Gefeliciteerd, meneer Dylan
24 mei 2013
Hij is vandaag 72 jaar geworden en huisdichter van Cato’s geboortekaartje.
Er zijn periodes geweest dat ik twaalf liedjes van hem op een cassettebandje had opgenomen, TDK 90, samen met de Bangles, Prince, The Cure en Eurythmics (en onehitwonders Feargal Sharky en Sniff ‘n’ the Tears) (ach gos, ja). Dat was in de tijd dat ik Rainy Day Woman heel stoer vond.
Er zijn ook momenten geweest dat ik die kraakstem en het geprotesteer met ingewikkelde rijmschema’s verschrikkelijk gedateerd vond en geen geblaas in de wind meer kon horen.
Maar zoals dat gaat met dingen erg goed zijn, ze blijven. Kwaliteit verloochent zich niet. Ik trap nog maar eens een open deur in.
Want waar zouden we zijn zonder de clip van Subterranean Homesick Blues, zonder Knocking on Heaven’s Door, Just Like a Woman, Like a Rolling Stone?
Alleen al vanwege het profetische gehalte van dat couplet op Cato’s kaartje past het ons hem te feliciteren.
May you grow up to be righteous
May you grow up to be true
May you always know the truth
And see the lights surrounding you
May you always be courageous
Stand upright and be strong
May you stay forever young
We zijn natuurlijk pas zes jaar verder en het vergt enig kunst- en vliegwerk om Cato te overtuigen van de ‘lights surrounding you’, maar righteous, true, courageous en strong(-willed…) zijn tot dusver raak.
Ik vond deze recente opname van een ander nummer. Met kraakstem en alles. Maar mooi, mooi.
Ondertussen in het nirwana
20 oktober 2012
Ik zeg: Smells Like Teen Spirit. Dan zegt u…
Natuurlijk, Paul Anka.
Ik kon mijn enthousiasme dan ook nauwelijks verhullen toen Philip vertelde dat hij aan het oefenen was. Een jaar drumles heeft hij nu, en al waar hij mee thuiskwam was Coldplay, Coldplay, Coldplay. Het was een pak van mijn hart dat er eindelijk eens een fatsoenlijk moppie meegetrommeld zou worden.
Ik zag ons al gezellig naar zonnestudio Costa Brava, een tandenbleekje, samen de bühne op. We zouden een gouden duo zijn: hij de nieuwe Paul Anka, ik als Rita Reys scattend in het achtergrondkoor. Moeder en Zoon, de Carla en Frank van Putten van de Nederlandse jazzfestivals.
Fat chance. Ik ben diep ontgoocheld.
Philip drumt ‘Smells Like Teen Spirit’:
Bye, Ziggo
23 april 2012
Ik heb het altijd leuk gevonden om mijn eigen jeugdsentimenten door te geven aan mijn kinderen. Pippi Langkous, U2, Sint Maarten, biscuitjes met geribbelde randjes. Soms werkt het zoals ik gehoopt had en zie ik hen op dezelfde manier genieten als ik destijds. Andere keren blijken mijn sentimenten precies dat wat ze zijn: sentiment. Gedateerd en vooral behorend tot mijn jeugd.
Die keer dat ik de Mounties introduceerde bijvoorbeeld. Man o man, de Mounties. Tranen heb ik gelachen. In de kast, uit de kast, Piet Bambergen in een damesjurk. Samen met Willem Ruis, André van Duin en de stiekeme afleveringen van Dynasty (als mijn moeder haar wekelijkse zwemavond had en mijn oudere broer me uit bed haalde om samen te kijken) een hoogtepunt uit mijn televisiegeheugen. Toen ik de ‘luxe dvd-box met hilarische shows van de Mounties’ zag liggen voor een hilarische prijs, aarzelde ik geen moment. Wat zouden mijn kinderen lachen.
Nou weet ik niet of u de afgelopen dertig jaar een aflevering van de Mounties hebt gezien, maar het was nogal een deceptie. Verwachtingsvol stopte ik de dvd in de speler. Kinderen in pyjama, chips binnen handbereik. Het moment was perfect.
René van Vooren zat al met een mal hoedje op een barkruk, dat beloofde wat. En ik had op het hoesje gezien dat het alleen maar beter werd. Joop Doderer zou voorbij komen in padvinderskostuum, Jaap Stobbe, Joke Bruijs, you name ‘em. Goed, het begon wat traag, maar dat hoorde bij de jaren tachtig. Toen wisten ze nog echt naar een hoogtepunt toe te werken. Des te groter zouden onze lachsalvo’s zijn.
Na vijfenveertig verwachtingsvolle minuten heb ik hem maar afgezet. Cato stribbelde nog tegen. ‘Moeten we nu al naar bed?’, vroeg ze. ‘Ik heb nog helemaal niet gelachen.’ Het werkte niet. Niet bij de kinderen en ook niet meer bij mij. Ik kon me niet voorstellen dat ik hierom geschaterd had. De magie van dertig jaar geleden was weg.
Andere dingen blijken tijdloos. Muziek bijna altijd. Justin Bieber hebben we buiten de deur kunnen houden ten faveure van Fleetwood Mac, The Human League, ABBA, The Talking Heads. Muziek die genadeloos je leeftijd prijsgeeft, zeg maar. Er komt genoeg moois en nieuws bij natuurlijk, waarmee ze hun eigen jeugdsentiment maken. Maar het blijft leuk om te delen in de dingen waar je zelf van houdt.
Zo is Queen sinds jaar en dag automuziek bij uitstek. Al weten ze soms niet wat ze zingen, het smeekt om meegebruld te worden. Jet zei laatst: ‘Weet je dat ik vorig jaar ineens hoorde dat ze in dat ene liedje ‘bicycle’ zingen? Ik dacht altijd dat het ‘Bye, Ziggo’ was. Reclamemuziek van een andere internetprovider.’
Hier een mooie vertolking van Queen. Hij zoemt al een tijdje rond op de sociale media, wij hebben hem via Corien gekregen, en hij blijft leuk. Tijdloos, zou ik bijna zeggen. Laat dat lachsalvo maar komen.
Het riekt naar … (reprise)
9 november 2011
Omdat sommige dingen in de loop der jaren alleen maar mooier worden.
Omdat er zo weinig liedjes over historische gebeurtenissen gaan.
Omdat de tekst na dertig jaar nog steeds actueel is.
Omdat er genoeg stof in zit voor minstens een dag thuisonderwijs.
Omdat het vandaag 73 jaar geleden is.
Omdat je er ook na duizend keer luisteren nog kippenvel van krijgt.
Daarom. Et rüsch noh Kristallnaach.
Omdat ik me kan voorstellen dat niet iedereen het Keuls vloeiend beheerst, staat hier een vertaling van de tekst.
En hier reportage van TIME. De Kristallnacht in twaalf beelden met woorden.
Hoehoe, Mien
5 oktober 2009
Soms draai je muziek om de muziek, soms om de tekst. Veel liedjes zijn pure poëzie.
En soms introduceren we muziek die je nauwelijks meer op de radio hoort, behalve tijdens de Top 2000 als er genoeg ouden van dagen op gestemd hebben. Muziek die tot het nationale collectieve geheugen behoort.
Dat kan Jules de Corte zijn, als filosofisch voorzetje:
Of Johnny Jordaan, die vooral tot ons familiegeheugen behoort. Zijn ‘IJzeren pan en ‘De begrafenis van Manke Nelis’ zijn onnavolgbaar.
En de laatste tijd hebben we Tol Hansse uit de kast getrokken. ‘Big City’ is natuurlijk zijn bekendste hit, maar zelf vind ik ‘Achter de rhodondendron’ ook bijzonder nuttig. Bij wijze van tegengeluid voor de teloorgang van de kuise moraal. Mien als rolmodel voor Jet en Cato, zeg maar.
Omdat er alleen een Best of Tol Hansse te leen was bij de bibliotheek, kennen we inmiddels zijn hele repertoire. Het succes van onze aanpak lijkt zich overigens tegen John en mij te keren, want de cd wordt op de meest onmogelijke tijden gedraaid: de kinderen zijn er dol op en zingen alledrie uit volle borst mee. Van ‘Hoofdpijn, reumatiek’ tot ‘Ome Jaap zijn neus is blauw (en dat is niet van de kou)’. Als ik ’s morgens uit de douche kom, galmt Tol me regelmatig tegemoet en tref ik in plaats van Mien, Cato, dansend in haar nachtjapon.
Leve het Leven in Londen
20 september 2009
Vrijdag was het zover. Hij kent de mimiek van de zanger uit zijn hoofd, speelt luchtdrums met de videoclips en leert Cato zijn lievelingsnummers mee te zingen. Nu ging hij met zijn vader naar Wembley om ze in het echt te horen.
Zo’n stadion alleen al. Spannend en geweldig tegelijk.
En je maakt er nog eens wat nieuws mee. De wave bijvoorbeeld, die je bij terugkomst haarfijn uitlegt aan je oudste zus. Dat er verschillende waven zijn, ook eentje waarbij de mobieltjes omhooggestoken worden, voor als het donker is, zodat je een golf van lichtjes krijgt. Die werd door Chris Martin zelf in gang gezet.
Tijdens het concert wip je eerst alleen met je been mee en zing je een beetje binnensmonds, maar als je ziet dat iedereen meezingt en danst, ga je bij het derde nummer zelf ook uit je dak en zing en dans je zo hard mee als je kan.
Halverwege het concert liepen de bandleden door het stadion naar het midden van het veld, om daar een paar nummers a capella te zingen.
Toen vader en zoon om 1.00 uur ’s nachts naar het naastgelegen hotel wandelden, bekende Philip dat hij tijdens het concert wel even moe geweest was. ‘Maar ik pepte mezelf gewoon op’, zei hij, ‘want dit was de mooiste dag van mijn leven en die wilde ik helemaal meemaken.’
Als je niet iedere dag in een hotel ontbijt, neem je het ervan. De witte bonen in tomatensaus en kippers liep hij voorbij (‘Weet je wat de Engelsen als ontbijt eten, mam!?!’), maar later somde hij op wat hij allemaal wel had genomen. Een muffin, een croissantje én een koffiebroodje. En een appel. Dat dan ook wel weer.
Na het ontbijt en een vroege zwempartij in het hotelbad lag er nog een hele dag Londen in het verschiet voordat het vliegtuig naar huis zou vertrekken.
Dan kun je de natuurlijk de Big Ben bezoeken. Of de Aflossing van de Wacht. Of de Tower Bridge. Maar je kunt ook besluiten je zoon de mooiste speelgoedwinkel van zijn leven te laten zien. Met duizend legodozen en Star Warsdingen.
Op naar Hamleys in Regent Street.
Zes verdiepingen kinderdromen om al het geld stuk te slaan dat je gespaard had en dat je van oma en tante toegestopt had gekregen.
Op Heathrow was er alle tijd om de lego in elkaar te zetten. En bij tijd en wijle even de benen strekken bij de wonderfonteinen.
Ondertussen zaten Jet, Cato en ik thuis een damesweekend te houden. Ook leuk, hoor, daar niet van. We hadden vriendinnen te eten gevraagd om het kippenhok compleet te maken. Maar vrijdagavond, om 22.00 uur onze tijd, toen hebben we wel even aan ze gedacht.
Doe je ogen maar dicht en waan je in Wembley.
In een vorig stukje had ik Philips allermooiste nummer al gezet; daarom nu Clocks, een goede tweede naar zijn zeggen. De hele cd kun je gratis en legaal downloaden op de site van Coldplay zelf: hier klikken en je komt er vanzelf.
Opvoeden
8 september 2008
Bondigheid is niet mijn sterkste kant, maar nu wou ik toch maar volstaan met deze mooierd uit de oude doos. ‘Cat’s in the Cradle’ van Harry Chapin, duizend keer nagedaan, maar het fijnst in de originele uitvoering. De muziek begint na 50 seconden, daarvoor een mooie inleiding.