Er was een tijd dat de dieren hun eigen school hadden. Zij moesten een vakkenpakket samenstellen waarin iedereen zich kon vinden. Uiteindelijk kozen zij vier onderdelen: rennen, klimmen, vliegen en zwemmen. Alle dieren kregen les in elk van de vier vakken.

De eend was erg goed in zwemmen, beter dan de leraar zelfs. Voor rennen en vliegen kreeg hij een voldoende, maar in klimmen was hij hopeloos. Hij moest het vak zwemmen laten vallen, om zich beter te kunnen richten op het klimmen.

Na een tijdje was de eend nog slechts ‘gemiddeld’ in zwemmen, maar gemiddeld is best aanvaardbaar op school en niemand zat er echt over in. Behalve de eend zelf.

De adelaar was een lastpak. In de klimklas versloeg hij iedereen, maar hij had zo zijn eigen manier om bovenin de boom te komen en dat was tegen de regels. Iedere dag moest hij nablijven en vijfhonderd strafregels schrijven: ‘Ik mag niet valsspelen’. Hierdoor had hij geen tijd meer om hoog door de lucht te zweven, waar hij zo van hield. Maar: school gaat voor.

De beer bleef zitten, omdat men vond dat hij lui was, vooral ’s winters. In de zomer presteerde hij altijd op zijn best, maar dan was de school gesloten.

De zebra spijbelde veel, omdat de pony’s hem uitlachten om zijn strepen. Daar werd hij altijd erg verdrietig van.

De kangoeroe begon het jaar als beste van de renklas, maar raakte ontmoedigd toen hij een slechte beoordeling kreeg. Hij moest namelijk lichtvoetig rennen, op alle vier zijn poten, net als zijn klasgenoten.

De vis ging voortijdig van school af, want hij verveelde zich. Wat hem betreft waren allevier de vakken hetzelfde, maar niemand begreep dat, want ze hadden nog nooit een vis gezien.

De eekhoorn kreeg een tien voor klimmen, maar bij het vliegen vond de leraar dat hij vanaf de grond moest beginnen, en niet vanuit de boomtop. Van al dat oefenen met opstijgen deden de pootjes van de eekhoorn zo’n pijn, dat hij ook onvoldoendes begon te halen voor klimmen en rennen.

De bij was een echt probleemgeval. De leraar stuurde hem naar Dokter Uil om getest te worden. Dokter Uil zei dat de vleugels van de bij te klein waren om te vliegen, en bovendien zaten ze op de verkeerde plaats. De bij kreeg het testrapport zelf nooit te zien, dus hij bleef gewoon vliegen zoals hij altijd gedaan had. Ik geloof dat ik wel een paar bijen ken.

De eend is het kind dat goed is in rekenen, maar slecht in taal. Hij krijgt bijles in taal terwijl zijn klasgenoten rekenen. Vervolgens raakt hij achter met rekenen en bereikt met taal slechts matige resultaten.

De adelaar is het kind dat wordt gezien als een lastpak, want hij heeft een eigen methode om zijn doel te bereiken. Hoewel hij niets ‘verkeerd’ doet, wordt zijn anders-zijn geïnterpreteerd als vervelend gedrag, waarvoor hij straf krijgt.

En wie herkent de beer niet? Het kind dat het geweldig doet op zomerkamp, floreert op zijn clubs en verenigingen, maar bij wie het schoolwerk gewoon niet wil lukken.

De zebra is het dikke, lange, korte of verlegen kind, dat leerproblemen heeft omdat het denkt nergens bij te horen, zich buitengesloten voelt.

De kangoeroe is het kind dat het niet volhoudt, maar opgeeft. Hij is het ontmoedigde kind, wiens toekomst vervliegt, omdat hij niet wordt gewaardeerd om wie hij is.

De vis is het kind dat eigenlijk speciaal onderwijs nodig heeft, het kind dat niet tot zijn recht komt in een reguliere klas.

In tegenstelling tot de eend, die zich staande houdt, wordt de eekhoorn een kneusje. Hij haalt steeds lager cijfers en loopt vast.

De bij, ach… de bij is het kind dat de school had opgegeven, waar niets mee te beginnen viel. Maar tegen alle verwachting in, bemoedigd door zijn ouders, behoudt het de motivatie om vooruit te komen; hoewel niemand dacht dat het hem zou lukken. Ik heb het geluk gehad veel bijen te leren kennen.

Je kind is een unieke mengeling van talent, persoonlijkheid en eigenschappen die bij niemand anders te vinden zijn. Sommige kinderen kunnen goed leren, andere zijn emotioneel begaafd en weer andere zijn geboren met een uitzonderlijk creatief vermogen. Ieder kind bezit zijn eigen, bijzondere verzameling van gaves.

Je kind is niet geboren met een gebruiksaanwijzing. Betrokken ouders zijn telkens bezig om de juiste aanpak voor hun kind te leren, te bestuderen en aan te passen. Ieder kind is net zo uniek als zijn eigen vingerafdruk, een flonkerende diamant van onvergelijkelijke schoonheid. Zorg dat je kind geen kangoeroe wordt.

——————–

Bewerkte vertaling van het filmpje Animal School. Dit filmpje is weer een bewerking van de oorspronkelijke fabel van George Reavis uit de jaren veertig van de vorige eeuw.

%d bloggers liken dit: