Mei

22 mei 2012

Gek is dat. Op het moment van schrijven lijken dingen best coherent en toepasselijk. Maar als je het achter elkaar zet, kun je toch een raar beeld krijgen. Dat was vroeger met mijn dagboeken. Ik was niet zo’n trouwe schrijfster en vaak begon een stukje met: ‘Lief dagboek, het is alweer veel te lang geleden dat ik heb geschreven.’ Met als gevolg dat ik later bladzij na bladzij teruglas hoe weinig ik schreef en hoezeer ik me voornam vaker mijn dagboek bij te houden. Alsof het bijhouden het doel op zich was en ik niets anders deed dan me wentelen in schuldgevoelens over mijn mislukte pogingen. Terwijl ik mijn jeugd toch echt anders doorbracht.

Als ik hier nu mijn laatste posts bekijk, komt het me ook bevreemdend voor. Een beetje verzuurd. De grumpy old lady die afwisselend nostalgische muziek luistert, films kijkt en tegen de gordijnen moppert. Terwijl we daarnaast best andere dingen doen. Waarvan akte.

Zo was daar het culturele hoogtepunt van het jaar. Als u niet in een slaapzak voor het loket heeft gelegen, is de kans groot dat u geen kaarten heeft weten te bemachtigen. Een korte impressie van wat u gemist heeft.

Zij is telkens de blonde in het midden.

Maar dat zag u al aan haar ijver en toewijding, hè?

Omdat de balletschool gegroeid is, worden er dit jaar meerdere optredens gegeven. We hebben er nog een in het verschiet waarin, net als vorig jaar, naast Jet ook Cato een prominente rol zal spelen.

Voorts bracht mei een nieuwe kostganger.

Vooralsnog eentje die zich beperkt tot volle yoghurt en venkel,

maar dat wordt dan ook met overgave gesavoureerd.

Verder slokjes thee en water. Niet uit zo’n lullige tuitbeker natuurlijk. Als vierde wil je een beetje serieus deelnemen aan het gezin.

Ze werkt hard aan haar basisvaardigheden. Geluid maken, dingen vastpakken, zich voortbewegen. Allemaal heel rudimentair, hoor. Hoewel wij persoonlijk in ‘baaa-pa’ duidelijk de woorden mama en papa herkennen. En waar een ander nauwelijks meer dan een gefrustreerde buikligging ziet, zien wij een onmiskenbare poging tot kruipen.

Ze wordt ook graag gedragen. Op buik, heup en rug, in doeken, in armen,

in verscheidene draagbuidels.

Hoewel ze alles wel zou willen proeven, nemen we haar darmen een beetje in bescherming. Zoals toen we een bijzonder noviteitje aten. Een doerian. We kenden de vrucht vooral uit de wiskundeboeken van Philip en Jet en van Michael Palin op zijn wereldreizen.

Doerian staat bekend om de bijzondere smaak en afstotelijke geur; het wemelt van de historische citaten die het trachten te omschrijven. De een heeft het over ‘een smaak van volle custard met rijke amandelen’, zo ‘voortreffelijk dat hij alle fruit ter wereld overtreft’. Een ander: ‘its odor is best described as pig-shit, turpentine and onions, garnished with a gym sock’ en ‘your breath will smell as if you’d been French-kissing your dead grandmother’.

Toen ik er eentje bij de Chinese supermarkt zag, kon ik hem niet laten liggen.

Het was geen onverdeeld genoegen. Eigenlijk ben ik het met alle citaten wel eens. Nadat iedereen geproefd had, hadden we nog driekwart doerian over. Ik heb hem door vruchtenshakes met veel banaan en frambozen gepureerd (opdrinken met een rietje en een deksel, want je blijft hem door alles heen ruiken) en de rest aan de buren gegeven. Vooral de oud-zeevaarder en de Indische buurman waren er blij mee.

Over eten gesproken: we hebben ook weer eens boter gemaakt. Met Cato ben ik begonnen in Het kleine huis in het grote bos van Laura Ingalls Wilder. Alle boeken uit de serie staan tjokvol spijzen (deel vier, De grote hoeve, spant de kroon, daar kregen we voortdurend trek bij het lezen) en in het eerste deel wordt uitgebreid verteld hoe de familie Ingalls haar boter maakt. Jet herinnerde zich dat het zo lekker was toen we dat eens nadeden. Wel veel simpeler dan in negentiende-eeuws Amerika: wij gebruikten een pakje slagroom, een lege pot en tien minuten ellebogenstoom – in dit stukje heb ik het allemaal al eens neergezet. Ook deze keer was het weer een succes.

Ach, en dan was er nog ons impressionistenprojectje. Herkent u de Japanse brug van Monet?

Leuke kinderboeken hierover zijn Linde in de tuinen van Monet van Christina Björk en De schilders van Parijs van Philip Freriks. Philip en Jet besloten tot een stilleven, deels op pointillistische wijze. Klinkt deftig. Zorgt er vooral voor dat je schilderij niet gauw mis kan gaan. Bij een verkeerde streek zeg je gewoon dat het zo hoorde. Van Gogh werd ook miskend in zijn tijd.

Lief dagboek, ik hoop gauw weer eens meer te kunnen schrijven. Maar nu moet ik naar mijn baby.

Bètabronnen

18 september 2010


Naar aanleiding van ons bezoek aan de Newtontentoonstelling in Museum Boerhaave nog wat boeken en sites die we gebruiken voor de exacte vakken.

Zoals ik wel vaker verteld heb, maken we relatief weinig gebruik van echte schoolboeken. Niet omdat ik a priori iets tegen schoolboeken heb, maar omdat ze over het algemeen gemaakt zijn om leerstof in een beperkte tijd tot een toets of examen over te brengen. Dat is logisch voor een schoolboek, maar als het mogelijk is om met een geestdriftiger soort boeken dezelfde boodschap over te brengen, geschreven door mensen die met bevlogenheid hun enthousiasme voor een onderwerp willen overbrengen, dan maak ik daar liever gebruik van.

De enige schoolmethode die we gebruiken op het gebied van natuurwetenschappen, heet Topklassers.

Hier staat meer informatie over deze reeks, maar ik heb nu nog twee pagina’s van het natuurkundedeel gescand. Om het auteursrecht niet al te erg te schenden, heb ik geen volledige les gekopieerd, maar twee halve lessen. Zo krijg je toch een idee van het boek en de werkwijze. Hier staat les 2 en hier les 3 van Topklassers, Wetenschap deel 3: Natuurkunde.

Ook hebben we het stripboek gelezen dat gemaakt is naar aanleiding van NewtonMania: Newton in Nederland. Ik had het eerst Philip in handen geduwd, maar toen ik het later zelf inbladerde, kon ik me voorstellen dat het niet direct klikte. De tekeningen zijn aansprekend en het verhaal op zich is duidelijk, maar de tekst is voor mijn kinderen gewoon nog te ingewikkeld, met verwijzingen naar Spinoza en de politieke situatie in de 17e eeuw. Daarom heb ik het voorgelezen.

De strip gaat over Willem Jacob ’s Gravesande, de man die Newtons werk vertaalde en zijn wetten populariseerde in Nederland. Onze audiotour in het Boerhaavemuseum ging juist over het slingertoestel van ’s Gravesande, waarmee hij studenten de wetten van Newton demonstreerde, dat was een leukigheidje. Dit zijn de eerste twee pagina’s van het boek, zodat je een indruk kunt krijgen van de tekst.

Het voorlezen werkte goed, want zo kon ik uitleggen waarom sommige grapjes erin zaten en de kinderen verwijzen naar dingen die ze al wel weten over de Gouden Eeuw. Daarmee was het zelfs voor Jet goed te begrijpen en konden ze erg lachen om de slapstick in de tekeningen.

