Poortwachter
16 december 2013
Ze had al de deur naar menig hart ontsloten, maar sinds kort kan ze ook aardse deuren openen. Op haar tenen, soms nog iets verder, op één been balancerend en met de armen hoog uitgestrekt kan ze haar vingers net om de klink haken en hem naar beneden trekken. Zelden iemand zo trots gezien.
We worden de hele dag uitgenodigd om van haar nieuwe zelfbeschikking te profiteren. Ze kiest een willekeurig vertrek uit, gaat aan de andere kant van de deur staan en roept net zolang onze namen totdat er iemand komt opdagen. Als we vragen: ‘Wat is er, Victoria?’, klinkt er een gesmoord stemmetje van de andere kant: ‘Jij binnen?’
Als we vervolgens aangeven dat we graag naar binnen zouden willen (wel met enig enthousiasme, anders vraagt ze het nog drie keer), opent ze triomfantelijk de deur. Met de egards van een butler uit een Brits kostuumdrama laat zij één persoon binnen, sluit de deur en roept opnieuw een naam. Als het momentum te snel voorbij is naar haar zin, opent ze de deur slechts op een kiertje. Dan doet ze hem gauw dicht, voordat iemand er door kan. Maar omdat ze niet helemaal zeker weet of we er nog wel staan, roept ze van gene zijde nog eens onze namen en begint het spel opnieuw. Keer op keer op keer.
En wij doen mee. Want we snappen dat het machtig is om een nieuw verworven vaardigheid net zo vaak te oefenen totdat je zeker weet dat je het kunt. Om je enthousiasme te delen en even soeverein te zijn. Het is net als bij dat leren schaatsen of programmeren: deuren open je door op je tenen te gaan staan. Telkens weer.
Een kwartier uit het leven van… Victoria
7 maart 2013
De week van Victoria (1,5) zit er nog aan te komen; u moet het nu even doen met vijftien minuten. Ik neem een greep uit een willekeurige ochtend, even na het ontbijt.
Zo’n ochtend begint goed. Victoria mag graag ontbijten en na een copieuze maaltijd -eitje, plakje kaas, bekertje karnemelk, stukje sinaasappel, rijstkorrels van gisteravond die ze uit de spleten van haar kinderstoel krabt- is ze altijd heel gezeglijk. Op deze willekeurige ochtend speelt ze met haar zusje. Ze komt de woonkamer binnen met een pop in de draagdoek.
Het is een andere pop dan Harry. Want hoewel Harry nog altijd kan rekenen op Victoria’s allesbedelvende liefde, laat ze hem in dit geval net zo makkelijk links liggen. Ook een poppenmoeder moet praktisch blijven en het is nu eenmaal evident: Harry draagt minder makkelijk.
Victoria hobbelt rond tussen speelgoed en slaapkamers, kletsend en neuriënd, druk in haar eigen wereld.
En op zo’n moment maak ik een denkfout. Ik denk namelijk: ‘Wat is ze lekker bezig, ik kan wel even iets anders doen.’ Iedere ouder weet dat je dat nooit kunt denken. Binnen drie minuten nadat we haar onze rug hebben toegekeerd, heeft Victoria alle tweeënzeventig billendoekjes uit het nieuwe pak getrokken.
Daar linksachter.
In de vierde minuut van onze willekeurige ochtend heb ik de helft van de billendoekjes teruggepropt -de rest doe ik later wel- en scharrelt zij verder.
Je zou denken dat ik geleerd had van de billendoekjes, maar dat is een misvatting. Neem het aantal keren dat een dribbelende peuter over haar eigen beentjes struikelt, vermenigvuldig het met je eigen leeftijd en je hebt de hoeveelheid gapende gaten tussen droom en daad in het ouderschap.
Opnieuw denk ik: ‘Wat is ze lekker bezig, ik kan wel even iets anders doen’, waarop Victoria in minuut zeven van onze willekeurige ochtend een blauwe viltstift gevonden heeft en die in minuut zevenenhalf op de zitting van de stoel uitprobeert.
Gelukkig is het uitwasbare stift. En omdat Cato (6) graag dingen doet met water en afwasborstels, biedt zij aan de stoel schoon te maken. De schuldige staat er aarzelend bij. Aan de ene kant wil ze graag meehelpen, Victoria houdt namelijk ook van afwasborstels en water, aan de andere kant is het zonde van die mooie tekening.
Ik maak gebruik van de aarzeling en troon haar voorzichtig mee. In minuut negen verschoon ik haar pyjama en kleed ik Victoria aan. Althans, dat was de bedoeling.
Want in de tiende minuut, terwijl ik haar pyjama in de wasmand doe (daar zat inmiddels ook viltstift op), loopt Victoria de badkamer uit en besluit een liedje te luisteren op de iPad. Het moment waarin ik de shampoofles red die zij uit de badkamer had meegenomen en juist op het tapijt wilde leegknijpen, staat niet op de foto.
In de dertiende minuut van onze willekeurige ochtend heeft Victoria haar kleren daadwerkelijk aan en vraagt Jet of ze buiten een wandelingetje mag maken met haar zusje in de draagzak. Dat mag.
Die week komt dus nog. Als het lukt. Fotograaf Søren Bidstrup begrijpt wel wat ik bedoel. Hij won de tweede prijs in de categorie ‘Daily Life’ van de World Press Photo 2013. Een willekeurige ochtend.
Popje
17 februari 2013
Victoria houdt van poppen. Het is een van de weinige woorden die ze kan zeggen: poppe. Naast tietietie (vogel), Pl’p (Philip), papa (papa), papa (mama), Dette (Jette), Dette (Cato), ja (ja) en uh (nee).
Ze houdt van kleine poppen,
grote poppen,
vertrouwde poppen
en nieuwe.
Eigenlijk vindt ze alle poppen lief. Toch is er eentje die met kop en schouders boven de rest uitsteekt.
We hebben hem maar een naam gegeven. Harry. Waar de aantrekkingskracht precies in ligt, weten we niet. Eerst dachten we dat het bij gebrek aan beter was, maar het is duidelijk meer dan dat. Zelfs als er vier andere poppen in de kamer liggen, verkiest ze Harry.
Als Harry opgeborgen is, gaat ze naar hem op zoek, net zolang tot hij gevonden is. Dan mag hij op het hobbelpaard rijden of krijgt hij hapjes van haar brood. Soms kom ik de kamer binnen en zit ze op de grond met hem te knuffelen.
Harry heeft rustiger tijden gekend. Jarenlang lag hij in de kast, tussen de magneetletters en de rekenstaafjes. Hij werd alleen tevoorschijn gehaald als iemand wilde weten waar je nieren nou precies zitten of hoe je slokdarm op je maag aansluit.
Die tijd is voorbij. Harry’s organen liggen verspreid door het huis. Gisteren vond ik zijn rechterlong onder een stoel en zijn lever naast de broodtrommel. Zelf lijkt hij er niet mee te zitten. Het was altijd al een beetje een stoïcijn natuurlijk, maar hij komt niet ongelukkiger over dan tijdens zijn donkere dagen in de kast, ook al had hij toen al zijn ingewanden nog. Hij heeft er dan ook veel voor teruggekregen.
Boekskes
12 februari 2012
Een klein handje uit de oogst van afgelopen maand. Het zijn allemaal boeken die bedoeld zijn voor jongere kinderen, maar persoonlijk kan ik er ook erg vrolijk van worden.
Neem De Bremer stadsmuzikanten, een rockumentaire van Het Geluidshuis. Je kunt horen dat er tijd en aandacht aan besteed is. Geen luisterboek waar Jan Meng net iets te luid de bladzijde omslaat (hoewel dat ook wel wat heeft), maar een echt hoorspel met goede acteurs en goede teksten. Heel geestig en ook heel Vlaams. Zó Vlaams, dat ik het met een gerust hart tot het vreemdetalenonderwijs durf te rekenen. Het woord microscopisch in ‘een microscopisch kleine stap’ heeft ons een vol kwartier terugspoelen en overspelen gekost voordat ik kon verstaan wat er bedoeld werd met mik-ros-koh-pis.
De dialogen zijn snel en grappig, over de dierennamen is nagedacht. Jos (‘Zjos’) de os is gewoon leuk omdat het rijmt, maar de haan heet Cocky Bilboa, doet aan freefighten en wordt afgebeeld in prijswinnaarsbadjas als Silvester Stallone in zijn gloriedagen. De kat heet Scat, naar het ‘scatten’ in de jazzmuziek: het zingen met nonsenswoorden in de trant van sh-bee-bop-a-doo-a; waarbij ik onwillekeurig altijd moet denken aan Edwin Rutten, maar dat terzijde. Scat de kat zingt overigens reggae.
Dan zijn er nog de dingen die opvallen als je kind de cd zo vaak beluistert dat geen enkele nuance je meer zal ontgaan. De verwijzingen naar Idols, ABBA en Stromae, subtiel en zonder flauw te doen over de hoofden van kinderen die de grapjes nog niet snappen. Er zijn mooie metaforen, de slechterik is ‘slechter dan een oester van de vorige dag’. En Helmut Lotti in eigen persoon brengt het Bremer bratwurstlied ten gehore. Afijn, je moet hem zelf maar beluisteren. Hier een trailer.
Het volgende boek is prachtig in eenvoud. Vrolijk van Mies van Hout. Het bestaat uit louter bijvoeglijk naamwoorden, emoties, elk met een tekening die het gevoel weergeeft.
Zo genuanceerd, zo razend knap gemaakt, daar kan ik alleen maar paf van staan. Dit visje bijvoorbeeld, dat is heel trots op zichzelf. Dat kun je zien.
En deze is…
precies: stinkend jaloers.
Het is een boek om honderd keer te bekijken, om bij te verzinnen (‘Waarom zou dat visje bang zijn? Wat gaat het dappere visje doen?’), om eigen emoties of die van anderen in te herkennen. Ik zie er ook wel een schrijfopdracht voor Philip en Jet in, een opstelletje over een van de vissen bijvoorbeeld. Zelfs voor beginnende lezers is het een leukerd, met al die losse woorden.
Over beginnende lezers gesproken: u wist dat er een nieuwe Vos en Haas is, hè? Een echt zwijn is stoer van Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong-Khing. En zoals iedereen weet is elke Vos en Haas verplicht voor inwoners van het Nederlands taalgebied. Mag ik u voorstellen: Ever, in worstelpak met luipaardprint.
Ever heeft een strak pakje aan.
Wat ziet hij er stoer uit!
Hij rent en springt.
Hij puft en hijgt.
‘Wat doe je toch, Ever?’ vraagt Vos.
‘Ik trein’, zegt Ever.
Maar dat vindt Vos onzin.
Want er is geen station in het bos.
Uit: Een echt zwijn is stoer van Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong Khing
En terwijl de verjaardagslijstjes van al mijn kinderen -degene die kunnen schrijven dan- uit elektronische wensen bestaan (Philip: ‘geld of een laptop’ / Jet: ‘een Sissi-jurk of een iPad’ / Cato: ‘viejaardagslijst van cato: een eige leptop’) doe ik of mijn neus bloed en gooi deze er tegenaan. Tip van collega H.: Het is een boek van Lane Smith.
Over Aap die in een boek zit te lezen en Ezel die tegenover hem in een stoel zakt, laptop op schoot. Ezel begrijpt niets van dat ding van Aap: hoe scroll je naar beneden? Waar moet je de gebruikersnaam invullen? Kun je ermee twitteren? ‘Nee’, zegt Aap, ‘het is een boek.’ Met de sms-versie van Schateiland in emoticons.
Ten slotte nog een aanbeveling van collega E. met bijna dezelfde titel: Een boek van Hervé Tullet.
Tullet maakte ook Een verschil van dag en nacht, het niet in het Nederlands vertaalde maar niettemin noemenswaardige Scribble Book (hier en hier voorbeeldpagina’s) en het spannende De vijf zintuigen met die originele, letterlijk zinnenprikkelende aanpak.
En hij maakte dus Een boek. Toen Cato de kaft zag, was ze niet direct enthousiast. Dat was na twee bladzijden echter volkomen omgeslagen. Het is bijna een app. Maar het is een boek.
Interview met een eenjarige
16 augustus 2011
Catwalk
20 februari 2010
Cato heeft een hobby. Het is een vrij arbeidsintensieve hobby, maar voor de meeste hobby’s geldt: als je er aardigheid in hebt, is een beetje rommel niet erg.
Zo denkt Cato er ook over. Haar hobby is: het aantrekken van zo veel mogelijk kledingstukken in een zo kort mogelijk tijdsbestek. Hieronder de score van vandaag.
11.00 uur: de rode stippeltjesjurk
11.25 uur: de geruite overgooier
12.15 uur: het roze shirt met de ribbroek
12.50 uur: het witte truitje met de rode broek-met-lastige-knoop
13.00 uur: het paardenshirt met de witte joggingbroek
15.17 uur: het badpak
16.00 uur, na een middagbad (een zwempak trekt men niet voor niets aan): het streepjestruitje met de witte broek en laarzen
Ik heb een outfit of vijf gemist – nalatigheid van mijn kant, waarvoor excuus. En dan heb ik natuurlijk nog niet de functionele kleding meegeteld:
14.00 uur: het verfschort
16.25 uur: de Wilhelminajas (Eenzaam maar niet alleen), ook gekend als de F. Jacobsejas
19.45 uur: de pyjama
Bijkomend voordeel van deze hobby is een grote mate van zelfstandigheid. Cato kan zichzelf uitstekend aankleden, geen zee is haar te hoog, geen boord te nauw, geen knoopsgat te moeilijk.
Bijkomend nadeel is dat het begrip ‘opruimen’ nog in ontwikkeling is.
Ze is van goede wil, dat zeker. Als ik vraag waar haar vorige uitdossing gebleven is, rent ze naar de laatste verkleedlocatie en komt terstond met het kledingstuk terug. Maar in het vuur van de activiteit wil de ordening er weleens bij inschieten. En als je weet wat mijn zwakke plek is, dan kun je je voorstellen dat ik alle zeilen moet bijzetten om de juiste kleren op de juiste plank te krijgen.
Gelukkig is Cato mijn derde kind. Bij Philip dacht ik nog dat het aan mij lag. Aan de borstvoeding. Het gebrek aan geraffineerde suikers. Of dat hij te weinig vette vis kreeg.
Ik was bang dat de trend zich zou voortzetten tot de volwassenheid. Maar bij Jet begon ik al te vermoeden dat het bij de leeftijd hoorde.
Inmiddels weet ik zeker dat het van voorbijgaande aard is. En ja, het is even aanpoten met de was. Maar ik bekijk het van de zonnige kant: zolang ze zich aan het omkleden is, kan ze geen wc-rollen door het toilet spoelen. Dat scheelt een hoop werk.
Gesurft voor u: thuisonderwijs met kleintjes
8 januari 2010
Dan volgt nu een allegaartje aan links die ik al een poos had staan, maar waar telkens geen stukje bij opsproot. De titel dekt de lading niet helemaal, want het gaat ook over thuisonderwijsmethodes en kinderboeken, maar anders werd de kop te lang.
Eerst de kleintjes. Thuisonderwijs is natuurlijk bij uitstek geschikt om alle leden van het gezin mee te laten doen, maar er blijven altijd momenten waarop het handig is als je peuter even zelf rond kan scharrelen. Dat je ‘T KoFSCHiP aan de oudere kinderen kunt uitleggen zonder dat er twaalf keer een boekje in je handen geduwd wordt door de kleinste hummel, bijvoorbeeld. Voor die momenten is er inspiratie op de volgende sites.
Montessori Home-School, Practical Life. Huis-tuin-en-keukentips voor kleine handjes. Soms heel origineel, soms heel voordehandliggend: gedroogde bonen scheppen met een soeplepel (of juist met een theelepeltje).
Voorwerpen verplaatsen met eetstokjes, wasknijpers op een bakje knijpen of spelen met kleine hangsloten.
Nou ja, je moet zelf maar even kijken. Montessori Home-School dus.
Een andere site met bezigheden voor peuters die graag willen meedoen – en welke peuter wil dat niet – is Paula’s Preschool Activities. Door het ontbreken van foto’s ziet het er minder overzichtelijk uit dan die montessorisite, maar er staan wel veel tips op.
Vooral het onderdeel Dolly’s Ziploc Bag Activities vond ik verrassend bruikbaar. Niet zo zeer om de activiteiten zelf, maar vooral om het feit dát je ritszakjes kunt gebruiken. Buitengewoon handig als meeneemportie voor speeldiertjes, houten kralen, viltstiften, noem maar op.
Wie ze niet kent: het zijn plastic zakjes die je met een soort rits kunt openen en sluiten. Verkrijgbaar bij Albert Heijn (afdeling diepvrieszakjes) en Action. De laatste is een stuk goedkoper, maar heeft alleen druk-en-sluitzakjes, niet met een echt ritsje. Dat ritsje is voor twee- of driejarige vingertjes juist wel heel praktisch.
Als je toch bezig bent, lees dan meteen het stukje ‘What should a 4 yo know?’. Voor het perspectief.
Vriendin M. heeft op haar site ook aandacht gewijd aan de wee ones: Ik krijg thuisonderwijs – jonge kinderen.
De volgende link is voor iedereen die met een buitenlandse lesmethode wil gaan werken. Op Homeschoolreviews kun je recensies lezen per vak en methode. Handig voor als je twijfelt tussen Singapore Math, Saxon Math en Math-U-See. Even kijken op de wiskundepagina en je ziet meteen de positieve en negatieve de ervaringen van andere thuisonderwijzers.
Ten slotte nog een paar boekenlinks.
Om te beginnen een van mijn favoriete sites voor Engelstalige kinderboeken: Lovereading4kids. Extra fijn van deze site is dat je, na registratie, van veel boeken een groot aantal voorbeeldpagina’s kunt downloaden. Vaak meer dan je bij Amazon kunt inzien. Dat is ook handig bij nieuwe boeken die nog vertaald worden in het Nederlands, kun je vast zien wat er gaat komen. En voor sommige boeken maakt de taal niet uit, zie het mooie woordloze prentenboek Welcome To The Zoo.
Verder hebben ze originele lijstjes met klassiekers en Bookshelf Essentials. Daar kun je er nooit genoeg van hebben.
Ik sluit af met een Nederlandse tip. De mooie kinderboekensite Kjoek heeft een nieuwe pagina: Stoere Prentenboeken. Samengesteld door kinderboekenschrijver Tjibbe Veldkamp, die in zijn artikel ‘Noise for boys’ klaagt over de overdaad aan zoete prentenboeken. Hij wil een lans breken voor het stoere prentenboek met actie, humor en avontuur, waar volgens hem vooral jongens behoefte aan hebben.
Het is nog maar een kort lijstje, dus het wordt vast nog uitgebreid, maar ik vond het nu al de moeite waard om door te geven. Wat mij betreft mogen Veldkamps eigen boeken De coole cowboy, Tim op de tegels en Hotze de botskabouter trouwens ook niet ontbreken.
Het artikel ‘Noise for boys’ is hier te downloaden als pdf.