Loop der dingen
7 april 2010
Een meisje van de thuisonderwijsgroep vierde gisteren haar tiende verjaardag in Nemo, het wetenschapsmuseum in Amsterdam. Als je de twaalf stuiterende schoolklassen overleefd en uitgezwaaid hebt, is het er altijd erg leuk. Genoeg te zien, genoeg te doen, genoeg te ontdekken.
Bij mijn kinderen blijven waterproefjes het meest trekken: de waterzuiveringsinstallatie, dammen bouwen, manshoge zeepbellen maken. En natuurlijk de kettingreactie, een voorstelling die een paar keer per dag in het museum gepresenteerd wordt, met rollende kantoorstoelen, botsende ballen en omvallende dominostenen.
Ik moest gisteren na de demonstratie in Nemo denken aan Der Lauf der Dinge, de beroemde film uit 1987. De film bestaat uit één grote kettingreactie van een halfuur. Het begint met een ronddraaiende vuilniszak die tegen een autoband stoot, waarna ontploffinkjes, wippende planken en andere objecten de ene reactie na de andere veroorzaken. De ultieme Rube Goldbergmachine. Toen ik de dvd jaren geleden uit de bibliotheek leende, heeft Philip er ademloos naar zitten kijken.
De film duurt 29 minuten en 45 seconden, met geen ander geluid dan de botsende en rollende voorwerpen – hier kun je de begintrailer bekijken.
Op youtube staat ook een versneld afgedraaide versie, snoeihard begeleid door de ouverture van Willem Tell. Op die manier lijkt het een beetje op de 28ste minuut van een uitzending van The A-Team, dat altijd terugkerende moment waarop er ingenieus wapentuig gemaakt werd uit drie ouwe kranten en een kapotte tractor.
———–
- Vanaf september 2010 is de Museumjaarkaart geldig in Nemo.
- Op proefjes.nl staan veel leuke thuisproefjes met uitleg, zoals de oppervlaktespanning van de zeepbellen uit Nemo.
- De homepage van Der Lauf der Dinge (of: The Way Things Go).
Van kinderen
26 februari 2010
Het is vakantie, met voortdurend aanloop van vrienden en vriendinnen die op andere dagen naar school gaan. Er wordt ons vaak gevraagd of wij ook de schoolvakanties aanhouden. Dat is in principe niet zo; het weinige formele werk gaat meestal gewoon door. Dat is te zeggen: ténzij er vriendjes komen spelen.
Als de kinderen een afspraak hebben halverwege de middag, dan maken ze ’s morgens wel gewoon hun dagelijkse dingen. Maar als ze in een ritme zitten van dagen vol spelen en aanwaaiende vrienden, dan laten we het reken- en schrijfwerk voor wat het is. Ik vind spelen namelijk heel belangrijk.
En leren houdt natuurlijk niet op bij die paar uur aan tafel. Ik begrijp dat het moeilijk voor te stellen is, maar als je thuisonderwijs geeft, is er veel onderwijstijd die niet als zodanig geteld wordt in een schoolrooster. Als Jet om vijf uur nog even gaat ‘lepboeken’, valt dat niet onder schooluren. Als Philip de wisselkoers voor Engelse ponden opzoekt ook niet. Of als hij Cato drie prentenboeken voorleest. En als Jet vraagt waarom die ‘minister met dat blonde haar’ een lijfwacht heeft, en we praten over Geert Wilders, het verschil tussen minister en partijleider, over vrijheid van meningsuiting en anderen behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden, dan trekken we die tijd niet af van de vakantiedagen.
De afgelopen week was zo’n vakantieweek vol onderwijs dat geen onderwijs heet. Een huis vol grote en kleine vrienden, spelletjes spelen, de dungezaaide zonnestralen benutten, logeren en veel samen eten.
We zijn ook naar Het Van Kinderen Museum geweest. Voor het eerst – en zeker niet voor het laatst. Wonderlijk genoeg waren we, ondanks de vakantie, de enige bezoekers. Dat maakt zo’n eerste bezoek wel extra bijzonder, want de medewerkers hadden alle tijd.
Het Van Kinderen Museum is een galerie annex atelier waar je veel verschillende disciplines kunt uitoefenen. Langs alle muren staan houtsnijwerken, stellages, keramiekschalen, legocreaties, laboratoriumopstellingen, robotjes, textiele werken en andere kunststukjes. Bij binnenkomst word je eerst uitgenodigd om op alle planken en achter alle deurtjes te kijken wat je aanspreekt, inspiratie op te doen.
Als je iets gevonden hebt wat je leuk lijkt, meld je je bij een van de medewerkers. Jet werd meteen enthousiast van deze hoed.
Vriendinnetje C. dacht eerst dat zij parfum wilde maken, maar koos later toch voor een mozaiektegel. Philip en zijn vriend D. wilden iets maken wat kon bewegen, maar een hele robot was te veel werk voor één middag. D. ging uiteindelijk voor een auto, Philip voor een boot.
Een paar uur lang zijn ze bezig geweest met stukjes mozaieksteen, lapjes stof, naald, draad, ellebogenstoom,
hout, koperdraad, elektromotortjes, cirkelzagen, vingerwijzingen,
en boven alles: inspiratie. Als je nou een grote ketel neemt, je gooit dat allemaal bij elkaar en je neemt vier alchemisten tussen de zeven en de twaalf jaar, dan krijg je dit:
een prachtig mozaiek,
een beeldschone hoed,
een vet coole slee,
en een luxe catamaran zonder zeil.
Het tegeltje en de hoed hebben voornamelijk esthetische waarde, maar de voertuigen moesten ook nog werken, was het idee. Dat is gelukt. Als je de stroomdraadjes tegen de polen van een batterij houdt, werkt het motortje. Kijk maar naar de auto:
De boot hebben we thuis uitgeprobeerd in een teil. Eerst zie je hem een stukje achteruit varen, daarna vooruit. Als je de stroomdraadjes van pool verwisselt, draait het motortje de andere kant op. In het grote ligbad doet hij het helemaal mooi.
- Hier de link naar Het Van Kinderen Museum in Den Haag, let goed op de openingstijden. De totaalprijs staat niet duidelijk op de website. Entree is 2,50 p.p. plus ‘materiaalkosten’, die in de praktijk neerkomen op 10 euro per project. Per kind moet je dus rekenen op 12,50, plus 2,50 voor begeleidende volwassenen.
- Hier een Engelstalige uitleg over de elektromotor – ik kon geen goede Nederlandstalige site vinden.
Naturalis
19 januari 2009
Vrijdag waren we met drie andere gezinnen van onze thuisonderwijsgroep in Naturalis. Fantastisch museum. Het is zo groot dat het er op doordeweekse dagen altijd rustig is. Ook al zijn er drie schoolklassen, het waaiert vanzelf uit. Je kunt er met gemak een hele dag vertoeven zonder alles gezien te hebben en er is voor elke leeftijd wat wils; vier verdiepingen met zalen.
Toen Philip drie jaar was, kwamen we vooral voor de opgezette dieren. Toen hij zich een jaar later ingroef in de wereld van de dinosaurussen keken we uren naar de archeologische vondsten in de Oerparade. Toen hij interesse kreeg in vulkanen bleven we vooral hangen in de Aarde-zaal. Altijd bezochten we even de mooie stenen en kristallen in de Schatkamer en er komt vast een dag waarop we ook de DNA-uitleg zullen begrijpen in de zaal over Biotechnologie.
In een hete zomer is het er heerlijk omdat de temperatuur constant op 18 graden wordt gehouden, in de lente is het lekker lunchen op de mooie binnenplaats van het vroegere Pesthuis en op een druilerige najaarsdag kun je fijn filmpjes kijken in de bioscoopzaal.
Er is ieder jaar een groots opgezette, tijdelijke tentoonstelling; op dit moment is het ‘Wildebeesten’, over de jaarlijkse trektocht van de gnoes door Tanzania en Kenia. De aantrekkingskracht van de tijdelijke familietentoonstellingen wisselt weleens, maar deze gnoe-expo is beslist de moeite waard.
Een heuse kruipindehuid. Probeer als gnoe de rivier over te steken zonder opgevreten te worden door een krokodil. Wees een roofdier die in sluipgang een gnoe wil overmeesteren. Zoals Jet,
die mooi een dikke gnoe te pakken kreeg. Verder kun je als onderzoeker dierenpoep determineren en natuurfoto’s maken. En als mannetjesgnoe moet je alles uit de kast trekken om zoveel mogelijk vrouwtjes te versieren door op en neer te springen en hard te brullen.
