Het lied der dwaze bijen

25 september 2014

Martinus Nijhoff wist het al: ‘Niemand kan van nature zijn hartstocht onderbreken’. Daar heb je bovennatuurlijke kracht bij nodig. Maar soms is het niet nodig om je hartstocht te onderbreken, dan kun je hem delen. Zoals deze imker. Als er iemand hartstocht heeft voor zijn hobby, dan is hij het wel.

We waren uitgenodigd door een groep thuisonderwijzers uit de buurt van Utrecht. Of we wilden meedoen aan een imkerproject: een hele middag tussen de bijen. Leren over bijenvolken, honing, het verband tussen bomen, bloemen, vruchten en bijen. En dan niet uit een boekje, maar hups, mee de bijenstal in. Daar hoefden we niet lang over na te denken.

We gingen in groepjes op bezoek bij de koningin. De kinderen die nog even op het staatsbezoek moesten wachten, deden ondertussen opdrachten in het leslokaal.

Op iedere tafel stonden attributen en aanwijzingen. Er was een grote, werkende honingslinger, waar iedereen een raat mocht uitslingeren. Een anatomisch model van een bloem: hoe heten alle delen ook alweer? Meeldraad, vruchtbeginsel, kelkbladeren… Hoe verloopt de levenscylus van een bij? Hoe smaken stuifmeelkorrels precies? Wat is het verschil tussen de angel van een wesp en die van een bij? En hoe ziet zo’n angel er van dichtbij nou precies uit?

Maar de imker zelf was het allermooist. ‘Ik heb nog nooit een imker meegemaakt die niet goed kon vertellen’, zei de juffrouw die de les coördineerde. ‘Dus: veel plezier!’

Ze had gelijk. Zelden zoveel in een middag geleerd. Over de diverse volken, over de verschillende bijendansen waarmee ze elkaar vertellen waar volop bloemen te vinden zijn, over koninginnen die op bruidsvlucht gaan. Over imkers die om elf uur ’s avonds hun volk oppakken om ze vijftig kilometer verderop te laten grazen, omdat daar een weide met volle bloemen is. Dat moet ’s avonds, want dan pas komen de bijen thuis en kun je ze met kast en al meenemen. Dan ben je dus wel pas om twee uur ’s nachts weer thuis. Maar dat geeft niet, als je bezig bent met je hartstocht.

En wat krijg je als iemand zijn passie deelt? Mensen die staan te dringen om het te mogen horen.

Mensen van alle leeftijden, die er met hun neus bovenop willen staan om te zien hoe een larve eruit ziet. Om het dekseltje op iedere cel in de raat van heel dichtbij te bekijken. Om goed te zien hoe elke cel precies het juiste formaat heeft: een beetje groter voor een dar, een beetje kleiner voor een werkbij.

En om honing te proeven, zo uit de raat.

Wist je trouwens dat een mannetjesbij niet kan steken? Philip, Jet, Cato en Victoria hebben het zelf gezien. Je kunt ze zo over je hand laten lopen. Heel schattig.

’t Is dat we nog een familie zoetwatermosselen met een compleet ecosysteem op het dressoir hadden staan, anders voorzag ik een nieuwe huisdierenfase.

De les liep erg uit. Maar dat gaf niet, zei de coördinatiejuffrouw, dat gebeurde altijd met de imker. We bedankten hem heel hartelijk. En we beloofden dat we hem onmiddellijk zouden bellen als we ergens een bijenvolk in een boom zagen hangen. Dat schijnt nog wel eens voor te komen.

Terwijl de kinderen op het erf speelden en de koningin en haar hofhouding hun poëzie voortzetten, aten wij onze meegebrachte boterhammen aan picknicktafels naast het honingraatpaleis. We zeiden tegen elkaar wat een wonder dat toch was, zo’n bijenvolk. En hoe mooi het is om je hartstocht te kunnen delen.

To op de skelter

***
Met dank aan Gerdine en Shelso voor alle foto’s!

Wonderschoon

11 maart 2014

De moeder van August Pullman houdt net zo veel van haar kinderen als ik. Al voor hun geboorte had ze dromen en grootse plannen. De beste opvoeding zouden ze krijgen: niet te strikt, niet te vrij, veel ruimte voor eigenheid, maar nooit ten koste van anderen. Geen buitensporige veeleisendheid om haar eigen tekorten te compenseren, en toch altijd een duwtje in de rug als iets moeilijk zou worden. Ik denk dat we in veel dingen op elkaar lijken, de moeder van August Pullman en ik. Misschien waren de eerste drie jaar van ons moederschap wel een beetje hetzelfde. Maar bij de bevalling van ons tweede kind werd het zo anders, dat je je dat nauwelijks kunt voorstellen dat we ooit dezelfde toekomstdromen voor onze kinderen hadden.

Zo ging het toen August geboren werd: ‘Toen ik uit haar buik kwam, werd het heel stil in de verloskamer. Mijn moeder kreeg niet eens de kans om me te bekijken, want de aardige zuster rende meteen met me naar buiten. Mijn vader ging zo snel achter haar aan dat hij de videocamera liet vallen, en die brak in een miljoen stukjes.’

De dokters denken dat het jongetje de nacht niet zal overleven. ’s Morgens mag de moeder haar zoon voor het eerst zien.

‘Mijn moeder zegt dat ze haar tegen die tijd al alles over me verteld hadden. Ze had zich voorbereid op de kennismaking met mij. Maar toen ze voor het eerst in mijn kleine verfrommelde gezichtje keek, zegt ze, zag ze alleen maar wat een mooie ogen ik had.’

August heeft een gezicht waar je je geen voorstelling van kunt maken. Zijn ogen staan anderhalve centimeter lager dan gemiddeld en hangen aan de uiteinden schuin omlaag. Hij heeft geen jukbeenderen, een piepklein kinnetje en het lijkt alsof zijn wangen van zijn gezicht afdruipen als kaarsvet van een kaars. Zijn hoofd is ingedeukt ter hoogte van zijn oren, alsof iemand er met een enorme pincet in geknepen heeft.

En dan volgt er een boek, zo mooi, dat je het liefst over iedere seconde van het leven van August Pullman wilt lezen. Over die geweldige ouders en hoe zij met hun kinderen omgaan; zowel met August als met zijn oudere zusje Olivia. Over alle situaties waarvoor ze hun zoon zouden willen behoeden, maar waarvan ze weten dat ze hem er juist een duwtje in de rug bij moeten geven.

Wonder is niet het zoveelste boek over anders-zijn, maar een boek over gewoon zijn. Er zijn. Over omgaan met dingen die op je pad komen. Met mensen die op je pad komen. Over stille bemoedigingen en staande ovaties. Over liefde die geen angst kent.

Mensen zoals August Pullman zie je niet vaak. Dat komt niet alleen omdat er weinig kinderen geboren worden die er zo uitzien, maar ook omdat we er in onze maatschappij voor kiezen om mensen al snel achter een hoog hek en een dichte deur te plaatsen (zoals we zagen toen we de kinderen van de blauwe vogel bezochten). Keurig bij elkaar, zodat de rest van de gewone, mooie, intelligente, handige mensen het niet hoeft te zien, niet hoeft te helpen en er geen last van hoeft te hebben.

Wonder is het mooiste kinderboek dat ik in jaren las. En Philip, Jet en Cato zijn het met me eens.

Wonder van R.J. Palacio

Madrid, 7 december 2013

9 december 2013

Lieve Catootje,

Na een stormachtige reis ben ik weer veilig aangekomen in Spanje. Ik wil je nog eens bedanken voor de prachtige tekeningen en liedjes. Wat was het gezellig hè, de afgelopen weken. Je had het ook zo feestelijk gemaakt in huis. Alle sintboeken uitgestald, Hoor wie klopt daar kinderen van Bert en Ernie volcontinu in de cd-speler. En dan de verkleedpartijen!

Ik vond het leuk om je weer met je vrienden en vriendinnen te ontmoeten in mijn logeerhuis. Vorig jaar gaf je me nog een hand terwijl je achter de rug van je moeder stond, maar nu stapte je zo op me af en haakte je geestdriftig in bij de polonaise.


Je zusje vond het nog wel een beetje spannend, geloof ik. Maar alles komt op zijn tijd, hè. En toen jij zo veel durfde, deed zij het ook.

O ja, ik zou nog antwoord geven je vraag. Natuurlijk is het mogelijk om bij mij te komen werken. Met de drie pietendiploma’s die je dit jaar weer hebt gehaald op streetdance, zwemles en in mijn Sinterklaashuis voldoe je aan alle eisen. Zoals jij over daken kunt lopen en door schoorstenen weet te kruipen! Zelden heb ik iemand gezien die het onderdeel stoombootnavigatie zo snel onder de knie had.