Ach en dan deze, die is gaaf! De junior bètacanon: vijf cd’s vol kindercolleges. Een mastodontje van uitgeverij Luisterwijs, waar je nog veel meer van dit soort cd’s kunt vinden.

Alle onderwerpen in de cd-box worden als nieuwsitems aangekondigd door razende reporter Frank Groothof – al een plezier op zich. Na de inleiding volgt het hoorcollege, variërend van Pavlovreacties, algoritmen, het cijfer 0 tot de ziekte beriberi, 350 minuten lang. Fantastisch. Dit is een stukje over de Hollandse waterwerken.

Hier ook een recensie uit het Reformatorisch Dagblad, met rechtsboven nog een luisterfragment van 7 minuten.

Verder heeft Philip een aantal filmpjes van Eureka! bekeken. De tekenfilmserie werd in de jaren tachtig uitgezonden in Canada, maar ik vind hem nog steeds geweldig. Op een simpele manier wordt een aantal natuurwetten uitgelegd. Het is in het Engels, maar als je de termen vertaalt (inertia is traagheid, mass is massa enzovoorts), dan is de rest van het filmpje niet zo ingewikkeld.

Hier staat deel twee van Eureka! Vanaf daar kun je rechts in de kantlijn alle episodes aanklikken.

In de bibliotheek vond ik de prachtige dvd Dat willen wij ook, ooit uitgezonden door VPRO’s Noorderlicht. Acht filmpjes van een kwartier die ieder een natuurwonder laten zien waar wij mensen van proberen te leren. De sterke draad van een spin die we willen namaken, het ongeorganiseerde functioneren van mieren in een mierenhoop, dat door robots geïmiteerd zou kunnen worden, zodat gevaarlijke klussen voortaan niet meer door mensen gedaan hoeven worden.

Ik weet niet of de dvd nog te koop is, maar je kunt het ook bekijken op youtube (hier) of bij uitzending gemist van Noorderlicht: hier.

Ten slotte nog goed nieuws voor de groteren onder ons. In NRC stond van de week dat steeds meer universiteiten gratis lesmateriaal online zetten. In andere landen is het aanbod al enorm, maar Nederland begint ook te komen. Dit zijn de gratis colleges van de Open Universiteit, hier staan lessen van de TU Delft voor kinderen in het voortgezet onderwijs en hier staat OpenCourseWare, dat is het volwassenenaanbod van de TU Delft. De structuur van de Delftse website is soms niet helemaal duidelijk, maar als je blijft doorklikken, vooral links in de kantlijn, kom je vanzelf op videocolleges en lesmateriaal in pdf-formaat.

Nieuwstijding: vanaf 1 juli 2010 is de museumjaarkaart geldig bij wetenschapsmuseum NEMO in Amsterdam. Dat is eerder dan verwacht, want in een vorige post citeerde ik het persbericht dat de kaart pas vanaf september zou gelden. Nog een goede reden om de museumjaarkaart aan te schaffen dus, ondanks dat hij dit jaar flink duurder wordt: van 17,50 naar 19,95 voor jongeren tot 24 jaar en van 35 euro naar 39,95 voor volwassenen.

Moet wel gezegd worden dat naast NEMO ook Panorama Mesdag en vanaf 1 oktober het Anne Frankhuis en het Paleis op de Dam vergoed worden door de museumjaarkaart. Een kniesoor zou zeggen: nou Archeon, Space Expo en Neeltje Jans nog – maar wij schenken het glas halfvol en zetten NEMO alvast op de kalender.


Terwijl Kapitein Nemo zijn museumjaarkaart paraat houdt, de Nautilus het IJ op manoeuvreert en op een haar na de pont ramt, kijkt hij ontstemd naar de rij bezoekers van het wetenschapsmuseum tot aan de Montelbaanstoren.