Cato kon dat ook heel goed.
Tezamen met de baltsdans moest je iets doen met die microfoons. Het was niet helemaal duidelijk wat precies, dus testte ze alle mogelijkheden. Door gissen en missen kom je erachter – zo deed Einstein het ook.

Hallo? Gnoe?
Ten slotte klommen we naar de kinderzaal die Kijkje Aarde heet. Je komt binnen tussen de wortels van een grote eikenboom en daarna kun je een aantal dieren voeren. Er is een mand met noten, zaden, wormen en andere lekkere hapjes en je moet kijken welk hapje bij welk dier hoort.
Je houdt het eten voor zijn neus en als hij het lust, gaat zijn bek open. Zo niet, dan schudt hij zijn kop. Dan kom je erachter dat een wild zwijn niet alleen paddestoelen eet, maar ook eikeltjes. En dat een lieveheersbeestje maar één ding lust.
Persoonlijk ben ik meer van de onbevangen blik en het proefondervindelijk rondscharrelen, maar als je ervan houdt, dan kun je specifiek voor Kijkje Aarde hier een onderwijshandleiding binnenhalen.
En als je nog nooit in Naturalis geweest bent, dan staat hier een mooie introductie, gemaakt door een biologieleraar.
Ruimtereis
21 november 2008
‘Dit wordt je eerste keer Space Expo, Catootje’, zei Philip toen ik de auto het pad van de ruimtevaarttentoonstelling op draaide. Een mens heeft zo wat mijlpalen in zijn leven.
We waren er inderdaad al een poos niet meer geweest en Philip was heel blij dat we weer eens gingen. Voor Jet hoefde het niet per se, maar ook thuisonderwijskinderen houden rekening met elkaar; je doet geregeld iets wat je zelf minder leuk vindt, maar waar je een ander blij mee maakt. Bovendien had Jet wel veel zin om E. en haar kinderen te zien, de vrienden met wie we hadden afgesproken.
Cato was meteen in haar element. Ze werd met open armen ontvangen door J. – E.’s driejarige dochter. Als jongste telgen trokken zij er samen op uit om de ruimte te verkennen.
Ze hobbelden vreselijk schattig achter elkaar aan en verzonnen allerlei nieuwe spellen. En als Cato dreigde af te dwalen of hulp nodig had bij een trapje, stond J. als Grote Vriendin paraat om zich over haar te ontfermen.
In de tentoonstelling is de afgelopen jaren nauwelijks iets veranderd. Toch blijft er genoeg te ontdekken, al was het alleen maar omdat sterrenkunde niet een bijster eenvoudig onderwerp is en de techniek bovendien voortschrijdt.
Veel van de informatie gaat langs mij heen en soms vraag ik me weleens af hoeveel er bij de kinderen blijft hangen, maar dan blijkt dat zij altijd meer kunnen plaatsen dan ik dacht.
We stonden te kijken bij de vitrine van een Marslandschapje. Ik zei dat ik gehoord had dat de missie naar Mars stopgezet was, maar de reden ervan was me ontschoten. ‘Ja, dat klopt’, zei Philip, ‘dat komt omdat het nu op Mars ook herfst is, waardoor er bijna geen zon is. En de robot werkt op zonne-energie.’ Had ie gezien bij Nieuws uit de Natuur.
Space Expo is verder een nogal serieuze expositie, met veel schriftelijke uitleg, een paar spectaculaire onderdelen en hier en daar een kwinkslag.
Philips absolute favoriet is de Opstijgende Raket. Ieder uur wordt er afgeteld, waarna met veel kabaal en rook een raketlancering gesimuleerd wordt. Een enorm succes.
Terwijl ze de rest van de tentoonstelling verkennen, houden de kinderen voortdurend een schuin oog op de aftellende klok. Als het bijna zover is, gaan ze alvast tussen de raketmotoren zitten,
en tellen af
totdat de raket met veel geraas gelanceerd wordt en je op het beeldscherm in de vloer de aarde onder je voeten ziet wegschieten.
Dan trekt de rook op, klinken er Carmina Buranaklanken en keert de rust terug. We zijn hier nu een keer of zeven geweest, maar dit verveelt nooit.