In ’t Parool
18 november 2010
Als het weer niet te koud en te nat is *)
en vooral niet te warm en te droog,
als er NIET in de omtrek een kat is
en de sterretjes staan niet te hoog,
als de maan een klein beetje wil schijnen
en de waterkers bloeit in ’t plantsoen,
ja, dan komen de nozebedijnen
om ondeugende dingen te doen.Er zijn tientallen nozebedijnen,
heel erg jong of verschrikkelijk oud;
er zijn lange en dikke en kleine,
maar ze zijn over ’t algemeen stout.
En er zijn er die heel zachtjes blaten,
en er zijn er die spelen viool,
en er zijn er die Achterhoeks praten
en er zijn er die lusten geen kool,
en sommige hebben een baardje
en sommige hebben een spriet
en sommige hebben een staartje
en sommige hebben dat niet.Ik heb er donderdag eentje gevangen
en ik nam hem meteen mee naar school.
Hij beet meester Van Rijn in z’n wangen,
maar die zei dat mocht niet in ’t Parool.
Maar wat zag ik vandaag in ’t Parool? Drie nozebedijntjes.
Klik op de foto om hem groot te zien
Drie schattige nozebedijntjes op bezoek in het Joods Historisch Museum. Ze waren daar muziek aan het maken, hun namen aan het schrijven in het Hebreeuws en versgebakken, zelfgevlochten broodjes aan het opsmikkelen.
De fotografe was blij dat ze er waren, want anders had ze rekwisieten uit de nabijgelegen ballenbak moeten plukken. ‘Het is toch leuker als kinderen uit vrije wil in het museum zijn’, zei ze. Er zijn namelijk niet zoveel kinderen die op een doordeweekse donderdag naar een van de gaafste musea van Nederland gaan. Daar komt nu natuurlijk verandering in door dit stukje in Het Parool. En wie weet kom je er nog eens een paar nozebedijnen tegen.
*) Het gedichtje is deels geciteerd uit ‘De nozebedijnen’ van Annie M.G. Schmidt, Ziezo, de 347 kinderversjes.
**) Hier een eerder verslag over ons bezoek aan het Joods Historisch Museum.
Joodse appeltaart (vetvrij)
15 november 2010
En als je dan toch Yentl gaat kijken, neem er dan meteen een puntje taart bij. Ik ben normaal niet van het vetvrije, maar deze kwam ik op het spoor toen ik op een avond ontzettende zin had in appeltaart, maar geen boter in huis had. En geen zin om naar de supermarkt te wandelen.
Naast een aantal recepten met zonnebloemolie stond de joodse appeltaart op de eerste pagina googleresultaten. Ik hoef me niet aan de spijswetten te houden (melk en vlees gescheiden, herkauwers met gespleten hoeven en geen kruipend gewemel), maar de taart leek me lekker. Het is even hachelijk met die stijfgeklopte eiwitten – want daar drijft het recept op; maar als je dat eenmaal voor elkaar hebt, is het verder een klusje van niks.
Het oorspronkelijke recept komt uit het kookprogramma Werelds en staat helaas niet meer online. Ik heb de hoeveelheden aangepast aan de grootte van mijn springvorm en een beetje rozemarijn toegevoegd, want dat doe ik altijd in appeltaarten. Ooit van een topkok afgekeken, smaakt heerlijk.
Men neme:
- een springvorm ø 28 cm
- 12 appels
- 2 citroenen
- 7 eieren
- 300 gram zelfrijzend bakmeel
- 235 gram suiker
- 2 theelepels rozemarijn (gedroogd, van die naaldjes)
- kaneel naar smaak
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Schil de appels, snijd ze in kwarten en daarna in plakjes. Bestrooi met kaneel en hussel door elkaar.
Pers het sap uit de citroenen en splits de eieren. Wees nauwkeurig, er mag echt geen eigeel bij het eiwit komen.
Eigeel, suiker, rozemarijn en citroensap in een kom en vijf minuten mixen.
Voeg het bakmeel toe aan het eigeel-suiker-citroenmengsel en kneed met de hand tot een deeg.
