Geknecht

27 maart 2014

Sommige projecten duren een halve dag, sommige een paar jaar. Slavernij was een onderwerp dat al een poosje liep, vanaf de zomer ongeveer. Geen uitgesproken knutselproject (tot opluchting van Philip en Jet en tot verdriet van Cato), maar veel boeken, media en veel praten.

Voordat ik verderga, wil ik eerst dit laten zien.

Daar was iedereen even stil van. Ook Cato, met haar zes jaar, zag wat er gebeurde. Ze snapte niet waarom, maar ze wist net als deze kinderen dat er iets niet klopte. En dan heb je genoeg gespreksstof voor een mensenleven.

Waarom kiezen kinderen die ene pop?

Hoe zorgen schijnbaar onbelangrijke dingen ervoor dat jij anders over jezelf gaat denken? Plaatjes in tijdschriften, lessen in geschiedenisboeken, berichten in de ene of juist andere krant?

Hoe belangrijk is het om, naast je woordkeus, erop te letten hoe je iets tegen iemand zegt?

Gelden die verborgen boodschappen alleen voor huidskleur, of ook voor je dom of slim voelen?

En waarom is het belangrijk om naar de hammam te gaan?

Iedereen weet hoe gemakkelijk het is om van het ene onderwerp in het andere te rollen. Dat is de kunst voor mij: om het te laten gebeuren. Ik vind het geweldig, maar het gebeurt alleen als je er de ruimte voor neemt. Vijftig procent van het onderwijs bestaat uit routinewerk, lessen die moeten gebeuren, sommen die gemaakt worden.

Die andere vijftig procent, daar gaat het om. Gesprekken voeren, associaties laten vloeien, zorgen dat de kinderen zich vrij voelen om hun meningen en ideeën naar voren te brengen – ook al zijn die volslagen politiek-incorrect of ondoordacht. Als je alles kunt zeggen in de beschutting van mensen die van je houden zoals je bent, doe je zelfvertrouwen op. Dan vind je het ook makkelijker om anderen in hun waarde te laten.

Terug naar de slavernij. In augustus luisterden we het audioboek van De hut van oom Tom, de klassieker van Harriet Beecher Stowe. Nog niks voor Cato (zelf hield ik het al niet droog), maar Jet vond het prachtig en Philip vermande zich bij de verdrietige scènes.

Er zijn veel boeken over slavernij geschreven, maar naast Oom Tom is er een die er voor mij met kop en schouders bovenuit steekt: Slaaf kindje slaaf van Dolf Verroen.

Het lijkt een boekje van niks, dun, met grote letters, maar het heeft de impact van een tiendelige televisieserie. Dat komt door het perspectief. Het verhaal wordt verteld door het witte, verwende meisje Maria dat voor haar twaalfde verjaardag een eigen slaafje krijgt. Met een zweepje erbij. Maria vindt het heerlijk. Eindelijk groot! Eindelijk iets om te compenseren dat ze nog geen borsten heeft. Samen met haar nieuwe handtas en lakschoenen maakt het haar heel volwassen. Door de ogen van Maria krijg je zicht op de verhoudingen tussen de volwassenen onderling, de slaven, het sadisme en de waanzin van het systeem – alles op de terloopse, vanzelfsprekende manier van het plantagemeisje.

Ik liet de kinderen deze fantastische brief uit 1865 lezen, van Jourdon Anderson, voormalig slaaf. Jourdon was al enige tijd een vrij man, toen zijn oude meester hem een brief stuurde, waarin hij hem vroeg bij hem terug te komen, met de belofte ‘beter voor hem te zullen zorgen dan iemand anders ooit zou kunnen.’ Het antwoord dat Jourdon per ommegaande verstuurt, is meesterlijk. Tot het einde lezen.

Klik voor de brief (1865) van Jourdon Anderson aan zijn vroegere meester.

Je verwacht het niet, maar van het een komt het ander. Samen met de thuisonderwijsgroep kregen Philip en Jet een rondleiding door ‘De zwarte bladzijde’, een tentoonstelling in het Scheepvaartmuseum over het slavenschip Leusden, dat in 1738 bij Suriname verging.

Het bovendek van de tentoonstelling ‘De zwarte bladzijde’ in het Scheepvaartmuseum, Amsterdam.

Met dezelfde thuisonderwijsjongeren bezochten ze een muziekvoorstelling in het Bimhuis over de invloed van de slavernij op muziek.

DoReMixMax

DoReMixMax

En natuurlijk was er een gedicht. Deze keer uit de mooie bundel Classic Poetry: An Illustrated Collection, samengesteld door Michael Rosen (hij van Berenjacht) met illustraties van Paul Howard.

Henry Wadsworth Longfellow - The Slave's Dream

‘The Slave’s Dream’ (1842) van Henry Wadsworth Longfellow.

Maar geschiedenis is nooit alleen maar vroegâh. Als je erover leest en filmpjes kijkt en ‘Swing low sweet chariot’ beluistert op youtube -in de versie van The Plantation Singers én in die van Johnny Cash-  en je praat erover, dan wordt het deel van je referentiekader. Dat is anders dan wanneer ik Philip en Jet vraag een werkstuk te maken en wat teksten van wikipedia bij elkaar te grabbelen.

Op deze manier ga je geschiedenis ook toepassen in actualiteit. We spraken over moderne slavernij. De kinderen woonden een lezing bij van iemand die alles wist over de herkomst van chocola, die plantages had bezocht, de leefomstandigheden van de cacaoboeren kende en zich inzette voor duurzame handel.

En toen we over het Oudekerksplein liepen en Victoria gezellig zwaaide naar de mevrouwen die daar onder een roze lampje in hun onderbroek zaten te wachten op klandizie, hadden we het over vormen van verborgen slavernij.

Wanneer is iets je eigen keus en wanneer niet?

Wat doet dat met het beeld dat je van jezelf hebt? Als je te min denkt over jezelf, ben je sneller geneigd mensen te geloven die verkeerde bedoelingen met je hebben.

Zo kwamen we terug bij het filmpje van de zwarte kinderen die kozen voor een blanke pop. Want geschiedenis gaat altijd door.

  • Het Clark-experiment is een fragment uit de korte film van Kiri Davis, A Girl Like Me (2005), overal op het net te vinden. Deze poppentest van Kenneth en Mamie Clark (1939), zorgde er mede voor dat het Amerikaanse hooggerechtshof in 1954 besloot dat de toen nog gangbare ‘separate but equal’-scholen met alleen zwarte of blanke kinderen, in de praktijk geen ‘gelijkheid’ waarborgden, en dus verboden moesten worden. In 2005 deed de zeventienjarige scholiere Kiri Davis het experiment nog eens over, om te zien wat er veranderd was sinds 1939. De test van zowel Clark als Davis werd gedaan onder een kleine groep kinderen, maar al zijn het er maar twee die op deze manier hun zelfbeeld opdoen, dan zijn het er twee te veel.
  • Wat er na zijn beroemde brief van Jourdon Anderson is geworden, kun je hier lezen.
  • Tentoonstelling ‘De zwarte bladzijde’ is tot 31 augustus 2014 te zien in het Scheepvaartmuseum. De rondleidingen staan hier.
  • De muziekvoorstelling was onderdeel van het lesprogramma DoReMixMax. Kosten voor het lespakket waren 50 euro, die we als thuisonderwijsgroep afgenomen hebben – particulier zou ik het niet gedaan hebben. Persoonlijk vind ik het nogal prijzig voor het gebodene.
  • De NTR-serie De slavernij is ook de moeite waard. Ik vind hem, ook voor kinderen, beter dan de jeugdvariant (De slavernij junior). Het geeft een wat evenwichtiger beeld dan ‘de blanken’ hebben ‘de zwarten’ in slavernij gevoerd, omdat het laat zien dat Afrikaanse volkeren elkaar onderling ook verhandelden. Critici hekelden de serie omdat het een al te relativerend beeld zou geven, maar voor mij is dat juist de kracht ervan.

Als je je eenmaal in de open zenuw van de Amerikaanse geschiedenis bevindt, blijkt er natuurlijk een hoeveelheid boeken te bestaan waar je een prairie mee kunt bedekken. Veel voegt het niet toe aan de Kleine Huisreeks, maar eentje stak er toch met kop en schouders bovenuit.A Pioneer Story: The Daily Life of a Canadian Family in 1840van Barbara Greenwood en Heather Collins (ill.). 1)

Het kleine huis in Canada dus. Helaas niet vertaald in het Nederlands, maar voor fans van het genre, de Jettes onder ons, wel een erg mooi boek. Bovendien: voorlezen en vertalen gaat misschien wel niet zo snel, maar is wel erg gezellig.

Het boek is prachtig geïllustreerd en vertelt het verhaal van het echtpaar Robertson, hun zes kinderen en een inwonende grootmoeder. Een jaar lang volg je de familie bij hun werk in en rond het huis: schapen scheren, ahornsuiker winnen, naar school gaan, vissen, honing zoeken. Geen opsomming, maar een mooi verhaal met hier en daar wat spanning, karakters die je een beetje leert kennen en genoeg sfeer om je bij te verkneukelen. De verhaallijn wordt afgewisseld met achtergrondinformatie en ideeën om zelf aan de slag te gaan. Samen met de grote tekeningen maakt dat het net een beetje anders dan de Kleine Huisboeken.

Klik op de foto’s om ze iets groter te zien.

Een heel ouwetje is Het indianenboek van Holling C. Holling. 2) Uit 1935 en een begrip in de Amerikaanse kinderboekengeschiedenis. Volgens mij is Het indianenboek zijn enige werk dat ooit in het Nederlands vertaald is.

De titel is natuurlijk volslagen politiek incorrect. Geen ‘inheemse bevolking’ of ‘eerste volken’, maar ouderwets indiaan. Toch is het geen toonzetting over de edele wilde. Holling Clancy Holling beschrijft met overduidelijke sympathie en affectie vier bevolkingsgroepen, indianen uit alle delen van de Verenigde Staten van oost naar west, in een combinatie van informatieve stukken en spannende verhalen uit het alledaagse leven van indianenkinderen. De mooie, gedetailleerde kleurrijke platen en zwart-wittekeningen dragen veel bij aan de charme van het boek.

Om de boel compleet te maken lezen we enkele indianenlegendes. In Omakayas komen wat mythen voorbij, maar ik wil ook twee boeken van Käthe Recheis met de kinderen lezen: Toen er nog bizons waren en Pijljongen en de geesthonden. Recheis is de bekroonde Oostenrijkse kinderboekenschrijfster die veel heeft geschreven over Noord-Amerika. Zij heeft in reservaten de verhalen opgeschreven uit het collectief geheugen van een aantal stammen die verloren dreigden te gaan.

Als we daarna nog niet krankjorum zijn geworden en als dollemannen door het leven gaan in verentooi en beverhuiden rokje, heb ik Longfellows Het lied van Hiawatha op het menu staan. Voor nu is het wat ambiteus, een dichterlijk epos uit 1855, maar eigenlijk hoort ie er wel bij. Veel Amerikaanse kindertjes hebben de eerste regels ervan uit het hoofd moeten leren.

By the shores of Gitche Gumee,
By the shining Big-Sea-Water,
Stood the wigwam of Nokomis,
Daughter of the Moon, Nokomis.
Dark behind it rose the forest,
Rose the black and gloomy pine-trees,
Rose the firs with cones upon them;
Bright before it beat the water,
Beat the clear and sunny water,
Beat the shining Big-Sea-Water.
There the wrinkled old Nokomis
Nursed the little Hiawatha,
Rocked him in his linden cradle,
Bedded soft in moss and rushes.

Henry Wadsworth Longfellow schreef het gedicht om meer respect te vragen voor de oorspronkelijke bewoners; een tamelijk unieke geste halverwege de negentiende eeuw. Naast bewondering kreeg hij ook nogal wat hoon te verduren, onder meer van collega’s die het gedicht meermalen parodieerden. Er zitten erg geestige bij (hier een paar parodieën), zoals die van Lewis Carroll. Alleen al daarom vind ik het de moeite waard om het gedicht in ons leeslijstje op te nemen.

Maar eigenlijk hebben we niet eens een excuus nodig. Want kijk eens wie er ook over gezongen heeft? Meer rechtvaardiging heeft een mens niet nodig.

———————-

1) Op Google Books kun je hier voorbeeldpagina’s bekijken. Het boek heette oorspronkelijk A Pioneer Sampler en is later verschenen onder de titel A Pioneer Story. De inhoud is gelijk, het maakt dus niet uit welke je op de kop tikt. Het boek is mooi genoeg, maar voor wie er geen genoeg van kan krijgen, is er een educatieve bijlage met lessuggesties voor taal, rekenen, wereldoriëntatie en kunst. Hier staat ie in pdf.

Terug

2)  Bij boekwinkeltjes wordt Het indianenboek volop aangeboden.

Terug

Meer negentiende eeuw:

Hoewel Jet niet meer in vol ornaat de straat op gaat om haar dagen als Laura Ingalls Wilder door te brengen, 1) is de negentiende eeuw nog steeds een favoriete periode.

