Teylers
22 december 2013
Er zijn van die lessen, die kunnen je op alle fronten verrassen. ‘Etsen als Rembrandt’ was er zo een, in Teylers Museum. Onze laatste grote Rembrandtfrenzie was al even geleden en Jet had vorig jaar in het Rembrandthuis wel wat hand- en spandiensten mogen verrichten bij de etsdemonstratie, maar geen van de kinderen had zelf echt geëtst.
Ik had mijn verwachtingen echter niet te hoog gespannen. Tekenen op commando werkt bij Philip en Jet als een rubber hamer tegen het voorhoofd – als er al een reactie komt, is die zelden vrolijk en opbouwend.
Maar de museumdocenten van Teylers waren fantastisch. Deskundig, nuchter, bezield en vreselijk aardig. Alles wat je nodig hebt om je op je gemak te voelen.
De uitleg was helder. En geruststellend voor degenen die zeker wisten dat ze echt niet konden tekenen en toch geen inspiratie hadden.
‘Als je niks weet, maak je toch gewoon een stokpoppetje of schrijf je je naam?’ zei de mevrouw. ‘Dat wordt juist heel leuk met deze techniek.’
Ze leerden over de verschillende etstechnieken: je smeert een metalen plaat in met was, krast je tekening uit en legt de plaat vervolgens in een zuurbad. Het metaal in de opengekraste lijnen wordt aangevreten door het zuur terwijl de rest van de plaat beschermd is door de was – zo wordt de tekening in de plaat geëtst.
Je kunt ook zonder waslaag en zuurbad werken, door direct op een plaatje te krassen. Met een burijn (een soort gutsje) of droge naald bijvoorbeeld. Daarmee krijg je verschillende effecten.

Van boven naar beneden: ets, burijn en droge naald.
Een ets in was ziet er scherp uit, met burijn wordt de lijn wat voller, en de naald geeft een braampje langs de randen. Als je de ets daarna afdrukt, worden de randen fluweelachtig en pluizig, omdat de inkt achter het braampje blijft zitten. Rembrandt gebruikte alle technieken, soms zelfs in één werk, zoals bij De drie bomen.
De kinderen gingen met de drogenaaldtechniek aan de slag. Ze zouden een tekening maken,
en deze vervolgens overkrassen op een plaatje van plastic (werkt prima in plaats van metaal).
Daarna smeerden ze de etsplaat in met inkt,
en werd de overtollige inkt er met een papiertje afgeveegd. ‘Overtollig’ is subjectief natuurlijk. De ene keer is het juist mooi als je wat extra donkere vegen hebt en de andere keer wil je liever een strakker lijntje.
Vervolgens legden ze de plaat op schoon papier en haalden hem door de drukpers.
Als je trots bent op het resultaat, wil je meer afdrukken maken. In je achterhoofd speelt altijd mee hoeveel mensen je gelukkig kunt maken met een echte Cato.
Het leuke van graveren is dat je je werk gaandeweg kunt uitbreiden. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met een varaan en later besluiten dat hij nog gras onder zijn voeten moet hebben. Dan kras je dat erbij in je etsplaatje en maak je een nieuw afdruk.
En het leuke van enthousiaste leraren die goed zijn in hun vak en alle tijd voor je kunnen nemen, is dat je trots bent op je werk. Ook al had je gedacht dat je echt, absoluut, helemaal niet kon tekenen. Laat staan graveren.
Als in hetzelfde pand dan ook ‘De 100 mooiste Rembrandts’ hangen, ga je uiteraard kijken. Met kijkwijzer of speurtocht en soms een vergrootglas.
En met een kennersblik.
Als collega’s onder mekaar, om te zien wat hij ervan gebakken heeft.
—
- De workshop ‘Etsen als Rembrandt’ is nog de hele kerstvakantie te volgen in Teylers Museum. Zie de agenda hier in de kantlijn. Na de vakantie is hij ook te boeken als onderwijsprogramma, van basisschool tot 6 vwo.
- Als je je eerst wilt inlezen, kun je hier allerlei kijkwijzers en achtergrondinformatie downloaden.
Flashmob
4 december 2013
Alsof u er zelf bij was.
Ondertussen
25 november 2013
Voor je het weet ben je zomaar drie weken en tien jaar verder. Wat is er allemaal gebeurd?
Best veel. Jette is twee hoofdstukken opgeschoten in haar wiskundeboek, Victoria heeft vijftig nieuwe woorden geleerd, waaronder ‘Sinterklaasjournaal’ en ‘flashmob’ (uitspraak nog niet helemaal vlekkeloos), Philip heeft de nominativus en accusativus tot zich genomen en Cato heeft alle boekjes uit de thrillerserie van Juf Fiep gelezen (waarmee we naast Sylvia Vanden Heede officieel Corien Oranje aan de ultrakorte whitelist van leuke AVI-schrijvers hebben kunnen toevoegen).
O ja, en dan was er nog de Toestand. Eigenlijk ben ik er wel klaar mee. Maar ja, je kunt geen blog over thuisonderwijs in stand houden zonder thuisonderwijs. En als je een klein groepje bent (250 gezinnen met zo’n 400 kinderen in totaal) dan zul je het voor jezelf moeten opnemen. Dat is geen zieligdoenerij, dat is gewoon de consequentie van een minderheid zijn; een onbekende, niet al te sexy minderheid. Als je jezelf niet verdedigt, zal niemand anders het doen.
Dus hebben we het de afgelopen weken wat luider voor onszelf opgenomen (als ooit nog iemand zegt dat ik met thuisonderwijs te veel in mijn comfortzone blijf zitten, bijt ik hem in zijn oor).
We brachten bezoekjes aan politieke partijen, praatten mee in radioprogramma’s en ontvingen journalisten en fotografen thuis.
Een werkgroep thuisonderwijzers besloot een flashmob te organiseren. Actievoeren is niet mijn ding, maar als er gedanst wordt, heb ik gezinsleden die daar geen weerstand aan kunnen bieden.

Klappen met een sjaal in je hand vergt oefening. Jet blauwe sjaal, Cato rechtsonder met roze. Foto: ikkrijgthuisonderwijs.nl
Dus werd er gerepeteerd. Nog eens en nog eens en nog eens.
Totdat de choreografe zag dat het goed was. Toen mochten ze dansen. Eerst bij het Binnenhof en later op station Den Haag Centraal.
Hier een filmpje van de flashmob in vijf minuten. Wat ik verbazingwekkend vond, was dat zo’n kleine groep thuisonderwijzers zo’n verscheidenheid aan beroepen in zich herbergt. Ik kende al psychiaters, biologen, pedagogen, pabo’ers, economen, scheikundigen, jeugdwelzijnswerkers, een raketgeleerde van ESA en een cassière van Albert Heijn, maar ik wist niet dat er ook professionele dansers bij zaten, en grafisch vormgevers. En beveiligingsagenten in spe.

Samen met jongens uit zijn thuisonderwijsgroep maakte Philip deel uit van de security tijdens de flashmob.
Foto: Michelle vdB
Ik zei dan wel dat wij onszelf alleen verdedigen, maar dat is niet helemaal waar. De laatste weken waren er veel mensen die niets met thuisonderwijs hebben en zich toch belangeloos inzetten, omdat zij vonden dat het onderwerp dit piepkleine groepje overstijgt en de algemene vrijheid van onderwijs en opvoeding raakt. Mensen die brieven stuurden naar kranten en politici, vrije dagen namen om te helpen bij de flashmob, mensen zoals jullie, die de moeite namen om de petitie voor ons in te vullen. Die petitie werd trouwens op 14 november overhandigd. 3501 handtekeningen waarvoor, om met de Wilde Ganzen te spreken, onze hartelijke dank.
Ten slotte was er nog een bijzonder gezelschap dat het voor ons opnam. Het waren zes Nederlandse wetenschappers, onder wie hoogleraren Opvoedkunde, Onderwijsrecht en Onderwijskunde die een verklaring opstelden tegen het voornemen van de staatssecretaris om thuisonderwijs af te schaffen. Een soort brandbrief: ‘Thuisonderwijs heeft ook in Nederland recht van bestaan’.
In de brief weerleggen zij punt voor punt alle bezwaren van de staatssecretaris en leggen zij, ook aan sceptici, uit waarom thuisonderwijs niet verkeerd is en waarom het nooit om grote aantallen zal gaan.
