Kom mee naar de NOT

9 januari 2013

sjouwen

Niet vergeten, hoor! Over twee weken is het weer zover: de Nationale Onderwijstentoonstelling. De beurs voor iedereen die zich met opvoeding en onderwijs bezighoudt.

Net als grote sportevenementen vindt het slechts eenmaal per twee jaar plaats. Eigenlijk vult de NOT het gapende gat tussen het EK en het WK. In die donkere januarimaand, juist als u denkt dat het nooit meer licht wordt, is daar de NOT. Een Utrechtse jaarbeurs vol leesboeken, lesboeken, kinderboeken, spelletjes, cultuur, techniek, projectideeën, muzikale en creatieve standjes.

Het is raadzaam om een casinohouding aan te nemen en vooraf met jezelf af te spreken hoeveel je gaat uitgeven – want man, zodra je je eigen zwakheden een ogenblik met de mantel der educatieve liefde bedekt, ben je aan de wilde beesten overgeleverd. Wanneer men echter als een Zeeuws meisje de hal betreedt, één hand op de knip en de andere wijd open voor alle goodie bags, dan komt u in een eldorado van nieuwe producten en goeie ideeën terecht. Ook als u geen (thuis)onderwijs geeft.

Officieel heet de entree 15 euro te zijn, maar in de praktijk kan iedereen hier een gratis toegangskaart aanvragen; kies de derde optie: ‘Ik heb geen uitnodiging, maar ik wil toch registreren voor een gratis bezoek’. Als je eenmaal in het systeem zit, krijg je iedere twee jaar opnieuw een uitnodiging. Wel snel zijn nu, want de beurs is van 22 tot en met 26 januari en de toegangskaart wordt thuisgestuurd.

Ik ga nog even wat kniebuigingen doen en mijn zijwaartse duik oefenen – die stapel educatieve posters is zo goed als in de pocket.

—–

  • Meer informatie op de site van de NOT. Het is handig vooraf een lijstje te maken van producten en uitgeverijen die je graag wilt bezoeken, want de beurs is zo groot dat je erin kunt verdrinken. Voor je het weet dool je drie kostbare kwartieren door de hal met schoolmeubilair en presentielijstsystemen terwijl je eigenlijk bij de kinderboeken en wiskundespellen had willen kijken. Hier een deelnemerslijst met standnummers.

Tekenfilmpjes maken

18 september 2011

Buiten huilt de wind om het huis, binnen maken we tekenfilmpjes. Ik dacht dat ik de link al eens gepost had, maar dat was niet zo. En dat terwijl het toch zo’n leuk programmaatje is: met Pivot Stickfigure Animator kun je zelf heel gemakkelijk animaties maken.

Philip kreeg de link jaren geleden door en is er nog steeds enthousiast over. Het is geen programma dat hij dagelijks (of wekelijks of maandelijks) opstart, maar bij vlagen kan hij heel fanatiek worden en maakt hij een tijdje achter elkaar iedere dag wel een paar filmpjes.

Hier een voorbeeld van vier seconden, lukraak geplukt uit de lijst filmpjes die hij in de loop der tijd maakte, om een indruk te geven van de animatievorm.  

Het programma begint met één stokpoppetje dat je beeldje voor beeldje in een andere stand kunt zetten. Daarnaast is er een arsenaal aan attributen en typetjes (cowboy, paard) die je kunt inladen om verhaallijn in je film te brengen. Bij Philip bestaat het vooral uit veel geweren, zwaarden, vallende rotsblokken en massagevechten – we geven niet voor niets thuisonderwijs natuurlijk. Maar als je er iets dieper induikt en verder gevorderd raakt, ontdek je steeds meer: de ledematen hoeven geen luciferhoutjes te zijn, je kunt zelf figuren ontwerpen, bewegingen verfijnen en natuurlijker maken.

Op deze pagina staat een knop om Pivot te downloaden.    

ScratchpoesVoor kinderen en grote mensen die liever willen leren programmeren, had ik eerder al deze link gepost over Scratch. Persoonlijk kreeg ik bij het woord programmeren een glazige waas voor de ogen, maar Scratch is een écht eenvoudige programmeertaal waarmee je in een halve middag al heel wat voor elkaar krijgt.

