Krachtveld

13 augustus 2016

We gingen naar het strand. Naar Kijkduin, welteverstaan. Schepnet mee, tas met foerage, badpak reeds onder de kleren, kwetterende kinderen, u kent het wel. Victoria sprong in de branding, Cato ving garnalen en piepkleine platvissen, Philip en Jet kletsten over hun heerlijke vakantieweek, oma was erbij en John kwam direct vanuit zijn werk om de vrijmibo in gezinsverband te vieren. We aten dikke frieten bij een strandtent en alle neuzen kregen er tweeduizend sproeten bij.

Nu moet u weten, doorgaans ziet Kijkduin er zo uit:

Boulevardje, strandopgangen, uitzicht op de kustlijn, bestrooid met een confetti van handdoeken, parasols, en andermans tassen met foerage en kwetterende kinderen.

Maar deze dag was het strand bijna leeg. Ondanks de zomervakantie, ondanks het zonnetje, ondanks de schone zee. Het gekke was, de parkeerplaatsen stonden vol, en toch zat er bijna niemand op de terrassen en was het strand, zoals ik zei, bijna uitgestorven.

Maar de boulevard zag er zo uit:

Of wacht, ik zoom een beetje uit:

Nu denkt u: er was waarschijnlijk een festival. Mis.

Een sit-in? Weer mis.

Een evenement om aandacht te vragen voor een van de hemeltergende toestanden in de wereld, Syrische vluchtelingen, mensen die alweer bijna achtergrondruis zijn in ons dagelijks leven? Niks daarvan.

Een zombie-apocalyps? Bijna goed!

De mensen die u daar ziet, kwamen naar Kijkduin om Pokémon-tekeningetjes te zoeken. Een zoekplaatjesspel op je telefoon. Niks georganiseerds dus, geen hoger doel – gewoon heerlijk, individueel naar je handpalm turen en hopen dat er een hersenspinsel voorbijkomt. En dat dan vangen.

Wat wil het geval? Google heeft speciaal bij Kijkduin extra veel bijzondere Pokémondingetjes op de landkaart zitten kleuren. Blauwe torentjes en ballen en eenhoorns met vuur uit hun staart en nog veel meer hele krachtige dingen. Als je daar je telefooncamera op richt, dan kun je ze, ehm, vangen. U denkt dat ik een grapje maak, maar het is echt waar. Volgroeide mensen zitten op de straatstenen van de badplaats en geloven dat ze een tekening ‘vangen’ die heel veel ‘punten’ geeft. En met die punten kun je dan weer andere hele leuke dingen doen. Zoals staren naar je handpalm. Klinkt dat gezellig of niet?

Raadsleden van de gemeente Den Haag zijn er maar wat trots op dat Kijkduin op deze manier op de kaart gezet is, want Pokémon Go is een hartstikke leuk, gezellig en sociaal spel. En goed voor de volksgezondheid ook, want mensen die normaal gesproken binnen zitten, komen nu buiten en genieten van de omgeving. Hier, zo zien de Kijkduinse duinen er normaal gesproken uit:

Maar met al die buitenmensen en dat sociale, gezonde spel, ziet het landschap er nu zo uit:

Is dat genieten of niet?

Bovendien is het hartstikke goed voor de economie. Die gezellige horde mensen koopt eens een ijsje, eet eens een dagmenuutje, drinkt een potje bier. Hier ziet u hoe de plaatselijke horeca profiteert van tweehonderd mensen die een tekening van een boze hamster proberen te vangen. Als u goed kijkt, ziet u uiterst links vooraan iemand die daadwerkelijk iets bestelt.

En zo gaat de gezelligheid door tot in de late uurtjes. Het is een haven van intermenselijk contact. Mensen die sociaal aan elkaar vragen hoeveel tekeningen zij al gevonden hebben. Mensen die sociaal de reservebatterij delen als hun telefoon dreigt uit te vallen. Mensen die sociaal tegen de garagedeuren van buurtbewoners plassen. Mensen die sociaal de energiekastjes openbreken en stroom aftappen van de omliggende flats, omdat hun reservebatterij leeg is. Alles in de gemoedelijke, sociale sfeer die zo kenmerkend is voor het gezelschapsspel.

Ik doe ook vaak nutteloze dingen, hoor. Met mijn voeten in het zand kijken naar platvisjes in een emmertje. Theedrinken met vriendinnen. Bloggen. Het nieuws kijken. Kilometers rennen zonder dat ik ergens naartoe hoef en zonder dat ik achterna gezeten word. Allemaal nergens voor nodig. Maar als ik dan toch iets ga vangen, laat het dan een gedachte zijn, of een hart. Of een blik.

Deze vrijdag hoefde ik niet eens te zoeken op Kijkduin. Het enige wat ik hoefde te doen, was mijn gezicht oprichten – en toen ving ik iets. Ik mikte meteen mijn telefooncamera en pats, twee hele krachtige, bijzondere wezentjes. Puntenaantal: oneindig.

Kent u ze nog?

11 mei 2014

Als je ze gewoon te eten blijft geven, en zo nu en dan een kus, dan gaat het al die maanden eigenlijk vanzelf door.

Voor je het weet heb je een Bep van Klaveren in huis.

Een Anna Pavlova.

En een Mega Mindy.

Okee, daar is iets misgegaan.

Maar dan is het handig dat je nog vierde hebt. Om het allemaal weer recht te breien.

Toria

University of Strathclyde

U denkt natuurlijk dat we maar wat lopen te lanterfanten hier, met dat armoeiige aantal blogposts. Neen, mijnheer. Er wordt gewerkt. In alle opzichten.

Als akte van bewezen diensten zal ik de komende tijd wat achterstallige werkzaamheden posten; al was het alleen maar omdat de kinderen zelf zo graag teruglezen wat ze allemaal gedaan hebben. En dan heb ik meteen een leuke binnenkomer: Philip heeft zijn eerste collegereeks met goed gevolg doorlopen, aan de Universiteit van Strathclyde. De Universiteit van Strathclyde? Jazeker, de Universiteit van Strathclyde.

Ik had bij collega Josh gezien dat haar dochter online een universitaire cursus plantenbiologie had gedaan (kijk maar). Vervolgens werd ik door collega Katrin getipt over een keuzevak dat Philip misschien leuk zou vinden: een inleiding in forensisch onderzoek.

Het bleek inderdaad tot de verbeelding te spreken: Philip zag zichzelf al bloederige taferelen fotograferen, slinkse vragen stellen aan oude dames in rietgedekte landhuizen, ijsberen door verhoorkamers met onwillige verdachten, om peinzend vanachter een pul verschraald bier het vraagstuk op te lossen. Op het nippertje uiteraard, met gierende banden en getrokken pistool. En het oude dametje bleek een valse travestiet met een vadercomplex en een mausoleum van noodlottig omgekomen buurtbewoners in de achtertuin.

Zo kwam het dat we Philip inschreven bij de Universiteit van Strathclyde te Glasgow, voor het online-college ‘Introduction to forensic science’, een case study van een waargebeurd misdrijf onder de veelzeggende titel ‘Murder by the Loch’.

Loch Lomond, Schotland

Het werd niet helemaal de Midsomer Murders die hij in gedachten had, maar het was zeker de moeite waard. Zelf had ik me wel een beetje verkeken op de hoeveelheid tijd die er voor mij persoonlijk in ging zitten. Omdat het een bachelorvak is, en Philip (14) wel goed is in Engels, maar zijn taalbeheersing niet vloeiend is, had ik beloofd hem erbij te helpen – vertalen en uitleggen waar nodig. Dat betekende dat ik dus ook vier uur per week aan de schotwonden en vingerafdrukken zat.

Nou mag ik graag een gezellige detective zien, bij voorkeur met wasabinootjes en een glaasje rood, maar na vier weken had ik de wetenschappelijke disputen over dna-onderzoek, bloedspetterpatronen en schoenzool-analyse wel een beetje gehad. De laatste twee modules heeft Philip daarom in zijn eentje gedaan. En kijk eens naar het resultaat.

Hij heeft er twee weken langer over gedaan dan ervoor stond, maar hij heeft alle toetsen gehaald, met een gemiddelde van 92%. Het voelt meteen een stuk veiliger in huis.