Bijzonder hè? Het is een beetje alsof de Bond van Slagers het opneemt voor een groepje vegetariërs dat gedwongen gaat worden vlees te eten. Zes deskundigen die er niets bij te winnen hebben om hun nek uit te steken, die niet betaald worden door lobbyisten of multinationals en zich zomaar uitspreken voor een onderwijsgroep waar nogal wat misverstanden over bestaan. Niet iets waar je als wetenschapper aanzien mee verwerft. Dat zullen zij alleen doen als zij ervan overtuigd zijn dat er echt iets verloren gaat met het verbieden van thuisonderwijs.
—
- De Tweede Kamer gaat zich in januari buigen over het onderwerp en zal dan beslissen of thuisonderwijs mag blijven bestaan in Nederland. Het ziet er slecht uit: een meerderheid in zowel Tweede als Eerste Kamer wil een verbod – een wetswijziging kan er dus snel doorheen zijn. Dit komt doordat de VVD, die twee jaar geleden uitgesproken vóór thuisonderwijs was en de vrijheid van onderwijs hoog in het vaandel droeg, zonder opgaaf van reden van mening veranderd is.
Excelleren met thuisonderwijs
4 november 2013
‘Ieder kind het beste uit zichzelf laten halen. Dat is de kern van het onderwijs,’ schreef staatssecretaris Dekker vorige maand in de Volkskrant. Het onderwijs moet flexibeler, meer aan het kind aangepast. Daar zal geen juf of meester het mee oneens zijn. Maar als je de touwtjes aan elkaar moet knopen met rugzakbandjes en je kostbare tijd moet verdelen tussen 32 kinderen én mijnheer Cito die van dag tot dag wil weten of je de leerlijn er al ingemasseerd hebt, dan is het soms lastig om flexibel te zijn.
Zelf vind ik thuisonderwijs bij uitstek geschikt voor kinderen die moeite hebben met de reguliere lesstof. Maar voor kinderen die veel méér kunnen, kan het ook een goede optie zijn. Deze brief kreeg ik van twee veertienjarige, Nederlandse meisjes die in het buitenland wonen. Ze hebben hem al aan staatssecretaris Dekker en Karin Straus van de VVD gestuurd, maar ik mocht hem hier ook plaatsen. Dank jullie wel, Anne-Sophie en Rosamond!
—
Geachte staatssecretaris Dekker,
Wij zijn twee leerlingen in de zesde klas van het gymnasium en krijgen al bijna vier jaar thuisonderwijs. Hier hebben wij en onze ouders om verschillende redenen voor gekozen. Ten eerste hebben wij op onze openbare basisschool allebei twee groepen overgeslagen, omdat we voor liepen op onze leeftijdsgenoten. Op de middelbare school begon het werk alweer minder uitdagend te worden, maar we wilden niet nogmaals versnellen om in de klas te komen bij leerlingen van drie à vier jaar ouder dan wij. Thuisonderwijs was hiervoor de perfecte oplossing. Daarnaast zijn wij meerdere malen internationaal verhuisd sinds we op de middelbare school zitten. Omdat we uiteindelijk een Nederlands diploma wilden behalen, kozen we er toen voor om Nederlands onderwijs te blijven volgen via de Wereldschool. We volgden met de Wereldschool afstandsonderwijs voor een aantal vakken, maar voor andere vakken kozen we voor thuisonderwijs. Zo hadden we voor Latijn en Frans privéleraren en kregen we voor wiskunde, Engels en Duits les van onze moeder. Deze combinatie van afstands- en thuisonderwijs gebruiken wij nog steeds.
Thuisonderwijs heeft het voor ons mogelijk gemaakt om meer te doen en beter te presteren dan wanneer we op school zouden zitten. Zo hebben we op dertienjarige leeftijd met goede resultaat het staatsexamen biologie kunnen maken en het jaar daarna de examens Engels, ANW, scheikunde en geschiedenis. Als we aan het eind van dit schooljaar onze diploma behalen, zullen we vijftien zijn. Verder hebben we allebei een driedubbel profiel kunnen kiezen, terwijl dit op de meeste scholen niet kan in verband met roosters en lestijden. Doordat we niet aan een schoolrooster gebonden zijn, maar onze tijd zelf kunnen indelen, hebben we bovendien tijd om op wedstrijdniveau te roeien, ieder twee muziekinstrumenten te beoefenen en in twee verschillende koren te zingen. Het zou niet mogelijk zijn om dit allemaal te doen als we op school zaten.