Ik kan ook meteen de uitslag van je theorie-examen meedelen: je bent cum amygdalum geslaagd (dat betekent ‘met amandelen’ – de hoogste lof, want zonder amandelen geen marsepein of versierde speculaas). Pepernoten verdelen, rijmwoorden verzinnen, ingewikkelde cadeauvraagstukken oplossen; je deed het perfect in je werkboekjes.

De luisterpiet vertelde dat je ook in Naturalis geweest bent, op bezoek bij een goede bekende van je.

Nou hield je toch al van dit museum, maar met Freek zo alomtegenwoordig zou je er wel willen wonen, begreep ik. Samen met je vriendinnetje had je alle 45 dieren van de speurtocht zo gevonden.

Het was ook eigenlijk niet zo’n verrassing voor mij dat je stond te juichen toen je een Freekpakketje in je schoen vond. De houten koningscobra kon mooi toekijken hoe jij al die potjes kwartet won.

Ik begreep dat jullie bij Naturalis trouwens nog een paar nieuwe diersoorten ontdekt hebben. Ik zal volgend jaar in Freeks gedicht vragen of hij die in het kwartetspel kan opnemen.



Dag lieve Catootje. Het valt me zwaar om weer twaalf maanden door te brengen zonder jouw prachtige sinterklaasliedjes, maar je glinsterogen draag ik in mijn hart. Ik zal aan je denken terwijl ik pootjebaad in de branding van de Middellandse Zee.

Tot volgend jaar!

Sinterklaas

—-

  • Hier meer over Cato’s liefde voor Freek de bioloog. Voor Catootjes die net zoveel van spelletjes als van de bioloog houden, is het kwartet dan ook onmisbaar. Freeks speurtocht in Naturalis is ook een aanrader. Met een afvinklijstje ga je langs de vaste collectie waar Freek Vonk met filmpjes, geluidsopnames en geschreven verhaaltjes meer over de dieren vertelt.
  • Er zijn nogal wat sinterklaashuizen, maar dit huis was verreweg onze favoriet. Toen het opgedoekt werd, weken we uit naar deze.
  • Als je googelt op ‘werkboekje sinterklaas groep 4’ kun je naar hartelust downloaden. Van juf Shanna of Antoinette bijvoorbeeld. Dit boekje vond Cato ook erg leuk (even gratis registreren bij de leermiddelendatabase).
  • Een aantal van onze lievelingssinterklaasboeken staat hier.

Bretagne

20 augustus 2013

Je kunt er komen met een Romeinse strijdwagen, een helm met vederbos of verkleed als struikje. Sommigen worden er op een schild naar toe gedragen. Dat laatste leek mij wel wat, maar John zag het niet zitten, negenhonderd kilometer. Dus namen we de heilige koe.

Als je op de kaart hierboven kijkt en je gaat een tikkeltje naar rechts, en nog ietsje verder, dan zie je dit strand.

Maar zo ziet het er alleen ’s morgens vroeg uit. Of bij slecht weer. Als het 25 graden is met een zeewindje, ziet het er zo uit.

Dan loop je het duin af, trekt je slippers uit en wandelt naar de branding. En dan zie je dit.

Eigenlijk moet je dan weer even terugwandelen naar boven. Het zand is een beetje mul, maar nog lekker warm, dus het geeft niet. Goed voor je kuiten. Dan neem je het paadje rechts tussen de rotsen en dan klauter je zo’n beetje tussen de bosjes door totdat je bovenop staat. Voel je die kuiten weer? Je raakt er wel wat bezweet van, maar dan is het straks extra lekker als je de zee induikt. En het uitzicht is het wel waard, hoor. Als je bovenop staat, ga je vanzelf de Carpenters neuriën.

Looking down on creation

Vervolgens kies je een huis aan de baai uit waar je later gaat wonen

en dan snel naar beneden om je plakkende T-shirt uit te trekken en je onder te dompelen in de Atlantische Oceaan.

We gingen voor het eerst in twintig jaar tijdens de zomervakantie weg. Meestal kiezen we het voor- of naseizoen; er moet wel een heel goede reden zijn om tijdens de Grote Drukte op vakantie te gaan.

Dit jaar hadden we een heel goede reden.

Iedereen in huis houdt van vriend D., maar Victoria misschien wel het meest. Als de deurbel gaat, roept ze zijn naam. Voor het slapengaan, fluistert ze zijn naam. Als we op de fiets zitten, kan ze ineens vragend op zich heen kijken. Toen we na tien uur rijden uit de auto stommelden, vond ze het dan ook niet meer dan normaal dat hij daar stond.

Hij kende deze plek al heel goed, dus hij kon ons alle bijzondere dingen laten zien. En omdat het getijdenverschil daar zo groot is, is er veel bijzonders. Als het eb is, valt er een enorm stuk strand droog. Dan zijn er prachtige plekken te zien die bij vloed verborgen blijven.

Je kunt op zo’n plek blijven zitten, ieder hoekje uitkammen en alle plantjes en diertjes bevoelen.

Maar je kunt ook op pad gaan over de zeebodem. Dat is meer iets voor mensen die van het avontuur houden, en van klauteren. Of zoals Cato zei: ‘Ik ben heel klims.’

Met klimse mensen kom je op prachtige plaatsen. Grote mosselbanken, ondiepe poelen vol anemoontjes die dichtgaan als je je vinger erop legt en poetsgarnalen die vlijtig alles schoonmaken wat je in het water steekt. Als je je hand stilhoudt, komen er tientallen garnaaltjes tevoorschijn om onder je nagels te kriebelen en alle viezigheid van je vingers te poetsen. En in de diepere poelen is nog veel meer te zien.

Het kan zijn dat je hier en daar een schram oploopt, maar dat is een kleine prijs die je betaalt voor avontuur. Eigenlijk zijn het de ultieme souvenirs. Het geeft ook extra cachet aan je verhaal, als je ’s avonds napraat en een en ander kunt illustreren met een schaaf op je bovenbeen.

Je hebt weinig nodig op zo’n vakantie. Dat was maar goed ook, want ik had me een beetje verkeken op het aantal spullen dat mee moest. Gek is dat, je zou zeggen dat een mens door de wol geverfd raakt, maar bij het inpakken van een auto met vakantiespullen blijkt dat nooit op te gaan.

Eind van het verhaal was dat de gang thuis nog vol stond en in de auto iedere kubieke centimeter die niet het zicht in het achteruitkijkspiegeltje belette, gevuld was. ‘Dit is pas echt vakantie!’, had Jet geroepen vanaf de achterste bank, gesmoord onder een hoofdkussen en een rugzak, met een luchtbed tussen haar voeten. Als ik me voorzichtig omdraaide -mijn rechterbeen diagonaal over de tas met handdoeken en mijn linkervoet vastgezet tussen een slaapzak en de tas proviand- kon ik haar net zien.

Er waren natuurlijk een paar essentials die mee moesten,

Alleen Harry ging mee.

maar verder hadden we het overbodige thuisgelaten. Want waar gaat het nou eigenlijk om?

Tijd.

Aandacht.

Goede literatuur.

Je krijgt het ter plaatse in de schoot geworpen. Diertjes om te onderzoeken,

badmintonrackets die je van iemand leent,

onverwachte traktaties,

toffees van gezouten boter (ik kwam erachter dat ik mijn hele leven iets gemist had),

zonsondergangen.

Maar ook al wandel je iedere dag naar het strand voor een duik in de oceaan, je gaat natuurlijk wel eens op pad.

Mont Saint-Michel

Aartsengel Michael

En dat blijkt dan toch weer inspiratie voor een bezoek aan het strand.

Mont Saint-Michel 3.5

Waarna de vloed komt opzetten en je het stof van veertienhonderd jaar oude abdijstenen van je afspoelt, in water dat nog veel ouder is.

V.l.n.r. Jet – D – Philip

In zo’n staat is alles goed. Koken is niet erg, boodschappen doen is niet erg, een lekke autoband is niet erg, wassen is niet erg.

Afwassen trouwens ook niet.

Bovendien kenden Jet en Cato het fenomeen natte hoek al van Het Vrije Schaep, dus het was eigenilijk een soort thuiskomen.

Afwassen met zeezicht.

Op de terugweg reed Philip met zijn vriend mee, met een tussenstop in Normandië.

Krijtrotsen zijn er om te …

Met een beetje passen en meten bleek alles nog in de auto te passen. En een hoofd vol mooie herinneringen neemt geen plaats in.

Uren, dagen, maanden, jaren,
Vliegen als een schaduw heên.

Rhijnvis Feith kreeg zelf negen kinderen, dus hij zal het wel geweten hebben. Voor je het weet heb je een zoon met schoenmaat 45 en een gebronsde strandrug.

De vorige Week uit het leven van… Philip is al bijna vijf maanden geleden, tijd voor een volgende. Philip is inmiddels veertien jaar.

Deze week werd een projectweek. Dat had ik vooraf niet voorzien, maar op vrijdag stond er een wandeling gepland door de Amsterdamse Plantagebuurt en het leek me mooi de week daaromheen in te vullen. Museumdocenten van het Verzetsmuseum zouden twintig jongeren rondleiden langs monumenten en gebouwen die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog.

De wandeling was onderdeel van een dag die we voor thuisonderwijsjongeren georganiseerd hadden. Sinds een paar maanden ben ik met twee collega-moeders een Voortgezet Thuisonderwijsgroep begonnen, voor jongeren vanaf twaalf jaar. Eens in de paar weken plannen we een dag speciaal voor hen, waarbij de jongere broertjes en zusjes afzijdig gehouden worden. Beetje educatief, beetje kletsen, sam-sam. Een rondleiding door het Van Gogh gecombineerd met een stadspicknick, een scheikundemiddag die overloopt in een watergevecht, dat werk.

Een belangrijk onderdeel van thuisonderwijs is dat kinderen van alle leeftijden met elkaar omgaan, geduld oefenen, van elkaar leren en zo van jongs af met beide benen in de échte maatschappij staan, waar tenslotte ook alle leeftijden door elkaar werken en leven. Omdat het voor onze kinderen zo’n groot deel van hun dagelijks leven uitmaakt, is een dag met alleen leeftijdsgenoten een mooie afwisseling.

De stadswandeling zou leiden langs gedenkplaatsen die een rol speelden in het verzet: het bevolkingsregister dat in vlammen opging, Artis dat onderduikers herbergde, de Hollandse Schouwburg. Over de Schouwburg kende een van de ouders de vertelling ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’ van Karel Baracs. Een prachtig, verdrietig en beetje blij verhaal over de Vereeniging Zuigelingen-Inrichting en Kinderhuis, beter bekend als de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg, van waaruit 500 joodse kinderen gered zijn.

Luister maar eens naar de eerste minuten, dan zet je het meteen op je lijstje luisterboeken voor de vakantie:

Naast het beluisteren van dit verhaal, zag Philips week er als volgt uit:

  • Poëzie: ‘De achttien dooden’ van Jan Campert. Hadden we eerder behandeld, nu nog eens vanwege de ophanden zijnde rondleiding. We hebben de achtergrond van het gedicht uitgebreider onderzocht. Philip wist van Camperts eigen dood en de executie van de Februaristakers en Geuzen, nu lazen we meer ooggetuigenverslagen over de directe aanleiding van de Februaristaking. Van het een kwam het ander. Van Camperts eigen dood in een concentratiekamp kwam het gesprek op een familielid dat op dezelfde wijze omkwam. Van familie kwamen we op Camperts zoon, Remco. Philip en Jet kenden de schrijver nog niet, daarom las ik met hen ‘Tot zoens’ als introductie.
  • Nederlands: een kort fictieverhaal geschreven over ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’. Philip en Jet kozen iemand uit het boek en deden alsof zij het personage zelf waren. Hun verhaal begon met ‘Mijn naam is…’ en vervolgens lieten zij hun fantasie de vrije loop over wat het personage vóór of na de oorlog gedaan had en wat hij of zij te vertellen zou kunnen hebben. Philip koos het perspectief van de boer die kinderen in zijn gezin had laten onderduiken.
  • Maatschappijleer: vijf hoofdstukken uit Holocaust van Angela Gluck Wood. Veel aandacht besteed aan de geschiedenis van de joden in Europa, hun eeuwenlangen mores en sores. Discussies gevoerd over propaganda en de macht van beeldvorming. Philip vertelde dat hij in de BBC-serie How Art Made The World had gezien hoe koning Darius, Alexander de Grote en keizer Augustus op dezelfde manier als Hitler gebruikmaakten van kunst en propaganda om hun doctrine over te brengen.
  • Geschiedenis: zes levensverhalen gelezen uit Opgepakt, verhalen over kinderen in kamp Westerbork. Dit boek onderscheidt zich van andere door de nadruk te leggen op het gewone leven van mensen voordat zij gedeporteerd werden. De dagelijkse dingen, de plotseling veranderde houding van buurmeisjes en werkgevers, de schrik en angst van de deportatie. Ook het verhaal van de familie Birnbaum staat erin, waarover de NOS dit jaar een mooie documentaire uitzond die Philip en Jet gezien hebben.