  • Hier meer over de ‘Introduction to forensic science’.
  • Philip schreef zich in bij Futurelearn, een verzamelplek van Massive Open Online Courses (MOOC’s). Via dit platform en vergelijkbare aanbieders als Coursera en edX, kun je kiezen uit duizenden colleges van universiteiten over de hele wereld. Als je googelt op ‘MOOC’ kom je nog veel meer tegen.
  • Tip: als je moeite hebt om het Engels te verstaan (Philip vond het Schotse accent van de voice-over best lastig), dan helpt het om de Engelstalige ondertiteling aan te zetten. Vaak bevatten colleges een ondertiteling voor doven en slechthorenden; door de tekst te horen en tegelijkertijd te lezen, krijg je er veel meer van mee.
  • Twee jaar geleden deden Philip en Jet ook een Schooltv-les over erfelijkheid aan de hand van forensisch onderzoek: Wie is de dader?

De geboorte van 2014

2 januari 2014

Sandro Botticelli, De geboorte van Venus

Het is jammer voor Botticelli, maar hij is veel te vroeg geboren. Als hij had geweten wat er in 2014 uit het schuim van de zee geboren zou worden, was dat hele schilderij zo veel beter geweest.

Philip en D.

Niet dat gelikte en gestileerde met zo’n pastelkleurige zee. Meer aards.

Ik denk dat Botticelli de aarzeling er ook goed in verwerkt zou hebben. Dat je je op oudjaarsavond in bravoure en baldadigheid iets hebt voorgenomen en dat je ’s morgens denkt: waarom ook alweer?

Aarzeling

Maar ja, je bent veertien, vijftien en dan is die prefrontale kwab nog zo fris en nieuw. Het knopje ‘bedachtzaam’ ligt vlak naast het knopje ‘doodsverachting’ en de kleur rood staat nog niet voor gevaar, maar voor een algehele sensatie van onsterfelijkheid. Helemaal als je met z’n tweeën bent.

Aanloop

Alle foto’s door huisfotograaf Louwrents R.

De omstandigheden moeten verder zo’n beetje hetzelfde geweest zijn als bij de geboorte van Venus, vermoed ik. Zo veel had Botticelli niet eens hoeven veranden. De goden Zephyr (aka ‘westenwind’) en Aura (‘koele morgenbries’) had hij prima kunnen laten staan daar links. Maar ik weet zeker dat hij ze anders afgebeeld zou hebben.

Meer ‘wind’ in westenwind.

Zephyr

En een zachter morgenbriesje.

Ik wens je een prachtig, nieuw, versgeboren 2014.

De messen worden geslepen

31 augustus 2013

Weet je wat ik een van de leukste dingen vind aan kinderen hebben? Dat ze zo veel dingen doen die ik niet kan. Van tevoren had ik gedacht dat ik het heel gaaf zou vinden als mijn kinderen op me leken, als ik eigenschappen van mezelf in hen zou herkennen. Maar dat laatste legt bij mij eerder zenuwen bloot dan dat het tranen van ontroering teweegbrengt.

Het zijn juist de dingen die ik voor mijn ogen zie gebeuren, de onverwachte dingen, die me ontroeren en waar ik -volkomen onterecht, want ik heb er niets aan gedaan- trots op ben. Cato die zo veel meer durft dan ik op die leeftijd; haar ritmegevoel, haar lekker in haar lijf zitten. Victoria die gemaakt is om lief te hebben, altijd vrolijk en voor rede vatbaar. Jette die zo prachtig Jette is en dingen probeert die ik niet eens zou durven overwegen; haar totale overgave aan arabesques en pliés. Philips rechtvaardigheidsgevoel dat hij trouw blijft, ook op momenten waarop ik allang gemarchandeerd zou hebben. Zijn muzikaliteit, die me ineens opviel toen hij, drie jaar en drie maanden oud, op een feest naar een bandje stond te kijken en exact de drumpartij meetikte. Terwijl ik vaak niet eens hoor welke instrumenten er in een nummer meedoen.

Het zijn de dingen die hen eigen maken. Door erin mee te gaan, te luisteren naar hun mening en redenen om ergens voor te kiezen, ga ik er zelf ook de lol van inzien. Zoals je naar Zomergasten kunt kijken met een onderwerp waarvan je eerst dacht dat het je niets kon schelen, maar dat na afloop verrassend interessant bleek te zijn. Eigenlijk is alles leuk als je je er in wilt verdiepen.

Vorige week ging Philip weer iets doen waar ik nooit op gekomen zou zijn. Smeden.

