Eerste keren

3 oktober 2009

Jet heeft paardrijles. Niet zoals die paar keer in haar eentje, maar echt wekelijks, tegelijk met andere kinderen. Ik vind het nog steeds niks, zulke grote dieren en zo’n klein meisje, maar ik doe iedere week mijn best om betrokken te zijn, door sussend op een hals te kloppen terwijl Jet hoeven krabt of door mijn duimen omhoog te steken als ze in opperste concentratie door de bak galoppeert.

Met haar derde groepsles had Jet meteen vier eerste keren. Ze viel voor de eerste keer van haar pony. Gelukkig stond hij stil en was het een kleintje, maar ze lag toch mooi. En dat is geen bemoedigend schouwspel voor een moeder die het maar niks vindt. Het kwam door de juf, die trok het zadel aan terwijl Jet erop zat.

De andere primeurs waren gelukkig wel fijn. De grootste eer van de les viel Jet ten deel: ze mocht voorop rijden. Daar ga je vanzelf weer van stralen, ondanks het zand op je cap.

Primeurs drie en vier: ze reden een deel van de les zonder zadel én ze gingen draven met losse handen.



Toen we thuiskwamen lag er een nieuwe Penny in de bus, met stickertjes en een advertentie voor het nieuwste deeltje van Jettes favoriete serie, De Roskam.

Vivian den Hollander en Saskia Halfmouw, Slapen in een stalDeze boekjes raken precies de juiste snaar bij paardenmeisjes als Jet. Geen jaloersmakend verhaal over een meisje dat zelf een pony vindt en die nog mag houden ook, maar de simpele geneugten van een eerste paardrijles, kletsen met vriendinnen op ponykamp en een wedstrijd op de manege waarmee je een rozet kunt winnen.

Ik heb eerder iets van mijn irritatie over AVI-boekjes laten doorschemeren, maar voor de deeltjes van De Roskam maak ik een uitzondering. Het zijn de liefste, zoetste boekjes die je je maar kunt voorstellen. Mét een verhaal, zonder rare constructies om het aantal lettergrepen en woorden per zin binnen de norm te houden. Als er geen AVI-codering op zou staan, zou je niet weten dat het zo’n boekje betrof – het formaat daargelaten. Verhalen die goed zijn in zichzelf, niet in een kader als zo’n raar kunstmatig leessysteem. Daar ga je van lezen.

De week van Jet

11 april 2009

Zevenjarige Jet bij limoentaart

In het boek Karlsson van het dak van Astrid Lindgren verzucht hoofdpersoon Erik dat hij bijna niet kan geloven dat er zó veel leuks bij elkaar kan gebeuren. Hij is jarig, kreeg zijn liefste wens cadeau (een hondje) en dan heeft hij ook nog een feestje met zijn beste vrienden en een logeerpartij bij oma tegoed.

Jet had een beetje hetzelfde vorige week. Ze was ook jarig. En oma kwam logeren. En er was nog veel meer leuks.

De verjaardag zelf betekende al dagenlang feest. Want hoewel we het heugelijke feit op een zaterdag vierden, druppelden er doordeweeks nog genoeg vrienden, vriendinnen en buren binnen om de stemming erin te houden. En ze bleven meestal ook gezellig eten.

Jet wilde, naast de traditionele, huisgemaakte limoentaart, voor haar zevende verjaardag een garderobe van jurken en rokken. Omdat de karakteristieke prinsessenfase bij haar maar kort geduurd heeft en ze vanaf haar vierde eigenlijk alleen maar broeken wilde dragen, had ze nauwelijks zwierige jurken in haar kast hangen. Het allerliefst wilde ze een bruidsmeisjesjurk. Bij Jet zijn de dingen vaak associatief en in dit geval was er dan ook een aanwijsbare aanleiding: het bruidsmeisjesverhaal dat John al wekenlang voorleest uit Het grote Alfie en Annie Rose verhalenboek van Shirley Hughes.

Ze kreeg de limoentaart. En jurken. Zomerjurken met spaghettibandjes, geklede jurken met ruitjes, hippe grotemeisjesjurken, en een bruidsmeisjesjurk.

Gelukkig met feestjurk

We hebben geen trouwerijen in het verschiet, maar ze heeft de jurk al veel aan gehad, want iedere dag is het waard om gevierd te worden.

En toen was het ook nog Palmpasen.