  • Geschiedenis: voor Cato nogmaals de uitzending gezien over de Hollandse Schouwburg uit Willem Wever (afl. 27 januari 2008). Philip kende de aflevering van vroeger en ondanks dat hij en Jette kromme tenen kregen van de acteerprestaties, begrepen ze dat dit stukje voor Cato (6) wat meer inzichtelijk maakt wat er precies gebeurde.

Omdat veel van zijn werk in het teken stond van de rondleiding, heeft Philip deze week minder tijd besteed aan exacte vakken (behalve wiskunde) en kunst. Wat heeft hij wel gedaan?

    • Wiskunde dus, 3x deze week (hier meer over Philips vakken).
    • Drummen, 4x plus een uur drumles.
    • Gelezen in Vlammen van Suzanne Collins, dagelijks minimaal anderhalf uur.
    • Gelezen en verslag gedaan van zes hoofdstukken uit Een heel kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson.
    • Frans (4x deze week) via Rosetta Stone.
    • Een middag hard gewerkt in ons volkstuintje; onkruid van weken nalatigheid gewied en naar de composthoop gekruid.
    • Breakdance, 1x les.

Daarnaast was er Philips maatschappelijke stage, waar hij deze week met zo’n twintig kinderen uit de buurt (en Cato) een voetgangerstunneltje heeft opgefrist. De graffitikunstenaar die het ontwerp gemaakt had en de wethouder Jeugd en Welzijn waren ook ter plaatse.

Vrijdag was de Plantagebuurtwandeling. Mensen van het Verzetsmuseum namen de kinderen in twee groepen mee langs alle plaatsen die we besproken hadden – en meer. Het kunstenaarsmonument, de struikelstenen. Vooral de Hollandse Schouwburg was indrukwekkend, met zijn gedenkmuur vol namen en de kale binnenplaats waar eens de pluchen fauteuils hadden gestaan, mensen hadden geschaterd, zich hadden laten ontroeren en waar ze later als naamlozen bij elkaar gedreven werden om dagenlang in verdrukking hun lot af te wachten.

Na afloop wandelden we terug naar het huis van een van de thuisonderwijsgezinnen, waar een deel van de groep bleef eten. Jettes vriendin had samen met haar zusje twee kilo pizzadeeg in de rijs gezet en met vereende krachten werden bakplaten vol bodems gerold, uien gesneden, tomatensalsa’s gemaakt en pizza’s bestreken en belegd. Die avond bakten Jet en haar vriendin onafgebroken voor zestien man.

En nu is het vakantie. Stonden we kortgeleden nog met vestjes aan bij de Dokwerker, nu zit ik in een hemdje voor het open raam en waait de zomerwind naar binnen. Philip heb ik de afgelopen week nauwelijks gezien. Rond zessen belt hij of hij bij zijn vriend blijft eten of dat ze toch hier komen aanschuiven. En iedere avond ligt de badkamervloer bezaaid met vochtige handdoeken vol Noordzeezand of recreatieplasmodder. Rhijnvis Feith wist het, van die uren, dagen, maanden, jaren. Ik ga het nog een keer lezen, zodat ik de schaduwen wat kan rekken.

  •  ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’ staat op het vierde deel van de luisterboekenreeks Het verhaal van Amsterdam (6 delen), maar is sinds kort ook als los luisterboek uitgegeven. Karel Baracs is stadsverteller van Amsterdam en duidelijk door de gemeente aangesteld om een soepele parallel te trekken tussen de veelkleurige geschiedenis van de stad en de veelkleurige bevolking van het moment. In zijn ijver alle minderheden erbij te betrekken en iedereen het gevoel te geven ‘bovenal Amsterdammer’ te zijn, legt Baracs de politieke correctheid er vaak zo dik bovenop dat de verhalen geen sprankje interesse meer wekken. Dat is jammer, want Baracs is een warme, meeslepende verteller. De verhalen ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’, ‘Een tsaar in Amsterdam’ en nog een paar andere zijn de krenten in de saaie pap van Het verhaal van Amsterdam. Het zijn absolute parels die laten zien hoe mooi Baracs kan vertellen, hoe spannend en belangrijk geschiedenis is en hoe fijn het is om voorgelezen te worden.
  • Over het boek Holocaust van Angela Gluck Wood schreef ik hier meer.
  • Over de BBC-serie How Art Made The World schreef ik hier meer. De aflevering over propaganda heet ‘The Art of Persuasion’.
  • Meer over de crèchekinderen van de Hollandse Schouwburg op de site van het Verzetsmuseum.
  • Aflevering 6 van de serie 13 in de oorlog is mooi als introductie op de jodenvervolging in Nederland.

