Op pad

29 november 2009

De laatste tijd zijn we veel het land ingetrokken. We doen iedere maand wel wat veldwerk, maar november was uitzonderlijk uithuizig.

Ik heb niet overal een uitgebreid verslag van, maar ik kan verheugd meedelen dat het ons eindelijk gelukt is om het Achterhuis van binnen te zien.

Voor Jet was het een beetje een tegenvaller. De kamers in het Achterhuis zijn (op verzoek van Otto Frank) leeg en dan is het moeilijk voor te stellen hoe het er echt geweest is, vond Jet. Voor Philip was het bijzonder om ‘met je voeten te staan waar Anne en Otto en de anderen gewoond hebben’. En dat Annes eigen dagboek er lag, waar zijzelf in geschreven heeft, als een echt mens met afwisselend blokletters en schoonschrift, dat vonden ze ook speciaal.

Verder heeft Jet tussen neus en lippen door haar C-diploma gehaald, waarmee weer een tijdperk van wekelijkse zwemlessen is afgerond.

En we waren uitgenodigd door V. en haar liefjes om een paar dagen weg te waaien aan de Noord-Hollandse kust, in het vuurtorenwachtershuis waar we in mei ook logeerden. En dan was oma nog jarig en gaf een feestje. En we gingen een dag naar onze lieve tante die in het dierenasiel helpt. Ze ving nu tijdelijk een babypoesje op dat telkens uit een flesje moest drinken en veel geknuffeld wilde worden.

O ja, we zijn ook weer op audiëntie geweest bij Sinterklaas, net als vorig jaar. Dit jaar woont hij in een ander huis, minder gezellig, maar wel met evenveel zwarte Pieten en die zijn toch eigenlijk het leukst.

Ten slotte is er een zekere ontwikkeling waar te nemen in Philips beroepskeuze. In plaats van brandweerduiker wil hij nu tandarts worden. Dat heeft niet zozeer te maken met een fascinatie voor het gebit, die is er namelijk niet, maar meer met een ontluikend bewustzijn voor het Kapitaal. Onze tandarts zetelt in een beeldschoon pand aan de statige Amsterdamse Apollolaan en na de halfjaarlijkse controle besloot Philip dat hij geknipt was voor het vak. Hoewel hij er al zijn hele leven komt, viel hem nu pas op welke mogelijkheden de beroepsgroep in zich heeft. ‘Weet je hoeveel Wii’s ik dan kan kopen?!’  Het leek Jet een goed idee om samen een praktijkje te beginnen, dan konden ze beiden thuisonderwijs geven aan hun kinderen.

Elf november

17 november 2008

Sintmaartenopbrengst

Soms is er zo veel te leven, dat er nauwelijks tijd is om er over te schrijven. We zijn druk geweest met sport, vrienden en vriendjes, en met de voorbereidingen voor en afterparty van Sint Maarten.

Sint Maarten is een feest uit mijn jeugd, waaraan ik heerlijke herinneringen bewaar. Het was altijd het begin van een seizoen vol feestelijkheden en donkere avonden met lichtjes en gezelligheid. In mijn huidige wooncontreien wordt het niet gevierd, daarom ga ik jaarlijks met de kinderen terug naar mijn ouderlijk huis om de traditie door te geven. Bijven we meteen een paar nachten logeren.

De kinderen verheugen zich er al weken op. We oefenen de liedjes en maken lampionnen – soms van een oud melkpak, dit jaar van gekleurd karton en papier maché.

lampionnen maken

De lol zit hem in de voorpret, het uitkiezen van een ontwerp, nadenken over materiaal en uitvoering. Dergelijke huisvlijt overtreft iedere fabriekslampion.

Luchtballonlampion

blauwe-bal-met-sterren

Jettes lieveheersbeestjeslampion

Volgende keer gaan we bij het papier-maché proberen vliegerpapier te gebruiken in plaats van krantenpapier. Dat zal vast een mooi resultaat geven en dan hoef je ook de opgedroogde machébol niet meer te schilderen. Kun je zonder samengeknepen billen het weerbericht afwachten, omdat je niet meer bang hoeft te zijn dat je in een herfstbui op sintmaartenavond met een snotterige verfbom aan een stokje loopt.

We hadden trouwens mazzel met het weer: de hele route bleef het droog. Jet had, geïnspireerd door het verhaal van Sint Maarten in de voorgaande week nog een eigen tekst gemaakt op een wijs die het midden hield tussen ‘Sinte, Sinte Maarten’ en ‘Sinterklaas goedheiligman’.  Philip wilde eerst niet meezingen (‘Jet, dat lied kénnen de mensen toch niet!’) maar was later de eerste om te zeggen dat zijn zus het helemaal zelf gemaakt had, toen ze er veel bewondering mee oogstten aan de deur.

Sinte Maarten kwam eens een keer een man tegen
Sinte Maarten vroeg aan de man:
‘Wat wilt u van mij gegeven?’
De man zei: ‘Ach, ik heb het zo koud.
Geef mij een stuk van uw mantel,
en ook een beetje gou-oud.’

Bij de deur

De opbrengst was weer ouderwets enorm. Zelfs Cato had een katoenen tas vol. Ik had gedacht dat ze het te spannend zou vinden in het donker, maar haar verlegenheid bleek welgeteld één tuinpad te duren. Toen ze zag dat Philip en Jet zomaar iets uit een schaal mochten pakken, ging ze los. De lampion hoefde ze eigenlijk niet. En zingen ook niet. Maar ze kon wel heel goed snoepjes aanpakken en in haar tas doen. En er weer uithalen.

Cato selecteert

Meestal wordt er, na de eerste braspartij direct bij thuiskomst, niet zo heel veel meer naar het snoep omgekeken. Het gros verdwijnt in de snoeptrommel, waar we het komende halfjaar van kunnen eten. 

Het feestseizoen is begonnen.

Nieuwerwets fotoalbum

22 oktober 2008

Boxen aan.

En omdat bronvermelding een zaak van eer is, hier de link naar de vriendin van wie ik het idee gegannefd heb.

Uithuizig

7 juni 2008

De laatste week veel weggeweest*). Naar Naturalis met onze thuisonderwijsgroep (bij deze familie kun je een reportage lezen), naar het Amsterdams Historisch Museum geweest, de verjaardag van vriendje A. gevierd en naar de begrafenis geweest van onze lieve, stoere (schoon)zus/tante. Veel verdriet gehad.

*) Op deze pagina houd ik iedere maand onze excursies en activiteiten bij.

Ik sta nog in de vakantiemodus, met veel strandbezoek en logés, maar om de klad er niet helemaal in te laten komen, alvast een verslagje van de afgelopen weken. Het waren heerlijke weken.

We hebben in een rietgedekt boerderijtje gezeten in de buurt van Assen en in een oud-klooster in de buurt van Den Bosch. We zijn er en famille veel op uit getrokken, hebben ponygereden in Groningen (sommigen van ons dan), graan gemalen op steentijdse wijze,

 barnsteen bewerkt als in de prehistorie,

  de zwaarte van het ridderschap gevoeld,

en veel gezwommen, voorgelezen (ook een nieuwe boskabouter: Paulus en het draakje; zo enig weer!), met vriendjes gespeeld, spelletjes gedaan en gepraat.

De kinderen zitten nogal in een taalflow deze zomer. Jet leest, maakt woordjes met magneetletters uit haar hoofd of uit boekjes, en het favoriete spel van de kinderen is een variant op de 20 Questions die ik al eerder als link gaf. Ze hebben het zelf verzonnen en spelen het met vriend D. en onze logés, thuis, in de auto en op het strand. Tussen twee hoge golven door liggen ze op hun buiken in het zand en stellen elkaar vragen. Een van hen is de ‘kandidaat’ en de anderen nemen een persoon (of in het geval van Jet: een paard) in gedachten, waarbij de kandidaat door middel van gesloten vragen probeert te raden wie zij zijn.

Verder had Philip van oma, met wie we in het boerderijtje zaten, een boek gekregen: Suske en Wiske, spelen met spreekwoorden, waar we op ons vakantieadres te pas en te onpas uit overhoord werden. ‘Mama’, klonk er dan vanachter het boek op de bank: ‘Iemand het vuur na aan de schenen leggen’. Afhankelijk van het antwoord kregen we een prijzend: ‘Bíjna goed’ of een meedogenloos: ‘Hm’ – zorgvuldig gevolgd door de exacte omschrijving van spreekwoord of gezegde. Soms werd eenzelfde spreekwoord later opnieuw gevraagd; opdat wij niet vergaten.

Maar nu zijn we dus weer thuis en liggen er vijf kinderen te slapen op luchtbed en stapelbed. Morgen wordt het weer mooi weer, 23 graden, een windje en hier en daar een wolk. Perfect strandweer.

Familie

10 juli 2007

Zondag waren we bij verrassing langsgegaan bij mijn jarige tante. Zoals al mijn ooms en tantes zijn zij eindeloos gastvrij en zijn de familiebezoeken een weldadig bad van nostalgie en gezelligheid. En de traditie zet zich voor; mijn kinderen genieten ook altijd geweldig van die bijeenkomsten; ze worden overladen met aandacht en er is altijd wel iemand die met hen wil spelen. Het is alsof ik mezelf zie op die leeftijd.

Terwijl we aan de taart zaten, kwam S. langs, de vriendin van mijn neefje. Zij is paardrijjuf, had die middag de eerste prijs gewonnen met springwedstrijden en kwam met een grote trofee de tuin in. Omdat Jet haar adoratie niet onder stoelen of banken stak en niet meer van S.’ zijde week, stelde mijn neefje na de soep voor om haar een stukje te laten rijden in de manege waar S. lesgeeft. Zo togen we aan het begin van de avond naar een enorme, uitgestorven manege, met Jet van de spanning wiebelend achterin de auto. 

Ik dacht dat er misschien een kleine pony stond waar ze even op mocht zitten, maar deze manege bleek uitsluitend bevolkt door grote paarden. De eigenaresse van het liefste paard werd van huis gebeld en kwam spoorslags (haha) met zadel en hoofdstel naar de manege. Terwijl alles in gereedheid gebracht werd, ging mijn neef met Jetje op zijn arm alle paarden en veulentjes af en kwam mijn hippische oom ook even langs om ervoor te zorgen dat alles zo veilig mogelijk verliep. Hieronder een sfeerimpressie van wat volgde.

paard uit de stal

Dit keer geen fietshelm.

met cap

Kosten noch moeite werden gespaard; het paard werd in zadel en hoofdstel gehesen om het zo echt mogelijk te maken.

opteugelen

Heel hoog en heel trots.

trots 

En in vol ornaat de bak in.

in de bak

Toen ik na een paar rondjes het naderende einde aankondigde, wilde Jet het paard nog even laten droogstappen, omdat het wel bezweet zou zijn van de inspanningen.

droogstappen

Dat het inderdaad het liefste paard van stal was, bleek toen het zich gewillig door dat smurfje met die te grote cap naar de afzadelplaats liet leiden.

terug naar de afzadelplaats

Ik ben op dit moment een boek van Gordon Neufeld aan het lezen, waarin hardgemaakt wordt hoe belangrijk het is dat kinderen zich omringd weten door familie: mensen die van hen houden en die hen accepteren zoals ze zijn. Onze kinderen hebben het in dat opzicht erg getroffen. Het was hartverwarmend om te zien hoe zich zondag vijf volwassenen om mijn dochter heen schaarden zodat ze de middag van haar leven had.

Als uitsmijter wil ik je mijn inmiddels befaamde filmkunsten niet onthouden. Het is weer niet helemaal foutloos, met een paal door het beeld en een hotsend einde, maar ik mag toch wel zeggen dat er Jan de Bontse potentie in zit.