Bartimeüs

17 november 2009

We zijn op bezoek geweest bij stichting Bartiméus in Zeist. Zij bieden ondersteuning en onderwijs aan mensen die blind of slechtziend zijn en helpen hen op weg in de maatschappij.

Om een beetje te ervaren hoe het is om niet of nauwelijks te kunnen zien, heeft Bartiméus een ‘donkere belevingsruimte’ waar je op bezoek kunt. Daar is een straatje nagebouwd met verschillende soorten paden, een bruggetje, een huis en allerlei obstakels waar blinden en slechtzienden vaak letterlijk tegenop lopen. Een blikje op de grond, een vuilnisbak midden op straat en als je een brief wilt posten, welk vak is dan ook alweer voor overige bestemmingen?

Om ons voor te bereiden waren we begonnen in Het wereldje van Beer Ligthart dat mooie boek van Jaap ter Haar over een jongen die blind wordt en de wereld opnieuw moet ontdekken. Ik heb het boek vroeger zelf gelezen, maar wist niet meer precies voor welke leeftijd het was. Omdat ik het niet altijd eens ben met de aanbeveling van de uitgever of Biblion, heb ik de kinderen eerst een hoofdstuk van internet voorgelezen. Daarna zijn we in het echte boek verder gegaan.

We hebben gekeken op welke manieren je visueel gehandicapt kunt raken. Dat kan aan je ogen zelf liggen, maar ook aan het plekje in je hersenen waarmee je gezichtsvermogen gestuurd wordt. Of er kan ergens iets misgaan op de weg van je ogen naar je hersenen. Daarom hebben we onderzocht hoe ogen precies in elkaar zitten.

Met het Body Book maakten we een papieren versie, met een hoornvlies van plasticfolie. Zo kun je goed zien welke weg het licht aflegt voordat het op je netvlies terechtkomt.

We maakten daarnaast een model van de hersenen, om uit te vinden waar het ‘kijk’-plekje zich precies bevindt. Dat blijkt achteraan te zijn, dus de oogzenuw moet een flinke weg afleggen. Daar kan best wel iets misgaan.

En dan kun je er wel over lezen, maar het zelf een beetje meemaken is toch weer anders. We zouden samen met een ander thuisonderwijsgezin gaan, maar daar bleek de griep in alle hevigheid toegeslagen, dus we hadden privéles in Zeist. De kinderen kregen direct bij binnenkomst een blinddoek om. ‘Kom nu je jas maar ophangen’, zei de mevrouw die ons begeleidde. ‘Volg mijn stem maar.’

Ze vertelde over de verschillende vormen van slechtziendheid. Je kunt helemaal blind zijn, maar het komt ook veel voor dat mensen alleen nog een kokervisie hebben. Dan kun je vaak wel lezen, maar heb je toch hulp nodig om je op straat te kunnen bewegen.

We mochten veel hulpmiddelen proberen. Leesloepen in alle soorten en maten, met en zonder lampje. Een brailletypemachine, een braillecomputer en topografische kaarten in braille, die worden gebruikt door kinderen op de school van Bartiméus.

Er is ook een speciaal apparaatje waarmee je kunt ‘voelen’ of je glas vol is, zodat je niet over de rand schenkt.

Maar zelfs daarmee is het nog best lastig. Want waar eindigt de kan en begint je beker?

Ten slotte maakten we onze rondgang door het donkere straatje. Met een rood-witte stok je weg zoeken langs struiken en een geparkeerde auto, aanbellen bij een huisdeur die omgeven is door allerlei ornamenten, een lamp en een windgong: waar zit de bel nou? Ineens zie je hoe de dagelijkse dingen voor sommige mensen heel anders zijn. Daar mag je best eens bij stil staan.

—————

Handig

Tasten naar Nijntje

15 december 2007

Philip en Jet kenden het brailleschrift vooral uit de dierentuin. Daar staat naast de reguliere informatiebordjes ook een aantal bordjes met een vertaling in braille. Ze vonden het fascinerend, vooral het bordje bij de kangoeroes, want daar staat ook bronzen kangoeroe naast om te aan te raken; een blinde kan immers de dieren aan de andere kant van het hek niet zien.

Het leverde meestal mooie gesprekken op, veel empathie, de kinderen probeerden zich in te leven in de wereld van iemand die niet kan zien. Ze oncijferden een paar letters van het brailleschrift en stonden er even bij stil dat het niet altijd vanzelfsprekend is dat je zomaar kunt rennen, horen of zien.

Nijntje insideEn nu is er een mooi boek uit van Nijntje dat daar ook rekening mee houdt. De wereld van Nijntje is een groot kartonnen boek, dat je kunt lezen en bevoelen.De wereld van Nijntje De tekst staat zowel in drukletters als in braille en de tekeningen kun je betasten. De contouren zijn verhoogd, waardoor je Nijntje kunt aanraken, en er zijn bijzondere materialen gebruikt, zodat je kunt voelen dat een ijsje plakkerig is en dat Betje Big een muts breit van zachte schapenwol. Voorin staat het braillealfabet (‘Nijntje kan al lezen’); Philip en Jet overhoren elkaar nu woordjes in braille. Bovendien zit er een cd bij met verhaaltjes. Tot Jettes grote vreugde staat op de cd ook het dansliedje dat veel op haar balletles gedraaid werd: ‘Twee pasjes naar voren, en één pasje terug…’ – er is al menige zwier door de huiskamer gedaan.

Het toeval wilde dat ik een paar weken geleden in de bibliotheek een hoorspel tegenkwam over het leven van Louis Braille. Het is uit 1952 en stond op de uitstallingstafel om weer eens opgemerkt te worden. ‘Hee’, zei Jet toen de eerste zinnen van het verhaal door de autoboxen klonken, ‘die meneer heeft dezelfde naam als de bordjes in de dierentuin!’

Hier een stukje uit Lezende vingers van het moment waarop Louis Braille de grote lijnen van het blindenschrift bedenkt, na een gesprek met zijn muzieklerares: