Meesterwerken
25 november 2012
Omdat het de laatste tijd niet zo vaak lukt om naar een kunstmuseum te gaan, behelpen we ons even met boeken. Zo erg is dat niet natuurlijk. Je zou bijna vergeten dat het gros van de wereldbevolking geen Vermeer in de buurt heeft hangen. Verwende nesten zijn we. Een Australische vriendin vertelde dat haar familie 2000 kilometer had gereisd om een tentoonstelling oude Hollandse meesters te bezoeken. De schilderijen waren maar een paar maanden in Australië, dus men kwam van heinde en ver om een echte Rembrandt te zien. Nee, dan wij, met op iedere straathoek doeken die je tot tranen kunnen roeren.
Als zelfs die straathoek niet lukt, bijvoorbeeld omdat er iemand op je buik hangt die telkens ‘Taaat’ roept -heel hard- en altijd smoezelige handjes heeft omdat ze graag wat te knabbelen met zich meedraagt -een worteltje met houmous, een kaakje, een stukje halfvloeibare geitenkaas of een doosje rozijntjes – zolang het maar een fijn palet van vlekken achterlaat op een museumtapijt – en omdat je geen puf hebt om met nog drie man in je kielzog naar die straathoek te strompelen en te zeggen dat er géén invasion-of-the-bodysnatchertje gespeeld mag worden in de museumzaal, of als het om een andere reden niet lukt een schilderij te bezoeken, dan zijn er de boeken.
Wij doen het momenteel met Meesterwerken, de kunst van het kijken naar kunst. Schilderijenboeken bij de vleet, maar zo af en toe springt er eentje tussenuit, zoals deze. De aanpak heeft iets weg van Cummings Een andere kijk op kunst, maar dan minder ijdeltuiterig, vriendelijker en beter. Meesterwerken geeft van 66 kunstwerken één pagina schilderij en drie pagina’s uitgelichte details met ‘rondleiding’.
Zoals de Stoel met pijp.
Toen ik de kinderen vroeg welk schilderij ze het mooist vonden, konden ze moeilijk kiezen. Experiment met een vogel in een vacuümpomp vonden ze fascinerend. En 3 mei 1808 zielig. Uiteindelijk koos Philip de Sixtijnse kapel, ‘omdat je dan meteen een paar schilderijen hebt, veel om naar te kijken.’
Jet nam tot mijn verbazing een stilleven. Ze vond het zo mooi omdat het bijna te echt lijkt, ‘ook al weet je dat hij het nooit allemaal tegelijk zo geschilderd kan hebben; al die verschillende bloemen en vruchten komen helemaal niet in dezelfde seizoenen voor’.
De meerwaarde van Meesterwerken zit voor mij in de tekst. De rondleiding is gezellig en zit vol opzienbarende weetjes. Alsof de schrijvers met je meewandelen op zaal, hier en daar een hoekje aanwijzend of een verborgen symbool. Soms laten ze je meer afstand nemen zodat je de compositie beter ziet.
Een ander boek dat hierbij aansluit is Hall’s iconografisch handboek, waarin honderden symbolen uitgelegd worden. Altijd goed om in de kast te hebben staan. Er moet vast ook een appje voor bestaan, maar sinds onze iPad gejat is, ben ik niet meer zo gemotiveerd die te zoeken en gebruiken we het boek dat al twintig jaar trouwe dienst doet. Als je bijvoorbeeld een hondje op een schilderij ziet, zoek je onder ‘hond’ en vertelt Hall je dat het een teken van trouw is. Geliefden lieten er vaak eentje bij schilderen dus. Zo vroeg Philip zich bij Titiaans Bacchus en Ariadne af waarom een figuur een slang om zijn arm gekronkeld had. Het bleek een middel om bacchanten uit te beelden; waarom moet je zelf maar even lezen.
Een andere bekende is de schedel, een doodshoofd dat schijnbaar achteloos in een hoekje ligt. Het staat voor vergankelijkheid: het leven is kort. Zeepbellen betekenen hetzelfde – en de insecten op het stilleven dat Jette uitkoos ook.
Op deze manier verklaart Hall spreekwoorden, dieren, personages. Hoe worden de vijf zintuigen afgebeeld? Hoe herken je de vier seizoenen?
Wat je van een kunstwerk vindt, is natuurlijk persoonlijk. Maar hoe je ernaar kijkt, heeft te maken met hoeveel je ervan snapt.
—
- Karen Hosack Janes, Ian Chilvers en Ian Zaczek, Meesterwerken, de kunst van het kijken naar kunst, isbn 9789045202136.
- James Hall, Hall’s iconografisch handboek, onderwerpen, symbolen en motieven in de beeldende kunst, isbn 9789074310055.
- De Sixtijnse kapel kun je ook online bezoeken (en heel ver inzoomen).
Jette met de parel
7 april 2012
Ze werd geen eerste. En ook geen tweede of derde. Maar ze wilde zo graag meedoen.
Er was lipgloss en mascara. ‘Zo veel makeup heb ik nog nooit gehad’, fluisterde ze. Ze kwam direct uit de balletschool, met haar joggingbroek nog aan. Het ging toch alleen om de bovenkant, stond duidelijk in de spelregels.
De spelregels bleken op de dag zelf gewijzigd, want er stond ineens een catwalk. En het werd veel officiëler dan we begrepen hadden.
Maar ondanks dat het bijna té spannend was, ging ze toch de catwalk op. In haar joggingbroek. Met op haar hoofd de verknipte verkleedjurk die net de goede kleur geel had.
Ze wist dat iedere deelnemer een foto van zichzelf mocht houden. Maar dat ze ook een setje pareloorbellen cadeau kreeg, dat had ze niet verwacht. Ze heeft een geweldige middag gehad.
Kunst met kinderen – tweeluik (1)
24 november 2011
Nee, de baby is er nog niet. En zolang de baby er niet is, gaat het dagelijkse ritme gewoon door. De kinderen lopen als Oempa-Loempa’s in een chocoladefabriek achter me aan om te helpen waar nodig. Vaatwasser uitruimen, was wegleggen, boodschapje doen, groente schoonmaken, koken, veters strikken (die van mij en van Cato) – tijd genoeg om te praten, te vragen, te lachen en te filosoferen. De clubjes en sporten kabbelen voort, Sint-Maarten kwam en ging, vriendjes scharrelen hier en daar, er wordt buiten gespeeld en gelogeerd, Sinterklaas kwam (heel vroeg) en bleef.
Zo nu en dan rollen de Oempa-Loempa’s me als een Violet Beauderest naar tafel of bureau zodat ik kan helpen met hun werk, want ook dat gaat gewoon door. De uitjes staan momenteel op een laag pitje, maar wat we niet in het echt kunnen zien, halen we ergens anders vandaan. En omdat u anders ook maar duimen zit te draaien tot mijn bevalling, deel ik mijn bronnen gul en graag. Geen kefir, geschiedenis of knutselen ditmaal, maar kunst.
Zo is daar vers uitgekomen: Nacht in het poppenhuis van Anna Woltz en Thé Tjong Khing.
Gemaakt ter gelegenheid van ‘XXSmall’ in het Haags Gemeentemuseum, de nieuwe tentoonstelling vol miniatuurhuizen: van 17e-eeuwse chic via een Gerrit Rietveldhuis tot Victor & Rolf- en ADO-poppenkamers.
In Nacht in het poppenhuis gaat Willemina logeren bij haar tante Sara. Tante heeft een poppenhuis dat alleen bekeken mag worden, niet aangeraakt. Als Willemina even alleen in de kamer is, kan ze zich niet beheersen en breekt per ongeluk een figuurtje van het poppenhuis. ’s Nachts sluipt ze uit bed om haar fout te herstellen en het beeldje te lijmen. Maar dan komen de bewoners van het huis tot leven. En ze zijn not amused met wat Willemina heeft gedaan.
Een van de pronkstukken van de tentoonstelling in het Gemeentemuseum is geleend uit het Haags Historisch Museum, waar we al vaker naar de poppenhuiskamer gingen kijken. Voor de illustraties in Nacht in het poppenhuis heeft Tjong-Khing duidelijk gebruikgemaakt van het mooie oude pand aan de Korte Vijverberg:
Op bol.com kun je acht voorbeeldpagina’s van Nacht in het poppenhuis inzien.
En als je nou niet hoogzwanger bent en gewoon naar Den Haag gaat om de tentoonstelling te bezoeken, dan loop je natuurlijk meteen even binnen bij het Mauritshuis. Het Gemeentemuseum zit weliswaar aan de andere kant van de stad (mooi te combineren met Museon en Omniversum), maar het Haags Historisch ligt op drie Oempa-Loempa’s verwijderd van het Binnenhof en het Mauritshuis.
Ik schreef hier over de audiotour, maar het Mauritshuis heeft ook een heel verdienstelijke kindergids. Zonder een bezoek aan het museum is hij al de moeite waard, en als je langsgaat, is het helemaal leuk om alvast wat schilderijen in het boek te bekijken of na afloop nog eens na te gaan wat je echt gezien hebt. Het is te koop in de museumwinkel, maar met isbn 9789081472319 kun je vast ook wel bij je plaatselijke boekhandel terecht en bovendien hebben veel bibliotheken het in collectie. Op de site van het Mauritshuis kun je het boek hier doorbladeren. Omdat de tekst daar moeilijk leesbaar is, heb ik zelf nog een piepkleine selectie ingescand – als je op het plaatje klikt, opent het in pdf.
Klik op het boek voor een voorbeeldpdf
Nog een mooie kindergids is die van het Rijksmuseum: Ik zie, ik zie wat Rembrandt ziet. Anders dan die van het Mauritshuis bevat deze gids minder informatie en meer mogelijkheden tot zelluf-doen: stickers, voelplaatjes, tekeningen. Je kunt hem meenemen in het museum, dan leidt hij je rond langs topstukken als het poppenhuis van Petronella Oortman, Het melkmeisje van Vermeer en Winterlandschap met ijsvermaak van Avercamp. Je kunt de gids ook bestellen in de museumwebwinkel en hem gebruiken als snuffel- en stickerboek. Als je op het plaatje hieronder klikt, opent er weer een pdfje met voorbeeldpagina’s.
Klik op het boek voor een voorbeeldpdf
En als je met stalpoten thuiskomt van het rondlopen door al die prachtige musea, dan zet je de kinderen achter een toepasselijk dvd’tje. Bijvoorbeeld uit de box Kunst voor kinderen. Acht luchtige tekenfilms van een halfuur over Leonardo da Vinci, Rembrandt van Rijn, Edgar Degas, Claude Monet, Michelangelo Buonarroti, Vincent van Gogh, Mary Cassatt en Andy Warhol. Zo kom je de winter wel door.
—-
Handig:
- Informatie over de tentoonstelling ‘XXSmall’ in het Haags Gemeentemuseum.
- Meer poppenhuizen:
- op het boekenlijstje Kunstgeschiedenis: Het poppenhuis van Christa Carbo (over het pronkstuk van Petronella Oortman in het Rijksmuseum)
- Het muizenhuis, om te kijken en zelf te maken.
- Meer over het Haags Historisch Museum:
- Downloadbare speurtochten van het Rijksmuseum Amsterdam.
- De dvd-box Kunst voor kinderen, alles over de grootste kunstenaars is uitgegeven door de Volkskrant en voor zover ik weet ook alleen te koop in de VK-webshop.
Liever dan geluk
27 december 2010
Gisteren een prachtig interview gezien van Paul Witteman met Herman Finkers. Het ging over kunst, geloven, muziek, literatuur en de dood. Over Reve en Wilmink, Bach en mystiek, over de talen van de liefde. Ik kijk zelden een uur achter elkaar geboeid naar televisie, maar hiervoor ben ik opgebleven. Hier te zien.