Het recht op thuisonderwijs is in Nederland al zeer beperkt vergeleken met andere landen. Sinds 1969 is het geven van thuisonderwijs alleen mogelijk bij een vrijstelling van de leerplicht op grond van richtingsbezwaren tegen scholen in de omgeving. Nu zijn er plannen om dit recht nog sterker in te perken en thuisonderwijs zelfs illegaal te maken. In uw brief aan de Tweede Kamer van 13 juli 2013 schrijft u dat u de vrijstelling op grond van richtingsbezwaren wil laten vervallen en hiertoe een wetsvoorstel zal voorbereiden. Wij vinden dat het recht op thuisonderwijs een belangrijk aspect van de onderwijsvrijheid is dat niet afgenomen mag worden.
Helaas heeft de ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geen waardering voor deze vorm van onderwijs. In uw brief voert u twee hoofdbezwaren ertegen aan. Ten eerste zou het nadelig zijn voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind en ten tweede zou er geen duidelijkheid zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Toezicht van de overheid op het thuisonderwijs vindt u geen goede oplossing voor dit tweede bezwaar.
U bent naar eigen zeggen ervan overtuigd dat ‘de dagelijkse gang naar school essentieel is voor de brede sociaal-emotionele ontwikkeling van ieder kind’. U meent dat kinderen op school leren omgaan met anderen en leren dat zij onderdeel uitmaken van een brede maatschappij. Bij thuisonderwijs zou het kind ‘de kans op een brede sociaal-emotionele ontwikkeling die kenmerkend is voor het schoolonderwijs [worden] onthouden’. Schoolgang is echter lang niet de enige of de beste manier om zich sociaal-emotioneel te ontwikkelen. Contact met anderen kan ook buiten school plaatsvinden, bijvoorbeeld bij sportverenigingen of koor- of orkestrepetities. Een kind kan zich sociaal-emotioneel ontwikkelen en ontplooien zonder de invloed van een school. Bovendien is de klas geen weerspiegeling van de maatschappij. Op school zit een kind elke dag samen met dezelfde groep van 25 leeftijdsgenoten en dezelfde volwassenen. Op de middelbare school bestaat deze groep ook nog uitsluitend uit mensen die een ongeveer gelijke academische capaciteit hebben. Op school hebben kinderen dus vooral contact met een beperkte groep, die op henzelf lijkt wat betreft leeftijd en schoolniveau. Een thuis onderwezen kind dat dagelijks omgaat met buren, teamgenoten, vrienden en anderen in zijn omgeving zal niet minder sociaal-emotionele stimulatie krijgen dan een leeftijdsgenoot die naar school gaat. Uit een onderzoek uit 1997 naar thuis onderwezen kinderen in de Verenigde Staten is gebleken dat deze kinderen regelmatig deelnemen aan gemiddeld 5,2 activiteiten die buitenshuis plaatsvinden, zoals sport of vrijwilligerswerk1). 98% van thuis onderwezen kinderen nam regelmatig deel aan twee of meer activiteiten. Wij hebben zelf dagelijks contact met vrienden en anderen door onze muzikale en sportieve activiteiten.
Verder heeft u bezwaar tegen de onduidelijkheid omtrent de kwaliteit van het onderwijs bij vrijstelling van de leerplicht. U wijst erop dat ouders bij vrijstelling niet verplicht zijn om voor vervangend onderwijs te zorgen. Ook als zij dat wel doen, is er geen toezicht op de kwaliteit van dit onderwijs. De Onderwijsraad adviseert de overheid om kwaliteitseisen aan en inspectietoezicht op het thuisonderwijs in te voeren. U vindt dit voorstel onwenselijk, omdat de overheid in dat geval verantwoordelijkheid zou moeten nemen voor de kwaliteit van thuisonderwijs en omdat u verwacht dat overheidstoezicht op thuisonderwijs moeilijk uitvoerbaar zou zijn.
Onzekerheid over de kwaliteit van het thuisonderwijs is geheel onnodig. Keer op keer blijkt dat thuis onderwezen kinderen bovengemiddeld presteren vergeleken met kinderen die naar school gaan. In het eerder genoemd onderzoek uit 1997 scoorden kinderen die thuisonderwijs kregen gemiddeld tussen het 80e en het 87e percentiel op nationale toetsen, terwijl het 50e percentiel de norm is op scholen. Volgens een onderzoek uit 2009 haalden thuis onderwezen kinderen scores van het 84e tot het 89e percentiel2). Factoren zoals het inkomen of opleidingsniveau van de ouders hadden weinig invloed op deze hoge scores. De kwaliteit van thuisonderwijs is over het algemeen dus juist beter dan die van schoolonderwijs.
Bovendien blijkt overheidstoezicht op het thuisonderwijs helemaal geen invloed te hebben op de kwaliteit. In het hierboven genoemd onderzoek uit 2009 vergeleken onderzoekers testresultaten van thuis onderwezen kinderen uit deelstaten die veel of juist weinig toezicht houden op thuisonderwijs. De scores bleken onafhankelijk te zijn van de mate van overheidstoezicht. Het is dus niet nodig om toezicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs. Als toezicht op thuisonderwijs toch gewenst is, dan hoeft dit niet zo moeilijk uitvoerbaar te zijn als u verwacht. Alle thuisonderwijzers van Nederland zijn al bekend bij de overheid. Het is niet moeilijk om te eisen dat alle kinderen vóór hun negentiende een diploma moeten behalen door het staatsexamen af te leggen. Een andere oplossing zou zijn om gezinnen die voor thuisonderwijs kiezen te verplichten tot een jaarlijks gesprek met een leerplichtambtenaar, waarbij de ouders een portfolio met het recente werk van de kinderen laten zien en overleggen over een planning voor het komend jaar.
Het is duidelijk dat thuisonderwijs een succesvolle onderwijsvorm is die past in een samenleving waar de kwaliteit van het onderwijs een prioriteit is. Wij vinden dat het recht op thuisonderwijs niet alleen behouden, maar zelfs uitgebreid moet worden. Iedereen zou moeten kunnen kiezen voor een vorm van onderwijs die goede academische resultaten oplevert en zoveel mogelijk ruimte laat voor het ontplooien van eigen talenten. Wij hopen dan ook dat de VVD het recht op thuisonderwijs zal steunen.
Hoogachtend,
Anne-Sophie en Rosamond
———————-
- Veel kinderen zijn bezorgd over de plannen van de staatssecretaris. Zie ook deze prachtige brief van Alma, die graag thuisonderwijs wil blijven krijgen.
- Hier staat meer over het voornemen van de staatssecretaris.
1) Strengths of Their Own—Home Schoolers Across America: Academic Achievement, Family Characteristics, and Longitudinal Traits, Dr. Brian D. Ray, 1997
2) Progress Report 2009: Homeschool Academic Achievement and Demographics, Dr. Brian D. Ray, 2009.
Ubi caritas
2 september 2013
We gaan liefdevol de werkweek in.
Liefde is…
chocolademikado spelen en de helft van je gewonnen stokjes weggeven aan je broer en zussen.
Liefde is…
demonstreren hoe echolocatie werkt. Dat wat vleermuizen doen. En sommige blinde mensen, die met klikgeluidjes hun weg vinden (zoals je je herinnerde van je bezoek aan het blindeninstituut).
Liefde is…
samen met je vriendin sungazen en vogels spotten.
Liefde is…
een vader die onverwacht later naar zijn werk gaat zodat hij met jou kan gaan zwemmen, omdat je dat al weken zo vreselijk graag wilt en je moeder telkens geen zin heeft.
Liefde is…
een vriendschap die al zowat je hele leven duurt.
Liefde is…
samen eindelijk weer eens naar de hammam.
Liefde is…
grote mensen die kleine mensen gelukkig maken.
Liefde is…
meehelpen in het tuintje, ook al wilde je liever op de iPad.
Liefde is…
soms maar negentig centimeter groot.
De messen worden geslepen
31 augustus 2013
Weet je wat ik een van de leukste dingen vind aan kinderen hebben? Dat ze zo veel dingen doen die ik niet kan. Van tevoren had ik gedacht dat ik het heel gaaf zou vinden als mijn kinderen op me leken, als ik eigenschappen van mezelf in hen zou herkennen. Maar dat laatste legt bij mij eerder zenuwen bloot dan dat het tranen van ontroering teweegbrengt.
Het zijn juist de dingen die ik voor mijn ogen zie gebeuren, de onverwachte dingen, die me ontroeren en waar ik -volkomen onterecht, want ik heb er niets aan gedaan- trots op ben. Cato die zo veel meer durft dan ik op die leeftijd; haar ritmegevoel, haar lekker in haar lijf zitten. Victoria die gemaakt is om lief te hebben, altijd vrolijk en voor rede vatbaar. Jette die zo prachtig Jette is en dingen probeert die ik niet eens zou durven overwegen; haar totale overgave aan arabesques en pliés. Philips rechtvaardigheidsgevoel dat hij trouw blijft, ook op momenten waarop ik allang gemarchandeerd zou hebben. Zijn muzikaliteit, die me ineens opviel toen hij, drie jaar en drie maanden oud, op een feest naar een bandje stond te kijken en exact de drumpartij meetikte. Terwijl ik vaak niet eens hoor welke instrumenten er in een nummer meedoen.
Het zijn de dingen die hen eigen maken. Door erin mee te gaan, te luisteren naar hun mening en redenen om ergens voor te kiezen, ga ik er zelf ook de lol van inzien. Zoals je naar Zomergasten kunt kijken met een onderwerp waarvan je eerst dacht dat het je niets kon schelen, maar dat na afloop verrassend interessant bleek te zijn. Eigenlijk is alles leuk als je je er in wilt verdiepen.
Vorige week ging Philip weer iets doen waar ik nooit op gekomen zou zijn. Smeden.
Zelf ben ik op het gebied van handvaardigheid niet verder gekomen dan de spreekwoordelijke asbak en een gefiguurzaagde vogel van balsahout, beide geen daverend succes, dus smeden lag niet in het verwachtingspatroon dat ik voor mijn kinderen had. Het was besproken door vriendin E. van de thuisonderwijsgroep, voor een groep jongeren van twaalf tot zeventien jaar, waaronder Philip.
Geen hoefijzer of ploegschaar – daar dacht ik meteen aan, leuk ambachtelijk zoals bij de Schippers van de Kameleon, maar een survivalmes. Kijk, het onderste is van Philip.
Maar voordat je tot dit resultaat komt, moet je eerst een hele dag in de smederij staan. Van 10.00 tot 16.00, tussen ovens en aambeelden en hamers. In gepaste kledij, met handschoenen die zo uit de Axe-reclame komen, waarmee het bezwete voorhoofd afgewist wordt.
Want om van zo’n staaf een mes te maken, moet je flink timmeren.
Telkens opnieuw het staal verwarmen tot het sinaasappeloranje is. Dan heb je maar tien seconden om te slaan en moet het weer de oven in. Als je ten slotte tevreden bent over de vorm, lengte en breedte, is het tijd om je mes te harden. Dat doe je door het in olie te dopen en daarna vóór de hete oven te houden.
Als de olie begint te roken, weet je dat de juiste temperatuur bereikt is. Heb ik nooit geweten. Maar nu weet ik het wel. En ben ik plaatsvervangend trots op het resultaat.
Nog een week uit het leven van… Philip
20 juli 2013
Uren, dagen, maanden, jaren,
Vliegen als een schaduw heên.
Rhijnvis Feith kreeg zelf negen kinderen, dus hij zal het wel geweten hebben. Voor je het weet heb je een zoon met schoenmaat 45 en een gebronsde strandrug.
De vorige Week uit het leven van… Philip is al bijna vijf maanden geleden, tijd voor een volgende. Philip is inmiddels veertien jaar.
Deze week werd een projectweek. Dat had ik vooraf niet voorzien, maar op vrijdag stond er een wandeling gepland door de Amsterdamse Plantagebuurt en het leek me mooi de week daaromheen in te vullen. Museumdocenten van het Verzetsmuseum zouden twintig jongeren rondleiden langs monumenten en gebouwen die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog.
