Oervloed

6 augustus 2018

Sommige dingen veranderen niet.

Zwemmen bij zonsondergang bijvoorbeeld, dat blijft bijzonder. Herinneringen lopen in elkaar over, of het nou twintig jaar geleden is, of twee.

Er is hooguit een kind bij gekomen.

En een rimpeltje of wat.

Maar ja, die heeft de zee ook.

En toch blijft het dezelfde zee.

Al die golven zijn herinneringen, dat weet een kind. Het zijn de fronsen, de lachrimpels en de slaapkreukels van de watermassa. Plooien van onstuimigheid, groeven van neerslachtigheid, torenhoge woede-uitbarstingen en opgetogen, uitgelaten schuimkoppen. Ze scheuren het wateroppervlak en trekken sporen tot ver daaronder, in de zeebodem. Soms grillig en onzeker, dan weer spiegelglad van tederheid.

Maar altijd dezelfde zee.

En als het vooruitzicht van de nacht zwaar op je drukt, dan is er niets lekkerders dan al dat koele water op je huid.

Daar moet je niet te lang over nadenken, gewoon gaan. Totdat je lichaam ondergedompeld is, en het zoute water tussen je haren door op je hoofdhuid sijpelt. Dan word je gedragen op die golven.

Dat blijft zo. Ook als de tijd eroverheen gegaan is.

Victoria en Monica

13 september 2017

Dit is Victoria. Victoria is vijf jaar. Hier is ze aan het kleuren. Voordat Victoria ging kleuren, heeft ze eerst gespeeld dat haar broertje een poesje was, en zij de baas. Ze heeft wat yoghurt gegeten, een halve pannenkoek en een handje of twee, drie, vier chocoladepepernoten.

Ze heeft gespeeld met haar verzameling paarden van playmobil en ze heeft gekeken hoe de schoorsteenveger bij ons aan het werk was. Ze hielp met het uitruimen van de vaatwasser, luisterde naar het verhaal over de jongen uit Naïn en bouwde een boot van twee grote stoelen. Daarna las haar grootste zus voor uit Dichter bij de dieren en rijmde ze mee met Rudy Kousbroek en Leo Vroman.

’s Middags zette Victoria een cd op van van Johnny Jordaan, want ze galmt graag op ‘Kleine Nico uit de steeg’, en daarna at ze een boterham met geitenkaas en komkommer. Ze vertelde over haar zwemles in badje twee, memoreerde dat ze gisteren nog geskeelerd had bij de woensdagmiddagclub en vond het grappig dat een meisje van haar gym óók bij haar op ballet zit.

Ze keek mee met haar tienjarige zus naar een filmpje over de Gouden Eeuw en Michiel de Ruyter en ze had zin om te rekenen en te schrijven. De letter m wil alleen nog niet zo lukken.

Omdat het bleef regenen, ging ze weer verder kleuren. En terwijl ze twijfelde tussen de lichtpaarse en donkerpaarse stift, vroeg Victoria of ik nog een extra hoofdstuk wilde voorlezen over Laura en Mary die juist de ijskoude winter van 1881 hadden overleefd in South Dakota. Zelf nam ze nog een handje pepernoten.

En dit is Monica. Monica is vier jaar. Een jaartje jonger dan Victoria.


Foto: Alex Crawford.

Van Monica zijn niet zo veel foto’s waarop ze aan het kleuren is, want Monica delft kobalterts in een Congolese mijn. Wisten we al, ‘kinderarbeid voor de batterij van je smartphone’. Maar terwijl ik met Victoria aan tafel zat en de juichende aankondigingen las van nieuwe telefoons, annunciaties bijna, moest ik even aan Monica denken.

  • Gill Lewis schreef een mooi boek over de kobaltmijnindustrie: Gorilla Dawn. Hier een recensie.
  • Hier en hieronder zie je Monica aan het werk:

 

 

 

Zeven weken met Jakob (2)

12 augustus 2015

Soms gaan dingen anders dan je had verwacht. Voor een driejarige is dat niks nieuws; op die leeftijd moet je je verwachtingen voortdurend bijstellen. Je gevoel zegt dat het allang tijd is voor snoep, maar je blijkt een boterham te moeten eten. Een bezoek aan de speelgoedwinkel lijkt jou het uitgelezen moment om die grote doos playmobil mee te nemen, maar je blijkt daar te zijn voor een piepklein cadeautje – en niet eens voor jezelf. En als mama zegt: ‘Ik kom je over vijf minuten helpen’, dan lijkt dat wel een hele dag te duren – maar wanneer je in de dierentuin bent, is een hele dag in vijf minuten voorbij.

Als je maanden hebt uitgekeken naar de komst van je broertje, omdat je dan eindelijk eens uren en uren met een baby op schoot mag zitten en zo veel mag aaien en kussen als je wilt, dan kan dat zomaar tegenvallen. Blijk je na anderhalve minuut genoeg te hebben van zo’n onhandig wriemelend lijf op je schoot. Blijkt ie helemaal niet te lachen om jouw gekke stemmetjes. Blijkt ie te moeten huilen van jouw kussen. Terwijl jij nota bene de lekkerste kussen van de wereld geeft.

En van die elvenduizendste fotosessie voor familie overzee krijg je ook een sik.

Iedereen lijkt precies te weten wat de baby nodig heeft: warme melk, klopjes op zijn rug, aaitjes over zijn buik, wiegende wandelingen in de draagdoek.

Maar op de een of andere manier sla jij de plank steeds mis.

Daar kan je best verdrietig om worden, of boos. Of allebei. En dan verlies je ook nog eens met mens-erger-je-niet. En dan heeft mama beloofd dat ze dadelijk Kleine Ezel en de oppas komt voorlezen, maar is ze weer een luier aan het verschonen of aan het bellen met een saai iemand en gebaart ze ‘straks’ terwijl jij al een kwartier met je prentenboek staat te wapperen. Dus ga je maar spelen.

Dan gebeurt er iets buitengewoons. Het lijkt een gewone woensdag te worden, eentje waarop je zusje naar haar woensdagmiddagclub gaat en jij even met je vader meeloopt om haar weg te brengen. Maar het blijkt een bijzondere woensdagmiddag te zijn, want er is een nieuwe speeltuin in de buurt gekomen en die wordt vandaag feestelijk geopend. Door twee van je beste vrienden.

Alsof dat nog niet feestelijk genoeg is, staat er een popcornmachine, een suikerspinkarretje en zijn er twee hele paarden waarop je rondjes mag rijden. Dat wilde je altijd al zo graag, rondjes rijden op een paard. En je had het nog nooit gedaan.

Dan is het moeilijk kiezen wat leuker is, het paard of Ernie. Gelukkig hoef je niet te kiezen.

En alsof iedereen snapt dat jij wel wat extra’s kunt gebruiken, mag je niet een, niet twee, niet drie, maar zéven rondjes op het paard. Terwijl iedereen naar je kijkt en ziet hoe leuk jij bent.

Ja, soms gaan dingen anders dan je had verwacht. En als je na zeven rondjes en een zak popcorn thuiskomt, heb je weer genoeg om van jezelf uit te delen.

Met de lekkerste kussen van de wereld.

Opzouten met je rokjesdag. Het was geen rokjesdag, het was de eerste dag van het academisch jaar. Dat kan natuurlijk plaatsvinden in een auditorium, maar dan wordt het algauw dit.

Nee, dan vandaag. Dat was pas een opening, dat zag je aan alles. Aan de bomen die mooier getooid waren dan de plechtigste rector magnificus in de zwartste toga. Aan de koolmezen en blauwborsten die met opgeheven kinnen hun inaugurele reden hielden. Aan de zon die ad valvas aankondigde dat de colleges konden aanvangen.

Want waar vindt het nou echt plaats? In de wereld. Omringd door mensen die eindeloos vertellen en uitleggen. Die voorlezen, je aan het denken zetten, je aan het lachen maken, aanwijzen waar je het laatst over gehad hebt.

Met wie je kunt praten, die je verbeteren, aanvullen, nieuwe dingen introduceren. Aan wie je oneindig veel vragen kunt stellen, zodat je je gedachten kunt ordenen.

Daar waar je kunt oefenen. Waar jouw bijdrage gewaardeerd wordt.

Waar je donder en bliksem ontdekt, aerodynamica en zwaartekracht, waar je temperatuur en viscositeit onderzoekt.


Met iemand die helpt om het stof van je voeten te wassen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Zodat je daarna weer opnieuw kunt beginnen.

Maar het een sluit het ander niet uit natuurlijk. Als je ’s morgens met je poppen hebt gespeeld en hebt getekend terwijl je broer en zussen luisterden naar Great Expectations, als je Duits hebt gedaan, economie, een interpunctiedictee en wiskunde, dan trek je daarna je tuinbroek aan – of toch een rokje. Om de feestelijkheden bij te wonen van je echte alma mater.

Hora est.

Voorlezen

16 juli 2014

Voorshands een opwarmertje, morgen weer eens een nieuw lijstje (voorlees)boeken.

Kent u ze nog?

11 mei 2014

Als je ze gewoon te eten blijft geven, en zo nu en dan een kus, dan gaat het al die maanden eigenlijk vanzelf door.

Voor je het weet heb je een Bep van Klaveren in huis.

Een Anna Pavlova.

En een Mega Mindy.

Okee, daar is iets misgegaan.

Maar dan is het handig dat je nog vierde hebt. Om het allemaal weer recht te breien.

Toria

Poortwachter

16 december 2013

Ze had al de deur naar menig hart ontsloten, maar sinds kort kan ze ook aardse deuren openen. Op haar tenen, soms nog iets verder, op één been balancerend en met de armen hoog uitgestrekt kan ze haar vingers net om de klink haken en hem naar beneden trekken. Zelden iemand zo trots gezien.

We worden de hele dag uitgenodigd om van haar nieuwe zelfbeschikking te profiteren. Ze kiest een willekeurig vertrek uit, gaat aan de andere kant van de deur staan en roept net zolang onze namen totdat er iemand komt opdagen. Als we vragen: ‘Wat is er, Victoria?’, klinkt er een gesmoord stemmetje van de andere kant: ‘Jij binnen?’

Als we vervolgens aangeven dat we graag naar binnen zouden willen (wel met enig enthousiasme, anders vraagt ze het nog drie keer), opent ze triomfantelijk de deur. Met de egards van een butler uit een Brits kostuumdrama laat zij één persoon binnen, sluit de deur en roept opnieuw een naam. Als het momentum te snel voorbij is naar haar zin, opent ze de deur slechts op een kiertje. Dan doet ze hem gauw dicht, voordat iemand er door kan. Maar omdat ze niet helemaal zeker weet of we er nog wel staan, roept ze van gene zijde nog eens onze namen en begint het spel opnieuw. Keer op keer op keer.

En wij doen mee. Want we snappen dat het machtig is om een nieuw verworven vaardigheid net zo vaak te oefenen totdat je zeker weet dat je het kunt. Om je enthousiasme te delen en even soeverein te zijn. Het is net als bij dat leren schaatsen of programmeren: deuren open je door op je tenen te gaan staan. Telkens weer.