Wonderschoon

11 maart 2014

De moeder van August Pullman houdt net zo veel van haar kinderen als ik. Al voor hun geboorte had ze dromen en grootse plannen. De beste opvoeding zouden ze krijgen: niet te strikt, niet te vrij, veel ruimte voor eigenheid, maar nooit ten koste van anderen. Geen buitensporige veeleisendheid om haar eigen tekorten te compenseren, en toch altijd een duwtje in de rug als iets moeilijk zou worden. Ik denk dat we in veel dingen op elkaar lijken, de moeder van August Pullman en ik. Misschien waren de eerste drie jaar van ons moederschap wel een beetje hetzelfde. Maar bij de bevalling van ons tweede kind werd het zo anders, dat je je dat nauwelijks kunt voorstellen dat we ooit dezelfde toekomstdromen voor onze kinderen hadden.

Zo ging het toen August geboren werd: ‘Toen ik uit haar buik kwam, werd het heel stil in de verloskamer. Mijn moeder kreeg niet eens de kans om me te bekijken, want de aardige zuster rende meteen met me naar buiten. Mijn vader ging zo snel achter haar aan dat hij de videocamera liet vallen, en die brak in een miljoen stukjes.’

De dokters denken dat het jongetje de nacht niet zal overleven. ’s Morgens mag de moeder haar zoon voor het eerst zien.

‘Mijn moeder zegt dat ze haar tegen die tijd al alles over me verteld hadden. Ze had zich voorbereid op de kennismaking met mij. Maar toen ze voor het eerst in mijn kleine verfrommelde gezichtje keek, zegt ze, zag ze alleen maar wat een mooie ogen ik had.’

August heeft een gezicht waar je je geen voorstelling van kunt maken. Zijn ogen staan anderhalve centimeter lager dan gemiddeld en hangen aan de uiteinden schuin omlaag. Hij heeft geen jukbeenderen, een piepklein kinnetje en het lijkt alsof zijn wangen van zijn gezicht afdruipen als kaarsvet van een kaars. Zijn hoofd is ingedeukt ter hoogte van zijn oren, alsof iemand er met een enorme pincet in geknepen heeft.

En dan volgt er een boek, zo mooi, dat je het liefst over iedere seconde van het leven van August Pullman wilt lezen. Over die geweldige ouders en hoe zij met hun kinderen omgaan; zowel met August als met zijn oudere zusje Olivia. Over alle situaties waarvoor ze hun zoon zouden willen behoeden, maar waarvan ze weten dat ze hem er juist een duwtje in de rug bij moeten geven.

Wonder is niet het zoveelste boek over anders-zijn, maar een boek over gewoon zijn. Er zijn. Over omgaan met dingen die op je pad komen. Met mensen die op je pad komen. Over stille bemoedigingen en staande ovaties. Over liefde die geen angst kent.

Mensen zoals August Pullman zie je niet vaak. Dat komt niet alleen omdat er weinig kinderen geboren worden die er zo uitzien, maar ook omdat we er in onze maatschappij voor kiezen om mensen al snel achter een hoog hek en een dichte deur te plaatsen (zoals we zagen toen we de kinderen van de blauwe vogel bezochten). Keurig bij elkaar, zodat de rest van de gewone, mooie, intelligente, handige mensen het niet hoeft te zien, niet hoeft te helpen en er geen last van hoeft te hebben.

Wonder is het mooiste kinderboek dat ik in jaren las. En Philip, Jet en Cato zijn het met me eens.

Wonder van R.J. Palacio