De aanslag

22 november 2016

Bron: @JasperMooren

Naar school in Naturalis

25 november 2015

We hadden een vogel gevonden. Als u net zo veel van vogels weet als ik, dan kon hij het best omschreven worden als een kleine vogel. Oranje-bruin en zwart, met een witte buik. En hij was dood, zoveel was duidelijk.

Maar in plaats van koketteren met mijn gebrek aan vogelkennis kan ik beter vertellen wat we gedaan hebben om er slimmer van te worden. Je kunt namelijk twee dingen doen als je een dood vogeltje vindt. Nou ja, je kunt natuurlijk heel veel dingen doen als je een dood vogeltje vindt, maar laat ik me beperken: je kunt hem laten liggen of je kunt hem meenemen. En als je een herfstwandeling maakt met vijf kinderen en je vindt een klein, ongeschonden, beeldschoon vogeltje, dan wordt de keus automatisch voor je gemaakt. Dan neem je zo’n dotje mee naar huis. Want die vijf kinderen komen regelmatig in Naturalis en weten dat dat museum heel blij is met dode dieren.

We maakten foto’s, stuurden die op naar de afdeling Collectiebeheer en kregen per ommegaande bericht: ‘What a cutie, we would love to have it!’ Hij had ook een soortnaam, begrepen we. Het was een keep. Via welkevogelisdit.nl waren we zelf al een eind in de richting gekomen, maar verder dan ‘iets van een vink’ durfden we niet te gaan. Een keep dus.

Maar waarom was ie nou dood? Hij was nog zo prachtig, helemaal niet aangevreten of gerafeld. Gebrek aan adem, zou mijn oma gezegd hebben. Toch wilden we graag een wat specifiekere verklaring. En we hadden al een vingerwijzing: in z’n nekje zaten een paar dikke bulten.

Onze innerlijke forensisch onderzoeker neeg naar een duidelijke diagnose: dat moest kanker zijn. Zonneklaar. We legden de keep in de vriezer en wachtten tot de officiële autopsie.

En zo wandelden we twee weken later Naturalis binnen met een bevroren vogel in een tupperwaredoosje. We ontmoetten Becky, met wie we al gezellig gemaild hadden. Ze zou ’s morgens eerst een holenduif prepareren voor het publiek en daarna met onze keep aan de slag gaan, mits ie op tijd ontdooid was.

Becky was geweldig. Buiten dat ze erg mooie haren had, was ze ook nog eens vriendelijk, grappig, geduldig en deskundig. Omdat ze wist van ons thuisonderwijs, had ze een handout gemaakt van de vogelanatomie. Becky komt uit de Verenigde Staten en had daar al met thuisonderwijskinderen gewerkt, dus ze vond het helemaal niet vreemd dat wij op een maandagochtend een praktijkles taxidermie combineerden met het voederen van knuffeldieren, om maar eens iets te noemen.

Victoria (3) brengt dwangvoeding toe bij een mol.

De keep bleek voldoende ontdooid. Becky nodigde ons uit om vanuit het amfitheater bij de snijtafel te komen staan. Zo konden we goed meekijken bij het prepareren. Hersentjes eruit, hartje, ingewanden, alles puntgaaf. Ze liet het maagje zien en sneed het open: het zat nog tjokvol eten. Onze keep was dus geen hongerdood gestorven.

Ze had al meteen gezien wat de doodsoorzaak was. Wij bleken het ziektebeeld niet helemaal correct te hebben ingeschat. Wat we hadden aangezien voor tumoren, bleken in werkelijkheid…

… teken. Eén teek zou hij wel overleefd hebben, maar drie was te veel. Drie joekels van parasieten waren ons keepje fataal geweest.

Becky haalde geroutineerd de vogel leeg, waste hem en vulde het donzen vogelhuidje weer op. Daarna naaide ze hem dicht. Een tikkie grof, dat wel. De keep zou namelijk niet publiekelijk tentoongesteld worden, maar in de wetenschappelijke collectie terechtkomen. Achter gesloten deuren, ergens in de catacomben van het museum – het hoefde dus geen onzichtbaar ritssluitinkje te worden. Becky vertelde dat ze eens een stagiaire had gehad, een student Diergeneeskunde, die bij zijn studie had geleerd om heel netjes te hechten, met piepkleine steekjes. Het duurde eeuwen voordat hij de geprepareerde dieren bij Naturalis dichtgenaaid had. Becky was zo klaar. Maar onze keep zag er prachtig uit. Ze aaide nog eens over zijn veertjes. We lieten hem met een gerust hart achter.

Raadgedicht

19 oktober 2015

Drie weken geleden zag ik het voorbijkomen op twitter: raadgedicht. Sindsdien is het vaste prik. Op maandag kijken we wat het nieuwe gedicht is, gedurende de week denken we erover na en op vrijdag bekijken we de oplossing.

Raadgedicht is een idee van kinderboekenschrijfster Rian Visser. Zoals veel goede dingen in het leven is het concept verrassend eenvoudig: in een raadgedicht ontbreekt één woord. Tien maandagen lang komt er een nieuw gedicht online van een bekende jeugddichter. Elke week kun je tot donderdag 17.00 uur je oplossing insturen en elke vrijdag wordt de uitkomst bekendgemaakt.

Het leuke is dat alle leeftijden gelijkwaardig raden: volwassenen hebben misschien een voorsprongetje door een grotere woordenschat, maar dat wordt door jongere kinderen ruimschoots gecompenseerd door originaliteit. Hokjesvrij denken: het voorrecht van de jeugd. Daarbij biedt raadgedicht fantastisch veel gespreksonderwerpen. Hoeveel lettergrepen heeft het woord volgens jou? (En voor jongere kinderen: wat is een lettergreep?) Is het raadwoord een zelfstandig naamwoord of niet? (Een woord waar je ‘een’ voor kunt zetten.) Zie je een patroon, zoals een beginletter die steeds terugkomt of een klank die mooi past bij de rest? Kan het woord een tegenstelling zijn van iets wat eerder gezegd is, of is het eerder een synoniem?

In het gedicht van vorige week, ‘Vissen’ van Corien Oranje, vonden wij dat het zowel een bijvoeglijk naamwoord als een bijwoord kon zijn. Een bijvoeglijk naamwoord, omdat er iets kan staan over de koralen zelf: stralende, wulpse, rode. Of een bijwoord, over hoe er ‘gewuifd’ wordt: langzaam, speels, moedig. Maar Jet (13) had nog een ander idee. Zij dacht aan ‘tienduizend wuivende koralen’. Een telwoord dus.

Fragment uit ‘Vissen’ van Corien Oranje.

Ieder gedicht zorgt wel voor iets waarover we in gesprek raken. Zonder waardeoordelen, zonder goed of fout, met verrassende uitkomsten. Bij ‘Strand’ waren de kinderen bijvoorbeeld eensgezind van mening dat de ik-persoon een meisje was. Die gedachte was bij mij niet eens opgekomen, omdat ik wist dat het geschreven was door Ted van Lieshout. Verder vond ik dat het raadwoord absoluut een werkwoord moest zijn, en dat het in contrast moest staan met ‘durven’ in de regel eronder. Daar waren de kinderen het niet mee eens (terecht, bleek later).

Fragment uit ‘Strand’ van Ted van Lieshout.

Maar de gedichten zijn niet alleen kapstokken voor taalonderwerpen. ‘Skelet’ van Rian Visser paste toevallig mooi bij het anatomiehoofdstuk waar we mee bezig waren. Tijdens het lezen namen we met een tekening de botjes door, om Cato (8) en onszelf op ideeën te brengen voor het raadwoord. Waren het (vinger)kootjes? Ribben? Wervels?

Ik besloot er een poëzieweek van te maken, dat hadden we al een poos niet gedaan. Het zal u verbazen, maar mijn kinderen stonden niet onmiddellijk te juichen. Als zeven geitjes kroop de een onder een kussen, holde een ander de kamer uit en sloot de derde zich op in het toilet. Nou geef ik niet snel op, dus er kwam een pot thee op tafel, een halve overgebleven chocoladetaart van het weekend (daarmee wordt zelfs vectormeetkunde gezellig) en een stapel verzamelbundels. En geloof het of niet, maar dan komt de stemming er vanzelf in. Eerst wil iedereen zijn favoriete gedicht voorlezen: ‘De idioot in het bad’ (Jette, 13), ‘Insomnia’ (Philip, 16), ‘Oertijd’ (Cato, 8) – altijd mooi om aard en leeftijd te zien weerspiegelen. En daarna geht’s loss. Dan herinnert eentje zich een bekende strofe van een tijd geleden. Of zien ze op de bladzijde ernaast een gedicht dat ook leuk is.

Of iemand wordt nieuwsgierig naar wat er nog meer geschreven is door een bepaalde dichter. Of een grote broer of zus wil iets voorlezen aan een kleinere, omdat ze er zulke goede herinneringen aan hebben.

Net als bij de raadgedichten zoeken we dan naar patronen. We kijken naar het ambacht, want dichten is meestal niet het onder elkaar zetten van rijmende zinnen. Ik liet drie versvormen zien: het sonnet, het rondeel en het kwatrijn. Vervolgens maakten de kinderen elk een gedicht in een versvorm naar keuze. Cato koos een kwatrijn (rijmschema aaba):

Philip en Jet namen een rondeel (ABab abAB abbaAB, de hoofdletters betekenen dat de hele zin wordt herhaald). Met als resultaat bij Philip:

En bij Jet:

En dat in twintig minuten. Ik gooi het op de chocoladetaart. En op raadgedicht, want dat was de aanzet. In dat kader is er trouwens nog een leuke bundel: In een slootje ben ik een bootje van Bette Westera en Klaas Verplancke (ill.). Die bevat geen raad-, maar raadselgedichten:

Wij zijn een stel, het mes en ik.
Wij zijn al jaren samen.
Het mes snijdt alles kort en klein,
en ik, ik prik met name.

Zo staan er een stuk of twintig in. Net als bij raadgedicht voor een ruime leeftijdsmarge, want ze zijn niet allemaal even simpel; Jet en ik hadden er ook een paar mis.

En onthouden dus, de komende weken: raadgedicht. Nog vier weken iedere maandag een verse.

Het is best weer om een taal te leren. En dat treft, want we gaan ons Rosetta Stone-thuisonderwijsabonnement weer verlengen!

Ben je nog niet bekend met deze laagdrempelige manier waarmee iedereen thuisonderwijs kan geven en krijgen? Kijk dan hier op de uitleg die ik vorig jaar schreef. We hebben genoeg aanmeldingen, dus de deal gaat sowieso door (mits iedereen op tijd z’n abonnementsgeld overmaakt), maar omdat ik het afgelopen jaar veel mensen heb moeten teleurstellen die zich na de sluitingsdatum wilden inschrijven, geef ik nu nog een keer de gelegenheid om mee te doen.

Het komt hierop neer:

  • Toegang tot 25 talen: Engels, Frans, Hindi, Pools, Vietnamees, Spaans, Zweeds, Hebreeuws en meer
  • Alle niveaus, van beginner tot gevorderde
  • Voor alle gezinsleden van alle leeftijden (het programma werkt met plaatjes)
  • Op computer (met headset), iPhone, Android en iPad
  • Totaalprijs van 99 euro per jaar, tot oktober 2016
  • Jaarabonnement stopt automatisch
  • Het bedrag moet vóór 1 oktober 2015 overgemaakt zijn

Hier staan 24 talen waarover je beschikking hebt, en voor ons komt Latijn daar nog bij. Met de demo hier kun je zelf uitproberen hoe het werkt.

Wil je meedoen? Schrijf je uiterlijk maandag 28 september in via het lege velletje op deze pagina, dan stuur ik je aanvullende informatie. Houd daarna wel je mail in de gaten, want de bijdrage moet vóór 1 oktober 2015 overgemaakt zijn om je deelname definitief te maken.

Sombreros, José!

Zeven weken met Jakob (6)

15 september 2015

‘Gaat het schoolwerk nou gewoon door, met de nieuwe baby?’ Als ik een euro kreeg voor iedere keer dat die vraag gesteld werd, waren we nu verhuisd naar de Eikenhorst.

Ik moet zeggen: het leidt natuurlijk wel af, zo’n schatje.

Maar het korte antwoord is: ja, ook met een baby gaan de lessen door. Ware het niet dat deze baby vlak voor de zomervakantie geboren is en de werkboeken niet vanwege hem, maar vanwege zon, zee, slaapzakken en luchtbedden al opgeborgen waren. Toch werden er nog wat losse eindjes afgehecht; dat geeft meer voldoening als je daarna op dat strand ligt.

Zo rondde Jet de complete Duitse cursus af van Rosetta Stone:

En Philip stapte over van thuisonderwijs-met-het-hele-gezin naar highschool op afstand. Omdat dergelijke constructies in Nederland nog niet bestaan -met uitzondering van de Wereldschool, à raison van zevenduizend euro per jaar, waarbij ik met m’n vijf kinderen verwijs naar de Eikenhorst hierboven- zijn we weer uitgeweken overzee. In het buitenland zijn ontelbare mogelijkheden om je diploma online te halen; zoek op ‘high school diploma online’ en er gaat een wereld van solide, geaccrediteerde opleidingen voor je open.

Philip doet het via een school in de Verenigde Staten. Je kunt op die manier in één of twee jaar klaar zijn, maar dat is volgens mijn zoon voor mensen zonder leven. Waar laat een normaal mens anders zijn vrienden, vriendinnetje, bijbaan en drumsessies in een jazzband? En laten we wel wezen, zo’n lichaam krijg je niet als je boven je algebra hangt. Kortom, we mikken op drie jaar. En Nederlands, poëzie en voorlezen doen we nog gezellig met z’n allen, dus de gezinscharme van thuisonderwijs blijft nog even bestaan.

Maar alle officiële studievorderingen terzijde, je kunt je natuurlijk afvragen of er ook zonder werkboeken niet geleerd wordt. Is dit niet belangrijk?

Jet (13) en Victoria (3). Foto: © Gerdine

Of dit?

Cato (8) zoekt (en vindt) krabbetjes met vriendinnen.

Of dit?

Philip (16) en vriend D. (17) met 557,92 km voor de boeg.

Persoonlijk vind ik een week fietsvakantie leerzamer dan twee jaar Nederlandse grammatica. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, hoor, maar als je nou eens niet met je neus boven het studievaardighedenplan en de leerdoelen blijft hangen, vijf stappen achteruit loopt en nadenkt, echt nadenkt waar het nou om gaat, wat is dan belangrijk?

Zelf je fietsroute uitstippelen, die halverwege wijzigen omdat de weg te saai blijkt, veerdiensten checken, genoeg water meenemen, op het laatste moment slaapplaatsen regelen, je neus stoten op een bonnefooicamping en twintig euro verliezen; daar leer je van. Mits op eigen initiatief. Als ik de opdracht had gegeven: ‘Plan een fietsvakantie met je vriend. Bereken de kortste route van Schoorl naar Assen, via Bolsward en Roodeschool, maak een paklijst en een budget en houd rekening met tegenvallers’, dan had het zijn doel voorbijgestreefd.

En om meteen maar even door te gaan: is bessen plukken minder leerzaam dan een biologiewerkblad invullen? Zelf cakejes bakken, die mislukken omdat je het bakpoeder vergeten was, wat je dus nu nooit meer vergeet? Een huilende baby troosten? Ja dus, de lessen gaan gewoon door met een nieuwe baby. In sommige gevallen is die baby zelf de les.

Eigenlijk zeg ik dit vooral voor mezelf. De kunst is om het te blijven zien. Vooral ikzelf. Om dat voldane gevoel niet pas te krijgen nadat ik zes uur Amerikaanse geschiedenis, werkwoordsvervoegingen, Duitse woordjes, schoonschrijven en celbiologie heb weten te jongleren in een opgeruimd huis, keurig gevouwen was en een biologische maaltijd, waarna ik drie kinderen heb afgezet op sociaalverantwoorde clubjes en de rest van de avond kan doorbrengen met mijn echtgenoot. De kunst is om het te zien terwijl de achtjarige is uitgeschoten met voedingskleurstof bij haar knutselproject, terwijl ik de telefoon van mijn zestienjarige uit zijn rechterhand moet beitelen, terwijl er nog honderdvijftig geboortekaartjes liggen te wachten en mensen zeggen: ‘Ik dacht al, wat raar, geen kaartje’, terwijl er niets terechtkomt van mijn dagplanning, omdat de baby zich met minuscule vingertje heeft vastgegrepen aan mijn shirt en onder geen beding neergelegd wil worden. Dan is het de kunst om de les in alles te zien.

Pas als ik op die manier kijk naar omgevallen beslagkommen, boze dertienjarigen en buikkrampjes, dan zie ik weer waar het eigenlijk om gaat. Dan zijn de zeven weken met Jakob er ineens dertien geworden en denk ik: ik zou niet anders willen.

Valreeptips voor de NOT

30 januari 2015


Als je zaterdag nog een gaatje hebt, zou ik gaan. Je hebt maar eens per twee jaar de mogelijkheid en bovendien blijft die kwakkelwinter morgen toch doormodderen, aldus weeronline. Waar is het op zo’n dag beter toeven dan op een beurs vol onderwijsmateriaal, museumkraampjes en boeken?

Aanmelden kan gratis en voor niks: op de site van de NOT. Via die link kun je eventueel ook een dagkaart van de NS aanschaffen voor 20 euro. Je hoeft niet in het onderwijs werkzaam te zijn, iedereen mag naar binnen. We signaleerden mensen met ‘Belastingdienst’ op hun naamkaartje, maar je kunt bij de bedrijfsnaam natuurlijk ook iets gezelligs invullen.

Op de site en in het boekje dat je bij de ingang krijgt, staan alle 350 exposanten met naam en locatie. Kun je een plannetje maken voor de route die je wilt gaan. Wij hadden dit jaar weinig noten op onze zang; ik hoefde geen methodes aan te schaffen en we kwamen vooral om ideeën op te doen en rond te snuffelen tussen de plezanterietjes. Hieronder een paar tips voor de NOT 2015 – in willekeurige volgorde.

  • Rekenstaafjes of base ten blocks voor onder meer Singapore Math.

    Educatheek – hal 10, locatie A044. Geweldige, thuisonderwijsvriendelijke leverancier. Van speelzand tot magnetische breukensets, via opblaasbare zonnestelsels, kleuterpuzzels, rekenstaafjes, letterdozen en zandvormpjes; een groot assortiment spullen met goede beursaanbiedingen.

  • Kinheim – hal 9, locatie A050. Veel werkboekjes die handig zijn bij zelfstandig werken. Hun serie ‘Topo Trainen’ vind ik nog steeds een van de beste in zijn soort (niet vergeten het correctievel erbij te kopen) en de geschiedenisreeks ‘Tijdvak’ is leuk, overzichtelijk en sluit goed aan op de geschiedeniscanon. Verder hebben we dit jaar een aantal puzzelboekjes gescoord: Franse woordjes voor Jet (12), spreekwoorden en taalspelletjes voor Cato (7). De beursprijzen zijn concurrerend met de reguliere prijzen: in plaats van 6,50 betaal je nu 4,50 euro per boekje én je kunt alles per stuk kopen in plaats van in sets.
  • Bekius schoolmaterialen – hal 9, locatie D080. Mooi ontwikkelingsmateriaal en veel spellen. Zelf heb ik dit jaar de denkspellen van Thinkfun laten passeren, maar ik twijfel nog steeds of dat een goede zet was, met die kortingen van dertig procent. Mocht je ideeën willen opdoen of materiaal uit de stal van Rush Hour en Camelot Jr. willen aanschaffen, dan zou ik er even langswippen.

Laser Maze van Thinkfun.

  • Naturalis – hal 8, locatie A056. Ze staan in het hoekje bij Archeon, Rijksmuseum, Zuiderzeemuseum en andere uitjes. Als je een Naturalisfolder meeneemt met hun onderwijsprogramma, zit er meteen een gratis toegangskaart in. Van de grote hoeveelheid gratis tassen die op de NOT verstrekt worden, heeft Naturalis dit jaar by far de mooiste.
  • Zwijsen – hal 10, locatie B033 (let op: niet hun locatie in hal 9). Mooie geplastificeerde posters van Europa, Wereld en Nederland, plus nog wat taal- en rekenposters. In de winkel 7,95, nu drie posters voor een tientje.
  • Entoen.nu – hal 8, locatie D048. De canon van de Nederlandse geschiedenis, moet je natuurlijk even langs.
  • Klas voor de toekomst – hal 11, locatie A078. Je kunt er niets kopen, maar wel een toffe demonstratie zien van de Legoleerlijn: een lespakket waarmee kinderen van 4-18 kunnen leren programmeren. Van simpele opdrachten tot ingewikkelde Lego-robots.

Jet in de klas voor de toekomst. Foto © Gerdine.

  • Het kinderboekenstraatje – hal 10. Een pad lang uitsluitend kraampjes met kinderboeken. Er zaten dit jaar geen enorme uitschieters bij, maar uitgeverij Gottmer moet je beslist even bezoeken. Zij hebben naast hun geweldige fondslijst een erg mooie beursaanbieding van drie boeken voor 15 euro – titels die doorgaans 15 euro per stuk zijn. Gottmer dus, in hal 10 op locatie B041.
  • Onze Taal – hal 10, locatie A017. Als je een béétje hart hebt voor het Nederlands, dan ga je hier langs. En anders ook. Want dan maak je gebruik van hun beursaanbieding en ga je zingend naar huis. Alleen al voor Onze Taal is het die treinreis waard.

Morgen dus, zaterdag 31 januari, de laatste dag van de Nationale Onderwijstentoonstelling. Jaarbeurs in Utrecht, geopend van 10 tot 16 uur. Haal hier je e-ticket.

Vorige bezoeken aan de NOT:


Sinds twee jaar zijn de kinderen druk in de weer met Rosetta Stone, het beroemde taalprogramma dat wereldwijd lof oogst. Philip (15) leert er Spaans mee, Cato (7) doet Engels en Jette (12) geht los met Duits. En ik moet zeggen: het werpt zijn vruchten af.

Het mooie van Rosetta Stone is dat het geschikt is voor elke leeftijd en discipline, het is laagdrempelig en je kunt zelf kiezen waar je het accent legt. Vooral lezen en schrijven oefenen? Check. Liever alleen luisteren en uitspraak verbeteren? Ook dat kan.

Het enige nadeel is dat het nogal kostbaar is. Als je alle niveaus wilt afnemen (vergelijkbaar met vijf leerjaren voortgezet onderwijs), ben je ongeveer 350 euro kwijt. Per taal.

Daar hebben we iets op gevonden. Naast indivuele pakketten biedt Rosetta Stone namelijk ook onderwijsabonnementen aan. Met een aantal thuisonderwijzers hebben we de handen als vanouds ineen geslagen en zijn zo’n abonnement aangegaan. Voor 99 euro per jaar leren we nu al twee jaar lang, met het hele gezin, met keuze uit 25 talen op álle niveaus.

Dus als je wilt instromen in het hoogste niveau Engels, maar vanwege de vakantie in Rome tegelijkertijd een beginnetje wilt maken met Italiaans, dan kan dat. Of als je je Frans wilt oppoetsen, maar net wat verder bent dan ‘Bonjour, je m’appelle Pascale’, dan bepaal je in drie muisklikken je niveau. En als je bezig bent met een project over China, dan kun je gewoon een maandje Mandarijn erbij leren om de smaak te pakken te krijgen.

Kortom, we zijn er blij mee. En nou komt het: dit jaar lijken we de 75 benodigde abonnees niet te halen. Dat zou jammer zijn. Maar het heeft ook een voordeel: we kunnen ons buitenkansje dit jaar delen! Met iedereen die, wel of geen thuisonderwijs, ook een taal (of twee, of zeven) wil leren. Met jullie!

Er zijn nog 15 plaatsen beschikbaar. Je moet alleen wel snel beslissen: uiterlijk donderdag 9 oktober om 19.00 uur*. (Ik voel me een beetje de encyclopedieverkoper met een voet tussen de voordeur, maar ik hoorde pas vanavond dat zonder 75 mensen het abonnement niet verlengd kon worden, anders had ik wel eerder getoeterd.)

Samenvattend:

  • Je krijgt toegang tot 25 talen (Engels, Frans, Italiaans, Hindi, Pools, Vietnamees, Spaans, Zweeds, Hebreeuws…)
  • Op alle niveaus, van absolute beginner tot grote gevorderde
  • Voor alle gezinsleden van alle leeftijden (het programma werkt met plaatjes)
  • Op computer (met headset), iPhone, Android en iPad
  • Voor een totaalprijs van 99 euro voor een heel jaar, t/m oktober 2015 en het stopt automatisch.

Wil je meedoen? Stuur dan uiterlijk donderdag 9 oktober 19.00* uur een mail via het lege velletje op deze pagina, dan zend ik je aanvullende informatie. Houd diezelfde avond wel je mail in de gaten, want de bijdrage moet vóór 10 oktober* overgemaakt zijn om het abonnement te laten doorgaan.

Hier staat over welke 25 talen je precies de beschikking hebt, en met de demo hier kun je zelf uitproberen hoe het werkt.

— update 10 oktober —

* Deadline bereikt en missie volbracht. Ik heb vierenveertig mails gekregen waarvan eenenveertig mensen zich aangemeld hebben. Namens Wilde Ganzen: onze hartelijke dank!