Naar school in Naturalis

25 november 2015

We hadden een vogel gevonden. Als u net zo veel van vogels weet als ik, dan kon hij het best omschreven worden als een kleine vogel. Oranje-bruin en zwart, met een witte buik. En hij was dood, zoveel was duidelijk.

Maar in plaats van koketteren met mijn gebrek aan vogelkennis kan ik beter vertellen wat we gedaan hebben om er slimmer van te worden. Je kunt namelijk twee dingen doen als je een dood vogeltje vindt. Nou ja, je kunt natuurlijk heel veel dingen doen als je een dood vogeltje vindt, maar laat ik me beperken: je kunt hem laten liggen of je kunt hem meenemen. En als je een herfstwandeling maakt met vijf kinderen en je vindt een klein, ongeschonden, beeldschoon vogeltje, dan wordt de keus automatisch voor je gemaakt. Dan neem je zo’n dotje mee naar huis. Want die vijf kinderen komen regelmatig in Naturalis en weten dat dat museum heel blij is met dode dieren.

We maakten foto’s, stuurden die op naar de afdeling Collectiebeheer en kregen per ommegaande bericht: ‘What a cutie, we would love to have it!’ Hij had ook een soortnaam, begrepen we. Het was een keep. Via welkevogelisdit.nl waren we zelf al een eind in de richting gekomen, maar verder dan ‘iets van een vink’ durfden we niet te gaan. Een keep dus.

Maar waarom was ie nou dood? Hij was nog zo prachtig, helemaal niet aangevreten of gerafeld. Gebrek aan adem, zou mijn oma gezegd hebben. Toch wilden we graag een wat specifiekere verklaring. En we hadden al een vingerwijzing: in z’n nekje zaten een paar dikke bulten.

Onze innerlijke forensisch onderzoeker neeg naar een duidelijke diagnose: dat moest kanker zijn. Zonneklaar. We legden de keep in de vriezer en wachtten tot de officiële autopsie.

En zo wandelden we twee weken later Naturalis binnen met een bevroren vogel in een tupperwaredoosje. We ontmoetten Becky, met wie we al gezellig gemaild hadden. Ze zou ’s morgens eerst een holenduif prepareren voor het publiek en daarna met onze keep aan de slag gaan, mits ie op tijd ontdooid was.

Becky was geweldig. Buiten dat ze erg mooie haren had, was ze ook nog eens vriendelijk, grappig, geduldig en deskundig. Omdat ze wist van ons thuisonderwijs, had ze een handout gemaakt van de vogelanatomie. Becky komt uit de Verenigde Staten en had daar al met thuisonderwijskinderen gewerkt, dus ze vond het helemaal niet vreemd dat wij op een maandagochtend een praktijkles taxidermie combineerden met het voederen van knuffeldieren, om maar eens iets te noemen.

Victoria (3) brengt dwangvoeding toe bij een mol.

De keep bleek voldoende ontdooid. Becky nodigde ons uit om vanuit het amfitheater bij de snijtafel te komen staan. Zo konden we goed meekijken bij het prepareren. Hersentjes eruit, hartje, ingewanden, alles puntgaaf. Ze liet het maagje zien en sneed het open: het zat nog tjokvol eten. Onze keep was dus geen hongerdood gestorven.

Ze had al meteen gezien wat de doodsoorzaak was. Wij bleken het ziektebeeld niet helemaal correct te hebben ingeschat. Wat we hadden aangezien voor tumoren, bleken in werkelijkheid…

… teken. Eén teek zou hij wel overleefd hebben, maar drie was te veel. Drie joekels van parasieten waren ons keepje fataal geweest.

Becky haalde geroutineerd de vogel leeg, waste hem en vulde het donzen vogelhuidje weer op. Daarna naaide ze hem dicht. Een tikkie grof, dat wel. De keep zou namelijk niet publiekelijk tentoongesteld worden, maar in de wetenschappelijke collectie terechtkomen. Achter gesloten deuren, ergens in de catacomben van het museum – het hoefde dus geen onzichtbaar ritssluitinkje te worden. Becky vertelde dat ze eens een stagiaire had gehad, een student Diergeneeskunde, die bij zijn studie had geleerd om heel netjes te hechten, met piepkleine steekjes. Het duurde eeuwen voordat hij de geprepareerde dieren bij Naturalis dichtgenaaid had. Becky was zo klaar. Maar onze keep zag er prachtig uit. Ze aaide nog eens over zijn veertjes. We lieten hem met een gerust hart achter.

Bijna goddelijk

19 november 2012

Later deze week een boek over meesterwerken, nu eerst het mooiste meesterwerk. Je eigen lichaam.

Kijk maar even goed. Ja, ogen naar beneden. Zie je je vingers op het toetsenbord? De kleine kreukeltjes in je huid? En verder naar beneden. Je borsten (of niet), je buik, je benen, je knieën die je over elkaar hebt geslagen.

Je bent prachtig.

Alexander Tsiaras, universitair hoofddocent Geneeskunde van Yale laat zien hoe je zo mooi bent geworden.

Gesurft voor u

20 december 2010

Een paar links die van pas kunnen komen.

Deze is ‘gewinkeld voor u’. De korte themafilmpjes uit het NCRV-programma Willem Wever (door Cato consequent uitgesproken als Willem Bever) zijn gebundeld. Je kunt ze op internet bekijken door ze stuk voor stuk op de beeldbank op te zoeken, maar HEMA heeft ze ook allemaal op dvd per onderwerp. In de online HEMA kosten ze 6,95 euro, maar als je even naar de echte winkel wandelt, is het 5 euro per dvd.

Hier alvast een voorproefje in de categorie geschiedenis: ‘Waarom heeft Rembrandt de Nachtwacht op deze manier geschilderd?’

En dan deze. Want je zult maar ingesneeuwd zitten zonder anatomische atlas. Zul je altijd zien dat je juist dán wilt weten hoe de alvleesklier retroperitoneaal in de buikholte ligt. Daar heeft google wat op gevonden; sinds kort is er de Body Browser, een virtuele, driedimensionale, anatomische atlas. Daarmee kun je laagje voor laagje in het menselijk lichaam kijken.

Er zijn verscheidene youtubefilmpjes van mensen die de Body Browser demonstreren, het een wat puberaler dan het ander (want welke lichaamsdelen kun je allemaal onderzoeken?), maar hier zijn nog twee uitgebreidere presentaties: deze is met (Engelstalig) commentaar en deze is zonder commentaar.

Om Body Browser zelf te kunnen gebruiken, moet je wel even de nieuwste versie van Firefox, Safari of Chrome installeren. Meer informatie kun je lezen in het nieuwsartikel op webwereld.nl.

In hetzelfde genre, maar net een beetje anders, kreeg ik vorige week deze links van collega H. over het virtueel ontleden van een kikker.

Bartimeüs

17 november 2009

We zijn op bezoek geweest bij stichting Bartiméus in Zeist. Zij bieden ondersteuning en onderwijs aan mensen die blind of slechtziend zijn en helpen hen op weg in de maatschappij.

Om een beetje te ervaren hoe het is om niet of nauwelijks te kunnen zien, heeft Bartiméus een ‘donkere belevingsruimte’ waar je op bezoek kunt. Daar is een straatje nagebouwd met verschillende soorten paden, een bruggetje, een huis en allerlei obstakels waar blinden en slechtzienden vaak letterlijk tegenop lopen. Een blikje op de grond, een vuilnisbak midden op straat en als je een brief wilt posten, welk vak is dan ook alweer voor overige bestemmingen?

Om ons voor te bereiden waren we begonnen in Het wereldje van Beer Ligthart dat mooie boek van Jaap ter Haar over een jongen die blind wordt en de wereld opnieuw moet ontdekken. Ik heb het boek vroeger zelf gelezen, maar wist niet meer precies voor welke leeftijd het was. Omdat ik het niet altijd eens ben met de aanbeveling van de uitgever of Biblion, heb ik de kinderen eerst een hoofdstuk van internet voorgelezen. Daarna zijn we in het echte boek verder gegaan.

We hebben gekeken op welke manieren je visueel gehandicapt kunt raken. Dat kan aan je ogen zelf liggen, maar ook aan het plekje in je hersenen waarmee je gezichtsvermogen gestuurd wordt. Of er kan ergens iets misgaan op de weg van je ogen naar je hersenen. Daarom hebben we onderzocht hoe ogen precies in elkaar zitten.

Met het Body Book maakten we een papieren versie, met een hoornvlies van plasticfolie. Zo kun je goed zien welke weg het licht aflegt voordat het op je netvlies terechtkomt.

We maakten daarnaast een model van de hersenen, om uit te vinden waar het ‘kijk’-plekje zich precies bevindt. Dat blijkt achteraan te zijn, dus de oogzenuw moet een flinke weg afleggen. Daar kan best wel iets misgaan.

En dan kun je er wel over lezen, maar het zelf een beetje meemaken is toch weer anders. We zouden samen met een ander thuisonderwijsgezin gaan, maar daar bleek de griep in alle hevigheid toegeslagen, dus we hadden privéles in Zeist. De kinderen kregen direct bij binnenkomst een blinddoek om. ‘Kom nu je jas maar ophangen’, zei de mevrouw die ons begeleidde. ‘Volg mijn stem maar.’

Ze vertelde over de verschillende vormen van slechtziendheid. Je kunt helemaal blind zijn, maar het komt ook veel voor dat mensen alleen nog een kokervisie hebben. Dan kun je vaak wel lezen, maar heb je toch hulp nodig om je op straat te kunnen bewegen.

We mochten veel hulpmiddelen proberen. Leesloepen in alle soorten en maten, met en zonder lampje. Een brailletypemachine, een braillecomputer en topografische kaarten in braille, die worden gebruikt door kinderen op de school van Bartiméus.

Er is ook een speciaal apparaatje waarmee je kunt ‘voelen’ of je glas vol is, zodat je niet over de rand schenkt.

Maar zelfs daarmee is het nog best lastig. Want waar eindigt de kan en begint je beker?

Ten slotte maakten we onze rondgang door het donkere straatje. Met een rood-witte stok je weg zoeken langs struiken en een geparkeerde auto, aanbellen bij een huisdeur die omgeven is door allerlei ornamenten, een lamp en een windgong: waar zit de bel nou? Ineens zie je hoe de dagelijkse dingen voor sommige mensen heel anders zijn. Daar mag je best eens bij stil staan.

—————

Handig

Anatomische les

8 juni 2008

De vijf zintuigen

Jet was een beetje verkouden. ‘Als ik slik, voel ik het in mijn oor’, zei ze. ‘Hoe kan dat?’ Ik vertelde over het buisje dat je keel met je oor verbindt en het leek me een mooi moment om The Body Book* weer eens tevoorschijn te halen.

We hebben het al jaren in huis en ik ben er iedere keer weer blij mee. Philip plakt de huidWat mij betreft is het de perfecte aanvulling op alle flapjes- en fotoboeken over het menselijk lichaam. Het bevat simpele, maar mooie en duidelijke bouwplaten: over de vijfzintuigen, hoe je oog er vanbinnen uit ziet of je hart, waar de smaken op je tong zitten.

En nu wilde Jet dus weten hoe haar oor in elkaar zit. Philip opteerde voor ‘de hand’, maar omdat daar geen aparte bouwplaat van bestond, nam hij genoegen met de huid.

De huid

Wat zo prettig is aan de platen uit het Body Book, is dat ze niet al te veel tijd in beslag nemen. We zijn ook ooit eens begonnen aan een levensgroot skelet uit een ander knutselboek, maar toen we de zevende rib van de vierentwintig aan het uitknippen waren, zaten we elkaar allemaal zuchtend aan te kijken. De voltooiing is er niet meer van gekomen. Het project hangt nu als schedel-met-ruggengraat aan een punaise op de speelgoedkast en je kunt aan het knipwerk duidelijk zien waar de vlijt begon af te nemen.

Maar Jettes oor was na twintig minuten af. En je hoeft haar niets meer te vertellen over hamer, aambeeld, stijgbeugel en trommelvlies.

Jet demonstreert het oor

Dat dit biologie heet, maakt Philip en Jet niet uit, ze wilden gewoon, net als alle kinderen, altijd al weten hoe ze in elkaar zaten. Of zoals Philip (toen 4) eens vroeg terwijl we aan tafel zaten: ‘Wat zit er eigenlijk in buiken?’ (Dat was nadat hij met een blik op zijn karbonaadje had gevraagd: ‘Eten we nu een hondje?’)

Jet (4 jaar) en de vijf zintuigenHet fijne van thuisonderwijs is dat je niet hoeft te wachten tot -ik noem maar wat- groep 6 voordat je de vijf zintuigen kunt uitpluizen, maar dat je er gewoon mee aan de slag kunt als het onderwerp zich aandient.

Daarom lazen we boeken over spijsvertering en witte bloedlichaampjes. En daarom kregen ze van oma een plastic anatomisch model (Hema)** dat ze telkens in- en uit elkaar haalden, zodat ze precies wisten waar je nieren zitten (en dat ze verbonden zijn met je blaas).

Sinds een paar maanden hebben we nog iets leuks in huis:

Somebody, the human anatomy game

Somebody, the Human Anatomy Game. Een bordspel dat je op meerdere niveaus kunt spelen en in vijf verschillende varianten, van memory tot Muscles & Bones, over spieren, botjes en organen, waar ze zitten en wat ze doen.

Samen Somebody

Tot slot nog een mooie link naar een online boek met vragen (‘Ik ben een spier. Ik heb een ritme, net als muziek. Wat ben ik?’) en antwoorden (‘Ik ben het hart’). Voorgelezen door schoolkindertjes uit Vermont en het staat hier.

*) Je kunt The Body Book hier online inkijken (het kan een minuutje duren voordat het geladen is).
**) Hier kun je het model van het menselijk lichaam kopen in Hema’s internetwinkel.