Loop der dingen

7 april 2010

Een meisje van de thuisonderwijsgroep vierde gisteren haar tiende verjaardag in Nemo, het wetenschapsmuseum in Amsterdam. Als je de twaalf stuiterende schoolklassen overleefd en uitgezwaaid hebt, is het er altijd erg leuk. Genoeg te zien, genoeg te doen, genoeg te ontdekken.

Bij mijn kinderen blijven waterproefjes het meest trekken: de waterzuiveringsinstallatie, dammen bouwen, manshoge zeepbellen maken.  En natuurlijk de kettingreactie, een voorstelling die een paar keer per dag in het museum gepresenteerd wordt, met rollende kantoorstoelen, botsende ballen en omvallende dominostenen.

Ik moest gisteren na de demonstratie in Nemo denken aan Der Lauf der Dinge, de beroemde film uit 1987. De film bestaat uit één grote kettingreactie van een halfuur. Het begint met een ronddraaiende vuilniszak die tegen een autoband stoot, waarna ontploffinkjes, wippende planken en andere objecten de ene reactie na de andere veroorzaken. De ultieme Rube Goldbergmachine. Toen ik de dvd jaren geleden uit de bibliotheek leende, heeft Philip er ademloos naar zitten kijken.

De film duurt 29 minuten en 45 seconden, met geen ander geluid dan de botsende en rollende voorwerpen – hier kun je de begintrailer bekijken.

Op youtube staat ook een versneld afgedraaide versie, snoeihard begeleid door de ouverture van Willem Tell. Op die manier lijkt het een beetje op de 28ste minuut van een uitzending van The A-Team, dat altijd terugkerende moment waarop er ingenieus wapentuig gemaakt werd uit drie ouwe kranten en een kapotte tractor.

———–

Proeven met snoep

30 maart 2010

Niets leuker dan huis-tuin-en-keukenproefjes. Slagroom schudden tot het boter wordt, cakes bakken, vulkanen maken van bakpoeder en azijn. Gisteren hebben we m&m’s beproefd.

Het was een idee van deze site voor snoepexperimentjes. De proefjes gaan niet heel diep, maar dat laagdrempelige maakt het makkelijk uitvoerbaar en wie wil er nou geen maandagmiddag doorbrengen met een zak m&m’s? Verder is een vorsende blik belangrijk om het experiment meer bestaansrecht te geven. 

We zouden a) onderzoeken uit hoeveel kleurstoffen een m&m bestaat en b) kijken welke delen van een m&m blijven drijven. Ja, daar gloort een Nobelprijs aan de horizon.

Men neme: een bord, een glaasje water, witte koffiefilters (ik had nog filters over van de snelle glas-in-loodknutsel) en een zak m&m’s.

Druppel een klein beetje water op het bord en leg de m&m erop. Je kunt gewoon een lepel of je vingers gebruiken, maar de kinderen vinden een pipet altijd wel echt. (Losse pipetjes zijn te koop of gratis af te halen bij de apotheek.)

Laat liggen totdat alle kleurstof eraf is. We kwamen erachter dat je beter twéé m&m’s in een plasje water kunt leggen, dan wordt de kleurensoep sterker. Zo’n Nobelprijs krijg je niet voor niets natuurlijk.

Neem de filter, tot een rechthoek geknipt en dubbelgevouwen. Zet de filter in het plasje water.

Het snoepwater wordt opgezogen en gescheiden in de verschillende kleurstoffen. Sommige kleuren zijn niet verrassend. Gele snoepjes bevatten gele kleurstof, blauwe snoepjes blauwe.

Een groene m&m is al leuker.

En een bruine is het leukst. Want bruin bevat de meeste kleuren.

Het tweede proefje was verrassend: wat blijft er drijven van een m&m? We wisten dat de chocola zou zinken. Zou de kleurstof misschien drijven? Of het witte suikerlaagje? Of misschien wel helemaal niks?

