Fossielen van de Maasvlakte
14 september 2010
Heeft u het ook gezien, op het journaal? Die enorme hoeveelheid gruis op de binnenplaats van Naturalis, natuurhistorisch museum in Leiden?
Ik kan u vertellen: Philip en Jet hebben daar een cru-ci-a-le rol in gespeeld. Het was toeval dat we in het weekend in Naturalis waren, maar bij binnenkomst liepen we direct tegen een mevrouw met een intekenlijst op. Of Philip en Jet wilden meehelpen om de bodem van de Tweede Maasvlakte te onderzoeken. Nou ja, dan zijn ze de beroerdsten niet.
Halverwege de onderzoekstent kwam er bijna een kink in de kabel, want Philip had gedacht dat hij ook wel het een en ander aan fossielen mee naar huis mocht meenemen. Toen bleek dat dat ten strengste verboden was, wilde hij eigenlijk meteen rechtsomkeert maken. Het vooruitzicht van eeuwige roem stond niet in verhouding tot alle schatten die hij door zijn handen mocht laten gaan en dáár moest laten.
Uiteindelijk deed hij het toch. Ik zei het al, hij is de beroerdste niet. En wat hadden ze ook zonder hem gemoeten? De man is dingenzoeker vanaf zijn geboorte. Eerst met zijn ogen, maar vanaf het moment dat hij er fysiek toe in staat was, heeft hij alles opgeraapt wat mooi was. Nog steeds. Als hij met atletiek een duinloopje gedaan heeft, komt hij steevast thuis met zakken vol bijzondere stenen, schelpen, eindjes touw en aparte takjes. Dus ja, als die bijzondere haaientand erbij had gezeten, had hij hem zeker gevonden.
Maar er zat geen haaientand in hun bakje gruis. Wel veel vuursteen (‘Dat vind ik ook vaak op het strand’) en een paar kleine steentjes met fossiele afdrukken.
Jet vond het allemaal hartstikke leuk, de entourage, het diploma ‘junior-paleontoloog’, de gezelligheid. Ze sorteerde er lustig op los, maar wel op z’n Jets, zodat er menigmaal een ouwe oesterschelp in het bakje voor vuursteen verdween. Philip haalde ze er zuchtend weer uit. Het valt niet altijd mee om dingenzoeker te zijn.