De wandeling was onderdeel van een dag die we voor thuisonderwijsjongeren georganiseerd hadden. Sinds een paar maanden ben ik met twee collega-moeders een Voortgezet Thuisonderwijsgroep begonnen, voor jongeren vanaf twaalf jaar. Eens in de paar weken plannen we een dag speciaal voor hen, waarbij de jongere broertjes en zusjes afzijdig gehouden worden. Beetje educatief, beetje kletsen, sam-sam. Een rondleiding door het Van Gogh gecombineerd met een stadspicknick, een scheikundemiddag die overloopt in een watergevecht, dat werk.
Een belangrijk onderdeel van thuisonderwijs is dat kinderen van alle leeftijden met elkaar omgaan, geduld oefenen, van elkaar leren en zo van jongs af met beide benen in de échte maatschappij staan, waar tenslotte ook alle leeftijden door elkaar werken en leven. Omdat het voor onze kinderen zo’n groot deel van hun dagelijks leven uitmaakt, is een dag met alleen leeftijdsgenoten een mooie afwisseling.
De stadswandeling zou leiden langs gedenkplaatsen die een rol speelden in het verzet: het bevolkingsregister dat in vlammen opging, Artis dat onderduikers herbergde, de Hollandse Schouwburg. Over de Schouwburg kende een van de ouders de vertelling ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’ van Karel Baracs. Een prachtig, verdrietig en beetje blij verhaal over de Vereeniging Zuigelingen-Inrichting en Kinderhuis, beter bekend als de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg, van waaruit 500 joodse kinderen gered zijn.
Luister maar eens naar de eerste minuten, dan zet je het meteen op je lijstje luisterboeken voor de vakantie:
Naast het beluisteren van dit verhaal, zag Philips week er als volgt uit:
- Poëzie: ‘De achttien dooden’ van Jan Campert. Hadden we eerder behandeld, nu nog eens vanwege de ophanden zijnde rondleiding. We hebben de achtergrond van het gedicht uitgebreider onderzocht. Philip wist van Camperts eigen dood en de executie van de Februaristakers en Geuzen, nu lazen we meer ooggetuigenverslagen over de directe aanleiding van de Februaristaking. Van het een kwam het ander. Van Camperts eigen dood in een concentratiekamp kwam het gesprek op een familielid dat op dezelfde wijze omkwam. Van familie kwamen we op Camperts zoon, Remco. Philip en Jet kenden de schrijver nog niet, daarom las ik met hen ‘Tot zoens’ als introductie.
- Nederlands: een kort fictieverhaal geschreven over ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’. Philip en Jet kozen iemand uit het boek en deden alsof zij het personage zelf waren. Hun verhaal begon met ‘Mijn naam is…’ en vervolgens lieten zij hun fantasie de vrije loop over wat het personage vóór of na de oorlog gedaan had en wat hij of zij te vertellen zou kunnen hebben. Philip koos het perspectief van de boer die kinderen in zijn gezin had laten onderduiken.
Maatschappijleer: vijf hoofdstukken uit Holocaust van Angela Gluck Wood. Veel aandacht besteed aan de geschiedenis van de joden in Europa, hun eeuwenlangen mores en sores. Discussies gevoerd over propaganda en de macht van beeldvorming. Philip vertelde dat hij in de BBC-serie How Art Made The World had gezien hoe koning Darius, Alexander de Grote en keizer Augustus op dezelfde manier als Hitler gebruikmaakten van kunst en propaganda om hun doctrine over te brengen.
- Geschiedenis: zes levensverhalen gelezen uit Opgepakt, verhalen over kinderen in kamp Westerbork. Dit boek onderscheidt zich van andere door de nadruk te leggen op het gewone leven van mensen voordat zij gedeporteerd werden. De dagelijkse dingen, de plotseling veranderde houding van buurmeisjes en werkgevers, de schrik en angst van de deportatie. Ook het verhaal van de familie Birnbaum staat erin, waarover de NOS dit jaar een mooie documentaire uitzond die Philip en Jet gezien hebben.
- Geschiedenis: voor Cato nogmaals de uitzending gezien over de Hollandse Schouwburg uit Willem Wever (afl. 27 januari 2008). Philip kende de aflevering van vroeger en ondanks dat hij en Jette kromme tenen kregen van de acteerprestaties, begrepen ze dat dit stukje voor Cato (6) wat meer inzichtelijk maakt wat er precies gebeurde.