Voetreis naar Rome

6 september 2011

Ik hoor u denken: ‘Quo vadis?’

Dat is vanaf nu gemakkelijk af te lezen aan de Peutinger kaart die voor iedereen beschikbaar is.

Zo leuk, vul begin- en eindbestemming hier in op omnesviae.org en je krijgt de handigste route uitgestippeld, of je nu van Voorburg naar Valkenburg wilt of van Mediolanum (Milaan) naar Rome.

Zoals Google Maps je fijntjes wijst op points of interest, de snaai- en graaiplekjes, hotels en andere pleisterplaatsen, zo diende de Romeinse kaart ook een economisch doel. De wegwijzer, die gemaakt was om de legers sneller op hun kampplaatsen te laten komen, werd al snel ontdekt als economisch buitenkansje: langs de wegen werden tabernae (tavernes) gebouwd, stationes en stabulae, Romeinse hotels waar je kon uitrusten, eten en van paard kon wisselen.

De Peutinger kaart is een dertiende-eeuwse kopie van een Romeinse reiskaart van omstreeks 200 na Christus. Hij beslaat het hele gebied van het Romeinse rijk en alle delen in het oosten die door Alexander de Grote veroverd werden. Het origineel wordt bewaard in de nationale bibliotheek van Oostenrijk, maar gelukkig kan nu iedereen zijn eigen pelgrimsroute online aflezen.

Op wikipedia staat meer over de Tabula Peutingeriana.

Waterwerken

16 maart 2011

Zoals het trouwe onderdanen van onze toekomstige vorst betaamt, hebben wij ons beziggehouden met watermanagement. Na de zeebeving in Japan is het gruwelijk actueel, maar we waren met dit project bezig voordat de grond onder de Grote Oceaan begon te beven.

We gingen naar Hoek van Holland, sinds jaren een favoriete plek van mijn kinderen. Deze keer hebben we er voor het eerst een workshop gevolgd, bij de stormvloedkering.

De meeste musea bieden schoollessen aan en als thuisonderwijsgroep kun je zo’n les ook reserveren. Dat is een prachtige manier om meer te weten te komen over een onderwerp. De mensen die deze lessen geven zijn vaak erg deskundig en enthousiast en omdat je ter plaatse bent, spreekt het onderwerp meer dan wanneer je er een boek over leest of een filmpje van bekijkt.

Op een filmpje zie je namelijk niet hoe reusachtig groot zo’n deltawerk is. In één poot zit evenveel staal als in twee Eifeltorens. Ze lijken er ook een beetje op.  

En als je zelf de Rijn bij Lobith ons land laat binnenstromen, maakt dat meer indruk dan wanneer je het op een plattegrond ziet.

Plattegronden waren er trouwens wel, hoor. Maar bijzondere. Reliëfkaarten die lieten zien wat er gebeurt als de sneeuw in de Alpen smelt en met de rivieren mee naar Nederland komt. Als het dan ook nog eens vaker gaat regenen én de poolkappen smelten, dan zie je met eigen ogen hoe sommige delen van het land vol water lopen.

De les was bedoeld voor kinderen vanaf 10 jaar, dus we hadden ons voorgenomen zelf de kleintjes te vermaken. Maar de onderwijsmevrouw vond het geen enkel probleem om de jongste kinderen er ook de hele workshop bij te hebben: ‘Dan pas ik het gewoon een beetje aan.’ Dat deed ze geweldig.

Zo kregen we met z’n allen les. Eerst een klein hoorcollege. 

Daarna een practicum.

De kinderen ontvingen een lijst postcodes om in te vullen in het Actueel Hoogtebestand. Konden ze zien wat de hoogteverschillen in Nederland zijn. Woon je zelf onder of boven NAP? En de inwoners van Maastricht? Zouden opa en oma droge voeten houden zonder dijken? En tante Bep in Warnsveld? 

Vervolgens trok de juf met ons het Keringhuis in om het aanschouwelijker te maken. Iedereen kreeg een lijst met quizvragen die tijdens de rondleiding ingevuld kon worden. 

Wist je dat er in Nederland zo’n 17.000 kilometer aan dijk ligt? Dat is verder dan van hier naar Australië. Een gezin uit onze groep komt daar vandaan, die weten hoe ver dat vliegen is. En wist je dat de stormvloedkering er tweeënhalf uur over doet om helemaal te sluiten? Nadat de enorme armen tegen elkaar geschoven zijn, laten ze ze heel langzaam zakken, zodat alle slib eronder weggespoeld wordt door de druk van het water.

Ik heb de serie al eens eerder genoemd bij onze tijdreis door de Beemster, maar Rondje Nederland sluit hier goed bij aan. We hebben met veel plezier alle zes delen gevolgd over de variëteit in het Nederlands landschap. Deze aflevering over de Deltawerken was bij uitstek geschikt voor onze waterworkshop.  

Een van de moeders had Tinka’s toverreis mee, een relatief onbekend prentenboek over de Nederlandse watergeschiedenis en -toekomst. Het is geen parel van schone letteren, maar de uitgave is mooi verzorgd met kleurige, duidelijke tekeningen en het verhaal is leuk. Bovendien is het het enige boek dat ik ken dat zowel de Deltawerken als het Cruquiusgemaal in verhaalvorm verwerkt heeft. De armen van de stormvloedkering worden vergeleken met vleugels van een beschermengel – da’s mooi toch?

Om nog eens te zien waar die Deltawerken voor nodig zijn, hier een paar filmpjes over de Watersnoodramp van 1953. Polygoonjournaals en buitenlandse ontwikkelingshulp voor Nederland.

Na afloop van de waterklas bleek de lente te zijn doorgebroken. Jassen op het gras, uitrazende kinderen, boterhammen uit de tas. Zo konden we geheel in stijl lunchen. Op een dijk, de blik gericht op de Maeslantkering, de Nieuwe Waterweg en de enorme schepen die, sinds jaar en dag, naar verre, vreemde oorden voeren.  

Triptiek (3)

8 februari 2011

Ja, een triptiek bestaat uit drie delen, ja. Maar hoelang denk je dat een Memling, een Van Eyck met hun drieluiken bezig waren? Goedbeschouwd ben ik dus aan de vlotte kant. Hier is het derde paneeltje al.

Een fantastisch boek: De aap van Rembrandt.

Antoon Erftemeijer verzamelde een enorme hoeveelheid anekdotes over westerse kunstenaars, vanaf de Oude Grieken tot nu. Hij heeft het wetenschappelijk aangepakt, met een bulk aan bronnen en een uitvoerig nawoord waarin hij de aard en betrouwbaarheid van de anekdotes van alle kanten belicht. Dat is aan de ene kant prettig, want ik hou van grondig, maar aan de andere kant doet het een beetje af aan de luchtigheid van de verhaaltjes. Maar als je de moeite neemt gewoon te beginnen, dan grasduin je vanzelf die 524 pagina’s wel door.

Er zitten lugubere, krankzinnige en prachtige verhalen bij. De komende dagen zal ik er een paar hier op het blog zetten, dan kan iedereen daarna een tweedehands exemplaar van het boek gaan kopen en gaat het zo goed lopen, dat er weer een herdruk zal komen. Ik noem er alvast eentje. Het is een bekende, de moeder aller kunstenaarsanekdotes bijna, maar hij blijft aardig.

Zeuxis en Parrhasios

De schilder Zeuxis (5e eeuw v. Chr.) was al tijdens zijn leven beroemd. Op een keer ging hij een schilderwedstrijd aan met zijn collega Parrhasios, die zichzelf de ‘prins van de schilderkunst’ noemde. Toen de beide kunstenaars klaar waren met schilderen, onthulde Zeuxis zijn schilderij van een paar druiven. De druiven waren zo natuurgetrouw geschilderd, dat de vogels erop afvlogen.

Opgewonden door het oordeel van de vogels, riep Zeuxis dat Parrhasios nu het gordijn dat voor zijn schilderij hing, maar eens moest weghalen. Daarop bleek dat het gordijn door Parrhasios zelf geschilderd was. Zeuxis moest erkennen dat zijn rivaal gewonnen had: Zeuxis had vogels weten te misleiden, maar Parrhasios had een schilder kunnen bedriegen.

Later schilderde Zeuxis ook eens een jongen die druiven droeg. Toen de vogels daar weer op afvlogen, ergerde hij zich en zei: ‘Ik heb de druiven beter geschilderd dan de jongen, want als de laatste werkelijk geslaagd geweest was, dan hadden de vogels bang moeten zijn.’

Van collega H. kreeg ik nog een mooie link die goed van pas kan komen: Google Art Project.

Een soort street view, maar dan in het museum. Tot nu toe werken zeventien musea mee, waaronder het Rijksmuseum en het Van Gogh, om je hun meesterwerken van heel dichtbij te tonen. Je kunt zo ver inzoomen dat je bij Het Joodse bruidje het kloddertje witte verf ziet zitten waardoor haar ring zo prachtig glinstert.

En naar aanleiding van de tv-serie over Rembrandt heeft Philip laatst de symbioses weer eens bekeken van Star Wars en klassieke meesterwerken: Star wArts (geef toe, hij is leuk gevonden). Philip was blij verrast dat hij van minstens de helft de schilder of het werk zelf kon determineren. Een aantal schilderijen dat hij niet herkende, zocht hij op internet op. Lijkt me een mooie opdracht bij het onderdeel ‘studievaardigheden’ voor de citotoets.

Gelezen

23 januari 2011

Voordat ik drie aanraders van de afgelopen maand geef, eerst dit:

BetterWorldBooks

voor al uw gratis verzonden Engelstalige boeken. Drie jaar geleden gaf ik Bookdepository, inmiddels genoegzaam bekend, en ook AbeBooks en Amazon hebben een selectie zonder verzendkosten. Maar BetterWorldBooks vind ik goed omdat zij a. een aanzienlijk deel van de winst besteden aan alfabetisering en je er b. veel tweedehands kunt opduikelen. Vind ik zelf handig voor boeken die ik maar kort denk te gebruiken: prentenboeken, snelleespockets, oudere boeken die nooit in Nederland zijn uitgegeven. Daarnaast schijnt BWB voor ieder verscheept pakketje ergens een paar bomen te planten; ik ben altijd wat sceptisch over het waarmaken van ‘klimaatneutrale’ beloftes, maar het idee is mooi natuurlijk.

En dan nu drie Nederlandse titels die ik de moeite waard vind. Dit is een.

Het heeft er alle schijn van dat De avonturen van kapitein Kwadraat een gekunsteld, geforceerd educatief boek over rekenen is, maar gelukkig is dat niet zo. Peter Smit, wiens stijl ik meer en meer ben gaan waarderen sinds ik kennismaakte met zijn werk in Jan Janse Weltevree (nu uitgegeven als: De strijd om de Beemster), heeft eigenlijk gewoon een mooi verhaal geschreven. 

Er wórdt wel gerekend in het boek; of zoals je op de middelbare school bij literaire tekstanalyse zou zeggen: rekenen is een van de motieven in het verhaal, maar dat is doorzettingsvermogen ook, en eerlijkheid. Het staat in dienst van het verhaal, niet andersom. 

Kapitein Kwadraat is een grappig en tamelijk spannend avontuur over een jongen die aanmonstert op een schip dat naar het Caraïbisch gebied afreist. Iedereen wil wel met kapitein Kwadraat meevaren, omdat hij als een van de weinigen de opbrengsten van zijn zeereizen eerlijk verdeelt onder de bemanning. De reis voert hen naar een eiland met een vulkaan die volgestort is met goud. Velen hebben geprobeerd het goud te bemachtigen, maar geen mens is levend teruggekeerd. Of het kapitein Kwadraat en zijn mannen wel lukt om heelhuids met de schat terug te keren naar Texel, en wat de rol is van Zacharias (Zach Hooij), moet je zelf maar lezen. 

Het tweede boek had ik gezien bij onze Vlaamse vrienden, en gelukkig is het ook verkrijgbaar in Nederland.

Met flaporen de wereld rond is een voorleesboek zoals we dat kennen van Arend van Dam, maar dan -uiteraard- met de eigen, prettige stijl van Kristien Dieltiens.

Het heet de geschiedenis van België, maar omdat die tot 1830 gelijk opgaat met de Nederlandse, is vier vijfde van het boek net zo goed ‘van ons’. Ik eigen me iemand als Pieter Bruegel de Oude dan ook graag toe. Daarbij is het leuk dat de nadruk natuurlijk ligt op de zuidelijke contreien. Hierdoor lees je over gebeurtenissen en namen die in Nederlandse geschiedenisverhalen weinig aandacht krijgen, zoals de Guldensporenslag, Boerenkrijg, priester Daens en René Magritte. Ik vind het zelf altijd prettig om iets van een boek te kunnen inzien, daarom heb ik een van de dertig verhalen gescand. Hier het hoofdstuk over Godfried van Bouillon als pdf.

Als laatste nog een boek over de Vlaamse geschiedenis.

Roots gaat over Hannah, een zestienjarig, Amerikaans meisje met Vlaamse wortels. Hannah komt naar België om te studeren en logeert bij haar grootvader, een Vlaamsgezinde brompot die vroeger geschiedenisles heeft gegeven. Terwijl opa zijn kleindochter meeneemt naar plaatsen als Brugge en Ieper, vertelt hij over de geschiedenis van België. De Vlaams-Waalse taalstrijd staat centraal in het boek, waarbij de sympathie overduidelijk uitgaat naar de Vlamingen.

Hoewel Verleyen veel informatie geeft, vind ik het door de ‘opa vertelt’-formule geen saai verhaal. Wat ik wel een minpuntje vind, zijn de cartoonachtige tekeningen in het boek. Er is ongetwijfeld over nagedacht om voor dit genre te kiezen, maar juist omdat de informatie in het boek zo uitgebreid is, denk ik dat verhelderende illustraties beter zouden passen dan lollige.  

Roots heeft een oudere doelgroep dan Met flaporen de wereld rond. De leeftijdsaanduiding is 14+ en dat klopt ook wel, naar mijn idee. Voor Philip en Jet is het in ieder geval nog wat hoog gegrepen. De verhalen uit Flaporen kunnen wel mooi als fundamentje dienen waar in Roots op voortgebouwd wordt.

Gesurft voor u

20 december 2010

Een paar links die van pas kunnen komen.

Deze is ‘gewinkeld voor u’. De korte themafilmpjes uit het NCRV-programma Willem Wever (door Cato consequent uitgesproken als Willem Bever) zijn gebundeld. Je kunt ze op internet bekijken door ze stuk voor stuk op de beeldbank op te zoeken, maar HEMA heeft ze ook allemaal op dvd per onderwerp. In de online HEMA kosten ze 6,95 euro, maar als je even naar de echte winkel wandelt, is het 5 euro per dvd.

Hier alvast een voorproefje in de categorie geschiedenis: ‘Waarom heeft Rembrandt de Nachtwacht op deze manier geschilderd?’

En dan deze. Want je zult maar ingesneeuwd zitten zonder anatomische atlas. Zul je altijd zien dat je juist dán wilt weten hoe de alvleesklier retroperitoneaal in de buikholte ligt. Daar heeft google wat op gevonden; sinds kort is er de Body Browser, een virtuele, driedimensionale, anatomische atlas. Daarmee kun je laagje voor laagje in het menselijk lichaam kijken.

Er zijn verscheidene youtubefilmpjes van mensen die de Body Browser demonstreren, het een wat puberaler dan het ander (want welke lichaamsdelen kun je allemaal onderzoeken?), maar hier zijn nog twee uitgebreidere presentaties: deze is met (Engelstalig) commentaar en deze is zonder commentaar.

Om Body Browser zelf te kunnen gebruiken, moet je wel even de nieuwste versie van Firefox, Safari of Chrome installeren. Meer informatie kun je lezen in het nieuwsartikel op webwereld.nl.

In hetzelfde genre, maar net een beetje anders, kreeg ik vorige week deze links van collega H. over het virtueel ontleden van een kikker.