Zelf ben ik op het gebied van handvaardigheid niet verder gekomen dan de spreekwoordelijke asbak en een gefiguurzaagde vogel van balsahout, beide geen daverend succes, dus smeden lag niet in het verwachtingspatroon dat ik voor mijn kinderen had. Het was besproken door vriendin E. van de thuisonderwijsgroep, voor een groep jongeren van twaalf tot zeventien jaar, waaronder Philip.

Geen hoefijzer of ploegschaar – daar dacht ik meteen aan, leuk ambachtelijk zoals bij de Schippers van de Kameleon, maar een survivalmes. Kijk, het onderste is van Philip.

Maar voordat je tot dit resultaat komt, moet je eerst een hele dag in de smederij staan. Van 10.00 tot 16.00, tussen ovens en aambeelden en hamers. In gepaste kledij, met handschoenen die zo uit de Axe-reclame komen, waarmee het bezwete voorhoofd afgewist wordt.

Want om van zo’n staaf een mes te maken, moet je flink timmeren.

Telkens opnieuw het staal verwarmen tot het sinaasappeloranje is. Dan heb je maar tien seconden om te slaan en moet het weer de oven in. Als je ten slotte tevreden bent over de vorm, lengte en breedte, is het tijd om je mes te harden. Dat doe je door het in olie te dopen en daarna vóór de hete oven te houden.

Als de olie begint te roken, weet je dat de juiste temperatuur bereikt is. Heb ik nooit geweten. Maar nu weet ik het wel. En ben ik plaatsvervangend trots op het resultaat.

Uren, dagen, maanden, jaren,
Vliegen als een schaduw heên.

Rhijnvis Feith kreeg zelf negen kinderen, dus hij zal het wel geweten hebben. Voor je het weet heb je een zoon met schoenmaat 45 en een gebronsde strandrug.

De vorige Week uit het leven van… Philip is al bijna vijf maanden geleden, tijd voor een volgende. Philip is inmiddels veertien jaar.

Deze week werd een projectweek. Dat had ik vooraf niet voorzien, maar op vrijdag stond er een wandeling gepland door de Amsterdamse Plantagebuurt en het leek me mooi de week daaromheen in te vullen. Museumdocenten van het Verzetsmuseum zouden twintig jongeren rondleiden langs monumenten en gebouwen die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog.

De wandeling was onderdeel van een dag die we voor thuisonderwijsjongeren georganiseerd hadden. Sinds een paar maanden ben ik met twee collega-moeders een Voortgezet Thuisonderwijsgroep begonnen, voor jongeren vanaf twaalf jaar. Eens in de paar weken plannen we een dag speciaal voor hen, waarbij de jongere broertjes en zusjes afzijdig gehouden worden. Beetje educatief, beetje kletsen, sam-sam. Een rondleiding door het Van Gogh gecombineerd met een stadspicknick, een scheikundemiddag die overloopt in een watergevecht, dat werk.

Een belangrijk onderdeel van thuisonderwijs is dat kinderen van alle leeftijden met elkaar omgaan, geduld oefenen, van elkaar leren en zo van jongs af met beide benen in de échte maatschappij staan, waar tenslotte ook alle leeftijden door elkaar werken en leven. Omdat het voor onze kinderen zo’n groot deel van hun dagelijks leven uitmaakt, is een dag met alleen leeftijdsgenoten een mooie afwisseling.

De stadswandeling zou leiden langs gedenkplaatsen die een rol speelden in het verzet: het bevolkingsregister dat in vlammen opging, Artis dat onderduikers herbergde, de Hollandse Schouwburg. Over de Schouwburg kende een van de ouders de vertelling ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’ van Karel Baracs. Een prachtig, verdrietig en beetje blij verhaal over de Vereeniging Zuigelingen-Inrichting en Kinderhuis, beter bekend als de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg, van waaruit 500 joodse kinderen gered zijn.

