Insectenboek op schoot
15 mei 2010
Foto: Thijsses weblog
Terwijl alles doorgaat, Cato soms veel pijn heeft en dan weer op haar loopgips ronddraaft, Philip en Jet een beetje meer meehelpen met het huishouden en het onderhouden van hun zusje; terwijl de meivakantie in volle glorie van kracht is met in- en uitwandelende bezoekers, feestjes gevierd worden en verliezen genomen en we tussen de bedrijven door leuke voorstellingen bezoeken (De vier jaargetijden voor jonge oren is een aanrader); terwijl de laatste delen van Het kleine huis (ommenabij de prairie) gesavoureerd worden en ik af en toe heel hard ga hollen om alle hormonen op hun plaats te houden, terwijl het leven geen uitstel duldt en stante pede geleefd wil worden, heb ik nu eindelijk de foto’s van Philips werkstuk online gezet.
Onderwerp: Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans. Het concept van een lapbook heb ik hier uitgelegd; het is een opgedirkt soort werkstuk.
Met Erik is Philip zowel aan de slag gegaan met het verhaal als met het onderwerp insecten in het algemeen.
Wanneer je de voorkant openklapt, zie je dit.
En als je daarna de rechterflap opent, ziet het er zo uit:
Anders dan Jet met haar balletboek, heeft Philip wat meer opstelletjes geschreven. Over bijen (gele honingraatje middenonder), spinnen (witte uitvouwblad rechtsonder) en over Bomans in het groene harmonicaboekje rechtsboven.
Naast Bomans een opsomming van insectenkenmerken.
En ten zuidoosten daarvan een ‘recordbloem’: de zwaarste, kleinste, langste, snelste insect – dat werk.
Tijdens het lezen van Erik had Philip alle verschillende insecten genoteerd die in het boek voorkomen. Met een splitpen heeft hij de insectenwaaier in het midden van het werkstuk gemonteerd.
Hoewel hij een aantal dingen op internet heeft opgezocht, heeft Philip verreweg het meeste gehad aan het boek Bzzz. Jet en ik kregen er een klein punthoofdje van, want we werden te pas en te onpas overhoord of gewezen op interessante feiten (‘Moet je horen’). Maar eerlijk is eerlijk, Bzzz is wel een mooitje. Op de verzorgde DK-manier uitgegeven, en dan met inhoud. Geen verzameling trivialiteiten, maar een samenhangend geheel – van de basis tot de nieuwtjes en verder zo’n beetje alles wat je over insecten wilt weten.
In het midden van het boek zat een uitknipvel om Top Trumps te maken – een spel dat de kinderen vaak spelen. We hadden al ‘Star Wars’ en ‘Wereldwonderen’ en nu heeft Philip de insectenvariant gekopieerd, uitgeknipt en in zijn lapbook bijgeplakt.
Het decoratieve gedeelte bestaat voornamelijk uit poëzie; overgeschreven of -getypte verzen uit Dichter bij de dieren, de verzamelbundel met illustraties van Eric Carle, die jarenlang als slaapmutsje voor Philip en Jet gediend heeft. Het geheel is gelardeerd met hier en daar een gevouwen krekeltje of vlinder.
Op de achterkant en rechterflap heeft Philip citaten uit Erik of het klein insectenboek geplakt die hij mooi vond. Sommige heeft hij overgetikt, andere ingescand. De opmaak is aangepast aan zijn smaak: het stukje dat hij het leukst of opmerkelijkst vond, heeft hij in een groter lettertype gezet.
———–
Handig:
- De pop-upvlinder komt hiervandaan, waar nog 28 makkelijke pop-ups staan (van Aslan uit Narnia tot sneeuwvlokken).
- Het Bomans-harmonicaboekje en de andere vormen komen van deze site.
- We hebben ook weer Micro Safari: Journey to the Bugs gekeken, waarin een onderzoeker zich tot insectenformaat laat verkleinen en de wereld in zijn achtertuin verkent. Hier wat informatie en een trailer.
- Een andere mooie film is Microcosmos – een dag uit het leven van insecten: een trailer.
- Verwante post: ‘Net als Erik’ over ons bezoek aan het Museon.
Pim, Frits en Ida
23 augustus 2008
In een vorig leven, mijn Leven Zonder Kinderen, was ik eens in de Utrechtse kinderboekenwinkel. Ik heb kinderboeken altijd leuk gevonden, ook na mijn kinderjaren, en bezocht in de boekwinkel een studievriendin die daar stage liep. Ik raakte met haar en de eigenaresse van de winkel aan de praat over mooie kinderboeken en vertelde dat ik nog vaak moest denken aan een boek dat ik vroeger op school had gelezen.
De titel wist ik niet meer, de schrijver ook niet en ik wist slechts flarden van het verhaal. Het ging over drie kinderen die in een grot verdwaald waren en ik had er voor het eerst over stalagmieten en stalactieten gehoord. Het was een vreselijk spannend verhaal, ik was er erg van onder de indruk geweest. Ik meende me vaag te herinneren dat de hoofdpersonen in meerdere boekjes voorkwamen, dat ze deel uitmaakten van een soort serie.
Ik vertelde de eigenaresse van de kinderboekenwinkel de snippers verhaal die ik me herinnerde, toen ze zei: ‘Kan het Pim, Frits en Ida geweest zijn?’
Ineens wist ik het weer: natuurlijk! Het waren boekjes die we hardop in de klas hadden gelezen, tijdens het uur waarop de juf kinderen aanwees die een leesbeurt kregen. Zo’n uur was voor niemand echt leuk: de kinderen die goed konden lezen verveelden zich en lazen alvast vooruit; maar je moest wel in de gaten blijven houden waar de rest van de klas was, zodat je in geval van een leesbeurt niet met je mond vol tanden zat. De kinderen die niet goed konden voorlezen wilden zo’n uur het liefst onzichtbaar zijn. Ik weet dat ik me altijd plaatsvervangend ellendig voelde wanneer zij hun bijdrage in de estafette s-p-e-l-l-e-n-d doorploegden.
Aanbod van tweedehandsboeken op internet bestond nog nauwelijks en ik zette een zoekactie uit bij een kinderboekenantiquariaat. Binnen een mum van tijd had ik de reeks van acht Pimmen compleet. Vrijwel alle verhalen uit de boekjes was ik vergeten, behalve dat uit boekje acht, over de dolende kinderen in de grot. Ik zag dat ze geschreven waren door Godfried Bomans en geïllustreerd door Rien Poortvliet. Dat waren nog eens tijden.
En nu leest Philip ze. Toen hij laatst zijn vinger over de ruggen in de boekenkast liet gaan voor iets wat hij in bed kon lezen, wees ik hem op het rijtje Pim, Frits en Ida’s. Het eerste boekje had hij dezelfde avond uit, het tweede heeft hij nu onder zijn hoofdkussen gelegd. Ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat de tijdgeest er niet helemaal aan voorbijgegaan is: de bomen hebben er nog blaren en in het eerste boekje beseft een zevenjarig kind pas drie dagen vóór de geboorte van zijn zusje dat zijn moeder in verwachting is.
Maar toch. Ik kan nog steeds de betovering van de verhalen voelen, de sfeer en de spanning. Ik wou dat ik zelf negen was en nog acht eindeloos lange, mooie boekjes in het verschiet had.
Hier een geweldig artikel over Pim, Frits en Ida, geschreven door de voorzitter van het Godfried Bomans Genootschap. Over de achtergrond van deze schoolboekjes, het geheim van het succes ervan en over Bomans’ kracht om te schrijven in de ‘zone van de naastbije ontwikkeling’.
Godfried Bomans, Pim, Frits en Ida, een serie leesboekjes voor de lagere school, acht delen. Volop verkrijgbaar via veilingkijker.
Deel 1: In het sprookjesbos.
Deel 2: Het onbewoonde eiland.
Deel 3: Oom Ferdinand.
Deel 4: De ontsnapte ballon.
Deel 5: De schat van Brederode.
Deel 6: Verdwaald op zee.
Deel 7: Alleen in huis.
Deel 8: Diep onder de aarde.