Cato schrijft

25 juli 2013

Oma was geweest en had de kinderen wat toegestopt. Het geld brandde een gat in Jettes portemonneetje, en ze besloot in haar eentje naar het dorp te gaan om zichzelf te trakteren. Het dorp heeft geen royale shopmogelijkheden, maar een rondje kledingwinkel-drogist-Hema-ijssalon zit er wel in. Een zeepje, bijzondere haarelastiekjes en een hoorntje met twee bollen pure chocolade en de-smaak-van-de-dag. Voor Cato had ze een surprise-ei gekocht, van Mega Mindy. Erg lekker en erg mooi, vond Cato: dikke kussen, dankjewel en ze liet Jet meteen zien hoe blij ze ermee was door in een vloeiende beweging het papier eraf te scheuren, het ei door te bijten en het poppetje uit te pakken terwijl ze demonstreerde dat zoveel chocola best in één keer in je mond past, als je maar wilt.

Het poppetje zou garant staan voor urenlang speelplezier, wist Cato. Ik kon er nauwelijks een Mega Mindy in ontdekken, maar Cato zag het duidelijk: veel roze, dat zwarte streepje was een ceintuur en die gele vlek bovenop was Mega Mindy’s haar. Geen twijfel mogelijk. Ze haalde er wat rekwisieten bij, nestelde zich samen met Jet aan tafel en zette zich aan een verhaal.

De speelpret was van korte duur – tien minuten later hoorde ik een slaapkamerdeur ostentatief dichtslaan. Na het ritueel van voorzichtige vragen, boze antwoorden (‘Er is niks! En je mag niet binnenkomen!’), sussende woorden en verdriet met gierende uithalen op mijn schouder kwam het hoge woord eruit: de linkerarm van Mega Mindy was gebroken. Het mocht misschien weinig lijken, dat stukje van een halve centimeter, maar voor Cato was Mega Mindy verloren. Of ik het nog kon lijmen. Ik zag mezelf de rest van de middag twee lijmvlakken van een vierkante kwart millimeter tegen elkaar aandrukken. Nee, zei ik, lijmen gaat niet.

Bij Cato kan het even duren voordat teleurstellingen een plaats krijgen, maar ’s avonds zag ik een aanvulling op mijn nachtkastje.

Heeft ze toch nog wat extra speelpret gehad.

Cato schrijft

4 juni 2013

‘Ik maak wel een boodschappenlijstje’, zei ze.

Het werd groene risotto, een altijd-goed-recept uit het gezinsrepertoire. En omdat zij het lijstje maakte, kon ze er meteen iets opzetten dat bij grote uitzondering gegeten wordt. Of ik alleen even kon aangeven of ‘rijst’ met een lange of korte ei was, de rest wist ze wel uit haar hoofd. (‘Ik ben toch niet achterlijk.’)

Tijd over

13 mei 2013

Ik dacht: als ik nou de was nog iets minder vaak opvouw en ik plant alleen courgettes en pompoenen in die moestuin, dan heb ik nog best een gaatje over. Voor een eigen bedrijf bijvoorbeeld!

Dus dat heb ik gedaan. Ik ben een bedrijf begonnen in tekstcorrecties: In goed Nederlands. Het is niet helemáál een nichemarkt, maar het zou ook zo wat zijn als ik ineens keukenimporteur word of op de vrachtwagen ga zitten.

Denkt u zich eens in: als Philip dadelijk astronaut is (met drummende bijverdiensten in Coldplay), als Jet u tot tranen roert met haar vertolking van de stervende zwaan, als Cato straks de eerste vrouwelijke minister-president is en Victoria doet welzijnswerk voor alle zielige dieren en weeskinderen van heel West-Afrika, dan kunt ú zeggen: ‘Dat komt omdat ik mijn sollicitatiebrief heb laten nakijken. Ik heb meebetaald aan die opleiding.’

Of: ‘Dankzij die foutloze brochure was mijn makelaarskantoor het enige in de wijde omtrek dat de crisis overleefde.’

Of: ‘Ik won de P.C. Hooftprijs omdat ik als eerste striptekenaar van Nederland ‘o ja’ in de tekstballonnetjes zette in plaats van ‘oh ja’.’

Of: ‘Mijn echtgenote krijgt nog altijd een brok in haar keel als ze denkt aan mijn eerste liefdesbrief, die in zulk voortreffelijk Nederlands geschreven was.’

Dat kunt u allemaal zeggen. En uw twaalfhonderd beste vrienden, kennissen en collega’s ook. Mits u natuurlijk eerst langs ingoednederlands.com bent gegaan.

Oh en o

28 april 2013

Je ziet het steeds meer. Het grijpt met tentakels om zich heen en het gekke is, je hoort er nauwelijks iemand over. Als een presentator zegt: ‘hun hebben’ roept iedereen dat de taal verloedert, maar als een televisieprogramma Oh oh Cherso heet, hoor je niemand over de verkeerde spelling.

En ik zit er maar mee. Eerst met die verkeerde spaties en nou met die oh. Ik herinner het me van vroeger uit Donald Duck. Toen vond ik het al verwarrend; de neefjes die riepen: ‘Oh nee, oom Donald!’

Dat moest toch ‘o nee’ zijn, zonder h? ‘Oh’ spreek je toch uit met de o van mok? Of bedoelden ze dat juist? Was het in plaats van een geschrokken ‘o!’ meer bedoeld als een teleurstellend ‘oh’, zoiets als ‘och’? Het was waarschijnlijk overgenomen uit het Engels, waar je oh wèl uitspreekt als ‘o’, maar waarom zou je die prima o verbasteren en daarmee de betekenis veranderen?

Nederlands is geen eenvoudige taal; maar er zijn regels om het makkelijker te maken. In dit geval:

een klinker aan het eind van een lettergreep is een open klinker (klinkt als aa, oo, uu)

Als je er een medeklinker achter zet, wordt de klank kort. De lange a in pa wordt kort als je er een n achter zet: pan. De a in pan klinkt doffer dan die in pa.

Zo is het ook met de o.

De lange o van po wordt kort als je er een t achter zet: pot. Dus als je wilt dat o klinkt als oo, dan moet je er géén medeklinker achter zetten.

Het is auto, geen autoh.

Het is tante Jo en geen tante Joh.

Een losse o staat ook ‘aan het eind van een lettergreep’. Het is immers maar één lettergreep. Net als u. Je schrijft ‘die jas is van u’ en niet ‘die jas is van uh’.

Als je een uitroep wilt overbrengen van schrik, verbazing of enthousiasme, dan is het:

  • O, wat leuk!
  • O, o, wat een verdriet.
  • O nee, ik moet er niet aan denken!
  • O ja, is dat zo? (En niet: ‘Oh ja, is dat zoh?’)

Zodra er een medeklinker achter staat, of dat nu een p is of een h, dan wordt het de korte, doffe klank van op en oh. Je kunt dus wel oh schrijven, maar dat is meer:

  • Oh, dat is vals.
  • Oooh, dat mag niet, kijk eens, juf! (De klikspaan-oh.)
  • Oh, wat zonde… (Teleurgesteld.)
  • Oh, dat valt wel mee. (De relativerende oh, ook wel ‘mwoh’ of ‘och’.)

Het is dus O, o, Cherso, ‘O, o, Den Haag, mooie stad achter de duinen’ en de neefjes horen te zeggen: ‘O nee, oom Donald!’

Staart

28 september 2009

Mijn kinderen hebben zo hun kwaliteiten en spelling is niet Philips grootste. Toen we vandaag aan het ploeteren waren, zakte de moed me bijna in de schoenen. Bijna. Want daar kwam als geruststellende epifanie de anekdote uit Johns schooltijd op. Het kan altijd erger.

We schrijven 1974. De vijfde klas krijgt als taalopdracht: maak een zin met het werkwoord ’staren’. Als iedereen klaar is, mag een aantal kinderen zijn zin voorlezen. De meeste zinnen verschillen weinig van elkaar, maar één klasgenoot van John springt eruit met een grammaticaal huzarenstukje. Zijn zin luidt: ‘Hem ze staart dee zeer.’

Hij was wel goed in voetballen.

Beste beentje

2 september 2009

De laatste tijd zien wij de dagen heel zonnig tegemoet. Sinds enige maanden gebruiken we namelijk de heerlijke douchegel van Revlon Natural Honey, met witte thee. Ik dacht al: waar zit het ‘em in? Nou weet ik het, het is de suggestieve geur.

suggestieve geurKlik op de foto voor een vergroting

Engelse brontekst:

suggesting fragranceKlik op de foto voor een vergroting

Omdat dit blog over thuisonderwijs gaat, vraagt u zich vast af welke link er te leggen valt. Laat ik het zo zeggen: ze snappen nu waarom een taalcomputer geen mensen kan vervangen.

SOS

5 februari 2008

Ik erger me al jaren aan het verkeerde gebruik van spaties in teksten overal. Woorden tot drie lettergrepen gaan meestal nog net goed, maar zodra de samenstellingen wat langer worden, lijkt het wel of mensen er maar een gooi naar doen.

De opmars van het Engels en dat affreuze managementsjargon helpen daar natuurlijk niet bij. De meeste Engelse samenstellingen worden los geschreven en Hollanders gaan er prat op de Angelsaksische grammatica uitstekend te beheersen – de vaderlandse daarbij uit het oog verliezend.

Tot mijn enorme vreugde ontdekte ik vorig jaar het platform Signalering Onjuist Spatiegebruik. Ik had er al een poosje niet op gekeken, maar nu ik hem weer tevoorschijn haalde, hebben we met de kinderen zitten gieren om de fratsen die mensen uithalen.

Deze bijvoorbeeld

Hoe tekenen? 

of hier

Binnenband

De website staat vol prachtige voorbeelden, maar om deze drie heb ik me vooral dankzij de onderschriften tranen gelachen. Ze gaan over een winterjaseen legging en een batterij.

Voor Philip en Jet was dit nummer een, dus die zet ik er als uitsmijter onder:

blindegeleidenpad

Hier zijn de links naar de originele foto’s en teksten van de afbeeldingen die ik van de website geplukt heb: het naakmodel, de binnenband en het blindengeleidepad.