Gastspreker: de schrijver
14 februari 2010
Er zijn in ieder geval 443.000 gezinnen die een boek van hem op de plank hebben staan. En dan heb ik het alleen nog maar over het kinderboekenweekgeschenk, niet eens over al zijn andere boeken met verhalen over eten, dieren en geschiedenis. Fraaie historiën ende alwaar.
En gelauwerd bovendien. Ik heb al vaker de loftrompet over zijn werk gestoken; een groot deel van mijn lijstje met geschiedenis– en biologieboeken bestaat dan ook uit boeken van hem en van zijn wederhelft.
Daarnaast houdt hij een bijzonder onderhoudend weblog bij, waarvan ik altijd denk: als hij de baas zou zijn van het journaal, dan werd meteen het nieuws een heel stuk positiever.
Dames en heren, mag ik een warm applaus voor:
Jan Paul Schutten
———————
Hoe ik op dit blog terecht ben gekomen weet ik niet meer. Ik geloof dat Pascale een keer een post op mijn blog had geschreven met een link naar haar eigen blog. Zoiets was het, maar dat doet er ook niet toe.
Ineens kwam ik in de wondere wereld van het thuisonderwijs! Zou ik zelf thuisonderwijs gehad willen hebben? Nee. Ik zou mijn klasgenoten missen. Zou thuisonderwijs beter zijn dan klassikaal onderwijs? Nou, reken maar. Komen deze kinderen iets te kort op sociaal vlak omdat ze geen klasgenoten hebben? Nee, want ze doen wel weer andere dingen in groepsverband. Zouden zij liever klassikaal onderwijs hebben? Vast niet. Kortom, misschien moet ik die eerste vraag hierboven toch anders beantwoorden. Maar daar gaat dit stukje niet over.
Dit stukje gaat over eigen verantwoordelijkheid. Ik ken twee broers van dichtbij. De een was altijd enorm veelbelovend. De ander had weer andere kwaliteiten. Helaas ging er veel in de familie mis. Hun ouders gingen scheiden en er gebeurde nog veel meer ellende. De veelbelovende broer bracht het er daarna niet zo goed vanaf. Komt door die scheiding en die jeugd natuurlijk. Vindt hij zelf ook. Maar de andere broer is juist een succesvolle wetenschapper geworden. Ondanks die nare jeugd. Volgens hem is dat zelfs dánkzij die nare jeugd.
Het doet denken aan het verhaal over twee schoenenvertegenwoordigers. Ze werden in de jaren vijftig door hun baas naar Afrika gestuurd om te kijken of daar misschien een markt voor hen was. De een ging naar het westen en kwam na twee weken terug. Er viel niets te verdienen. Niemand droeg er schoenen, dus er viel ook niets te verkopen. De andere vertegenwoordiger zit er nog steeds. Hij heeft er een succesvol bedrijf opgezet. Niemand had er nog schoenen, dus er was een gigantische markt.
Kortom, je leven is wat je er zelf van maakt. Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Iedereen wil dan ook zijn stinkende best doen om er het meeste van te maken. De beste opleiding, de beste opvoeding, de beste omstandigheden. Maar uiteindelijk is het aan het kind zelf om er wat van te maken of niet.
Dat is de belangrijkste les die ík mijn kind zou geven.