Luister maar eens naar de eerste minuten, dan zet je het meteen op je lijstje luisterboeken voor de vakantie:

Naast het beluisteren van dit verhaal, zag Philips week er als volgt uit:

  • Poëzie: ‘De achttien dooden’ van Jan Campert. Hadden we eerder behandeld, nu nog eens vanwege de ophanden zijnde rondleiding. We hebben de achtergrond van het gedicht uitgebreider onderzocht. Philip wist van Camperts eigen dood en de executie van de Februaristakers en Geuzen, nu lazen we meer ooggetuigenverslagen over de directe aanleiding van de Februaristaking. Van het een kwam het ander. Van Camperts eigen dood in een concentratiekamp kwam het gesprek op een familielid dat op dezelfde wijze omkwam. Van familie kwamen we op Camperts zoon, Remco. Philip en Jet kenden de schrijver nog niet, daarom las ik met hen ‘Tot zoens’ als introductie.
  • Nederlands: een kort fictieverhaal geschreven over ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’. Philip en Jet kozen iemand uit het boek en deden alsof zij het personage zelf waren. Hun verhaal begon met ‘Mijn naam is…’ en vervolgens lieten zij hun fantasie de vrije loop over wat het personage vóór of na de oorlog gedaan had en wat hij of zij te vertellen zou kunnen hebben. Philip koos het perspectief van de boer die kinderen in zijn gezin had laten onderduiken.
  • Maatschappijleer: vijf hoofdstukken uit Holocaust van Angela Gluck Wood. Veel aandacht besteed aan de geschiedenis van de joden in Europa, hun eeuwenlangen mores en sores. Discussies gevoerd over propaganda en de macht van beeldvorming. Philip vertelde dat hij in de BBC-serie How Art Made The World had gezien hoe koning Darius, Alexander de Grote en keizer Augustus op dezelfde manier als Hitler gebruikmaakten van kunst en propaganda om hun doctrine over te brengen.
  • Geschiedenis: zes levensverhalen gelezen uit Opgepakt, verhalen over kinderen in kamp Westerbork. Dit boek onderscheidt zich van andere door de nadruk te leggen op het gewone leven van mensen voordat zij gedeporteerd werden. De dagelijkse dingen, de plotseling veranderde houding van buurmeisjes en werkgevers, de schrik en angst van de deportatie. Ook het verhaal van de familie Birnbaum staat erin, waarover de NOS dit jaar een mooie documentaire uitzond die Philip en Jet gezien hebben.

  • Geschiedenis: voor Cato nogmaals de uitzending gezien over de Hollandse Schouwburg uit Willem Wever (afl. 27 januari 2008). Philip kende de aflevering van vroeger en ondanks dat hij en Jette kromme tenen kregen van de acteerprestaties, begrepen ze dat dit stukje voor Cato (6) wat meer inzichtelijk maakt wat er precies gebeurde.

Omdat veel van zijn werk in het teken stond van de rondleiding, heeft Philip deze week minder tijd besteed aan exacte vakken (behalve wiskunde) en kunst. Wat heeft hij wel gedaan?

    • Wiskunde dus, 3x deze week (hier meer over Philips vakken).
    • Drummen, 4x plus een uur drumles.
    • Gelezen in Vlammen van Suzanne Collins, dagelijks minimaal anderhalf uur.
    • Gelezen en verslag gedaan van zes hoofdstukken uit Een heel kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson.
    • Frans (4x deze week) via Rosetta Stone.
    • Een middag hard gewerkt in ons volkstuintje; onkruid van weken nalatigheid gewied en naar de composthoop gekruid.
    • Breakdance, 1x les.

Daarnaast was er Philips maatschappelijke stage, waar hij deze week met zo’n twintig kinderen uit de buurt (en Cato) een voetgangerstunneltje heeft opgefrist. De graffitikunstenaar die het ontwerp gemaakt had en de wethouder Jeugd en Welzijn waren ook ter plaatse.

Vrijdag was de Plantagebuurtwandeling. Mensen van het Verzetsmuseum namen de kinderen in twee groepen mee langs alle plaatsen die we besproken hadden – en meer. Het kunstenaarsmonument, de struikelstenen. Vooral de Hollandse Schouwburg was indrukwekkend, met zijn gedenkmuur vol namen en de kale binnenplaats waar eens de pluchen fauteuils hadden gestaan, mensen hadden geschaterd, zich hadden laten ontroeren en waar ze later als naamlozen bij elkaar gedreven werden om dagenlang in verdrukking hun lot af te wachten.

Na afloop wandelden we terug naar het huis van een van de thuisonderwijsgezinnen, waar een deel van de groep bleef eten. Jettes vriendin had samen met haar zusje twee kilo pizzadeeg in de rijs gezet en met vereende krachten werden bakplaten vol bodems gerold, uien gesneden, tomatensalsa’s gemaakt en pizza’s bestreken en belegd. Die avond bakten Jet en haar vriendin onafgebroken voor zestien man.

