Zeven weken met Jakob (3)

18 augustus 2015

Vooral in de eerste weken, als alles nieuw is en de verwondering hoog zit, zou je het liefste niets anders doen dan zo’n kindje vasthouden. Je ogen vastgeklonken in de zijne, ieder trekje in je opnemen en alleen maar kijken, vasthouden, kijken.

Maar er is nog zo veel meer om naar te kijken.

Een jaarlijkse belevenis (Est. 2011) die niet zomaar overgeslagen wordt.

Eerst is het weer even inkomen. Als je in beslag genomen bent door een nieuw mens in je leven, is omschakelen onwerkelijk. Alsof je na de middagvoorstelling de bioscoop uitloopt en vergeten was dat het klaarlichte dag is. Dan moeten je ogen wennen.

Maar als het aanzicht de moeite waard is, went dat gauw. Zodra je juf Jet ziet opkomen met een snoer kleuters achter zich aan, zit je er helemaal in.

Met als klap op de vuurpijl een stralende Cato, die weinig van klassiek ballet moet hebben, maar voor wie de beats per minute er niet snel te veel zijn.

Er was een hele rij persoonlijke toeschouwers op komen draven. Ik kon er zelf niet bij zijn, maar ik zag m’n dansende dochters voor me. Funky Cato, vrij en onverveerd. En Jet, die als een schaapherder piepkleine ballerinaatjes het podium op schoof en als souffleur van grotere ballerinaatjes dienstdeed, zodat het corps de ballet bijna synchroon danste.

De finale, met traditiegetrouw ‘Fame’ door de luidsprekers. You ain’t seen the best of me yet. Zoekende blikken, om te zien of je jouw fans in het publiek kunt ontdekken. People will see me and cry.

Bij de finale komen de juffen altijd op de eerste rij staan, om een extra applaus in ontvangst te nemen voor choreografie en bewezen diensten. Jet hoort daar niet bij, omdat ze met haar dertien jaar niet zelfstandig een groepje mag leiden. Maar halverwege ‘I’m gonna live forever’ werd ze naar voren geroepen. Ze dacht eerst dat er iemand anders bedoeld werd, zei ze later. Maar het moest echt Jet zijn, voor een persoonlijke ovatie – ze was er beduusd van.

Ik zag het voor me. Het mag dan heerlijk zijn om een baby’tje van een paar weken vast te houden, het is minstens zo heerlijk om een achtjarige en een dertienjarige in je armen te houden. Je ogen vastgeklonken in die van hen en te kijken, vast te houden en te kijken.

The glamorous life

2 juli 2014

Dames en heren,

Het moment waarnaar u heeft uitgekeken,

hier lag u voor in de rij,

hier bent u voor naar het theater gekomen.

Ik presenteer,

de ster van de voorstelling,

vedette by default,

prima ballerina

(dankzij een lange lijn volmaakt geschakelde dna-structuren)

hier is ze:

Jet!

Ach, u had geen kaarten? Dat is jammer. Dan ziet u hier Jet na vier shows, acht slopende uren, vierduizend betalende bezoekers, zes kostuumwisselingen, twintig schuifspeldjes en een klein maandsalaris aan mascara, oogschaduw en wenkbrauwpotlood (‘Geen zwart, mam. Het moet donkerblond zijn.’), aan het eind van haar Latijn, achter een bordje pasta al sugo met dagverse snijbiet. Onaangeroerd.

Hoewel Jettes make-up anders doet vermoeden, betrof het geen benefietvoorstelling ter bescherming van de reuzenpanda. Het thema van de balletschool was dit jaar ‘Aap, noot, Mies’. En iedereen weet wat er na aap, noot, mies komt. Wim, zus en … ? Precies.

Pardon, niet alleen Jet natuurlijk. Ook Juf Jet.

En niet alleen prima ballerina, ook streetdancer.

Maar na 48 uur onderdompeling in the glamorous life zie je ook de betrekkelijkheid er wel van in. Money only pays the rent.

Aan het eind van zo’n weekend weet je, net als in het liedje van Sheila E., waar het eigenlijk om draait. Na drie hapjes pasta, een bakje yoghurt en een etmaal slaap wil je gewoon weer kletsen en lachen en jezelf zijn.

Without love, it ain’t much.

Kijkles

21 maart 2014

Het beste medicijn voor zere ogen.

Jet

28 juli 2013

Ze had het een beetje moeilijk. Ze lachte nog wel, hoor, maar ze werd ook gauw boos. Om niks. Nou ja, om weinig. Aan haar ogen zag ik dat ze verdrietig was. Dan kunnen het nog zulke lieve ogen zijn, je kon er toch in zien dat ze niet lekker in haar vel zat.

Ze had het ook zo druk gehad. Audities, keuringen, oefeningen, trainingen. Een televisieprogramma dat haar een dag wilde volgen, en toen toch niet meer. En ze twijfelde over een mogelijke vervolgopleiding. Op zich een hele fijne opleiding, maar het zou een keuze zijn voor de rest van haar leven, of in ieder geval voor de komende zeven jaar; dat is zo’n beetje hetzelfde als de rest van je leven, als je zo oud bent als Jet. Er zaten leuke kanten aan en vervelende – haken, ogen, stress.

Ze werd er moe van, en zo verdrietig. Ze wilde niks meer – en tegelijk wilde ze alles. Ze maakte lange lijsten met dingen die ze van zichzelf moest doen. Of ze begon een groot project met veel rotzooi en voorbereidingstijd en als ze dan halverwege was, zag ze er geen gat meer in. Daar moest ze dan weer om huilen, want dat gaf haar het gevoel dat ze toch niks kon.

Jet, die altijd alles probeerde en gewoon deed, die zo heerlijk buiten de lijntjes kon kleuren en niks perfect hoefde te doen van zichzelf, vond ineens dat ze niks kon. Zelfs het allerliefste in haar leven, dansen en balletjuf zijn, dat wilde ze bijna niet meer. Het duurde ongeveer een maand. Toen besloot ze dat ze niets hoefde te doen wat bepalend was voor de rest van haar leven. De rest van haar leven was nu (heel jaren zestig). En omdat ze dat besloten had, kreeg ze vanzelf weer zin in van alles.

Ze ging weer knutselen. Geen ingewikkelde projecten, maar dingen die mooi genoeg waren om er trots op te zijn.

‘Mam’, vroeg ze een paar keer, ‘mag ik er vandaag een speeldag van maken? Ik kan de laatste tijd nooit meer met Cato spelen of een hele dag vilten, omdat ik telkens in mijn hoofd heb dat ik mijn lijstje met werk moet afmaken.’

Ze keek weer uit naar haar dansklassen. Zowel haar eigen lessen als haar juffengroepjes. Voor alle vijfentwintig kleuters maakte ze een briefje met een persoonlijke boodschap en een toi-toi-toi voor het optreden in het Grote Theater (‘Lieve Zoë, ik weet zeker dat je gaat knallen bij de voorstelling, want in de les doe je ook altijd zo goed mee’).

Ze hebben geholpen, de briefjes. Vier uitverkochte voorstellingen met telkens duizend man in de zaal.

Maar ik wist pas dat ze weer de oude Jet was, toen ik een facebookdialoog las. Een thuisonderwijsmoeder had haar de eerste beginselen van het haken bijgebracht en vroeg Jet hoe het ermee ging.

– Nog iets gehaakt Jette?

Jette: Half. Een heel lief barbiemutsje, maar op een gegeven moment was ik een beetje klaar met haken, en heb hem gewoon dichtgehaakt (Waarschijnlijk ook niet op de echt juiste manier), en een pompon er een soort van bovenop genaaid, maar er zaten tamelijk veel gaten in, dus hij was ook nog schuin genaaid, en niet heel stevig. De pompon viel er gistermorgen af, en het mutsje was ook niet zo beeldig om me ervan te weerhouden om het ook weg te gooien. Dus ja ik heb wat gehaakt, maar het moet wel nog veeeeel oefenen.

Dat is ‘r. Mijn lieve, zorgeloze, stoere, dansende, grootwordende Jet.

Jet

Dit is Jette. Jette is tien jaar. Als ze op school had gezeten, zat ze in groep zeven. Maar Jet zit niet op school. Daarom leert ze sommige dingen op het niveau van groep zeven, sommige dingen op brugklasniveau en sommige dingen op grotemensenniveau; je hoofd is namelijk niet beperkt tot een gemiddelde leeftijd. Jettes geschiedeniskennis ligt vermoedelijk een jaartje lager, want ze vindt -onbegrijpelijkerwijs- geschiedenis niet zo leuk. En we weten allemaal: als je ergens niet zoveel aan vindt, dan is het lastig je aandacht erbij te houden. Ook al roept je moeder nog zo vaak dat geschiedenis juist heel leuk is.

Jet leert vooral door de vragen die ze de hele dag stelt. Over koningshuizen, witte bloedlichaampjes, economische crises, moeilijke woorden, communisme of gezonde vetten bijvoorbeeld. Veel andere dingen leert ze door te doen. Omeletjes bakken, met vriendinnen kletsen, kapucijners telen, was opvouwen, baby’s gelukkig maken, aardappels schillen, verhalen schrijven. Al die dingen gebeuren de hele dag door. De meeste daarvan noteren we niet in een schriftje; dat komt er vanzelf uit als het moment zich voordoet. Maar sommige dingen noteren we wel, want ook al vinden wij het niet zo belangrijk om het exacte schoolniveau van Jette te bepalen, we weten dat er mensen zijn die dat wel belangrijk vinden. En als Jet over een poosje staatsexamens wil gaan doen, is het handig om te weten wat je nog moet leren en wat je al in de vingers hebt.

Naast de gesprekken die we de hele dag voeren, doet Jet vier vakken per dag. Iedere dag wiskunde en taal en daarnaast mag ze twee andere dingen kiezen. Ook moet ze dagelijks minimaal een halfuur in een leesboek lezen. Voor alle kinderen geldt: de televisie, iPad en computers gaan pas na 17.00 uur aan ter vermaak. Ter lering mag alles natuurlijk altijd aan.

Dit is wat Jet vorige week gedaan heeft.

  • Wiskunde (dagelijks) uit het Wisschrift, als afwisseling op haar gewone rekenboeken.
  • Syntaxis (dagelijks): woordsoorten, woordgroepen en zinnen ontleden.
  • Engels (1x deze week) en een beetje geschiedenis: ik heb voorgelezen uit The Porcupine Year.
  • Het gedicht ‘De bruid’ van Jan Prins (1x). Ja precies, die van ‘de bruigom is de lentezon / en Holland is de bruid’. We hebben het samen gelezen, gepraat over alle lastige woorden en de mooie beeldspraak, en gekeken naar het rijm. Daarna heeft Jet het overgeschreven in haar schrift.
  • Op eigen initiatief heeft Jette deze week een opdracht over Nepal gekozen (3x aan gewerkt). Ze deed de laatste maanden mee aan de museumjeugduniversiteit en een van de onderwerpen betrof een Nederlandse vrouwenexpeditie naar de Himalaya. Naast het hoorcollege heeft ze zelfstandig informatie opgezocht en de aflevering ‘Bergen’ gekeken van Human Planet (BBC).

  • Ik heb voorgelezen uit De wind in de wilgen van Kenneth Grahame (2x deze week).
  • Oud-Grieks (2x deze week). Dat wilde Jet graag leren (ze houdt wel van een dooie taal en niet van geschiedenis, schiet mij maar lek). Een vriend die eindexamen Grieks gedaan heeft, bood aan om Jet eens per twee weken les te geven. Het begon met losse stukjes tekst, bijbelfragmenten en sinterklaasliedjes, maar sinds kort werken ze met de methode Hellenike. Had ik nog liggen uit een vorig leven. Ik ben nooit verder gekomen dan bladzijde twaalf, daarna heb ik het heel snel achterin de kast gezet.
  • Wonderkinderen van Thea Beckman (dagelijks), deze week uitgelezen. Haar volgende leesboek heeft Jette al gekozen. Het geheim van Rotterdam, ook Beckman.
  • Duits (3x deze week). Als thuisonderwijsgroep hebben we een jaarabonnement op een online klas van Rosetta Stone. Met een beetje enthousiasme kunnen we dit jaar 25 talen vloeiend leren beheersen, maar vooralsnog houdt Jet het op Duits en een zweempje Italiaans. We leggen de nadruk op spreken en luisteren (dat kun je instellen in het programma), hoewel er ook redelijk wat lezen en schrijven aan te pas komt. Philip en Jet mogen zelf weten wanneer ze hun werk doen; ze kunnen dan rekening houden met hun clubs en vrienden. Jet doet vaak vóór het ontbijt al een of twee vakken. Hier Duits in pyjama.