Palmpasenstok met Jet

Heel stichtelijk uiteraard, maar in de praktijk betekent Palmpasen voornamelijk: snaai. Een tafel vol lekkers om de stok mee te versieren, uit te delen aan de mensen en dan heel stichtelijk zelf aanvallen. Cato wilde ook graag op de foto, met dropveterwangen.

Palmpasenstok met To

Je gelooft het niet, maar in diezelfde tijd mocht Jet ook nog afzwemmen. Het was bijna te veel. Een paar dagen ervoor vroeg ze: ‘Mam, zijn er eigenlijk weleens kinderen gezakt voor hun A? Bijvoorbeeld omdat ze hun rugcrawl niet zo goed deden?’

Soms hou ik nog een beetje extra van haar.

Duiken voor je A

En die rugcrawl ging meesterlijk, toevallig. Een voorbeeld voor de Nederlandse zwemsport, zou ik zo zeggen.

Jet zet af

Zo’n zwemdiploma is natuurlijk opnieuw reden om je galajurk nog eens aan te trekken en de feestroes voort te zetten.

Alsof het allemaal nog niet genoeg was, had ze ook nog een privéles op de manege. En dat ging zo goed, dat ze direct van de wachtlijst mocht en haar een instroomgroep voor net-geen-beginners-meer werd aangeboden. Maar die groep valt juist op het uur dat ze ook ballet heeft, en dat wil ze ook heel graag. We laten het even zo. Er is al zo veel om van na te genieten, soms is het fijner om nog iets te wensen over te houden.

Kinderboekenmarkt

13 oktober 2008

Gelukkig met haar boekjes

Ieder jaar is er Kinderboekenmarkt in Den Haag. Als toetje op de Kinderboekenweek zit daar een keur aan Dietse schrijvers paraat om het eigen werk te signeren. We gaan niet ieder jaar, maar zo eens in de twee, drie jaar is het natuurlijk wel leuk om de mensen te zien die de boeken waar we van houden gemáákt hebben.

We zouden dadelijk na kerktijd doorgaan, de tas boeken met maagdelijk witte schutbladen lag al klaar. Tijdens de koffie schoot Philip me aan: ‘Moet ik mee?’ Net dat enthousiasme waar je het voor doet, als ouder. ‘Ik ga eigenlijk liever bij Koen spelen.’ 

Het is een smalle grens tussen het ontsteken van een passie en het zaaien van een jeugdtrauma, dus we zetten Philip bij zijn vriend af en reden met twee dochters naar de boekenmarkt.

Jet kon in ieder geval niet wachten totdat ze de mevrouw zou ontmoeten die de mooiste pony’s van de wereld kan tekenen. Ze herkent haar werk overal en meestal heeft ze gelijk als ze boeken aanwijst die ook door Saskia Halfmouw geïllustreerd zijn. En het was nog lieve mevrouw ook. Terwijl Jet sprakeloos stond te glunderen voor het kraampje, vroeg ze: ‘Zal ik er nog een paardje bij tekenen voor je?’

Helemaal speciaal voor Jet

Hoewel we uiteraard (uiteraard) alleen voor de kinderen gingen, zat er aan het eind van de middag toch een boek in de tas met een opdracht voor mij. Ik kon het niet laten.

Dag, wat leuk om op deze manier mijn lievelingsboek weer tegen te komen, Arend van Dam, Kinderboekenweek 2008

Het is ook zo’n leuk boekje. En de schrijver was blij om het weer eens terug te zien. ‘Dat is lang geleden’, zei hij. ‘Het was mijn eerste geschiedenisverhaal en het is altijd mijn lievelingsboek gebleven.’ 

Na afloop hebben we ijs gegeten. Als toetje op een fijne dag en een geslaagde kinderboekenweek.

Onze kleine amazone

12 juli 2008

Alleen in de bak - tweede lesje

Jet had haar derde paardrijles. Ze zou het liefst iedere week gaan, maar daarvoor vind ik haar nog te jong en te fragiel. Kenners verzekerden ons dat zesjarige ruggetjes niet gebaat zijn bij veel paardrijden, dus we hebben een schikking getroffen, Jet en ik. Ze mag af en toe een halfuurtje.

Vorige maand was haar tweede les, met een andere juf dan de eerste keer. Vanaf de zijlijn vond ik dat deze tweede juf wel erg streng was. In plaats van veilig mee te wandelen naast mijn zesjarige popje op haar pony, riep juf orders als: ‘Van hand veranderen!’ en: ‘Ja, naar de X toe, hierrrr is de X!’ vanuit het midden van de bak. Het zag er allemaal ineens zo echt uit. En Jet keek ook anders, minder stralend.

Na afloop van de les kwam juf naar me toe en zei: ‘Ze had tien lessen gehad, hè?’ Ik schudde driftig mijn hoofd: nee, dit was pas haar tweede les. ‘O?’, zei juf verbaasd,  ‘Ze zei dat ze al tien keer op een paard gezeten had.’ Dat verklaarde de ernst van de les. Ik vertelde dat ze bij elkaar wel tien keer op een paard gezeten had, maar dat dat voornamelijk aan een touw was geweest, een rondje van een euro om de boerenschuur. Ze had ook een keer op een shetlandpony gezeten. En weleens op een heel groot paard, maar dat was onder begeleiding van vijf volwassenen en daar was geen sprake van van hand veranderen. In haar eentje.

Jet was juist blij geweest met de echtheid van de les, eindelijk iemand die haar op waarde had weten te schatten. Bovendien had deze juf gezegd dat ze de volgende keer best in galop mocht.

Die volgende keer was nu. Terwijl haar twee grote nichten bij ons logeerden en alles dus met eigen ogen konden aanschouwen, mocht zij haar hippisch summum beleven. Ga er maar even voor zitten, want ze is zo voorbij. Let vooral ook op de wapperende paardrijcap.

Hiep hiep

3 april 2008

Hoera!

Hoera!

Ze was jarig. Mijn liefje. Met haar dunne nekje en haar eigen kledingsmaak, met haar durf en haar grote hart. Findus, noemen we haar, omdat ze soms zo lijkt op die poes uit het prentenboek, als ze de slappe lach heeft en net zo springerig en dol is.

En wat wilde ze het liefst? Een paard. Maar dat kon niet, dat wist ze wel. Een-na-liefst wilde ze een poetsdoos, met veel borstels en een hoevenkrabber. Ze was al een paar keer in de paardrijwinkel wezen kijken. Een-na-liefste wensen zijn vaak iets beter te verwezenlijken: ik had alles laten inpakken in paardenpapier, met een plastic tas van de ruitersportwinkel. En hoewel ze nog veel meer kreeg, ging ze die avond met de poetsdoos naar bed.

We hadden nog een verrassing. Ze mocht één echte paardrijles. Stomme, overbezorgde moeder die ik ben mag ze nog niet wekelijks lessen. Maar af en toe een privéles met een veiligheidsvest  in een lege bak mag wel, te beginnen op de dag van haar zesde verjaardag.

En zo stonden we een uur voor aanvang met het hele gezin op de dorpse manege, Jet in rijkostuum met fonkelnieuwe poetsdoos in de hand. Ze kreeg tot twee keer toe een kleinere cap aangemeten en werd door twee tienjarige meisjes begeleid bij het opzadelen van ‘haar’ pony. Als het daarbij gebleven was had ze ook al de avond van haar leven gehad. Niets heerlijker dan met grote meisjes in een stal keutelen, paardje toespreken, singel aanhalen, stijgbeugels op maat maken.

Maar daar bleef het niet bij. Ze mocht de pony ook instappen, de spieren voorbereiden op het echte werk van een zesjarig meisje op je rug dragen. Na twee rondjes onder begeleiding van de tienjarige mentrices mocht Jet alleen met de pony het erf op.

Zelden heeft ze zich zo groot gevoeld.

En toen begon het echte werk. Na de teugelinstructies van een vreselijk lieve juf gaf ze haar pony de sporen. Uitleg over het sturen, de grote volte en zelfs in draf. Daar had ze zo op gehoopt. Ze wilde de rest van de les niets anders dan draven.

Als je goed kijkt zie je dat ze al heel knap kan lichtrijden. Anky, eat your heart out.

Mijn lieve, lieve Jette. Weer een jaar dichter bij de grote meisjes die ze zo bewondert.

Familie

10 juli 2007

Zondag waren we bij verrassing langsgegaan bij mijn jarige tante. Zoals al mijn ooms en tantes zijn zij eindeloos gastvrij en zijn de familiebezoeken een weldadig bad van nostalgie en gezelligheid. En de traditie zet zich voor; mijn kinderen genieten ook altijd geweldig van die bijeenkomsten; ze worden overladen met aandacht en er is altijd wel iemand die met hen wil spelen. Het is alsof ik mezelf zie op die leeftijd.

Terwijl we aan de taart zaten, kwam S. langs, de vriendin van mijn neefje. Zij is paardrijjuf, had die middag de eerste prijs gewonnen met springwedstrijden en kwam met een grote trofee de tuin in. Omdat Jet haar adoratie niet onder stoelen of banken stak en niet meer van S.’ zijde week, stelde mijn neefje na de soep voor om haar een stukje te laten rijden in de manege waar S. lesgeeft. Zo togen we aan het begin van de avond naar een enorme, uitgestorven manege, met Jet van de spanning wiebelend achterin de auto. 

Ik dacht dat er misschien een kleine pony stond waar ze even op mocht zitten, maar deze manege bleek uitsluitend bevolkt door grote paarden. De eigenaresse van het liefste paard werd van huis gebeld en kwam spoorslags (haha) met zadel en hoofdstel naar de manege. Terwijl alles in gereedheid gebracht werd, ging mijn neef met Jetje op zijn arm alle paarden en veulentjes af en kwam mijn hippische oom ook even langs om ervoor te zorgen dat alles zo veilig mogelijk verliep. Hieronder een sfeerimpressie van wat volgde.

paard uit de stal

Dit keer geen fietshelm.

met cap

Kosten noch moeite werden gespaard; het paard werd in zadel en hoofdstel gehesen om het zo echt mogelijk te maken.

opteugelen

Heel hoog en heel trots.

trots 

En in vol ornaat de bak in.

in de bak

Toen ik na een paar rondjes het naderende einde aankondigde, wilde Jet het paard nog even laten droogstappen, omdat het wel bezweet zou zijn van de inspanningen.

droogstappen

Dat het inderdaad het liefste paard van stal was, bleek toen het zich gewillig door dat smurfje met die te grote cap naar de afzadelplaats liet leiden.

terug naar de afzadelplaats

Ik ben op dit moment een boek van Gordon Neufeld aan het lezen, waarin hardgemaakt wordt hoe belangrijk het is dat kinderen zich omringd weten door familie: mensen die van hen houden en die hen accepteren zoals ze zijn. Onze kinderen hebben het in dat opzicht erg getroffen. Het was hartverwarmend om te zien hoe zich zondag vijf volwassenen om mijn dochter heen schaarden zodat ze de middag van haar leven had.

Als uitsmijter wil ik je mijn inmiddels befaamde filmkunsten niet onthouden. Het is weer niet helemaal foutloos, met een paal door het beeld en een hotsend einde, maar ik mag toch wel zeggen dat er Jan de Bontse potentie in zit.

Paardenmeisje

11 juni 2007

Je gelooft het niet: mag Jet eindelijk een keer paardrijden, vergeet ik een volle batterij in de fotocamera te doen. Met veel masseren heeft de camera er één foto uit weten te persen en toen was het echt over. Maar goed, er is een aandenken, zullen we maar zeggen.

Het zat zo: thuisonderwijsvriendin K. en ik hadden afgesproken om voor een paar uurtjes een verzorgpony te huren voor onze dochters. Toen ik de betreffende boerderij belde, bleek het arrangement helemaal geschikt voor onze paardenmeisjes: we konden een makke pony huren die het heerlijk vond om geborsteld (gepoetst, in ruiterjargon) te worden en waar ze ook rondjes op mochten rijden. Twee uur aaien voor een tientje, wat wil je nog meer.

Nadat ik het hele weekend voor Jet de uren had berekend die ons nog scheidden van de pony, zat er vanochtend een meisje klaar dat haar beste paardrijkleren had uitgezocht. Ze heeft nog geen kekke uitrusting, maar haar spijkerbroek en rode kaplaarzen stonden heel echt. Van mij moest er bij wijze van cap nog een fietshelm mee, want je weet maar nooit met die beesten.

Toen we aankwamen bleek inderdaad de makste pony van de boerderij voor ons gereserveerd: Flip. Flips schofthoogte was zo’n beetje tot mijn knie en hij was zo oud, dat hij bij het hoeven krabben telkens even moest pauzeren, omdat hij op drie benen dreigde om te vallen. Of we het brood in stukjes wilden voeren, in verband met de tanden. Ideaal voor twee zorgzame kleine meisjes dus.

Twee uur lang is Flip geroskamd, gepoetst, manen uit de klit, gevoerd en geknuffeld en hebben de meisjes naast en op hem door de bak gewandeld. Op de terugweg verzuchtte Jet dat ze een heerlijke buitenrit gemaakt had. Neem van mij aan, er zijn weinig dingen zo schattig als een vijfjarig meisje dat met een rode fietshelm op in alle ernst een grote volte maakt op een bejaarde shetlandpony.

paardje poetsen