Klop vervolgens de eiwitten stijf. Zorg dat kom en garde of mixer echt vetvrij zijn, anders wordt het niks. Veel mensen hebben een eigen eiwitkloptrucje. Ik ben niet zo’n deskundige, maar ik wrijf kom en garde vantevoren altijd even na met citroensap en een keukenpapiertje, om de laatste vettigheidjes weg te poetsen.
Sla de stijfgeklopte eiwitten voorzichtig door het deeg.
Voeg de appels toe, maar bewaar een deel van de partjes om de bovenkant mee te bedekken, en roer ze goed door het deeg.
Giet het geheel in de springvorm en bedek de bovenkant met de apart bewaarde appelpartjes.
Je kunt eventueel geraspte citroenschil en/of nog wat suiker over de bovenste appels op de taart strooien (doe ik zelf niet).
Bak de taart in 70 minuten gaar.
Om het gebrek aan grasboter te compenseren, schrijf ik voor dat er een flinke dot slagroom bij geserveerd wordt. Mag trouwens ook voor joodse gasten die de kasjroet houden, want de ingrediënten in de taart zijn parve, zodat er zowel zuivel als vlees bij gegeten mag worden.
Een collega vroeg zich terecht af: ‘Maar was het ook lekker?’ Ja! Omdat de appels door het deeg gemengd zijn, heb je niet die lekkere korst die je normaal altijd bij appeltaart krijgt, maar hij smaakt verrukkelijk!
Familiefilms
14 november 2010
We hebben Sint Maarten overleefd en de eerste schoenen zijn gezet geweest geworden. Nu is het zaak die enorme berg snaai zo snel mogelijk weg te werken, hangend voor de televisie.
De dagen zijn nog steeds aan het indikken, dus hier eens een lijstje met films in plaats van boeken. Films die ten minste één volwassene en één kind leuk vinden, maar het liefst films die we allemaal samen willen kijken. Mijn kinderen zijn geen helden: geen gegriezel en liefst geen zichtbaar bloed. Dan is dit het resultaat.
Favorieten aller tijden
Back to the Future – trilogie
Een à twee keer per jaar kijken we alle drie delen. Het begon uit jeugdsentiment, maar ze zijn zo goed dat we ze telkens opnieuw willen zien. Spannend en grappig voor alle leeftijden.
Star Wars
Nee, het leek mij ook niks. Totdat ik mee ging kijken. Het verhaal zit écht mooi in elkaar en blijft boeien. Al zal ik nooit zo’n kenner worden als Philip, ik zie ze graag. Je kunt het beste beginnen met deel IV, V en VI – de trilogie die als eerste gemaakt werd, van 1977 tot 1983. Daarmee krijg je een goed beeld van het verhaal en zijn de special effects nog wat meer van bordkarton, zodat de spanning wordt opgebouwd. Daarna de delen I, II en III (uit 1993-2005). Deel III is bij ons een twijfelgevalletje voor Jet, want daar zitten een paar stukjes in die te eng voor haar zijn. Hier en hier meer over Star Wars.
Groundhog Day
Geweldige, bijzondere film met Bill Murray. Je moet er vooraf niet te veel over lezen, dan is het verrassingseffect weg.
Johnny English
Parodie van Rowan Atkinson op James Bond – ontzettend leuk. We hebben laatst voor het eerst ook een paar echte James Bonds gekeken, die met Roger Moore (persoonlijke favoriet). Vooral Moonraker was een schot in de roos. Niet te eng, geen bloed en toch die spannende Jaws. Leuk dat de kinderen de grappen uit Johnny English nu beter snappen. Johnny English 2 is trouwens ook in de maak. Ik las op Twitter dat de opnamen al bezig zijn, komt waarschijnlijk zomer 2011 in de bioscoop.
Fly away home
Prachtige film over een meisje dat een nest ganzeneieren redt. Als het winter wordt, wijst ze de ganzenkuikens zelf de weg naar het zuiden.
