Zestien eeuwen geleden, dat is 1600 jaar, werd er in een stad in Hongarije een jongetje geboren. Zijn vader was soldaat en zijn ouders noemden het jongetje Martinus, de krijgshaftige, naar de oorlogsgod Mars.

Zo begon Jette vorige week zondag haar presentatie. Philip had de tekst gemaakt en Jet had hem hier en daar wat aangepast zodat hij voor haar het beste voor te dragen was. Met vereende krachten hadden ze er plaatjes bij gezocht.

Het publiek bestond uit 150 kerkgangers. Oud en jong, kwiek en slecht ter been, luidruchtig (Victoria) en muisstil. Het verhaal was vooral gericht op de kleuters, maar ook alle andere mensen luisterden ademloos (behalve Victoria).

Omdat het zonde is om zo’n mooie presentatie maar één keer te gebruiken, delen Philip en Jet hem met de wereld. Voor iedereen die ook een spreekbeurt wil houden of altijd al eens wilde weten hoe dat verhaal nou precies gaat.

Klik op het linker plaatje voor de tekst in pdf en op het rechter plaatje voor de bijbehorende plaatjes in powerpoint.

   

Het kan aan de nieuwe, frisse organisatie gelegen hebben, maar er waren mensen die hun lever hadden willen geven om erbij te zijn.

Eilaas. In de geschiedenis van de Not Back to School Party was het nog niet eerder voorgekomen, maar het was uitverkocht. Wie had dat zeven jaar geleden kunnen denken, toen we met vier gezinnen in een achtertuin stonden te barbecuen, ter viering van het nieuwe schooljaar? Kleine Evan, kleine Eric, kleine Adam, kleine Boaz, kleine Philip, kleine Jet en nog een paar. Dat was het. Een beetje de Silicon Valley van thuisonderwijzend Nederland, met een ondergrondse lijn naar downtown Lelystad.

Das war einmal. Downtown Lelystad was nu naar ons toegekomen om het feest te vieren; samen met downtown Pijnacker, downtown Roeselare, downtown Kuala Lumpur, downtown ’s Hertogenbosch, downtown Aalten en downtown Amsterdam. Als u erbij was, had u kunnen zien dat er meer nationaliteiten, religies en leerstijlen vertegenwoordigd waren dan op een gemiddelde basisschool in Slotervaart.

En deze drie kinderen hadden het allemaal geregeld (met de vijfjarige mascotte op links):

E-mails geschreven, vragen gesteld en beantwoord, overleg gevoerd, excelsheetjes bewerkt en telefoongesprekken gehouden. Soms duurde het vijf kwartier voordat ze een e-mail van vier regels geformuleerd hadden, maar dat hoort erbij.

Cato’s bijdrage bestond uit supervisie. En uit het omkeren van haar spaarpot, anders was er niet voldoende wisselgeld. Het eerste uur van de NBTSP zaten ze paraat om de namenlijsten te controleren en betalingen te innen. Daarna namen en de moeders van de organisatoren het over.

Vanaf dat moment zijn de foto’s zo’n beetje inwisselbaar met voorgaande jaren. Water en zand.

Dertien-, veertien-, vijftienjarigen.

Halfjarigen.

En alles daar tussenin.

Voor het eerst waren er thuisonderwijsveteranen bij. Die bestaan, wist u dat? Mensen die ervoor gekozen hebben, soms noodgedwongen, soms omdat het tijd was, om na jaren hun kind weer schoolonderwijs te laten volgen. Allemaal kinderen die uitstekend instromen op scholen onder leeftijdsgenoten. Deze pionier was zeven jaar geleden bij de eerste Not Back to School Barbecue en was nu zo lief om de gelederen te komen versterken.

Terwijl ik de laatste modder van Cato’s benen krab, de klitten uit Jettes haar kam en Philips sandalen even buiten zet (wees blij dat het geen geureninternet is), knip ik het lint officieel door. Op naar een nieuw schooljaar.

—–

In excelsis Deo

26 december 2011

En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze.

En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal;
Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.
En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe.

Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judéa, in de dagen van den koning Heródes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.
Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.

En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden.

Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.

It’s a Wonderful Life

24 december 2011

Toen ik vier jaar geleden voor het eerst van deze film hoorde, was ik wat sceptisch. Ik ben niet dol op zwart-wit films en als hij werkelijk zo goed was als iedereen zei, waarom had ik er dan nooit eerder van gehoord? Als het zo’n klassieker was, waarom werd hij dan niet jaarlijks op tv uitgezonden, net als A Christmas Carol? Het antwoord weet ik nog niet, maar het zal iets te maken hebben met mijn gebrek aan filmkennis, want sindsdien ben ik veel mensen tegengekomen die de film wel gewoon kennen. En er net zo lyrisch over zijn als ik.

We kijken hem ieder jaar minstens twee keer. Bij het uitzoeken van filmfoto’s zei Jette zojuist nog: ‘Ik heb meteen zin om hem op te zetten!’ En ieder jaar ontroert hij weer, zelfs de moeilijkst te ontroeren (mannelijke, puberende) gezinsleden.

De film opent met een shot van de hemel, waar het een drukte van belang is. Een van de engelen-in-opleiding krijgt de opdracht om George Bailey, eervol inwoner van het stadje Bedford Falls, te helpen. George heeft het idee dat hij niets waard is en staat op het punt om van de brug te springen. ‘Was ik maar nooit geboren’, zegt hij. Aan de engel de taak om George duidelijk te maken dat hij zich danig vergist. George krijgt de kans om te zien hoe het leven in Bedford Falls eruit had gezien als hij inderdaad nooit geboren was. Voor alle leeftijden, met een prachtig einde.   

  

It’s a Wonderful Life is overal te koop, te huur en te leen, onder meer als dvd met EAN-code 8714865550335. Als je eerst meer over de film wilt weten (inclusief clou en einde), dan vind ik dit een mooie recensie.

Noem me maar Piet

1 december 2011

Eens per week om 18.30 uur komt Cato zielsgelukkig thuis van gymnastiek. Iedere week opnieuw. Deze week was ze nog vrolijker dan anders; ik hoorde het aan haar opgetogen stemmetje dat vanaf de voordeur riep: ‘Mam!’

Ze kwam de keuken in rennen en bleef voor me staan, al haar vier jaren groot, twee staartjes in haar haar en een verhit hoofd van het gymmen. Ze hield iets achter haar rug. ‘Mam, dit is de verrassing van je LEVEN! Lees maar voor!’

Ik las voor wat ze allemaal gedaan had. En zij vertelde over de cadeautjes in de kartonnen schoorsteen en alle oefeningen die ze had moeten doen. Over de evenwichtsbalk lopen alsof het een dak was, zwaaien aan de rekstok alsof je van het ene huis naar het andere sprong. Op het laatst hadden ze liedjes gezongen in de kleedkamer en toen ze terugkwamen in de zaal, bleek dat er nog een partij zoekgeraakte cadeautjes gezocht moest worden: ieder kind had een pakje met lekkers gevonden.

‘O, mam’, zuchtte ze, ‘wil je hem nog eens voorlezen?’ Ze hield het Pietendiploma voor mijn gezicht. Ik las hem nog een keer voor. ‘Je mag kiezen’, zei ze, want wij zijn van de ik-boodschappen en de keuzevrijheid in communicatie – dat krijg je als ouder altijd per ommegaande terug. ‘Je mag kiezen: nog honderd keer voorlezen of nog vijf keer.’ Ik las nog vijf keer voor. En vijf keer playbackte ze met haar lippen mee en zuchtte gelukzalig.

Als ik even geen wereldnieuws meer wil horen, als ik genoeg heb van crises, misbruik, armoede en ontvoering in Mali, van Mexicaanse drugskartels daden en van volwassen mensen in niet-sportprogramma’s die ernstig een ruzie bij Ajax bespreken alsof het een zaak van levensbelang is en geen wedstrijd vér-pissen, als mijn vertrouwen in de mensheid de bodem bereikt heeft, dan vraag ik aan Cato’s juf of ik een gymles mag meekijken.

Dan zie ik vijftien gelukkige kinderen rondspringen. Niemand zit er tegen zijn zin, want een gymclub is vrijwillig. Ik zie vier juffen en hulpjuffen, meisjes van 17 tot 20 jaar, die op hun vrije avond naar een gymzaal zijn gefietst om onbezoldigd kleuters te vermaken. Die meisjes hadden ook in de kroeg kunnen staan, huiswerk kunnen maken, op de bank kunnen chillen met een bus Pringles en Brabantse chicks op de Antillen of een betáálde bijbaan kunnen nemen. In plaats daarvan hebben ze vijftig gymtoestellen klaargezet, helpen ze vierjarigen bij een koprol en zorgen ervoor dat mijn dochter niet uit het wandrek of van de trampoline dondert. Na twee uur ruimen ze alle toestellen en rommel weer op en fietsen lachend en kletsend naar huis, niet wetend hoe blij ze iemand gemaakt hebben met een Pietendiploma.

De volgende ochtend kwam Cato tegen me aangesnuffeld in bed. ‘Goeiemorgen, mam.’ ‘Dag mijn lieve Catootje met je Pietendiploma’, mompelde ik. ‘Noem me anders maar Piet’, zei ze bescheiden. ‘Ik kan tenslotte alles wat een Piet moet kunnen. Wil je hem nog eens voorlezen?’ Maar voorlezen was niet nodig. Ik ken hem uit mijn hoofd.

