4 mei

4 mei 2015


Foto: Sascha Lobo

Kind: Papa, was sind das für Löcher?
Vater: Die Fassade ist einfach kaputt.
Alte Frau aus dem Hintergrund: Das sind Schüsse. Hier war Krieg.
Vater: Jetzt erschrecken Sie doch das Kind nicht mit sowas!
Alte Frau: Gerade. Gerade das Kind.

Bron: Der Spiegel.

Geknecht

27 maart 2014

Sommige projecten duren een halve dag, sommige een paar jaar. Slavernij was een onderwerp dat al een poosje liep, vanaf de zomer ongeveer. Geen uitgesproken knutselproject (tot opluchting van Philip en Jet en tot verdriet van Cato), maar veel boeken, media en veel praten.

Voordat ik verderga, wil ik eerst dit laten zien.

Daar was iedereen even stil van. Ook Cato, met haar zes jaar, zag wat er gebeurde. Ze snapte niet waarom, maar ze wist net als deze kinderen dat er iets niet klopte. En dan heb je genoeg gespreksstof voor een mensenleven.

Waarom kiezen kinderen die ene pop?

Hoe zorgen schijnbaar onbelangrijke dingen ervoor dat jij anders over jezelf gaat denken? Plaatjes in tijdschriften, lessen in geschiedenisboeken, berichten in de ene of juist andere krant?

Hoe belangrijk is het om, naast je woordkeus, erop te letten hoe je iets tegen iemand zegt?

Gelden die verborgen boodschappen alleen voor huidskleur, of ook voor je dom of slim voelen?

En waarom is het belangrijk om naar de hammam te gaan?

Iedereen weet hoe gemakkelijk het is om van het ene onderwerp in het andere te rollen. Dat is de kunst voor mij: om het te laten gebeuren. Ik vind het geweldig, maar het gebeurt alleen als je er de ruimte voor neemt. Vijftig procent van het onderwijs bestaat uit routinewerk, lessen die moeten gebeuren, sommen die gemaakt worden.

Die andere vijftig procent, daar gaat het om. Gesprekken voeren, associaties laten vloeien, zorgen dat de kinderen zich vrij voelen om hun meningen en ideeën naar voren te brengen – ook al zijn die volslagen politiek-incorrect of ondoordacht. Als je alles kunt zeggen in de beschutting van mensen die van je houden zoals je bent, doe je zelfvertrouwen op. Dan vind je het ook makkelijker om anderen in hun waarde te laten.

Terug naar de slavernij. In augustus luisterden we het audioboek van De hut van oom Tom, de klassieker van Harriet Beecher Stowe. Nog niks voor Cato (zelf hield ik het al niet droog), maar Jet vond het prachtig en Philip vermande zich bij de verdrietige scènes.

Er zijn veel boeken over slavernij geschreven, maar naast Oom Tom is er een die er voor mij met kop en schouders bovenuit steekt: Slaaf kindje slaaf van Dolf Verroen.

Het lijkt een boekje van niks, dun, met grote letters, maar het heeft de impact van een tiendelige televisieserie. Dat komt door het perspectief. Het verhaal wordt verteld door het witte, verwende meisje Maria dat voor haar twaalfde verjaardag een eigen slaafje krijgt. Met een zweepje erbij. Maria vindt het heerlijk. Eindelijk groot! Eindelijk iets om te compenseren dat ze nog geen borsten heeft. Samen met haar nieuwe handtas en lakschoenen maakt het haar heel volwassen. Door de ogen van Maria krijg je zicht op de verhoudingen tussen de volwassenen onderling, de slaven, het sadisme en de waanzin van het systeem – alles op de terloopse, vanzelfsprekende manier van het plantagemeisje.

Ik liet de kinderen deze fantastische brief uit 1865 lezen, van Jourdon Anderson, voormalig slaaf. Jourdon was al enige tijd een vrij man, toen zijn oude meester hem een brief stuurde, waarin hij hem vroeg bij hem terug te komen, met de belofte ‘beter voor hem te zullen zorgen dan iemand anders ooit zou kunnen.’ Het antwoord dat Jourdon per ommegaande verstuurt, is meesterlijk. Tot het einde lezen.