En nu is het vakantie. Stonden we kortgeleden nog met vestjes aan bij de Dokwerker, nu zit ik in een hemdje voor het open raam en waait de zomerwind naar binnen. Philip heb ik de afgelopen week nauwelijks gezien. Rond zessen belt hij of hij bij zijn vriend blijft eten of dat ze toch hier komen aanschuiven. En iedere avond ligt de badkamervloer bezaaid met vochtige handdoeken vol Noordzeezand of recreatieplasmodder. Rhijnvis Feith wist het, van die uren, dagen, maanden, jaren. Ik ga het nog een keer lezen, zodat ik de schaduwen wat kan rekken.

  •  ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’ staat op het vierde deel van de luisterboekenreeks Het verhaal van Amsterdam (6 delen), maar is sinds kort ook als los luisterboek uitgegeven. Karel Baracs is stadsverteller van Amsterdam en duidelijk door de gemeente aangesteld om een soepele parallel te trekken tussen de veelkleurige geschiedenis van de stad en de veelkleurige bevolking van het moment. In zijn ijver alle minderheden erbij te betrekken en iedereen het gevoel te geven ‘bovenal Amsterdammer’ te zijn, legt Baracs de politieke correctheid er vaak zo dik bovenop dat de verhalen geen sprankje interesse meer wekken. Dat is jammer, want Baracs is een warme, meeslepende verteller. De verhalen ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’, ‘Een tsaar in Amsterdam’ en nog een paar andere zijn de krenten in de saaie pap van Het verhaal van Amsterdam. Het zijn absolute parels die laten zien hoe mooi Baracs kan vertellen, hoe spannend en belangrijk geschiedenis is en hoe fijn het is om voorgelezen te worden.
  • Over het boek Holocaust van Angela Gluck Wood schreef ik hier meer.
  • Over de BBC-serie How Art Made The World schreef ik hier meer. De aflevering over propaganda heet ‘The Art of Persuasion’.
  • Meer over de crèchekinderen van de Hollandse Schouwburg op de site van het Verzetsmuseum.
  • Aflevering 6 van de serie 13 in de oorlog is mooi als introductie op de jodenvervolging in Nederland.

Meer ‘Weken uit het leven van…’:

Dit is Philip. Philip is dertien jaar. Als hij op school had gezeten, zat hij in de tweede klas van het atheneum. Maar Philip zit niet op school. En aangezien er maar 328 kinderen in Nederland thuisonderwijs krijgen, en slechts een klein percentage daarvan de middelbare school doet, zijn veel mensen benieuwd naar hoe-zo’n-dag-nou-gaat.

In sommige dingen is Philip erg goed, onthouden bijvoorbeeld. Vrijwel alle verhalen die hij op zijn vierde gehoord heeft, kan hij nu nog in detail navertellen. Als hij iets één keer gelezen heeft, staat het in zijn geheugen gebeiteld. Hij is kampioen plannen maken en creatieve oplossingen verzinnen. Zonder moeite herkent hij de drumpartij in een willekeurig nummer en hij heeft een rechtvaardigheidsgevoel waar Kofi Annan een puntje aan kan zuigen.

Concentratie is daarentegen niet een van Philips sterke kanten. Hij is nogal gauw afgeleid. De intentie is er wel, maar ja, dan zit je daar met je schrift aan tafel. En dan bedenk je hoe ridicuul het is om te beginnen zónder dat je potlood geslepen is. Of je oog valt op een reclameblaadje dat toevallig ook op tafel ligt – en ineens weet je dat het onmogelijk is om aan je werk te beginnen voordat je al je spaargeld geteld hebt. Of je krijgt plotseling enorme dorst (ook al heb je net ontbeten). Niemand kan van een mens verwachten dat hij uitgedroogd aan zijn werk begint.

Kortom, het duurt even voordat Philip op stoom is. Maar als hij eenmaal bezig is, kan hij er volledig in opgaan. Soms verrast hij zichzelf gewoon. ‘Mam’, zei hij laatst, ‘ik had het nooit gedacht, maar wiskunde kan echt verslavend zijn.’ Ik ga het op een tegeltje schilderen voordat hij het vergeten is.

Philip doet vijf vakken per dag. Iedere dag wiskunde en Nederlands en daarnaast drie variabelen. Verder leest hij dagelijks minimaal een halfuur (maar meestal langer) een (literaire) roman of ander proza. Voor alle kinderen geldt: televisie, iPad en computers gaan pas na 17.00 uur aan ter vermaak. Ter lering mag alles natuurlijk altijd aan.

Hoewel deze dingen redelijk vaststaan, maken we graag en uitbundig gebruik van de flexibliteit van thuisonderwijs. Eén-op-één leer je efficiënt, dus er kunnen veel zijpaadjes ingeslagen worden. Als er een onverwacht uitje is of iedereen enorme zin heeft in taart en we een ochtend willen bakken, dan passen we ons makkelijk aan. Niet té makkelijk, want Philip floreert op een beetje routine. Het heeft even geduurd voordat ik dat begreep en door zijn gefladder heen aan een ritme bleef vasthouden, maar op die manier is hij het gelukkigst en ervaart hij aan het eind van de dag de meeste voldoening.

Meestal besteedt Philip zo’n drie uur per dag aan boekenwerk. Omdat de kinderen zelf bepalen wanneer ze hun werk doen, zolang het maar voor het avondeten klaar is, lopen Philip en Jet niet helemaal synchroon in hun werktijden. Waar Jet voor het ontbijt liefst al een paar opdrachten afgerond heeft, begint Philip zijn dag graag zo.

Wat mij betreft een geneugte van thuisonderwijs – je eigen tempo kunnen volgen. Jet brengt haar middagen graag dansend door, terwijl Philip liever met vrienden afspreekt; zo hebben ze ieder hun eigen redenen om op tijd klaar te zijn.

Dit is wat Philip in een week gedaan heeft.

  • Wiskunde (dagelijks). Singapore Math is het fundament; daarnaast variëren we voor de jeu en de suppletie. We gebruikten onder meer Wisschriften van Vierkant voor Wiskunde, meetkunde met Van Basis tot Limiet (Belgische methode die geleverd wordt met het wiskundespel MonkeyLabs) en Your Business Math, waarbij Philip en Jet op papier een boekwinkeltje exploiteerden. Op dit moment werkt Philip weer met Singapore Math.
  • Syntaxis (2x deze week): woordsoorten, woordgroepen en zinnen ontleden.
  • Frans (3x deze week) met het Rosetta Stoneabonnement dat ik noemde in Jettes week.
  • Gelezen in Niemand houdt mij tegen van Evert Hartman (dagelijks).
  • Drummen (4x). Deze week geen les, wel gewoon gestudeerd. Met zijn leraar werkt hij met Real Time Drums van Arjen Oosterhout, daarnaast kiest Philip telkens een nummer waarvan hij de drumpartij wil instuderen (veel Coldplay, maar ook andere).
  • Het convectie-experiment van André Kuipers (1x). Had ik ooit aangevraagd via ESA en was blijven liggen.

  • Voor geschiedenis/aardrijkskunde/maatschappijleer koos Philip de Vietnamoorlog (2x aan gewerkt deze week). Drijfveer: er wordt in films vaak aan gerefereerd (‘I served in Nam, man’) en Philip wilde weten waar het nou eigenlijk over ging. We gebruiken bladen van Scribe als mal: History Scholar en Geo Scribe. Deze opdracht bestond uit drie delen:
  1. Basisinformatie over Vietnam verzamelen (hoofdstad, grootte, bevolking, landschap etc.).
  2. Informatie opzoeken over de oorlog (aanleiding, verloop, einde) en samenvatten.
  3. Een kort essay aan de hand van een vraag of stelling die door History Scholar geponeerd wordt. Deze keer de vraag: ‘Some men refused to go to Vietnam to fight, because they felt the war was wrong. Is it ever right to refuse your country’s call to fight in a war?’

Naast internetbronnen als wikipedia en het CIA Factbook bekeek Philip de aflevering van Michael Palins Full Circle in VietnamGood Morning Vietnam en Born on the 4th of July liggen klaar.


Ik ben nog altijd geïnspireerd door de onderwijsmethode van Charlotte Mason. Een van haar stokpaardjes is narration, het navertellen van literatuur die je gelezen hebt. Dat kan op verschillende manieren: mondeling, je vertelling opnemen op camera of mp3, schriftelijk, maar bijvoorbeeld ook door een tekening te maken van wat je gelezen hebt (voor jonge of tekengrage kinderen). Er zijn mensen die een jampot vol vertelmethodes gemaakt hebben (een narration jar). De uitvoering maakt niet uit – het idee is dat je dingen in je hoofd ordent en beter onthoudt als je het aan een ander kunt navertellen, of dat nou aan tafel is of in een schriftelijk verslag.

Mijn manier is simpel: ik vraag de kinderen me te vertellen wat ze gelezen hebben. Cato tekent nog weleens, maar Philip en Jet doen het voornamelijk mondeling en deels schriftelijk. De schriftelijke navertellingen gebruiken we meteen als ‘les Nederlands’, dan kijken we spelling en grammatica na. Zo’n Vietnamverslag is ook niet veel anders dan navertellen en ordenen.

Verder deze week à la Charlotte Mason:

  • Een hoofdstuk uit Mathematicians Are People, Too: Stories from the Lives of Great Mathematicians van Luetta en Wilbert Reimer (1x). Ik las voor, Philip en Jet vertelden na. Als ik ooit nog eens tijd over heb, dan is dit het eerste boek dat ik ga vertalen voor de Nederlandse markt. Zo gaaf. Ook het tweede deel.
  • Shakespeare (2x). Uit Shakespeares Vertellingen van Charles en Mary Lamb las Philip las ‘De koopman van Venetië’ en ‘Het temmen van de feeks’ en vertelde deze aan mij na.
  • Ik heb voorgelezen uit De wind in de wilgen van Kenneth Grahame (1x deze week).
  • Interpunctie (1x). Doen we zo: ik neem een stukje tekst met verschillende vormen van interpunctie, bijvoorbeeld een citaat binnen een dialoog. We bekijken samen alles wat lastig zou kunnen zijn in de tekst. De kinderen bestuderen het nog even goed en daarna krijgen ze dezelfde tekst, maar dan een versie waaruit ik alle hoofdletters en interpunctie verwijderd heb. Vervolgens verbeteren ze het en vergelijken hun versie met het origineel. Ik vind het handig om tekst te gebruiken waarvan ik zeker weet dat de interpunctie perfect is en die makkelijk van internet te plukken is, zodat ik niet hoef over te tikken. Deze week hebben we dit stukje gebruikt.
  • Kunst en filosofie (1x): De school van Athene van Rafaël bekeken in het boek Meesterwerken. Gepraat. Uit Oogetuigen van de wereldgeschiedenis het verslag gelezen van Socrates’ laatste uren, als hij de gifbeker drinkt.

Er was één uithuizige dag deze week: museum Naturalis samen met twee andere gezinnen. De zintuigententoonstelling hadden we nog niet gezien en leverde unieke beelden op. U ziet hier een bijtje op zoek naar nectar.

Philips vaste activiteiten zijn breakdance en drummen. Verder doet hij eens per week een maatschappelijke stage bij Cato’s woensdagmiddagclub. De club duurt drie uur en wordt bezocht door kinderen tussen de vier en tien jaar. Ze doen spelletjes, knutselen en sporten onder begeleiding van twee volwassenen – en Philip. Dat hij een activiteit van Cato gekozen heeft om te helpen, is niet toevallig. Ten eerste ging hij zelf graag naar de woensdagmiddagclub toen hij jonger was, en ten tweede hebben Philip en Cato een bijzondere band. Ze zijn samen als Chinees vuurwerk: licht ontvlambaar, veel kabaal, maar stralend en prachtig om te zien.

Cato baadt dan ook in weelde: zowel een zus die haar in een tutu hijst en door de kamer danst als een broer die haar met pijltjespistolen door het huis jaagt (waar zij altijd voor in is) en schier onuitputtelijk voorleesgeduld heeft.

Van het einde van de week kan ik helaas geen ooggetuigenverslag geven, want toen was Philip niet thuis. Op vrijdag logeerde hij bij zijn beste vriend en op zaterdag had hij een verjaardag van een andere vriend. Ik heb het dus uit de tweede hand. Maar toen hij zaterdagavond om elf uur thuiskwam, was hij moe, enthousiast en voldaan. Er zijn slechtere manieren om je week af te sluiten.