A Christmas Carol
Deze mag volgende maand gelukkig weer. Ik heb ze niet allemaal gezien, maar de versie uit 1984 met George C. Scott vind ik de beste die ik ken. En daarna natuurlijk The Muppet Christmas Carol met Michael Cane. Daar had ik hier al eerder over geschreven.
Met muziek
Deze vallen in het genre ‘leuk voor slechts een van de volwassenen’, want John is niet erg te porren voor films waar men zo nu en dan in een lied uitbarst. Ik wel.
Mamma Mia!
De cast is geweldig, de locatie is heerlijk en de liedjes zijn allemaal bekend, wat wil een mens nog meer? Cato wil in de auto alleen nog ABBA horen. Persoonlijk vind ik dat een verbetering ten opzichte van Sacco van der Made die zes verschillende stemmetjes doet in de sprookjes van Grimm.
Grease
Deze was bedoeld voor Jet, maar bleek ook bij Cato een schot in de roos. Philip liep aanvankelijk de kamer uit toen John Travolta en Olivia Newton John hun eerste filmkus kusten (‘O nee, ik ga geen seksfilm kijken’), maar draaide halverwege bij omdat hij toch wilde meekijken. Hij heeft nog bij twee kussen beschaamd het hoofd afgewend, maar de rest van de film kon zijn kuisheidsnorm dragen.
The Sound of Music
Genoegzaam bekend; ik zet hem erbij voor wie hem vergeten was.
Mary Poppins
Ook met Julie Andrews, ook genoegzaam bekend.
Chitty Chitty Bang Bang
Net als de twee hierboven ook jaren zestig, ook veel liedjes, ook een hele zit (bijna 2,5 uur), maar een stuk minder bekend. Roald Dahl schreef mee aan het script en dat kun je soms duidelijk zien: een akelige boef die net iets akeliger is dan je zou verwachten. De parodiëring van het Drittes Reich is een beetje potsierlijk, met het accent van Benny Hill en opnames in Kasteel Neuschwanstein (het boek waarop de film gebaseerd is, van Ian Fleming, speelt in Frankrijk – in de film is daar ‘Vulgaria’ van gemaakt), maar dat valt kinderen niet op en het verhaal is spannend en onderhoudend.
Fiddler on the Roof
Prachtig, maar voor Jet werd hij halverwege te naar. Het verhaal speelt zich af in een joodse gemeenschap aan het begin van de 20e eeuw in Rusland, met de eerste pogroms van die jaren. Jet zat juist weg te dromen bij de meisjesdingen in de film, toen het huwelijksfeest van de oudste dochter van hoofdpersoon Tevye werd verwoest door antisemitisch geweld. Daarna is het niet meer goedgekomen tussen Jet en de film. Het eerste deel heeft ze nog wel honderd keer gedraaid; vanwege het mooie verhaal en de liedjes ‘If I were a rich man’ en ‘Matchmaker’.
Yentl
Om goed te maken wat bij Fiddler on the Roof fout ging. Het is gelukt, Jet zit er net zo van te genieten als ik. En Philip trouwens ook. Gebaseerd op een kort verhaal van Isaac Bashevis Singer en och, zo mooi.
Tenslotte drie eervolle vermeldingen die hierboven niet passen.
Ronja de Roversdochter
Want het is geen film, maar een serie. Toch noem ik hem, omdat hij zo prachtig is. Een van de weinige films die volledig recht doet aan het boek. Je kunt hem in graaibakken bij dvd-en speelgoedwinkels voor een paar euro op de kop tikken.
Spirit: Stallion of the Cimarron
Eigenlijk wilde ik er geen tekenfilm bij zetten, want dat is meestal meer kinder- dan familiefilm. Natuurlijk zijn er films van Disney, Pixar en Dreamworks die voor iedereen leuk zijn, maar daar hoef je niet naar op zoek te gaan: je kunt ze nauwelijks ontwijken. Spirit zie je bijna nergens, terwijl hij prachtig is. Prachtig voor iedereen die van paarden houdt, prachtig over de pioniersgeschiedenis van de Verenigde Staten en bijzonder omdat het paard in de film niet praat, maar je alleen zijn gedachten hoort.
The Muppets’ Wizard of Oz en Muppet Treasure Island
Hiervoor geldt een beetje wat ook voor Spirit geldt, de Muppets lijken soms bijna vergeten en dat vind ik jammer. Hun remakes van klassieke films zijn onwijs leuk.
Op mijn lijstje voor het komende jaar:
- The Story of the Weeping Camel. Van dezelfde regisseur als Fly Away Home.
- Nim’s Island. Omdat die over een thuisonderwezen meisje gaat.
- Jane Austen. Ik weet nog niet welke, moet even kijken wat het leukst is voor Jet. Ik had er eerder niet aan gedacht, maar Fleur wees me erop – vond ik zo’n goed idee.
- ET. Want die hebben de kinderen nog niet gezien.
- Anne of Green Gables. Want die heb ik zelf nog niet gezien, wel veel over gehoord. Lijkt me heerlijk om samen met Jet te kijken.
Gouwe ouwe
22 april 2010
Weer eens wat gouwe ouwe. Twee van de vier worden allang niet meer uitgegeven, maar dat is een schande en moet alsnog gebeuren. Tot die tijd kun je ze krijgen bij het antiquariaat en sites als veilingkijker en boekwinkeltjes.
Eerst een boek dat nog wél in de winkel te krijgen is, Het oneindige verhaal van Michael Ende.
We zijn pas halverwege het verhaal, maar ik weet nu al dat Philip en Jet het zich zullen blijven herinneren, zoals vaak met goede boeken. Ik had het zelf niet eerder gelezen. De enige associatie die ik had, was het jarentachtignummer van Limahl met de videoclip van een jongetje op een vliegende witte hond. Na de eerste paar hoofdstukken weet ik nu dat die hond niet helemaal adequaat gecast is. De film wil ik voorlopig in ieder geval nog niet zien.
Het is een prachtig boek. De taal is poëtisch, het verhaal verrast, ontroert, zuigt je mee. Ik zie sommige wendingen uiteraard wat eerder aankomen dan de kinderen, maar het is een genot om voor te lezen. Philip (10) en Jet (8) houden afwisselend hun adem in en veren op als ze ineens iets begrijpen. We weten dus nog niet hoe het afloopt, maar ik wilde alvast een aanbeveling doen bij de Commissie ter Bevordering van de Vergeten Klassieker. Als je het niet erg vindt om de clou van het verhaal te weten, kun je op wikipedia kijken, anders staan hier voorbeeldpagina’s van het eerste hoofdstuk.
Het volgende boek hebben we een poos geleden al gelezen, maar heeft genoeg indruk gemaakt om het alsnog te noemen: 100 jaar geleden van Het schrijverscollectief met olieverfschilderijen van Fiel van der Veen.
Het geeft een mooi en verdrietig beeld van het leven van een arbeidersmeisje in de negentiende eeuw. Naast het verhaal zijn het ook de illustraties van Fiel van der Veen en de foto’s die het ‘em doen. In tegenstelling tot de Gouden Eeuw of de Middeleeuwen spreekt de negentiende eeuw meestal niet erg tot de verbeelding. Daar brengt 100 jaar geleden verandering in.
Hoofdpersoon Claartje is een doorsnee negentiende-eeuws meisje. Geboren in de armoede van de veenkoloniën vertrekt ze naar het westen om in leven te blijven. Via de textielindustrie, een scheepswerf, de eerste arbeidersstakingen en het leven van arm en rijk in Amsterdam, vindt zij uiteindelijk haar plaats in de maatschappij. We werden al snel het verhaal ingezogen en hebben uren achter elkaar gelezen om te weten hoe het verder ging. Jet kan nog steeds geen stroopwafelkruimels eten zonder aan Claartje uit het boek te denken.
Voorbeeldpagina’s waren nergens te vinden, maar sinds kort heb ik een scanner. Wat is dat een enig ding, zeg. Ik hoop dat het auteursrechtelijk gezien mag, maar ik heb hier het eerste hoofdstuk gezet, zodat je kunt beoordelen of je het de moeite waard vindt om tweedehands te kopen. Mocht ik in overtreding zijn, dan hoor ik het graag van de erven Wilmink, Hans Dorrestijn of een van de andere leden van Het schrijverscollectief.
Nummer drie: Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans.
Ja, ik weet het, de titel is genoegzaam bekend, maar deze post is voor mensen die hem nog niet gelezen hebben. Doe het maar. Erik is sprookjesachtig en toch echt, grappig en ernstig, nature en nurture. Overal op internet zijn samenvattingen te vinden en hier staat de wikipagina van het boek. Een dezer dagen zal ik er nog iets meer over posten.
Ten slotte een schrijver die ik alleen kende van zijn grote-mensenboeken: Isaac Bashevis Singer. Voor wie zijn naam niet direct kan thuisbrengen: Singer is ook de schrijver van het korte verhaal ‘Yentl, the Yeshiva Boy’ dat beroemd werd door de film van Barbra Streisand. In het voorwoord van Kinderverhalen vertelt Singer over zijn aanvankelijke weerzin om voor kinderen te schrijven en zijn besluit daar verandering in te brengen. Gelukkig maar.
Het zijn heerlijke sproken en fabels. Bijzonder aan de verhalen vind ik dat ze vertrouwd aandoen, alsof je er al eens van gehoord had bij Grimm, Andersen of Perrault. En toch zijn ze in alle opzichten eigenzinnig en origineel, van de natuurbeschrijvingen tot de wijsheden.
Ook van dit boek was geen inkijkje te vinden op internet. Maar onder het motto ‘as ge maar leut het met d’n scanner’ heb ik een verhaal online gezet. Hier staat ‘Lepe Todie en Lyzer de vrek’.
School met den Bijbel
11 juni 2009
Kent u die mop van dat gezin dat naar het Anne Frankhuis zou gaan?
Precies. Ze gingen niet.
Ze gingen naar het Bijbels museum. Ze hadden al een paar keer geprobeerd het Anne Frankhuis binnen te dringen, maar telkens was daar een onoverkomelijk obstakel in de vorm van a) een rij tot aan de Westertoren of b) internetkaartjes die uitverkocht bleken te zijn.
Maandag wilden we het weer eens proberen. De onlinekaartjes waren gewoontegetrouw uitverkocht, maar avontuurlijk als we zijn, zouden we de gok wagen. Afgaande op de kaartverkoop van andere dagen leek halverwege de middag, zo rond half drie de beste tijd. Daarvóór wilde ik even langs het Bijbels museum; dat ligt in de buurt van het Anne Frankhuis en we waren er nog nooit geweest. Mijn verwachtingen van het Bijbels Museum waren niet al te hoog gespannen; ik dacht dat we er een uurtje zouden doorbrengen om vervolgens op ons gemak naar het Achterhuis te wandelen.
We pakten een tram richting Spui en begonnen met ijs bij onze oude favoriet Lanskroon, de bakker met zijn kakelverse, bijzondere ijssmaken. Basilicumijs was deze ochtend niet gemaakt, maar rabarbersorbet met gemberstukjes en bloemenroomijs zijn genoeg om gelukkig van te worden.
Het Bijbels Museum bleek niet de vergane glorie te zijn die ik had verwacht. Het pand is prachtig gerestaureerd en de tentoonstellingen waren zeer de moeite waard. De tijdelijke expositie over Salomo’s beroemde tempel was erg mooi, zowel de replica van het zeventiende-eeuwse model als de digitale presentatie, waarbij je de tempel van alle kanten te zien kreeg.
Met een cathechesespeurtocht trokken we verder door het pand, van de derde verdieping tot de kelder, van de tabernakel (mooie presentatie) tot de Tempelberg.
Er was genoeg te zien, te herkennen en te doen. In de kelder kon je onder meer in Bijbelse talen schrijven, met een sjabloon van het Griekse en Hebreeuwse alfabet. Je naam als sjibbolet, want je bent immers al gekend van voordat je geboren werd.
Je kon Goliath onderuithalen met de slinger van David,
en Bijbels snuffelen in het geurenkabinet – zoals u ziet geen onverdeeld genoegen.
We ontdekten steeds meer dingen. Natuurlijk de bijbelgeschiedenis die de kinderen overal herkenden. En de plafondschilderingen hadden wel niet zo veel te maken met de Bijbel, maar daarin ontdekten ze verhalen waarover we gelezen hadden in Griekse en Romeinse mythen – goden die werden vereerd in de tijd van de Bijbel.
Zo dwaalden we door de kamers en door de lieflijke tuin en werd het later en later. In plaats van een uurtje hadden we drie uur door het museum gescharreld. Het had geen zin meer om naar het Anne Frankhuis te gaan, daar hadden we allemaal vrede mee.
Maar weet je, toeval bestaat niet. Zeker niet als je in een Bijbels Museum bent. Want wie kwamen we tegen? Je gelooft het niet. Anne Frank. Nou ja, bijna dan.
Het was Jip Wijngaarden, de actrice die Anne Frank speelde in dé uitvoeringen van het Dagboek, het toneelstuk en de film. Wat ik normaal nooit doe, deed ik nu wel: ik sprak haar aan. En we raakten aan de praat. De kinderen hadden delen van het toneelstuk gezien en Jet vroeg of ze nog steeds actrice was. Dat bleek niet zo te zijn. Ze maakt al jaren een ander soort kunst, schilderijen en sculpturen geïnspireerd op de Bijbel. Ze had ansichtkaarten van haar werk bij zich en liet ons al haar werken zien; gaf toelichting bij de bronzen beelden die ze gemaakt had, vertelde hoe groot de doeken in werkelijkheid waren, waar ze geëxposeerd waren en wat ze ermee bedoelde. Prachtige voorstellingen zoals deze jakobsladder, met in plaats van engelen, een tekst uit Spreuken (hoofdstuk 30, vers 2-4, zoek maar eens op).
Ik vroeg of er een catalogus van haar werk verschenen was en die bleek er inderdaad te zijn (je kunt hem hier zien, samen met meer afbeeldingen van haar schilderijen). Toen we allang afscheid genomen hadden en ieder ons weegs door het museum gingen, schoot ze me even later nog eens aan: ‘Mag ik je een set van de kaarten met schilderijen geven?’ Een retorische vraag natuurlijk. Wie wil dat nou niet?
Ik vond het vreselijk leuk om haar tegen te komen. Als ik aan Anne Frank denk, denk ik altijd aan háár prachtige vertolking. Jip, of eigenlijk Yanneke, haar echte naam, woont in het buitenland, maar was een paar dagen in Nederland voor een televisieprogramma. Anne Frank zou vrijdag 80 jaar geworden zijn en de NPS zendt die dag een herdenking uit. Dus als je morgenavond om half negen naar Nederland 2 zit te kijken en je ziet Yanneke Wijngaarden, dan moet je maar denken: in het echt is ze ook heel leuk. En toeval bestaat niet.
Nieuwe hemel – nieuwe aarde, Jip Wijngaarden
Uitweiden
9 maart 2009
Een van de leukste dingen van thuisonderwijs vind ik het uitweiden. Dat je met een onderwerp bezig bent en vanzelf in het volgende rolt. Je legt verbanden die je eerder niet opgevallen waren, gaat op onderzoek uit en komt telkens op nieuwe dingen die met het voorgaande te maken hebben. Soms zijn die verbanden logisch, zoals het duikvoorbeeld waarover ik eerder geschreven heb: via een interesse voor de duiksport zoek je oceanen op, het leven in de zee, leer je over koraal, krijg je milieueducatie.
Soms zijn de verbanden minder vanzelfsprekend. Zo heeft het rekenboek van de kinderen meer dan eens uitgenodigd tot zo’n uitweiding. Ik schreef al eerder over de wiskundetaart die Philip maakte naar aanleiding van een som in zijn rekenboek. En nu vond ik een stukje dagboek van precies een jaar geleden dat goed weergeeft hoe we soms van het ene onderwerp in het andere terechtkomen.
Philip was aan het rekenen en ik zat bij hem aan tafel. In het wiskundeboek stond naast de som een plaatje van een chanoekia, zo’n kandelaar die tijdens het joodse chanoekafeest gebrand wordt. De wiskundemethode die we gebruiken komt uit Singapore en heeft, heel politiek correct, de chanoekia naast de kerstster afgebeeld, harmonieus geflankeerd door wat kinderen met een bindi, zo’n hindoeïstische stip op het voorhoofd. Voor elk wat wils. Tijdens de som raakten we aan de praat over verschillen in geloof. Philip herkende de kandelaar en vroeg wat er met Chanoeka precies gevierd wordt.
We pakten er een boek bij met uitleg over joodse feesten en gebruiken, Ga zijn poorten binnen van Susan Marcus – een mooi boek overigens. Nadat we de uitleg over het feest hadden opgezocht, bladerden we verder. We kwamen langs zegeningen en gebeden die bij allerlei gelegenheden worden uitgesproken. Naast de Hebreeuwse tekst stond onder iedere zegen de fonetische spelling. Philip vroeg me of ik een aantal zegeningen wilde voorlezen. En nog eens. En nog eens en nog eens, want hij vond de klank van de woorden zo mooi (Jet kreeg er na zes keer een beetje een sik van).
Vervolgens wilde Philip een stukje Hebreeuwse tekst ontcijferen. Ik heb ooit twee jaar Theologie gestudeerd, dus er staan wat verjaarde taalboeken in de kast. We pakten de studieboeken en Philip spelde hardop het alefbet, het Hebreeuwse alfabet. Hij vertaalde woordjes uit mijn oude werkboeken en reciteerde vervolgens opnieuw de Hebreeuwse heilwensen.
We twijfelden of we latkes zouden bakken, de aardappelpannenkoekjes die bij Chanoeka gegeten worden, maar besloten dat tot een volgende keer te bewaren. Philip maakte zijn sommen af en ging spelen met Jet.
Zo grazen we vaker om onze taal- en rekenlesjes heen. Thuisonderwijs is geen rooster dat we op schooltijden afwerken, het vindt de hele dag door plaats. Het is de kunst, het genoegen, om erin mee te gaan. Natuurlijk gebeurt het niet iedere dag dat een reeks vermenigvuldigingen uitloopt op een gesprek over cultuurgeschiedenis, maar ik geniet er ontzettend van als het wel zo verloopt. Het is een groot voorrecht dat we de tijd kunnen nemen om die dingen te laten gebeuren.
Mocht je geen Hebreeuws woordenboek paraat hebben, dan kun je onderstaande links gebruiken voor een sfeerbeeld. Ik heb de site verder niet onderzocht, maar het was de beste die ik kon vinden wat betreft uitspraak en vertaling.
Hier de chanoekazegeningen die wij bekeken hebben. Halverwege de pagina zie je naast de Hebreeuwse tekst een luidsprekertje waarop je kunt klikken. Zo hoor je de juiste uitspraak (met een pietsie Amerikaans accent) en kun je meelezen met de fonetische en vertaalde tekst eronder – van rechts naar links.
En hier staan alle zegeningen op een rij; de dagelijkse, die voor sjabbat, de joodse feestdagen en andere speciale gelegenheden, bijvoorbeeld bij ziekte of (is dat niet mooi) bij het zien van de regenboog.
Beluister in ieder geval deze even. Het is de zegen die ik jullie allemaal toewens.
Mazzel & broche
18 oktober 2008
We moesten naar de tandarts. Die zit niet in onze eigen woonplaats, omdat het de tandarts uit mijn studententijd is, waar ik wegens verregaande tevredenheid aan ben blijven hangen. En omdat we tijdens de halfjaarlijkse controle dan toch in de stad zijn, maken we er meteen een dagje van. Soms gaan we naar het Rijks of Van Gogh, soms naar Artis of het Tropenmuseum, en nu gingen we naar het Joods Historisch Museum.
De kinderen waren er niet eerder geweest en ik ook al jaren niet. Het nieuwe kindergedeelte, het JHM Kindermuseum, ziet er prachtig uit. Zo mooi verzorgd en zo duidelijk, warm aanbevolen. Je komt er binnen bij de familie Hollander, een joods gezin dat sjabbat viert en koosjer kookt. Hun huis bestaat uit verschillende kamers waar verleden, heden en tradities van het joodse volk worden uitgelegd. Max de matze, een ongezuurd broodje met een broek aan, leidt je rond.
Philip en Jet hebben een vrij grondige kennis van het Oude Testament en dat maakt dit soort uitstapjes altijd wel aantrekkelijk: het is gewoon leuk om dingen tegen te komen die je herkent. En nieuwe informatie kun je meteen een beetje plaatsen.
In de woonkamer maakten we kennis met de gezinsleden Hollander, in de studeerkamer werd wat uitgelegd over Hebreeuwse les en er was ook een stukje klaagmuur dat vertelde over de geschiedenis van de joden in Amsterdam. In de keuken maakten we een challetje, een gevlochten sjabbatsbroodje. De organisatie is fantastisch; er is de hele dag een mevrouw aanwezig die uitleg geeft, broodjes bakt en het werkblad schoonmaakt voor de volgende bezoekers. Het deeg staat klaar. Het enige wat je hoeft te doen is vlechten, water kwasten, maanzaadjes strooien
en een koosjerstempel op het ouwelzegel zetten.
Na tien minuten konden we smullen.
In alle kamers worden filmpjes vertoond met bijzonderheden over geloof en tradities; in de keuken ging het vanzelfsprekend over de verschillen tussen koosjer en treife (niet-koosjer) eten. Philip en Jet kennen een paar van de reinheidswetten; ze weten dat alleen dieren die herkauwen én gespleten hoeven hebben, koosjer zijn. Dus is een paard volgens de regels van het Oude Testament onrein omdat het geen gespleten hoeven heeft, en een varken omdat het -ondanks de juiste hoeven- niet herkauwt. Maar er was natuurlijk heel veel wat we niet wisten: Philip kwam vol verbazing vertellen dat rode smarties ook niet koosjer zijn, omdat de rode kleurstof gemaakt is van luizen; alle andere smarties mogen wel.
In de muziekkamer zweepte Frank Groothof de bezoekers op om mee te spelen op trommel en ramshoorn,
mee te ratelen als de naam Haman werd uitgesproken, zoals op het Poerimfeest (naar aanleiding van het boek Ester) en zachtjes mee te spelen op de lier om mooie muziek te maken. Als je niet beter wist, zou je zeggen dat David hier aan het componeren is.
We brachten uiteraard ook een bezoek aan het museumcafé, want we hadden allemaal lekkere trek en ik wilde niet vertrekken zonder de smaak van een gemberbolus geproefd te hebben. Na het aangenaam verpozen wipten we nog even de Grote Synagoge binnen, die inmiddels als museum is ingericht en grenst aan het museumcafé. Ik gaf Philip en Jet de camera mee en vroeg hen om foto’s maken van de voorwerpen die zij het mooist vonden in de synagoge. Ze moesten ook zien uit te vinden wat het precies voor voorwerp was – dat kon je opzoeken op kaarten in bakken langs de wanden.
Philip koos voor deze prachtige chanoekia (kandelaar), omdat hij zo mooi glom.
En dit was Jettes keuze. Een torarol, omdat hij zo imponerend was en mooi op ooghoogte lag.
En zilveren wijnbekers; net als de chanoekia vanwege de schittering.
Volgens Jet was dit de een-na-fijnste dag van haar leven. De fijnste was uiteraard toen ze haar eerste paardrijles kreeg. Maar deze was ook erg fijn. Want, zei ze, ze had ’s morgens haar allereerste fluorbehandeling en sealing gekregen (veel groter kun je niet worden, tandartstechnisch), én het was zo heerlijk in het museum, én ze ging voor het eerst van haar leven met de metro én ze mocht straks ook nog naar zwemles. ‘Jet’, zei ik, ‘je kan soms zomaar mazzel hebben.’ Daar moest ze vreselijk om lachen.