Mal hoe die dingen lopen. Mij heeft het als kind nooit geïnteresseerd, de negentiende eeuw. Geschiedenis sowieso niet. Ik hield wel van lezen. Thea Beckman, Jan Terlouw, Evert Hartman. En ik hield van de verhalen van mijn opa. Over zijn jeugd, de oorlog, de politieke situatie in de jaren ’30, ’40, ’50, ’60. Maar de link tussen boeken, verhalen en geschiedenis had ik nooit gelegd. Terwijl dat nou juist geschiedenis is.

Geschiedenis bestaat uit verhalen. Mooie, grappige, verdrietige, razendmakende verhalen. Verhalen waarover je moet nadenken. Kritisch, malend. Om dingen vanuit verschillende gezichtspunten te zien. De verhalen van mijn opa waren gekleurd door zijn eigen rode bril (‘Willen we naar de Dam? Dan gáán we naar de Dam!’). De verhalen van mensen die in dezelfde tijd leefden, maar in een andere maatschappelijke of geografische positie zaten, waren heel anders. Als je al die verhalen hoort, ga je beter snappen waarom dingen zijn zoals ze nu zijn. Waarom ze soms veranderd moeten worden. Of waarom het juist prettig is dat het zo is.

De geschiedenis van de pioniers in Amerika stond niet in mijn top tien van te leren dingen. Ook niet in mijn top zeventig. Ik heb niks met cowboys en indianen, ik heb nooit meer dan zes minuten van een western kunnen uitzitten (alleen het intro duurt al gauw een kwartier) en heb nog nooit Het kleine huis op de prairie op televisie gezien. Maar ik had van verschillende kanten begrepen dat de boéken van Het kleine huis echt de moeite waard waren. Dus haalde ik het eerste deel uit de bibliotheek.

En Het kleine huis in het grote bos bleek inderdaad leuk. De eerste pagina’s waren even schrikken, met uitgebreide beschrijvingen van de varkensslacht, maar vanaf ‘Kerstmis’ was Jet verkocht. Alle volgende delen 2)  heeft ze verslonden, avondenlang terwijl John voorlas. Als zij er een uit hadden, las ik hem daarna.

De boeken zijn zo mooi omdat ze jaar na jaar laten zien welke worstelingen, succesjes, tegenslagen, tevredenheid, hoop en tragedies de landverhuizers doormaakten. Je leeft mee met de eerste oogst, de grote droogte, de langzame maar gestage bouw van het huis, wéér een verhuizing. Je volgt hun trek naar nieuwe oorden, de onderlinge communicatie. Je ziet Laura opgroeien.

Het gaf ook altijd stof tot praten. Hoe ze bleven doorzetten, hoe heerlijk het is dat wij wel stromend water hebben. Lange tijd gingen de gesprekken aan het avondeten over de manier waarop Laura en haar zusjes door hun moeder behandeld worden. Ik begon er vaak zelf over, want bij de onvriendelijke opvoeding van Ma Ingalls stak ik zelf tamelijk gunstig af, vond ik.

De tv-serie hebben we nog altijd niet bekeken. Ik heb wel een paar stukken gezien waar Pa Ingalls met ontbloot torso en een bijl over de schouder loopt, terwijl Laura en haar zusjes schaterend een heuvel af rennen en Ma Ingalls teder toekijkt. Beelden die in niets lijken op de boeken, waar de karakters groeien en je de ontwikkeling van een land volgt door de ogen van een generatie.

Zoals ik zei: het is goed om altijd verschillende versies van een verhaal te horen. En er is een boek over een achtjarig meisje dat in precies dezelfde tijd leefde als Laura Ingalls, maar dan in een heel andere situatie. Vriendin-collega Elisabeth gaf me de tip.

Louise Erdrich schreef in The Birchbark House over Omakayas (spreek uit: oo-MAA-kee-jaas), een meisje van het Ojibwevolk, een van de grootste groepen indianen van Noord-Amerika. Zoals je in het Kleine Huis leest hoe de familie Ingalls boter karnde, huizen bouwde en jaagde, zo lees je in Omakayas hoe een ander volk in precies dezelfde tijd in haar levensonderhoud voorzag. De angst waarmee Ma Ingalls naar de inheemse wilden keek, is veranderd in de bevreemding waarmee Omakayas kijkt naar die witte mensen met hun lelijke voeten (geen wonder dat ze van die rare hoge schoenen dragen, denkt ze).

The Birchbark House-serie bestaat uit drie delen, waarvan er absurd genoeg maar eentje in het Nederlands vertaald is, deel 1: Omakayas, het meisje van het Geesteneiland. Het tweede deel, The Game of Silence en het derde, The Porcupine Year zijn alleen in het Engels verkrijgbaar. Dat is jammer, want het tweede deel is misschien nog wel mooier dan het eerste. Ze horen ook zo bij elkaar. Hoewel Jet nog geen lange Engelse boeken leest, hebben we ze toch gekocht. Ze kosten een maar een paar pond bij amazon.co.uk (gratis verzenden vanaf 25 pond) of bookdepository (nooit verzendkosten). Ik lees voor en vertaal. Gaat in het begin een beetje langzaam, maar dat is niet erg. En na een paar hoofdstukken merk je dat er steeds minder vertaling nodig is.

Als toetje kreeg ik een filmtip van een vriendin. Ze had Jettes verkleedpartijen gezien en dacht dat dit misschien wel iets voor haar was. Dr. Quinn, Medicine Woman. Het duurde even voordat ik mijn westernaversie opzij gezet had, maar toen ik zag wie een glanzende bijrol als Kid Cole vertolkt, ging ik overstag.

Ja, hij heeft toevallig ook zijn gitaar bij de hand.

De hele serie is geweldig. Het speelt zich af in de tijd van Laura Ingalls Wilder en Omakayas, de tweede helft van de negentiende eeuw. Alles komt voorbij, maar dan in kleur. 3) Het dagelijks leven, de misoogsten, medische vooruitgang, nieuwe Europese immigranten, de eerste vrije slaven, het begin van de rechtspraak, de eerste stoomtrein, het eerste schooltje, contacten met Cheyennes, de massamoord bij de Washitarivier.

De Nederlandse Dr. Quinnsite staat hier, heel uitgebreid. De afleveringen zijn op youtube en in veel bibliotheken te vinden. De dvd’s zijn momenteel ook in de uitverkoop voor 14,95 euro per seizoen, zag ik zowel op de EO-site als bij bol.

———————-

1)  Zoals u hebt kunnen lezen in deze deeltjes uit de succesvolle reeks ‘De doldwaze avonturen van het thuisonderwijskwartet’:

Terug


—–

2) De reeks bestaat uit tien delen van Laura Ingalls Wilder met tekeningen van Garth Williams. In het eerste deel is Laura (de hoofdpersoon) vier jaar oud en bij ieder deel wordt zij ouder.

  • Deel 1: In het grote bos.
  • Deel 2: Op de prairie.
  • Deel 3: Aan de rivier.
  • Deel 4: De grote hoeve – onafhankelijk te lezen. Gaat over de jeugd van Almanzo Wilder, Laura Ingalls’ echtgenoot.
  • Deel 5: Aan het Zilvermeer.
  • Deel 6: De lange winter.
  • Deel 7: De stad op de prairie.
  • Deel 8: Een huis voor Laura.
  • Deel 9: De vier prairiejaren.
  • Deel 10: Onderweg.

Hierna volgt een soort epiloog, niet meer geschreven door Laura Ingalls Wilder, maar door Roger MacBride. Gaat over Rose, de dochter van Laura en Almanzo Ingalls.

  • Deel 11: Het Kleine Huis-kookboek. Zoals de titel zegt. Hoef je niet te lezen, is ook nauwelijks (tweedehands) verkrijgbaar.
  • Deel 12: Op de heuvel.
  • Deel 13: Bij de bron.
  • Deel 14: Bij de boomgaard.

Terug

—–

3) Het ziet er onwijs goed uit, maar vaak dus ook heel echt. Verreweg de meeste afleveringen zijn geschikt voor mijn kinderen (ook dertienjarige Philip die momenteel alleen van James Bond en actiefilms houdt, vindt ze mooi), maar er zitten een paar nare stukken tussen. De aflevering over de opkomst van de Ku Klux Klan was bijvoobeeld te akelig voor Jet (10) en Cato (5).

Terug

Nieuwste geschiedenis

31 januari 2008

Dit liedje draaien we vaak in de auto. Het gaat altijd te snel om alle opgenoemde namen en gebeurtenissen uit te leggen aan de kinderen, dus we brullen het vooral mee.

Hieronder een filmpje van een geschiedenisleraar die de moeite heeft genomen alle historische momenten uit ‘We didn’t start the fire’ van Billy Joel weer te geven. 

Een handige website met korte verklaringen voor alle feiten uit het lied (voor wie niet meer weet waar ‘Edsel is a no-go’ ook alweer op sloeg).

En een pagina met de songtekst en links naar ieder woord voor als je nog meer wilt weten over alle onderwerpen en geen zin hebt om te googelen.