Klik voor de brief (1865) van Jourdon Anderson aan zijn vroegere meester.

Je verwacht het niet, maar van het een komt het ander. Samen met de thuisonderwijsgroep kregen Philip en Jet een rondleiding door ‘De zwarte bladzijde’, een tentoonstelling in het Scheepvaartmuseum over het slavenschip Leusden, dat in 1738 bij Suriname verging.

Het bovendek van de tentoonstelling ‘De zwarte bladzijde’ in het Scheepvaartmuseum, Amsterdam.

Met dezelfde thuisonderwijsjongeren bezochten ze een muziekvoorstelling in het Bimhuis over de invloed van de slavernij op muziek.

DoReMixMax

DoReMixMax

En natuurlijk was er een gedicht. Deze keer uit de mooie bundel Classic Poetry: An Illustrated Collection, samengesteld door Michael Rosen (hij van Berenjacht) met illustraties van Paul Howard.

Henry Wadsworth Longfellow - The Slave's Dream

‘The Slave’s Dream’ (1842) van Henry Wadsworth Longfellow.

Maar geschiedenis is nooit alleen maar vroegâh. Als je erover leest en filmpjes kijkt en ‘Swing low sweet chariot’ beluistert op youtube -in de versie van The Plantation Singers én in die van Johnny Cash-  en je praat erover, dan wordt het deel van je referentiekader. Dat is anders dan wanneer ik Philip en Jet vraag een werkstuk te maken en wat teksten van wikipedia bij elkaar te grabbelen.

Op deze manier ga je geschiedenis ook toepassen in actualiteit. We spraken over moderne slavernij. De kinderen woonden een lezing bij van iemand die alles wist over de herkomst van chocola, die plantages had bezocht, de leefomstandigheden van de cacaoboeren kende en zich inzette voor duurzame handel.

En toen we over het Oudekerksplein liepen en Victoria gezellig zwaaide naar de mevrouwen die daar onder een roze lampje in hun onderbroek zaten te wachten op klandizie, hadden we het over vormen van verborgen slavernij.

Wanneer is iets je eigen keus en wanneer niet?

Wat doet dat met het beeld dat je van jezelf hebt? Als je te min denkt over jezelf, ben je sneller geneigd mensen te geloven die verkeerde bedoelingen met je hebben.

Zo kwamen we terug bij het filmpje van de zwarte kinderen die kozen voor een blanke pop. Want geschiedenis gaat altijd door.

  • Het Clark-experiment is een fragment uit de korte film van Kiri Davis, A Girl Like Me (2005), overal op het net te vinden. Deze poppentest van Kenneth en Mamie Clark (1939), zorgde er mede voor dat het Amerikaanse hooggerechtshof in 1954 besloot dat de toen nog gangbare ‘separate but equal’-scholen met alleen zwarte of blanke kinderen, in de praktijk geen ‘gelijkheid’ waarborgden, en dus verboden moesten worden. In 2005 deed de zeventienjarige scholiere Kiri Davis het experiment nog eens over, om te zien wat er veranderd was sinds 1939. De test van zowel Clark als Davis werd gedaan onder een kleine groep kinderen, maar al zijn het er maar twee die op deze manier hun zelfbeeld opdoen, dan zijn het er twee te veel.
  • Wat er na zijn beroemde brief van Jourdon Anderson is geworden, kun je hier lezen.
  • Tentoonstelling ‘De zwarte bladzijde’ is tot 31 augustus 2014 te zien in het Scheepvaartmuseum. De rondleidingen staan hier.
  • De muziekvoorstelling was onderdeel van het lesprogramma DoReMixMax. Kosten voor het lespakket waren 50 euro, die we als thuisonderwijsgroep afgenomen hebben – particulier zou ik het niet gedaan hebben. Persoonlijk vind ik het nogal prijzig voor het gebodene.
  • De NTR-serie De slavernij is ook de moeite waard. Ik vind hem, ook voor kinderen, beter dan de jeugdvariant (De slavernij junior). Het geeft een wat evenwichtiger beeld dan ‘de blanken’ hebben ‘de zwarten’ in slavernij gevoerd, omdat het laat zien dat Afrikaanse volkeren elkaar onderling ook verhandelden. Critici hekelden de serie omdat het een al te relativerend beeld zou geven, maar voor mij is dat juist de kracht ervan.

Cato kent alle afleveringen van voor naar achteren en terug en ze krijgt er nooit genoeg van: Welkom in de Gouden Eeuw.

Ze is de eerste van mijn kinderen die weet van Spinoza en Antoni van Leeuwenhoek, schuilkerken, VOC en zeeslagen vóórdat we erover gelezen hebben. En toen we laatst op bezoek gingen bij Ons’ Lieve Heer op Solder en ik de ingang zocht, zei ze: ‘We moeten wel de trap op, want het is niet Ons’ Lieve Heer op de Begane Grond.’

Het is er verrassend mooi. Je verwacht het niet van een schuilkerk, maar de kinderen waren nog lang niet uitgekeken toen we al moesten rennen om de trein te halen.

Het is namelijk niet alleen een kerk, er hangen ook schilderijen die allerlei verhalen vertellen (vergeet niet de gratis kinderaudiotour mee te nemen bij de balie) en het is daarnaast nog een zeventiende-eeuws woonhuis. Genoeg trappetjes, gangen en kamers om je fantasie de vrije loop te laten.

En terloops de biecht af te nemen.

 

Welkom in de Gouden Eeuw wordt op dit moment herhaald op zondagavond, Nederland 3 om 18.15 en is ook te zien via uitzending gemist.

De schuilkerken komen aan bod in de aflevering ‘Politiek’, waarin Johan van Oldenbarnevelt persoonlijk vertelt over alle akkefietjes die tussen hem en Prins Maurits gespeeld hebben. ‘Eigenlijk is hij al dood sinds 1619, maar hij maakt speciaal voor ons een uitzondering: Johan van Oldenbarnevelt!’

Hier een straatreportage van drie minuten over clandestiene kerkgang.

—-

Charlotte doet het weer

25 april 2013

Net als je denkt dat je alles in Nederland gezien hebt, nog voordat je ‘Bis, bis!’ hebt kunnen roepen, komt Charlotte Dematons met een toegift.

In Duizend dingen over Nederland staat alles wat ze nog heeft willen zeggen: haar beweegredenen, haar verwondering, de geheimpjes die ze in de tekeningen verstopt heeft. Het is alsof ze bij je op de bank komt zitten, je eerst rustig de gelegenheid geeft om op de bladzijden te turen en daarna zegt: ‘Heb je dit al gezien?’

Klik op het plaatje voor een stukje uit het boek (pdf)

Naast Charlottes eigen stem – afgedrukt in blauwe letters – hoor je bij elk onderwerp ook een uitleg, geschiedenisverhaal of weetje. De kinderliedjes zijn integraal opgenomen, de vijftig geschiedenisvensters hebben elk een eigen kolom en alle getekende personen, kinderboekenfiguren, voorwerpen, festiviteiten en gebeurtenissen worden toegelicht door Jesse Goossens.

Die toelichting had wat mij betreft wat levendiger en ontspannener gemogen. Er is niets verkeerds aan, de tekst is duidelijk, maar het klinkt zo stroef naast de keuvelende, sympathieke toon van Dematons. Waar Charlotte onze vaderlandse opruimdrift typeert met ‘overal staan vuilnisbakken’, gaat het in de uitleg over het ‘Landelijk afvalbeheerplan’ en waar in blauwe Dematonsletters over de Rotterdamse haven staat dat er ‘een soort hefapparaat met een magneet’ gebruikt wordt, vertelt de toelichting dat Rotterdam ‘een directe verbinding [verschafte]  met de mijn- en industriegebieden in het Ruhrgebied in Duitsland’. Kortom, met de informatie is niks mis, maar het leest meer als een lemma in de Winkler Prins dan als een mooie vertelling.

En toch moet je het natuurlijk lezen. Het is een fantastisch snuffelboek bomvol dingen die je nog niet wist en die je voor altijd zult onthouden als je ze samen met de platen van Dematons tot je neemt. Als de toelichting niet lekker voorleest, dan lees je het toch gewoon eerst zelf? Kun je het daarna in eigen geuren en kleuren aan je kinderen doorvertellen. En als je geen kinderen hebt, word je in iedere geval familiekampioen triviant nadat je Duizend dingen gelezen hebt.

Goed nieuws voor de buitenlandse vrienden en aanhang: er komt ook een Engelstalige uitgave. A Thousand Things About Holland verschijnt in mei, je kunt de website hier in de gaten houden.

—-

  • Duizend dingen over Nederland hoort bij het woordloze prentenboek dat vorig jaar uitkwam. Hier meer over dit boek.
  • Tot 8 juli kost Duizend dingen 9,95, daarna 12,50 euro. Isbn 9789047705642.

Rijks

15 april 2013

Ik heb nog even getwijfeld of ik zaterdag naar de opening zou gaan, want ik ben zo benieuwd. Maar ik ben vooral benieuwd naar het museum aan de bínnenkant, en die zie je toch beter als je niet met 2500 man tegelijk door de zalen schuifelt.

Want hoewel de publiciteitsafdeling van het Rijksmuseum een lauwerkrans omgehangen mag krijgen, zit er natuurlijk wel een keerzijde aan die puike communicatie. Ergens in november, heb ik nu met mezelf afgesproken. Tot die tijd behelpen we ons met bewegende beelden, beeldschermschilderijen, appjes en boeken.

Zoals Donald Duck.

Donald als suppoost, de Zware Jongens die het voorzien hebben op Duckwacht, het Melkmuiltje dat al op zaal hangt en de collectie die verzekerd is bij DagoRisk, dat moet toch een collecters item worden. Deze week te koop.

Eigenlijk heb ik niet zoveel met strips, maar de Rembrandt van Typex lijkt me bijzonder. Ik moest even wennen aan de weelderigheid en soms botheid van de tekeningen, maar je ziet aan alles dat er veel aandacht aan besteed is en de platen fascineren. Bovendien, iemand die zo mooi Rembrandts Elsje kan natekenen, is een kunstenaar.

Typex’ Elsje

Over strips gesproken: wist u dat de canonstrip uit is?

Ik had op de onderwijsbeurs de kaft en de aankondiging al gezien, maar nu is hij echt uit. In de stijl van Van nul tot nu, u weet wel, die onvolprezen reeks van Thom Roep en Co Loerakker. Ik had een klasgenoot die er zijn eindexamen Geschiedenis zo’n beetje mee gehaald heeft. Deze nieuwe Van toen tot nu, de canon van de vaderlandse geschiedenis is helaas niet door Roep en Loerakker gemaakt, maar ziet er wel veelbelovend uit.  Het eerste deel gaat over de 25 canonvensters van de hunebedden tot Eise Eisinga. In november wordt het tweede deel verwacht; van de Patriotten tot Europa.

Maar het allerbenieuwdst ben ik naar deze.

Het grote Rijksmuseumvoorleesboek. De GRV. Met 25 verhalen van 25 schrijvers bij 25 kunstwerken. Ik heb het boek nog niet in huis, maar wat ik kon inkijken, zag er heel fijn uit. Daar komen we de zomer wel mee door.

  

—-

  • In de mooie documentaire Het Rijksmuseum in 100 voorwerpen worden de eerste vijf bijzondere voorwerpen liefdevol toegelicht: een bonk peperkorrels uit het wrak van een VOC-schip, het jasje van een kampoverlevende uit Mauthausen, een foto van de krakersrellen bij de kroning in 1980 en twee bijzondere schilderijen: eentje met een Japans verhaal over Deshima en eentje met het verhaal van de Sint Elisabethsvloed uit 1421 dat (doorgezaagd en wel) de Beeldenstorm overleefde.
  • Lekkermakende fotoreportage van NRC.
  • Het uur van de wolf zond een vierdelige documentaire uit over de verbouwing, waarin alle slapstick, natte voeten, gemiste veilingstukken, fietstunnelactivisten en de stoet projectmanagers aan je voorbijtrekt. Met als climax het eindelijk, eindelijk ingerichte museum. Deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4. Prachtig gemaakt door Oeke Hoogendijk.
  • Hier alle posts over kunst met kinderen.

Laat ik vooropstellen dat ik een buitengewoon slechte trendwatcher ben. Ik bedoel, ik watch ze wel, maar ik kan ze niet voorspellen. Ik hang te veel aan het verleden om me te kunnen voorstellen hoe de toekomst zal zijn. Het heeft lang geduurd voor ik doorhad dat de mobiele telefoon een blijvertje was, zeg maar. Tot zover ingedekt, wil ik me dan nu aan een voorspelling wagen.

Via de ondergrondse kwam een tip van dit nog te verschijnen boek: Over vroeger en nu, verhalen van de canon. En ik voorspel u: het wordt een standaardwerk. Ten eerste omdat het geschreven is door vrouwen die kennis van zaken hebben en ook nog kunnen schrijven. Ten tweede omdat Els van Egeraat het verluchtigd en aanschouwelijk gemaakt heeft. Ten derde omdat het verzorgd uitgegeven is. Het is kwaliteit en schoonheid – meer dan de pakketjes schroot met een dun laagje chroom die de laatste jaren de winkeltafels bezetten; de kleurtjes- en geurtjespagina’s met een fliezeltje verhaal.

Agave Kruijssen is van de goeie Middeleeuwse bewerkingen, Martine Letterie van de mooie geschiedenisboeken (Ver van huis is sinds jaren een lieveling van Jet) en Janny van der Molen kennen we natuurlijk van haar originele heldenboek. Dat belooft veel.


Ik vermoed dat uitgeverij Ploegsma mijn trendvoorspelling reeds opgepikt heeft, want er is een ware standaardwerkprijs aan gekoppeld. Zegge en schrijve 49,95 euro. Vanaf februari 2013 wordt het zelfs 69,95. Mijn prognose (ik ben op dreef) is dat er over twee jaar een goedkopere editie zal verschijnen, maar voorlopig denk ik dat vijf tientjes een mooie prijs is voor 512 pagina’s geschreven geschiedenis. Als je op het plaatje hieronder klikt, opent er een pdf met het eerste verhaal.

Nederland, o Nederland

4 oktober 2012

Als je maar één excuus nodig hebt om deze week een kinderboekenwinkel binnen te lopen, laat het dan dit boek zijn. Pagina na pagina versierd met strooigoed van molens, water, geschiedenis, kunst, kinderliedjes en zwarte pietjes.

Ik noem een Afsluitdijk.
Wie pruttelen daar linksonder in hun groen-rode bootje?
Wie willen rechtsboven te kaap’ren varen?
Wie zit daar op de vangrail?
En nog eentje: wie rennen er rechts door de berm?
(Als je het echt niet weet, kijk dan in het taartenboek van Thé Tjong-Khing.)

Of de verkeerschaos bij Schiphol. Een vrachtwagen met pindakaas, sleurhutten, een oliebol op een aanhangwagentje. Met het Cruquiusgemaal in het midden en de Max Havelaarkoffie linksonder heb je zomaar twee canonvensters te pakken; terwijl je met de groten praat over Saïdjah en Adinda, zoeken de kleintjes verder naar het gele ballonnetje dat ergens op de plaat moet zijn.

De stroopwafelkruimels rollen ervanaf, de garnalenschilletjes zitten nog tussen de band. En als je goed snuffelt, ruik je een brak IJsselmeerluchtje. Zo Hollands is Nederland. En daar hadden we een Française voor nodig. Zoals Charlotte Dematons zelf zei in Het Parool: ‘Elke keer heb ik gedacht: is dit iets wat in mijn oorspronkelijke land ook normaal is? Nee? Hopla, dan gaat het erin.’

Hopla, naar de winkel dus. Ter ere van de kinderboekenweek. Of alvast voor 5 december. Vanwege de tekstloze platen is het trouwens ook een prachtig cadeau voor overzeese vrienden of je Spaanse schoonfamilie.

Charlotte Dematons, Nederland
Isbn: 9789047704980
Hier de website van het boek.