Een kwartier uit het leven van… Victoria
7 maart 2013
De week van Victoria (1,5) zit er nog aan te komen; u moet het nu even doen met vijftien minuten. Ik neem een greep uit een willekeurige ochtend, even na het ontbijt.
Zo’n ochtend begint goed. Victoria mag graag ontbijten en na een copieuze maaltijd -eitje, plakje kaas, bekertje karnemelk, stukje sinaasappel, rijstkorrels van gisteravond die ze uit de spleten van haar kinderstoel krabt- is ze altijd heel gezeglijk. Op deze willekeurige ochtend speelt ze met haar zusje. Ze komt de woonkamer binnen met een pop in de draagdoek.
Het is een andere pop dan Harry. Want hoewel Harry nog altijd kan rekenen op Victoria’s allesbedelvende liefde, laat ze hem in dit geval net zo makkelijk links liggen. Ook een poppenmoeder moet praktisch blijven en het is nu eenmaal evident: Harry draagt minder makkelijk.
Victoria hobbelt rond tussen speelgoed en slaapkamers, kletsend en neuriënd, druk in haar eigen wereld.
En op zo’n moment maak ik een denkfout. Ik denk namelijk: ‘Wat is ze lekker bezig, ik kan wel even iets anders doen.’ Iedere ouder weet dat je dat nooit kunt denken. Binnen drie minuten nadat we haar onze rug hebben toegekeerd, heeft Victoria alle tweeënzeventig billendoekjes uit het nieuwe pak getrokken.
Daar linksachter.
In de vierde minuut van onze willekeurige ochtend heb ik de helft van de billendoekjes teruggepropt -de rest doe ik later wel- en scharrelt zij verder.
Je zou denken dat ik geleerd had van de billendoekjes, maar dat is een misvatting. Neem het aantal keren dat een dribbelende peuter over haar eigen beentjes struikelt, vermenigvuldig het met je eigen leeftijd en je hebt de hoeveelheid gapende gaten tussen droom en daad in het ouderschap.
Opnieuw denk ik: ‘Wat is ze lekker bezig, ik kan wel even iets anders doen’, waarop Victoria in minuut zeven van onze willekeurige ochtend een blauwe viltstift gevonden heeft en die in minuut zevenenhalf op de zitting van de stoel uitprobeert.
Gelukkig is het uitwasbare stift. En omdat Cato (6) graag dingen doet met water en afwasborstels, biedt zij aan de stoel schoon te maken. De schuldige staat er aarzelend bij. Aan de ene kant wil ze graag meehelpen, Victoria houdt namelijk ook van afwasborstels en water, aan de andere kant is het zonde van die mooie tekening.
Ik maak gebruik van de aarzeling en troon haar voorzichtig mee. In minuut negen verschoon ik haar pyjama en kleed ik Victoria aan. Althans, dat was de bedoeling.
Want in de tiende minuut, terwijl ik haar pyjama in de wasmand doe (daar zat inmiddels ook viltstift op), loopt Victoria de badkamer uit en besluit een liedje te luisteren op de iPad. Het moment waarin ik de shampoofles red die zij uit de badkamer had meegenomen en juist op het tapijt wilde leegknijpen, staat niet op de foto.
In de dertiende minuut van onze willekeurige ochtend heeft Victoria haar kleren daadwerkelijk aan en vraagt Jet of ze buiten een wandelingetje mag maken met haar zusje in de draagzak. Dat mag.
Die week komt dus nog. Als het lukt. Fotograaf Søren Bidstrup begrijpt wel wat ik bedoel. Hij won de tweede prijs in de categorie ‘Daily Life’ van de World Press Photo 2013. Een willekeurige ochtend.
Popje
17 februari 2013
Victoria houdt van poppen. Het is een van de weinige woorden die ze kan zeggen: poppe. Naast tietietie (vogel), Pl’p (Philip), papa (papa), papa (mama), Dette (Jette), Dette (Cato), ja (ja) en uh (nee).
Ze houdt van kleine poppen,
grote poppen,
vertrouwde poppen
en nieuwe.
Eigenlijk vindt ze alle poppen lief. Toch is er eentje die met kop en schouders boven de rest uitsteekt.
We hebben hem maar een naam gegeven. Harry. Waar de aantrekkingskracht precies in ligt, weten we niet. Eerst dachten we dat het bij gebrek aan beter was, maar het is duidelijk meer dan dat. Zelfs als er vier andere poppen in de kamer liggen, verkiest ze Harry.
Als Harry opgeborgen is, gaat ze naar hem op zoek, net zolang tot hij gevonden is. Dan mag hij op het hobbelpaard rijden of krijgt hij hapjes van haar brood. Soms kom ik de kamer binnen en zit ze op de grond met hem te knuffelen.
Harry heeft rustiger tijden gekend. Jarenlang lag hij in de kast, tussen de magneetletters en de rekenstaafjes. Hij werd alleen tevoorschijn gehaald als iemand wilde weten waar je nieren nou precies zitten of hoe je slokdarm op je maag aansluit.
Die tijd is voorbij. Harry’s organen liggen verspreid door het huis. Gisteren vond ik zijn rechterlong onder een stoel en zijn lever naast de broodtrommel. Zelf lijkt hij er niet mee te zitten. Het was altijd al een beetje een stoïcijn natuurlijk, maar hij komt niet ongelukkiger over dan tijdens zijn donkere dagen in de kast, ook al had hij toen al zijn ingewanden nog. Hij heeft er dan ook veel voor teruggekregen.
Come to see Victory
30 december 2012
Naar oud-Hollands familiegebruik bezingen Aarde, Wind en Vuur het eerste levensjaar van ons kleinste schatje. Geluid aan en meezingen maar: I am free, yes I’m free, now I’m on my way.
In training
26 november 2012
Haile Gebrselassie kan wel inpakken.
Yo
2 oktober 2012
Ik heb u niet helemaal verweesd achtergelaten natuurlijk. Die laatste filmpjes heeft u keer op keer kunnen bekijken. Professionaliteit verloochent zich niet, dus u had er nog wel een maand of wat mee kunnen doen. Maar zo’n baby blijft groeien. En waar Philip nog fotoboeken vol had, moeten opa’s en oma’s het bij de vierde doen met plaatjes op een modern apparaat. Ik begreep dat ze van armoe de schermafbeeldingen zijn gaan afdrukken. Tijd voor wat nieuw materiaal.
Volgens de oud-Romeinse kalender zou ze al jarig geweest zijn, want die duurde tien maanden. Maar naar huidige maatstaven is Victoria gewoon nog een baby. En dat is hard werken. Ze heeft veel hobby’s: legobouwwerken stukmaken, schaterlachen, muziek maken met alles wat voorhanden is en rondgedragen worden, waarbij ze zelf de richting aangeeft met een piepklein wijzend vingertje.
Maar net als bij de andere drie is er één liefhebberij die er met kop en schouders bovenuit steekt. Het uitruimen van de vaatwasser.
Het maakt haar eigenlijk niet uit of het vaatwerk vies of schoon is, zodra de klep piepend naar beneden gaat, laat ze alles uit haar handen vallen en trekt een sprintje naar de keuken. Een enorme hulp.
Verder eet zij graag en veel. Peertjes, yoghurt, rijst, broccoli, kraaltjes, papier. Het gewone werk. Met een beker kefir en op z’n tijd een flesje chardonnay. Maar: altijd met mate.
En properheid boven alles.
Dagelijkse dingen krijgen een exclusief tintje als je ze doet met iemand voor wie alles nieuw is. Naar de supermarkt met iemand die verwonderd in het boodschappenkarretje zit. Koken terwijl er iemand meekijkt op de snijplank en in de pan. En fietsen is altijd feest. Het leuke is: met een baby is fietsen in de regen helemaal niet erg. Of ze nu in bad zit, met water op de keukenvloer spettert of voorop in een fietsstoeltje motregen hapt, water is water. Waar ik anders doorweekt en chagrijnig van de clubjes naar huis fietste, kom ik nu doorweekt en zingend thuis, met een kraaiende dochter die stralend de druppels uit haar wimpers knippert.
Maar voor alles is een tijd. Als je zoveel gezien en beleefd hebt, kun je er moe van worden. Dan wil je nog maar één ding: je buik voldrinken en in slaap vallen.
En de volgende dag is alles weer nieuw.
Op den eersten tand
17 augustus 2012
‘Triomf, triomf! Hef aan, mijn luit,
Want moeder zegt: de tand is uit!’
Het had wat voeten in aarde,
maar na enige overredingskracht
en een rijstwafel als lokaas,
liet zij zich met blijde zin fotograferen.
Ik vroeg de kinderen of ze een idee hadden waarom Tollens de versregels hierboven geschreven kon hebben. Het was dan wel een tranentrekker, die Hendrik, maar hij heeft geen gedicht geschreven op de eerste stapjes van zijn zoon. En het was ook niet ironisch bedoeld.
Waarom dan die lofzang op de ivoren wachters? Gewoon om het te vieren, dacht Cato. Omdat er gestopt kon worden met de borstvoeding, gokte Philip. (Dat hij zelf borstvoeding heeft gekregen tot lang nadat zijn gebit compleet was, was hij vergeten. Daar doe je het voor, als moeder.)
Tollens schreef het gedicht aan het begin van de 19e eeuw. De levensverwachting in die dagen was 40 jaar. En van alle gezondgeboren kinderen stierf ongeveer een vijfde voordat ze 1 jaar oud waren. Als die ondertand eenmaal door was, had je het eerste colletje wel in de benen en een flinke etappe gewonnen dus. De kans was dan aanzienlijk groter dat je kind volwassen zou worden; alle reden voor rijmelarij.
Victoria was er niet van onder de indruk. Als ze die rijstwafel maar kreeg.
—
Op den eerste tand van mijn jongstgeboren zoontje
Triomf, triomf! Hef aan, mijn luit,
Want moeder zegt: de tand is uit!
Laat dreunen nu de wanden!
Eerst gaf Gods gunst het lieve wicht
Den adem en het levenslicht,
Nu geeft zij ’t wichtje tanden.Triomf, triomf! God dank er voor,
Want moeder zegt: de tand is door!
Nu lof en lied verheven!
Geluk nu, kind, met snaar en zang!
Besteê het wel, bewaar het lang,
Wat u Gods gunst wil geven.Bewaar het lang, besteê het wel:
En goed gebruik is Gods bevel:
Laat u dat voorschrift leiden;
Hou, u ten nut en Hem ten dank,
De tandjes rein en ’t zieltje blank;
Zo knagen geen van beiden.Groei op, groei op! Word groot en goed;
Win treflijk aan in kracht en moed
Om lot en leed te tergen;
En, wie u ’t eerloos hoofd moog’ biên,
Laat, jongen, laat uw tanden zien,
Waar eer en plicht het vergen.Groei op, word braaf, bekroon zijn doel:
Laat vroeg uw ziel van diep gevoel
Voor recht en waarheid branden!
Belach der bozen wrok en wraak,
En neem altoos der braven zaak
Manmoedig op uw tanden.Groei op, word vroom, word rijk aan deugd!
Laat nooit mijn oog, dat weent van vreugd,
Om u van weemoed krijten;
En geve u God tot aan den dood
Een eerlijk stukje daaglijks brood,
Waarop uw tandjes bijten!Hendrik Tollens (1780-1856)
Sir Cliff, eat your heart out
30 juli 2012
Got myself a crying,
talking,
sleeping,
walking, (working on it)
living doll.
Got to do my best to please her,
just ‘cause she’s a living doll.
Got a roving eye and that is why she satisfies my soul.
Got the one and only walking talking, living doll.