Leg de m&m in een glaasje water en wacht. Niet roeren!  

Zie je? Alleen het witte emmetje komt bovendrijven. Die is gemaakt van eetbare inkt.

Vervolgens komt van het ene experiment het andere. Wat gebeurt er als je een gele en een blauwe m&m in water legt? Wordt het dan groen? En krijg je van een rode en een blauwe m&m paars water?

Wat gebeurt er als je zes verschillende m&m’s in water laat liggen?

Dat laagdrempelige, wat ik zo fijn vond, blijkt overigens wel altijd te ontaarden in steeds meer gekledder. Meer bakjes water, meer m&m’s. Een handdoekje erbij.

Wat gebeurt er als je vijf m&m’s door elkaar prakt? Wat gebeurt er als je natte m&m’s naar je zusje gooit? Wat gebeurt er als je een geplette m&m in je haar smeert?

Zoals ik al zei: die Nobelprijs krijg je niet voor niets.

Youtubische scheikunde

21 juli 2008

Voor sommige leden van ons gezin is het een waar jeugdtrauma: het periodiek systeem. De aanblik alleen al opent een Pandoriaanse doos van herinneringen aan verkeerd gekozen eindexamenvakken.

Maar nu is er The Periodic Table of Video’s. Gemaakt op de Universiteit van Nottingham, door een journalist van de BBC. De pagina opent met de tabel van Mendelejev. Als je op een van de elementen in de tabel klikt, komt er een filmpje met een uitleg en eigenaardigheden over dat element. Mijn kinderen zijn er nog niet mee bezig, maar ik vond de link te leuk om voor mezelf te houden.

Hier een trailer.

Philip klieft

Maandag hebben we boter gemaakt. Dat klinkt landelijk, met versgemolken zuivel en een karnton, maar het was met een kokertje slagroom uit de supermarkt en een schone pindakaaspot.

Ik ben al een jaar of wat geabonneerd op de proefjeslijst van Robert ‘The Beard’ Krampf, een hit in thuisonderwijzend Nederland (en in 94 ander landen, zag ik op zijn website) en redder van alle alfamoeders die hun kinderen alvast iets bèta’s willen meegeven.

Als je je aanmeldde, stuurde mijnheer Krampf je iedere week een huis-tuin-en-keukenexperiment uit het natuur- en scheikundespectrum met een duidelijke uitleg van wat er gebeurde. Na een paar jaar begon de klad erin te komen op de rondzendlijst en ontving ik bijna geen proefjes meer. Schudden, schudden, schuddenToen ik laatst bij een collega-moeder las dat de experimenten via een ander kanaal weer in volle gang waren, heb ik me opnieuw aangemeld voor de nieuwsbrief van Robert Krampf.

Het experiment van vorige week was dus ‘boter maken’. Appeltje-eitje voor de ervaren boerin, maar zelf associeerde ik het vooral met veel rommel en weinig resultaat. Krampfs uitvoering leek echter simpel en de uitleg van vetmembraantjes en melkzuur was goed te begrijpen, dus we hebben ons eraan gewaagd. Pakje slagroom een nacht buiten de koelkast laten staan en: schudden!

Na een poosje zijn alle vetmembranen kapotgeslagen en wordt het een grote klont:

De room klontert

Nog een paar ferme slagen, afgieten en tadaa:

Burro!

Turks brood erbij,

Philip snijdt

smeren,

Smeren

en smikkelen.

Mangez!

De boter was goed gelukt en lekker, maar de volgende keer wil ik de room iets langer buiten de koelkast laten staan, want het rook nog niet echt zurig. En dan nemen we biologische room van de boerderie, kijken of dat nog invloed heeft op het resultaat.

Hieronder het filmpje met instructies en verklaring van De Baard zelf.

Dit is de link naar het originele filmpje met een uitgebreide beschrijving van het experiment.