O, kom er eens kijken

29 november 2011

Wat zij in hun schoentje vonden.

Over het algemeen is de schoen bij ons een vindplaats voor piepkleine cadeautjes. Een flesje nagellak, vingerlampjes, knutsellint, een periscoop, zoetigheden. De grote cadeaus, Het Echte Werk zeg maar, is gereserveerd voor de zak die op pakjesavond na veel gebons en geklop voor de deur staat. Maar heel af en toe, zo eens per sintperiode, is er ’s nachts iets groters gebracht.

Een prikmatje met naalden en bijzondere wol bijvoorbeeld. Daarmee kun je naaldvilten.

Jet had het voor het eerst gedaan bij onze vriendin E. die de prachtigste vilten kunstwerken maakt, van bloemenslingers tot hele Paulussen de Boskabouter. Ze was er zo enthousiast over, dat viltspullen hoog op de verlanglijst prijkten. Op boskabouters moet Jet nog even oefenen, maar ze heeft wel haar eerste bloem gemaakt.

En natuurlijk zat er ook een pakketje in de schoen van degene die het hardste zong. Die met de roodste wangen en de glanzendste ogen. Want ook als je vier bent, kun je prima vilten.

Een kwestie van een goed idee, een plukje wol, goed op je vingers letten en eindeloos prikken. Net zolang tot alle vezels in elkaar gedrukt zijn – kan niet missen. En als het een beetje fout gaat, doe je er wat wol bij. Dan wordt het vanzelf weer mooi. Binnen een mum van tijd heb je de heerlijkste dingen gevilt.

Jet kan er altijd erg van genieten als ze ergens beter in is dan ik. Nou is dat voor sommige dingen lastig – mijn balletmanoevres zal ze bijvoorbeeld niet snel halen. Maar vilten, dat kan ze zonder twijfel beter dan ik.

Handig:

  • Uit alle winkels met viltmateriaal heb ik gekozen voor het Duitse Wollknoll. Uitstekende service, concurrerende prijzen en factuur achteraf. De verzendkosten vallen mee, voor een pakket van 3 kg was ik 7,95 porto kwijt. Om te naaldvilten heb je nodig:
    • één prikmatje per persoon
    • een stuk of 12 naalden in verschillende diktes (ze breken nog weleens)
    • wat kleuren wol.

Naast de paar wolletjes die Jet en Cato in hun schoen kregen, heeft Sinterklaas deze overweldigende hoeveelheid kleurtjeswol in de zak gedaan voor pakjesavond. Daarnaast is het handig om van basiskleuren als wit en zwart wat extra’s te nemen. Ik heb bijvoorbeeld witte shetlandwol van deze pagina genomen.

Defilé op het Voorhout

22 september 2011

Het had vorig jaar zoveel indruk gemaakt op de Koningin, dat we gevraagd werden dit jaar alsjeblieft weer op de tribune plaats te nemen. En dan zijn wij de beroerdsten niet.

Dus vertrokken we bij nacht en ontij om op tijd aanwezig te zijn, voordat de hekken langs De Route zich zouden sluiten. We waren niet de eersten.

Jet en Cato hadden hun nagels gelakt, inclusief bloemetje en deklaag van glitter. Daarmee krijgt zo’n Wuif een heel eigen signatuur.

En zo versierden ze weer een cakeje.

En lieten zichzelf versieren. (Vriendinnen A. en C. waren ook mee om de boel op te luisteren.)

Sommige mensen veranderen hun uiterlijk permanent om indruk te maken op de Koningin.

Wij vinden een dag per jaar wel mooi.

Alles voor dat grote moment. Er kwamen fanfares voorbij, heren met berenmutsen, opgedofte regimenten in het gelid, nerveuze paarden, nerveuze colonnes student-soldaten die net niet in de pas liepen. Koetsen met kamerheren en -dames die (tot Cato’s verontwaardiging) niet zwaaiden, maar zich verscholen achter een gordijntje.

Er kwam een koets met bijna de juiste inhoud.

Maar Cato gaf niet op. Ze bleef seinen waar die Gouwe naar toe moest.

En met succes. Ik zag Hare Majesteit instemmend knikken naar de bijzonder mooie nagels. Prinses Máxima ook trouwens.

Het verdrietige van mooi zijn, is natuurlijk dat het niet blijvend is. Bij de een duurt het dertig jaar, bij de ander zeventig. Soms duurt het maar één dag. Als de helft van je wang afgeschminckt is, valt het ineens op hoe prachtig je daarvoor was. Daar kun je heel bedroefd van worden. Dus hebben we de andere helft nog maar even laten zitten. Een bezuiniging, als het ware. Dat doet minder pijn als het in kleine stapjes gebeurt.