Rosettastoned

Jettes vaste clubjes zijn klassiek ballet en streetdance. Daarnaast helpt ze twee uur per week op de balletschool bij de kleuters (zie ‘Juf Jet’). Omdat ze zo ontzettend gelukkig wordt van ballet, heeft ze vorig jaar auditie gedaan voor de vooropleiding van het conservatorium. Zo’n auditie heeft veel weg van een vleeskeuring; het was nog even kantje-boord, want Jet bleek behept te zijn met een ‘te grote grote teen’. Maar kijk eens.

Echt conservatoriumhaar. Ondanks die grote teen. Dus nu danst ze iedere zaterdag ook op de balletacademie.

Vorige week vielen er twee thuiswerkdagen af, omdat we op pad gingen. Dat gebeurt niet iedere week, nu toevallig wel. Ik had de NOT gepland, de tweejaarlijkse onderwijsbeurs. Doorgaans ga ik zonder kinderen, maar Jet wilde graag mee. Ze had het al een paar keer discreet laten vallen – en naarmate de beursdatum dichterbij kwam steeds minder discreet. Omdat ik het gezellig vind om een dag met Jet door te brengen, had ik als verrassing een toegangskaart voor haar aangevraagd. Net als een thuisonderwijzende vriendin en haar dochter. Konden onze dochters zelf zien of er nog wat voor hen bij zat. Het gehalte thuisonderwijskinderen op de NOT werd flink opgekrikt.

De tweede dag was gereserveerd voor Jettes stage. Dat zit zo: Cato (5) is lid van een internationale thuisonderwijsclub, The Home Learners. De initiatiefnemers van de club bieden oudere thuisonderwijskinderen de kans om stage te lopen. Zo kunnen ze ervaring opdoen in organiseren en leiding nemen. De stagiaires bedenken zelf een activiteit en dienen vervolgens een verzoek in. Als dat nodig is, mogen ze hulp vragen bij de organisatie. Er wordt een deel van het clubbudget beschikbaar gesteld en aan het eind krijgen ze een certificaat.

Jet zag het helemaal zitten, vooral dat certificaat. Ze schreef een officiële brief met ‘geachte’ en ‘met vriendelijke groet’ en wist al precies wat ze wilde gaan doen. U raadt het nooit.

Dansen.

Ze organiseert twee workshops: een klassieke en een streetdance. Met choreografie en uitvoering en alles. In twee middagen leren de home learnertjes het dansje en op de derde bijeenkomst wordt het opgevoerd voor de ouders.

De klassieke is met pliés en relevés en ports de bras. Op ‘Girls just wanna have fun’ van Cyndi Lauper. Dat dan wel.

De streetdanceklas is op ‘Het land van’ van Lange Frans en Baas B. Enorm vet. En meteen een beetje geschiedenis, hè.

Ach, en dan is zo’n week alweer voorbij. De volgende ziet er vast anders uit. Dan bezoeken we misschien een museum of is er een thuisonderwijsbijeenkomst in de dierentuin. Dan zijn er andere dingen in het nieuws en gebeuren er nieuwe dingen in ons dagelijks leven, waar Jet weer duizend vragen over stelt. Er zijn verjaardagen in het verschiet, ons volkstuintje zit er weer aan te komen. De lente, de zomer. Der Lauf der Dinge. Als u af en toe als vlieg op onze muur komt zitten, zult u zien dat thuisonderwijs vanzelf minder excentriek wordt.

Staande ovatie

23 augustus 2012

Deze had u nog te goed. Ik weet dat u er nooit genoeg van krijgt, nóg meer foto’s van een dansende Jet en Cato.

Het blijft toch altijd weer anders, hè. Een mens fotografeert nooit vanuit dezelfde hoek. Dan weer van links, dan weer van rechts. Verschillende outfits, ander haar. Nee, dat verveelt niet gauw. En omdat ik u jammer genoeg niet allemaal kan uitnodigen voor de avondvullende dvd-versie, doen we het gewoon zo. Ga er maar weer eens lekker voor zitten.

Daar stonden ze, mijn dochters. Een andere zaal dan vorig jaar, maar minstens zo prestigieus. Op de planken waar een halfjaar geleden nog het Oekraïens staatsballet trippelde; voor een duizendkoppig publiek.

Omdat ze verschillende dansen dansten, hoorden ze bij de ‘spoedverkleding’ – alleen de naam al deed Jettes hart sneller bonzen. Het was een teken van grootmeesterschap, vond ze, de spoedverkleding. Dan stonden er namelijk drie mensen klaar om je als een haas in nieuwe kleren te hijsen. Niet in de kleedkamer, nee, gewoon in de coulissen. In het kloppend hart van de show.

De klas van juf Jet gaf een fenomenale interpretatie van ‘Singing in the Rain’. Maandenlang geoefend. Met paraplu’s en alles.

Jet was van tevoren bang geweest dat het misschien niet helemaal gelijk zou gaan. Bleek volkomen onterecht. Als één vloeiend geheel zweefde haar corps de ballet over het toneel.

Toen dus hup, de spoedverkleding in. En alsof er niks gebeurd was liet ze Gene Kelly achter zich en ontketende Christina Aguilera. Stoere passen, moves like Jagger.

De rook was nog niet opgetrokken, of de volgende kleding hing klaar. Deze dans hadden Jet en Cato veel gerepeteerd, thuis. Ik had hem zo vaak gezien dat ik in geval van ziekte onmiddellijk dienst kon doen als stand-in. Het was met een armzwaai en een heupwieg en een trommelende beweging.

U had erbij moeten zijn. Volgend jaar is er weer een kans. Ze hebben een week op wolken gelopen van de adrenaline na het optreden, maar Jet vertrouwde me laatst toe dat ze weer zin heeft om te oefenen voor de volgende show. Met minstens drie dansjes. Vanwege de spoedverkleding.

Dat je met je tienjarige dochter over straat loopt en piepkleine meisjes hoort fluisteren: ‘Kijk pap, daar loopt mijn juf.’

Dat er een minder verlegen meisje vanuit een achterzitje op een fiets roept: ‘Dag juf Jet!’

Dat je je dochter dan ziet stralen, terwijl ze half gegeneerd, half beretrots terugzwaait.

Dat je daar een schepje bovenop doet door te zeggen: ‘Hállo Jet, je kent veel meer mensen dan ik!’

Dat je op de balletschool komt en een praatje maakt met de hoofdjuf terwijl je dochter zich omkleedt. Dat de hoofdjuf zegt: ‘Moet je opletten, even Jet gelukkig maken’. En dat ze dan een T-shirt aan je dochter geeft met ‘crew’ op de achterkant.

Dat Jet daar inderdaad sprakeloos gelukkig van wordt.

Dat je tijdens de les koffiedrinkt aan de leestafel en in gesprek komt met een andere moeder. Dat die moeder zegt: ‘Jet is toch jouw dochter? Mijn Simone zit bij haar in het klasje. Je hebt wel gezien dat ze soms moeilijk is, hè, mijn Simone. We hebben haar laatst halverwege de les weggedragen, want ze bleef maar gillen en huilen dat ze haar nieuwe balletpakje niet aan wilde.’ (Dat je je dat zeker nog herinnerde.) ‘Simone zit op een medisch kinderdagverblijf, ze is autistisch. Ze maakt ook geen contact met andere kinderen. Ze wil alleen naar de balletles omdat Jette er is. Als ze haar niet ziet omdat jullie later zijn, wil Simone niet naar binnen. Tijdens de les houdt ze ook de hele tijd Jettes hand vast.’ (Dat je dat gezien had bij de kijkles.) ‘Maar wat ik wilde zeggen: sinds Jet meehelpt bij de les, maakt Simone makkelijker contact met haar neefje en nichtje. Het lijkt wel of ze beter snapt hoe ze dat moet doen, nu ze contact heeft met jouw dochter.’ Dat je daar zelf een beetje sprakeloos van bent.

Dat de deur van het klaslokaal opengaat en je een horde vierjarigen naar buiten ziet stuiteren. En daarachter jouw Jet met aan haar hand een kleine Simone.

Dat ze zich omkleedt en je samen de dansschool verlaat. Dat er dan twee moeders roepen:  ‘Nog bedankt, Jet!’

Dat je haar nog maar eens vertelt hoe trots je op haar bent. En hoe blij de moeder van Simone met haar is.