Meer ‘Weken uit het leven van…’:

Dit is Jette. Jette is tien jaar. Als ze op school had gezeten, zat ze in groep zeven. Maar Jet zit niet op school. Daarom leert ze sommige dingen op het niveau van groep zeven, sommige dingen op brugklasniveau en sommige dingen op grotemensenniveau; je hoofd is namelijk niet beperkt tot een gemiddelde leeftijd. Jettes geschiedeniskennis ligt vermoedelijk een jaartje lager, want ze vindt -onbegrijpelijkerwijs- geschiedenis niet zo leuk. En we weten allemaal: als je ergens niet zoveel aan vindt, dan is het lastig je aandacht erbij te houden. Ook al roept je moeder nog zo vaak dat geschiedenis juist heel leuk is.

Jet leert vooral door de vragen die ze de hele dag stelt. Over koningshuizen, witte bloedlichaampjes, economische crises, moeilijke woorden, communisme of gezonde vetten bijvoorbeeld. Veel andere dingen leert ze door te doen. Omeletjes bakken, met vriendinnen kletsen, kapucijners telen, was opvouwen, baby’s gelukkig maken, aardappels schillen, verhalen schrijven. Al die dingen gebeuren de hele dag door. De meeste daarvan noteren we niet in een schriftje; dat komt er vanzelf uit als het moment zich voordoet. Maar sommige dingen noteren we wel, want ook al vinden wij het niet zo belangrijk om het exacte schoolniveau van Jette te bepalen, we weten dat er mensen zijn die dat wel belangrijk vinden. En als Jet over een poosje staatsexamens wil gaan doen, is het handig om te weten wat je nog moet leren en wat je al in de vingers hebt.

Naast de gesprekken die we de hele dag voeren, doet Jet vier vakken per dag. Iedere dag wiskunde en taal en daarnaast mag ze twee andere dingen kiezen. Ook moet ze dagelijks minimaal een halfuur in een leesboek lezen. Voor alle kinderen geldt: de televisie, iPad en computers gaan pas na 17.00 uur aan ter vermaak. Ter lering mag alles natuurlijk altijd aan.

Dit is wat Jet vorige week gedaan heeft.

  • Wiskunde (dagelijks) uit het Wisschrift, als afwisseling op haar gewone rekenboeken.
  • Syntaxis (dagelijks): woordsoorten, woordgroepen en zinnen ontleden.
  • Engels (1x deze week) en een beetje geschiedenis: ik heb voorgelezen uit The Porcupine Year.
  • Het gedicht ‘De bruid’ van Jan Prins (1x). Ja precies, die van ‘de bruigom is de lentezon / en Holland is de bruid’. We hebben het samen gelezen, gepraat over alle lastige woorden en de mooie beeldspraak, en gekeken naar het rijm. Daarna heeft Jet het overgeschreven in haar schrift.
  • Op eigen initiatief heeft Jette deze week een opdracht over Nepal gekozen (3x aan gewerkt). Ze deed de laatste maanden mee aan de museumjeugduniversiteit en een van de onderwerpen betrof een Nederlandse vrouwenexpeditie naar de Himalaya. Naast het hoorcollege heeft ze zelfstandig informatie opgezocht en de aflevering ‘Bergen’ gekeken van Human Planet (BBC).

