Popje

17 februari 2013

Victoria houdt van poppen. Het is een van de weinige woorden die ze kan zeggen: poppe. Naast tietietie (vogel), Pl’p (Philip), papa (papa), papa (mama), Dette (Jette), Dette (Cato), ja (ja) en uh (nee).

Ze houdt van kleine poppen,

grote poppen,

vertrouwde poppen

en nieuwe.

Eigenlijk vindt ze alle poppen lief. Toch is er eentje die met kop en schouders boven de rest uitsteekt.

We hebben hem maar een naam gegeven. Harry.  Waar de aantrekkingskracht precies in ligt, weten we niet. Eerst dachten we dat het bij gebrek aan beter was, maar het is duidelijk meer dan dat. Zelfs als er vier andere poppen in de kamer liggen, verkiest ze Harry.

Als Harry opgeborgen is, gaat ze naar hem op zoek, net zolang tot hij gevonden is. Dan mag hij op het hobbelpaard rijden of krijgt hij hapjes van haar brood. Soms kom ik de kamer binnen en zit ze op de grond met hem te knuffelen.

Harry heeft rustiger tijden gekend. Jarenlang lag hij in de kast, tussen de magneetletters en de rekenstaafjes. Hij werd alleen tevoorschijn gehaald als iemand wilde weten waar je nieren nou precies zitten of hoe je slokdarm op je maag aansluit.

Die tijd is voorbij. Harry’s organen liggen verspreid door het huis. Gisteren vond ik zijn rechterlong onder een stoel en zijn lever naast de broodtrommel. Zelf lijkt hij er niet mee te zitten. Het was altijd al een beetje een stoïcijn natuurlijk, maar hij komt niet ongelukkiger over dan tijdens zijn donkere dagen in de kast, ook al had hij toen al zijn ingewanden nog. Hij heeft er dan ook veel voor teruggekregen.

Er was eens…

9 november 2012

Er was eens een verdrietig meisje. Het meisje was verdrietig, omdat ze iets heel moois had gezien wat ze niet kon kopen. Het was niet zomaar mooi, het was het allermooiste dat er op de hele wereld bestond. Nog mooier dan de K3-dansmat die heel hard melodietjes afspeelde als je er overheen danste. Nog mooier dan een privé ballenbad. Het was een cruiseschip voor Barbies.

Als je dat cruiseschip zou hebben, zou je voor altijd gelukkig zijn. Dat wist het meisje zeker. Je kon het ook zien aan het plaatje dat erbij stond. Daarop zag je een ontzettend gelukkig meisje dat voor altijd blij was.

De moeder van het verdrietige meisje zei dat het schip best op haar sinterklaaslijstje mocht, maar dat er een gerede kans was dat Sint Nicolaas geen 89 euro zou uitgeven aan het barbiecruiseschip. Over het algemeen was het meisje wel tevreden met een notitie op het sinterklaaslijstje. Dat voelde alsof ze het cadeautje al bijna in bezit had.

Maar deze keer bleef het meisje verdrietig. Ze wilde het cruiseschip zó graag hebben, dat ze eigenlijk meteen naar de winkel wilde gaan om het te halen. Onmiddellijk. Zonder uitstel. Toen de moeder van het meisje vertelde dat dat echt niet ging, werd het meisje nog verdrietiger. ‘Waarom zijn alle mooie dingen altijd zo duur?’ huilde ze. De moeder knikte begrijpend.

Als het meisje eenmaal verdrietig was, kon ze heel lang verdrietig blijven. Dat was al zo toen ze twee jaar was en dat was eigenlijk altijd zo gebleven. De moeder van het meisje wist dat het nu een kwestie was van alle zeilen bijzetten. Toen begripvol knikken en meeleven niet meer hielpen, gooide de moeder het over een ander boeg. De afleidingsboeg.

‘Zal ik voorlezen?’, vroeg de moeder. Dat wilde het meisje niet. ‘Zullen we een spelletje doen?’, vroeg de moeder. Dat al helemaal niet. De moeder begreep dat het contraminestadium was aangebroken. Dat viel samen met de fase van het spitsroeden lopen. Vanaf nu zou alle meelevendheid averechts werken en zou het verdrietige meisje alleen nog tegendraads reageren.

Plotseling kreeg de moeder een idee. Waar het vandaan kwam, wist ze niet, want handvaardigheid was geen aangeboren talent van de moeder. Maar zodra het idee opkwam, voelde de moeder dat dit het ei van Columbus was.

‘Zullen we zelf een cruiseschip maken?’, vroeg de moeder. Het meisje huilde nog steeds erg hard. ‘Hoe bedoel je?’, vroeg ze door haar tranen heen.

‘Dan halen we kartonnen dozen bij de supermarkt en maken een boot zoals jij hem het mooist vindt’, zei de moeder. Het nog altijd verdrietige meisje vroeg of er ook een barbiezwembad bijgemaakt kon worden. En een glijbaan die uitkwam in het zwembad, net als op het plaatje. En een ligstoel.

‘Natuurlijk’, zei de moeder, hoewel ze geen flauw idee had hoe ze dat zou moeten maken. Maar de moeder wist dat kleine meisjes dan wel grote dromen hebben, maar ook verrassend snel tevreden zijn met iets dat op de droom lijkt.

‘We kunnen het precies maken zoals jij het wilt’, zei de moeder. Het meisje was gestopt met huilen. ‘Dan wordt het misschien nog wel mooier’, zei ze.

En dat werd het ook.

Want het zwembad werd veel groter dan op het plaatje. Duizend keer beter voor die lange barbies. Bovendien kreeg het een duikplank. Dat had het schip van 89 euro helemaal niet.

Het meisje vond prachtig glimpapier in de knutsella. Perfect voor de bodem van het zwembad en voor het dek van het schip.

Zo knutselden het meisje en haar moeder verder. De moeder kwam erachter dat aluminiumfolie bijzonder geschikt is als scheepsbekleding en dat de enorme hoeveelheid pijpenragers die ze ooit in een dolle bui gekocht had, ideaal waren om zwaar karton vast te maken. Ze waren ook ideaal om een touwladder van te buigen, een vlaggenstok of een reling. Je kon het eigenlijk zo gek niet bedenken of pijpenragers bleken er geschikt voor.

Het verdrietige meisje was allang niet verdrietig meer. Ze werd steeds vrolijker. Ze kreeg steeds meer ideeën. Er werd een lijn met vlaggetjes bij gemaakt, de kartonnen ligstoel kreeg een stukje vilt als dekje. Er zou nog een tafeltje in de boot komen en een bank. Met een breinaald prikte het meisje patrijspoorten in de scheepswand.

Bij iedere vordering juichte het meisje: ‘O jongens, kom eens kijken hoe schitterend hij wordt! Deze is veel mooier dan op het plaatje.’

En dat was ook zo.

Zo leerde het meisje… Nee, wacht. Zo leerde de moeder dat zij met twee uur knutselen 90 euro kon uitsparen en eindelijk die massa pijpenragers kon wegwerken die al vier jaar stof lagen te vangen. En ze leefden nog lang en gelukkig.

Cadeautips

28 november 2010

Er zijn momenten dat je er trots op bent Europeaan te zijn. Ik bedoel: de Russen waren het eerst in de ruimte, de Afrikanen hebben de snelste marathonlopers en Amerika is Amerika.

Maar kijk even waar wij mee kunnen pronken.

En dan denk je: ja, ja, die geluidjes zijn er alleen voor de reclame ingemonteerd. Niks daarvan!

Gelukkig is er ook een voor de Nederlandse markt. En dat niet alleen, er zijn zelfs uitbreidingsmogelijkheden. Want waarom zou je alleen met dierlijke uitwerpselen dobbelen als er zoveel meer mogelijkheden zijn?

Je vraagt je af, kan het nog beter, kan het nog verfijnder? Een schijtende teckel, een hoofd met snotdraden, is er een bolleboos in de spellenbranche die dit kan evenaren?

Nou en of. Ik weet niet hoe ze het doen, maar het talentenklasje van fabrikant Goliath heeft alwéér zo’n prachtig product op de markt gebracht. Educatief en actueel, want de roep om voedingsonderwijs wordt allengs luider. En Goliath heeft hem gehoord.

Vanaf nu zullen alle kindertjes weten wat er gebeurt als je te veel hamburgers eet.

Mocht Sint nog een gaatje over hebben in de zak, doe er dan je voordeel mee. Philip en Jet zouden waarschijnlijk vooral Takkie Kakkie erg kunnen waarderen, als ze in zo’n bui zijn.

Met dank aan AdFreak.

Ik ben altijd een liefhebber geweest van de speelgoed-recensies van Wouter Klootwijk in de NRC. Het simpele bijna-vergeten speelgoed waar hij met jongensogen naar kon kijken – daar zaten mooie dingen bij. Ik deed er vaak ideeën op voor Sinterklaas en verjaardagen, want ik zag bij de kinderen dat het luidruchtigste speelgoed na de eerste, overweldigende aantrekkingskracht al snel links bleef liggen. 

Helemaal terug naar de garenklos aan een touwtje en verantwoord hout is het daarentegen ook nooit geworden. Ik zie me nog staan in de sofische winkel, naast het smaakvolle dennenhouten fornuisje waar Philip nauwelijks naar keek. Terwijl hij een kwartier daarvoor niet los te rukken was van het hardplastic rood-geel-blauwe lel van Intertoys, met ingebouwde frituurpan.

James May, presentator van onder meer Top Gear, maakte voor de BBC een mooi programma waarin hij speelgoed uit zijn eigen jeugd in ere herstelt – maar dan een beetje groter. Hij realiseert de ultieme jongensdroom door een levensgroot circuit na te bouwen van een speelgoedracebaan, een 23-meter lange brug van meccano en, speelgoed nummer één in ons huishouden, een écht woonhuis van lego. In alle uitzendingen gaat hij langs bij architecten, ambachtsmannen en universiteiten zodat de meccanobrug stevig genoeg werd en je echt in het legohuis kunt slapen. Heel gaaf.

Alle afleveringen:

  • Episode 1, plastic modelvliegtuig 1:1.
  • Episode 2, een tuin (’t blijft BBC natuurlijk) van plasticine; die stugge, gekleurde klei.  
  • Episode 3, de brug van meccano.
  • Episode 4, de autoracebaan.
  • Episode 5, het huis van lego. Een samenvatting van de hele legouitzending staat hier.
  • Episode 6, de langste modelspoorbaan van de wereld.

Iedere uitzending duurt een uur. Van alle episodes heb ik alleen de link naar het eerste deel gegeven, vanaf youtube  moet je zelf even doorklikken naar de overige delen.