie.

En verder?
Je kunt zó veel leuks doen met wiskunde! Je kunt veelvlakken bouwen, of zelf een symmetrisch tegelpatroon tekenen. Of als je bijvoorbeeld iets wilt uitleggen over grote getallen, dan kun je vier dezelfde bekers vullen met m&m’s, suiker, fijn zand en water. Laat de kinderen raden hoeveel m&m’s, suikerkorrels, zandkorrels en watermoleculen er in die bekers zitten.

Op onze blog wiskundemeisjes vind je nog veel meer ideeën. Kijk ook bij eens de boekjes van Vierkant voor Wiskunde. Hun wisschriften over onderwerpen als Geheimschrift zijn geschikt vanaf groep zes.

Succes en veel plezier!

Gastspreker: de recensent

16 januari 2010


Foto: MorBCN

Hier is ie dan, de eerste aflevering van de Gastspreker.

Gast van vandaag is recensent bij NBD/Biblion (van de beschrijvingen bij bibliotheekboeken) en het christelijke opvoedingstijdschrift Aan de Hand, waar hij ook een column verzorgt. Muziek- en boekenliefhebber, getrouwd met taalvirtuoze Lydia van het goedgelezen weblog Purperpol en pleitbezorger van kwaliteit.

Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:

Silvester van der Pol

———————

Bolleboos versus bolle baas

‘Internet heeft de toekomst.’ ‘Digitaal winkelen is hip.’ ‘Het aantal internetaankopen neemt met honderden procenten toe.’

Tja.

Als je de krantenkoppen (‘kranten? ouderwets man!’ ) mag geloven moeten we allemaal gaan geloven aan de digitale rimram die inmiddels onafwendbaar op ons is afgekomen. Het credo: hoe digitaler hoe beter. Zet er drie wee’en voor en puntenel achter en je hoort er helemaal bij.

De voordelen worden steevast breeduit gemeten, over de nadelen vernemen we niets.

Je hoeft je deur niet meer uit om iets te kopen! wordt geblaat. Is dat een voordeel of juist een nadeel in een land met als doodsoorzaak nummer 1 hart- en vaatziekten? Ik bedoel maar.

Alles overzichtelijk op je computer! wordt gekakeld. Alsof het in de winkel allemaal schots en scheef staat.

Betalen gaat o zo eenvoudig! wordt gejokt. Ja, het is best eenvoudig, als je eenmaal een computer hebt gekocht en aangesloten, en virusvrij hebt gemaakt, en weet hoe internet werkt, en hebt ingelogd bij de website van je bank, en alle toegangcodes en pinpasnummers uit je hoofd hebt geleerd of hebt opgezocht in die ene (welke ook al weer?) geheime la, en je computer toevallig een keer niet crasht, de internetverbinding eruit ligt of gewoon de stroom uitvalt… Veel eenvoudiger kunnen we het blijkbaar niet maken. Wel duurder overigens. And that’s what it’s all about, baby. Bol.com doet hele goede zaken met onze hang naar gemakzucht. Hang en zucht. Daar kun je blijkbaar goed geld mee verdienen.

Maar lieve mensen, wat is er nu leuker dan een paar uurtjes te vertoeven in de snoepwinkel van je dromen? Daar waar alles zomaar voor het pakken ligt. Waar je alles echt kunt aanraken, inzien, aanhoren, openmaken, omdraaien, ja waar je zelfs mag ruiken aan de spullen. Kom daar bij die platte, louter tweedimensionale bol maar eens om! Daar moet je het doen met een obligaat verkoop-prietpraatje dat alles wat er te koop staat aanprijst als zeer geweldig, heel fantastisch, erg uitzonderlijk of doodleuk onmisbaar. Nee, dan de vakman of –vrouw die (in de eigen gezellige en in alle opzichten warme winkel) letterlijk zijn of haar mannetje staat. Die precies weet wat je bedoelt als je vraagt om een spannend boek voor een joch van negeneneenhalf met een voorliefde voor voetballen en actieverhalen, maar dat liever tv kijkt dan een suf boekenhoekje opzoekt. Of die exact aanvoelt wat je bedoelt als je zoekt naar die ene zanger met die pretoogjes en dat kuiltje in zijn kin die zulke prachtige Franse chansons heeft gezongen. Terwijl je jouw favoriete wijsje voorneuriet spoedt de gedienstige (waarom is dit een ouderwets woord? We weten het antwoord wel hè?) verkoper naar exact de juiste bak en pakt feilloos de juiste cd eruit onder de uitroep: ‘Dit is wat u zoekt!’ Bij bol is het feitelijke credo daaraan geheel tegengesteld en luidt: Zoek het zelf lekker uit! Dat heet: van je zwaktebod een verkoopargument te maken. 

Ik heb in mijn jonge (links-radicale) jaren nooit durven bevroeden dat ik nog eens een lans zou gaan breken voor de kleine (en- dus?- rechts-radicale) middenstander. Maar nu is de dag daar. Lezers van deze blog, ongetwijfeld liefhebbers van het betere (kinder-)boek, mensen met een oor voor het betere lied en wat al niet meer: durf te kiezen! Maak meer dan een gebaar. Kies voor kwaliteit. Voor echtheid en puurheid. Spreek niet alleen over kwaliteit, maar koop die dan ook! Ga naar de betere boekhandel (niet de Bruna) of naar de muziekwinkel met liefde voor de muze (niet de Free Record Shop) en laat je daar verwennen en aanpraten dat er meer is dan de bestsellerslijst en de top tien. Een verkoper is niet eng. Wat heet: een goede verkoper is je vriend, je gids van mijn part!

Wat willen we: een wereld vol machines? Kies dan Bol. Of een wereld met mensen die met liefde goede werken verrichten? Ga dan de deur uit.

Daarom vraag ik op enigszins dramatische maar volkomen bijbelse toon: Kies dan heden wie gij dienen wilt….

Amen.