  • Ik heb voorgelezen uit De wind in de wilgen van Kenneth Grahame (2x deze week).
  • Oud-Grieks (2x deze week). Dat wilde Jet graag leren (ze houdt wel van een dooie taal en niet van geschiedenis, schiet mij maar lek). Een vriend die eindexamen Grieks gedaan heeft, bood aan om Jet eens per twee weken les te geven. Het begon met losse stukjes tekst, bijbelfragmenten en sinterklaasliedjes, maar sinds kort werken ze met de methode Hellenike. Had ik nog liggen uit een vorig leven. Ik ben nooit verder gekomen dan bladzijde twaalf, daarna heb ik het heel snel achterin de kast gezet.
  • Wonderkinderen van Thea Beckman (dagelijks), deze week uitgelezen. Haar volgende leesboek heeft Jette al gekozen. Het geheim van Rotterdam, ook Beckman.
  • Duits (3x deze week). Als thuisonderwijsgroep hebben we een jaarabonnement op een online klas van Rosetta Stone. Met een beetje enthousiasme kunnen we dit jaar 25 talen vloeiend leren beheersen, maar vooralsnog houdt Jet het op Duits en een zweempje Italiaans. We leggen de nadruk op spreken en luisteren (dat kun je instellen in het programma), hoewel er ook redelijk wat lezen en schrijven aan te pas komt. Philip en Jet mogen zelf weten wanneer ze hun werk doen; ze kunnen dan rekening houden met hun clubs en vrienden. Jet doet vaak vóór het ontbijt al een of twee vakken. Hier Duits in pyjama.

Rosettastoned

Jettes vaste clubjes zijn klassiek ballet en streetdance. Daarnaast helpt ze twee uur per week op de balletschool bij de kleuters (zie ‘Juf Jet’). Omdat ze zo ontzettend gelukkig wordt van ballet, heeft ze vorig jaar auditie gedaan voor de vooropleiding van het conservatorium. Zo’n auditie heeft veel weg van een vleeskeuring; het was nog even kantje-boord, want Jet bleek behept te zijn met een ‘te grote grote teen’. Maar kijk eens.

Echt conservatoriumhaar. Ondanks die grote teen. Dus nu danst ze iedere zaterdag ook op de balletacademie.

Vorige week vielen er twee thuiswerkdagen af, omdat we op pad gingen. Dat gebeurt niet iedere week, nu toevallig wel. Ik had de NOT gepland, de tweejaarlijkse onderwijsbeurs. Doorgaans ga ik zonder kinderen, maar Jet wilde graag mee. Ze had het al een paar keer discreet laten vallen – en naarmate de beursdatum dichterbij kwam steeds minder discreet. Omdat ik het gezellig vind om een dag met Jet door te brengen, had ik als verrassing een toegangskaart voor haar aangevraagd. Net als een thuisonderwijzende vriendin en haar dochter. Konden onze dochters zelf zien of er nog wat voor hen bij zat. Het gehalte thuisonderwijskinderen op de NOT werd flink opgekrikt.

De tweede dag was gereserveerd voor Jettes stage. Dat zit zo: Cato (5) is lid van een internationale thuisonderwijsclub, The Home Learners. De initiatiefnemers van de club bieden oudere thuisonderwijskinderen de kans om stage te lopen. Zo kunnen ze ervaring opdoen in organiseren en leiding nemen. De stagiaires bedenken zelf een activiteit en dienen vervolgens een verzoek in. Als dat nodig is, mogen ze hulp vragen bij de organisatie. Er wordt een deel van het clubbudget beschikbaar gesteld en aan het eind krijgen ze een certificaat.

Jet zag het helemaal zitten, vooral dat certificaat. Ze schreef een officiële brief met ‘geachte’ en ‘met vriendelijke groet’ en wist al precies wat ze wilde gaan doen. U raadt het nooit.

Dansen.

Ze organiseert twee workshops: een klassieke en een streetdance. Met choreografie en uitvoering en alles. In twee middagen leren de home learnertjes het dansje en op de derde bijeenkomst wordt het opgevoerd voor de ouders.

De klassieke is met pliés en relevés en ports de bras. Op ‘Girls just wanna have fun’ van Cyndi Lauper. Dat dan wel.

De streetdanceklas is op ‘Het land van’ van Lange Frans en Baas B. Enorm vet. En meteen een beetje geschiedenis, hè.

Ach, en dan is zo’n week alweer voorbij. De volgende ziet er vast anders uit. Dan bezoeken we misschien een museum of is er een thuisonderwijsbijeenkomst in de dierentuin. Dan zijn er andere dingen in het nieuws en gebeuren er nieuwe dingen in ons dagelijks leven, waar Jet weer duizend vragen over stelt. Er zijn verjaardagen in het verschiet, ons volkstuintje zit er weer aan te komen. De lente, de zomer. Der Lauf der Dinge. Als u af en toe als vlieg op onze muur komt zitten, zult u zien dat thuisonderwijs vanzelf minder excentriek wordt.

Te worden als de kinderen

21 november 2012

Uitbundig.

Contemplatief.

Kritisch.

Levend in iedere minuut.