Omdat veel van zijn werk in het teken stond van de rondleiding, heeft Philip deze week minder tijd besteed aan exacte vakken (behalve wiskunde) en kunst. Wat heeft hij wel gedaan?
-
- Wiskunde dus, 3x deze week (hier meer over Philips vakken).
- Drummen, 4x plus een uur drumles.
- Gelezen in Vlammen van Suzanne Collins, dagelijks minimaal anderhalf uur.
- Gelezen en verslag gedaan van zes hoofdstukken uit Een heel kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson.
- Frans (4x deze week) via Rosetta Stone.
- Een middag hard gewerkt in ons volkstuintje; onkruid van weken nalatigheid gewied en naar de composthoop gekruid.
- Breakdance, 1x les.
Daarnaast was er Philips maatschappelijke stage, waar hij deze week met zo’n twintig kinderen uit de buurt (en Cato) een voetgangerstunneltje heeft opgefrist. De graffitikunstenaar die het ontwerp gemaakt had en de wethouder Jeugd en Welzijn waren ook ter plaatse.
Vrijdag was de Plantagebuurtwandeling. Mensen van het Verzetsmuseum namen de kinderen in twee groepen mee langs alle plaatsen die we besproken hadden – en meer. Het kunstenaarsmonument, de struikelstenen. Vooral de Hollandse Schouwburg was indrukwekkend, met zijn gedenkmuur vol namen en de kale binnenplaats waar eens de pluchen fauteuils hadden gestaan, mensen hadden geschaterd, zich hadden laten ontroeren en waar ze later als naamlozen bij elkaar gedreven werden om dagenlang in verdrukking hun lot af te wachten.
Na afloop wandelden we terug naar het huis van een van de thuisonderwijsgezinnen, waar een deel van de groep bleef eten. Jettes vriendin had samen met haar zusje twee kilo pizzadeeg in de rijs gezet en met vereende krachten werden bakplaten vol bodems gerold, uien gesneden, tomatensalsa’s gemaakt en pizza’s bestreken en belegd. Die avond bakten Jet en haar vriendin onafgebroken voor zestien man.
En nu is het vakantie. Stonden we kortgeleden nog met vestjes aan bij de Dokwerker, nu zit ik in een hemdje voor het open raam en waait de zomerwind naar binnen. Philip heb ik de afgelopen week nauwelijks gezien. Rond zessen belt hij of hij bij zijn vriend blijft eten of dat ze toch hier komen aanschuiven. En iedere avond ligt de badkamervloer bezaaid met vochtige handdoeken vol Noordzeezand of recreatieplasmodder. Rhijnvis Feith wist het, van die uren, dagen, maanden, jaren. Ik ga het nog een keer lezen, zodat ik de schaduwen wat kan rekken.
—
- ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’ staat op het vierde deel van de luisterboekenreeks Het verhaal van Amsterdam (6 delen), maar is sinds kort ook als los luisterboek uitgegeven. Karel Baracs is stadsverteller van Amsterdam en duidelijk door de gemeente aangesteld om een soepele parallel te trekken tussen de veelkleurige geschiedenis van de stad en de veelkleurige bevolking van het moment. In zijn ijver alle minderheden erbij te betrekken en iedereen het gevoel te geven ‘bovenal Amsterdammer’ te zijn, legt Baracs de politieke correctheid er vaak zo dik bovenop dat de verhalen geen sprankje interesse meer wekken. Dat is jammer, want Baracs is een warme, meeslepende verteller. De verhalen ‘Waarom lijn 8 niet meer rijdt’, ‘Een tsaar in Amsterdam’ en nog een paar andere zijn de krenten in de saaie pap van Het verhaal van Amsterdam. Het zijn absolute parels die laten zien hoe mooi Baracs kan vertellen, hoe spannend en belangrijk geschiedenis is en hoe fijn het is om voorgelezen te worden.
- Over het boek Holocaust van Angela Gluck Wood schreef ik hier meer.
- Over de BBC-serie How Art Made The World schreef ik hier meer. De aflevering over propaganda heet ‘The Art of Persuasion’.
- Meer over de crèchekinderen van de Hollandse Schouwburg op de site van het Verzetsmuseum.
- Aflevering 6 van de serie 13 in de oorlog is mooi als introductie op de jodenvervolging in Nederland.
Meer ‘Weken uit het leven van…’: