Kostschool

27 september 2011

Jet verscheen voor de verandering eens zo aan tafel om haar werk te doen.

‘Mijn kostschooluniform’, legde ze uit. U moet weten: Jet is bijna klaar met De dolle tweeling. We waren er vorig jaar al eens samen in begonnen, maar na één boek uit de lijvige omnibus was het voorlezen er om raadselachtige redenen van mijn kant niet meer van gekomen.

Dus pakte Jet hem vorige week opnieuw uit de bibliotheekkast. ‘Weet je dat we deze niet eens uitgelezen hebben?’ zei ze. Ze kon er zelf met haar pet niet bij. Volmaakt tevreden nestelde ze zich thuis op de bank. En daarna in bed. En hij ging mee naar het tuintje. En ik geloof zelfs een keer naar de wc. ’s Morgens vind ik haar met het boek in bed of als menselijke foulard over de bank gedrapeerd, ’s avonds moet ik drie keer controleren of ze het licht nou heeft uitgedaan.  

Af en toe komt ze vragen hoe je een naam uitspreekt of vertelt ze wat voor spannends er te gebeuren staat: ‘O mam, ze gaan stréken uithalen!’ Geloof me, als iedereen op de wereld een meisje van negen in huis zou hebben, kwam er nooit meer oorlog.

Ik hoor haar giechelen. Op de momenten dat ze met haar poppen speelt, komen de namen van kostschoolmeisjes voorbij, de ‘matrone’ houdt zicht op de slaapkamers, ‘Mam’zelle’ is de lerares Frans die streng doch rechtvaardig is. En nu kwam Jet zelf dus zo in de klas.

Net als de dolle tweeling, stelt ze zich voor. En een beetje zoals Laura Ingalls Wilder, want die ging van haar kleine huis op de prairie ook een tijdlang op blote voeten naar de dorpsschool.

Jet woont ook ‘in’. En ze slaapt ook op een gedeelde slaapkamer. De identificatie is onmiskenbaar, zelfs voor iemand met zo weinig fantasie als Jet.

Zoals dat op kostscholen gebruikelijk is, nemen meisjes veel over van hun peers. Cato verscheen prompt met een eigen uitmonstering aan tafel. Omdat zij geen Dolle tweeling leest, hadden haar accessoires een persoonlijke noot.

Want het zou ridicuul zijn om aan je werk te beginnen zonder houten speelgoedolifant als publiek, een glas jus d’orange, een plak ontbijtkoek, twee potjes nagellak en een flesje aceton. Dat krijg je dan weer als je Paulus de boskabouter leest.

Voor iedereen die zich ongerust maakt of Jet niet in een zwart gat zal vallen na De dolle tweeling: ik kan u geruststellen. Er liggen al 635 nieuwe, wervelende pagina’s klaar.

%d bloggers liken dit: