Zo Philip

3 augustus 2010

Vond ik in de keuken nadat hij vanmiddag koekjes gebakken had. Het duurde een fractie voordat ik het begreep. Toen keek ik in het kookboek.

Vorm nu van de deegbal een rolletje, een soort worst van ongeveer 5 cm dik. Snij de rol in plakjes van ongeveer een halve cm dik.

Ha, courgette!

2 augustus 2010

Wij pachters van een volkstuin, wij hebben een zesde zintuig. Nochtans bewerken wij geconcentreerd het land, maar zodra het tuinhek piepend opengaat, weten wij of er een vaste tuinder of een onregelmatige bezoeker binnenkomt.

In het eerste geval volstaat een hoofdknik, in het tweede geval zetten wij het op een lopen om de andere volkstuinders de loef af te steken. Wij hollen de gast tegemoet, onder iedere arm een courgette ter grootte van een prehistorische knots. Als wij de argeloze bezoeker genaderd zijn, vragen wij quasi-nonchalant: ‘Heb jij misschien nog interesse in courgette?’

Ach, het is zo’n dankbare plant. Zo heel anders dan de kapucijner, die vertroeteld wenst te worden, opgebonden, gewied rond de wortels. Nee, dan de courgette. Na een incubatietijd van drie weken vensterbank kun je hem gewoon aan zijn lot overlaten. Met een beetje mazzel hoef je alleen een zaadje in de grond te stoppen; zon en regen doen de rest.

Het is een moestuingroente die garant staat voor een weelderige bloei en oogst. Je ziet de eerste kleine courgette, 10 centimeter groot, en denkt: ik wacht nog even, nog éven, tot hij zo groot is als die bij de groenteman. Als je drie dagen later komt, ligt daar het formaat van een kinderarmpje. En wanneer je hem onverhoopt nog even laat zitten, heeft hij de omvang van het dijbeen van een volwassen man.

Machtig mooi natuurlijk, met twee courgetteplanten (eentje voor ’t verlies) kun je bijna dagelijks oogsten. Maar na een paar weken plukfeest merk je toch wat bedrukte gezichtjes bij de kinderen. Het is een heikel punt op de volkstuin. Mijn buurvrouw zei van de week: ‘De kleinkinderen houden er echt van, maar laatst begonnen ze te huilen toen we weer courgettesoep aten.’

Dus wat doet een mens in zo’n geval? Nadat hij alle passanten een groene knots in de maag gesplitst heeft (‘Nee? Weet u het zeker? Ook niet voor de buren?’) snijdt hij er een paar door de roerbak, de risotto, de pastasaus en de chili sin carne (fijngehakte courgette lijkt net gehakt). En dan liggen hem nog drie flinke jongens aan te kijken, iedere keer als hij de koelkast opendoet. In zo’n geval wisselt men recepten uit.

Zes keer courgette. De cake heb ik zelf nog niet geproefd, maar is wel uit de eerste hand; een tuinbuuf garandeerde me dat ie heerlijk is.

Ratatouille

Ik kende ratatouille uit de pan, maar sinds ik deze ovenvariant op de verjaardag van vriendin V. gegeten heb, maak ik hem alleen nog maar zo. De foto klopt niet helemaal, want ik snij courgette en aubergine in plakken in de lengte. Dit plaatje komt wel het dichtst in de buurt bij wat ik zocht – op de rest van de ratatouillefoto’s zag je een roodachtige massa met brokjes courgette en aubergine, zo ziet het er niet uit als het uit de oven komt.

Ingrediënten:

• courgette
• aubergine
• tomaat
• knoflook
• olijfolie
• twee handen basilicum

Snij courgette en aubergine in dunne plakken in de lengte (iets dikker dan met een kaasschaaf), tomaat in plakjes of kwarten.

Leg in een ovenschaal, olijfolie erover, knoflook fijngesneden. Met je handen omhusselen, zodat de olie overal goed zit. Basilicum scheuren en erover strooien.

20 minuten in de oven op 180 graden. Zowel warm, lauw als koud erg lekker.

———-

Courgettecarpaccio

Ingrediënten:

• courgette, liefst kleine van maximaal 15 cm. die zijn rauw het lekkerst
• olijfolie
• 3 tenen knoflook
• pijnboompitten
• parmezaanse kaas of grana padano

Courgettes in dunne plakken snijden, iets dikker dan met de kaasschaaf. Flink wat olijfolie in een platte schaal, knoflook uit de pers erbij. Courgetteplakken goed door olie-knoflook husselen en even laten staan.

Serveer de plakken op een bord, pitjes erover en parmezaanse kaas.

———-

Indiase courgette

Ons oudste courgetterecept. John haalde het een jaar of vijftien geleden uit een Indiaas kookboek of een themanummer van Allerhande, de bron kan ik niet meer precies achterhalen. Maar het was in ieder geval de eerste keer dat ik courgette lekker vond.

Ingrediënten:

• courgette in blokjes
• blikje tomatenpuree
• olijfolie
• fenegriek, kurkuma, komijn, koriander en gember (of kerrie, daar zitten al deze kruiden ook in, en een beetje meer)

Olijfolie in de pan, kruiden erbij en even laten simmeren totdat het de geur gaat afgeven.

Voeg de tomatenpuree toe, minuutje roeren en courgette erbij. Husselen totdat alle courgette bedekt is met tomaten-kruidenmengsel en paar minuten laten koken. Courgette is dan nog knapperig. Bijgerecht.

———-

Courgettesoep

Ingrediënten:

• 3 courgettes in blokjes (of zo’n grote)
• twee uien
• veel knoflook
• bouillonblokjes
• olijfolie

Uitje-knof fruiten in olie, courgetteblokjes erbij en even laten meesudderen.

Twee liter water toevoegen, aan de kook brengen en bouillonblokjes toevoegen. Zet het vuur laag en kook 20 minuten. Daarna de soep pureren met staafmixer of in de blender tot een glad geheel.

Verder is het aan te vullen met van alles en nog wat – ik gebruik het zelf soms als basis voor groentesoep. De versie van Aschwin lijkt me ook lekker.

———-

Salade van courgettelinten

Basissalade van courgette (met olie, citroensap, zout, peper, bieslook of gesnipperde rode ui, knoflook). Neem net als bij de carpaccio ’t liefst kleintjes, die zijn rauw het lekkerst. Aan te vullen met van alles en nog wat: tomaat, blauwe kaas, olijven, zalm, munt, rode peper.

———-

Courgettecake

Zoals ik al zei, ik heb hem zelf nog niet geprobeerd, maar hij werd me van harte aanbevolen. Ik zag dat er ook zoete varianten in omloop zijn met walnoten en suiker, maar deze is hartig, met kaas. Het recept heb ik overgenomen van deze site.

Ingrediënten:

• 1 grote courgette, grof geraspt
• 100 gram boter of margarine
• 5 eieren
• 300 gram zelfrijzend bakmeel
• 1/2 theelepel zout
• 200 gram geraspte boeren belegen kaas
• 100 gram pijnboompitten

Verwarm de oven voor op 250 graden.

Laat de boter zachtjes smelten zonder bruin te laten worden.

Klop eieren los, schenk de gesmolten boter erbij en klop nog ongeveer 5 minuten door.

Voeg bakmeel en zout toe en mix het geheel tot een gladde massa.

Schep de geraspte courgette, kaas en pijnboompitten door het beslag.

Giet het mengsel in een ingevette cakevorm en bak 10 minuten in de oven.

Draai de temperatuur terug tot 175 graden en bak de cake in een uur gaar.

Een andere versie staat hier. Daar heet het taart in plaats van cake, maar die lijkt me ook lekker, met oregano en marjoraan. Ziet er zo uit:

 

Zoetje

17 oktober 2009

Ted van Lieshout en Sieb Posthuma, Koekjes!Het zoetje van de afgelopen tien dagen was Koekjes! van Ted van Lieshout en Sieb Posthuma, speciaal gemaakt voor de kinderboekenweek.

Het heeft alles wat een prentenboek moet hebben: platen om op te blijven kijken, een lekkere voorleescadans, een verrassinkje en ook nog een refrein voor de kinderen om mee te dreunen. Cato kwam wel een foutje tegen, gek genoeg voor zo’n verzorgd boek. Er verdwijnt namelijk iedere keer een koekje uit de trommel (en er komt telkens één dief bij), maar als er volgens het verhaal nog vier koekjes over zijn, staan er op het plaatje nog vijf. We houden het er maar op dat de bandieten het koekje nog in hun zak moesten steken. Verder niets dan lof: een aftelverhaal dat wat mij betreft nu al klassiek is. [Ingezonden mededeling: collega J. wees me op de verklaring die Sieb Posthuma zelf gegeven heeft over het onterechte vijfde koekje: hier kun je hem lezen. Raadsel opgelost!]

Mijn toetje op de kinderboekenweek is de allerfavorietste taart van Philip en Jet. Als uitzondering op de vorige recepten is deze noch snel, noch gezond, want met één puntje prik je al gauw het equivalent van een pakje boter weg en je raspt je een breuk aan de limoenschillen. Maar lekker dat ie is! Niet smokkelen met het recept: alle limoenen en hun sap gebruiken. Echt, de gesuikerde blikjesmelk maakt alles goed.

** Limoentaart **

limoentaart

Ingrediënten:

• 375 gram digestive biscuits (te koop bij elke supermarkt)
• 200 gram ongezouten (gras)boter
• 8 limoenen
• een blikje (397 gram)  gezoete gecondenseerde melk
• 580 ml ongeklopte slagroom
• springvorm ø 24 cm

Verkruimel de biscuitjes, dat kan met de hand of in de keukenmachine. Het is wel lekker als er nog wat ‘beet’ in zit, dus niet tot gruis vermalen. Smelt de boter in een pannetje en roer, als het vloeibaar is, de biscuitkruimels er door.

Druk het boter-biscuitmengsel in de springvorm en zet in de koelkast totdat je klaar bent met de limoenvulling.

Rasp de schil van de limoenen en bewaar die even apart. Pers de limoenen uit en giet het sap in een grote kom met de slagroom en de gecondenseerde melk. Klop met een mixer, 2 minuten lang op de hoogste stand.

Spatel de limoenschilletjes erdoor. Giet het hele mengsel in de springvorm op de koekjesbodem.

Laat minimaal 2 uur opstijven in de koelkast, maar het beste kun je het ’s avonds maken en de hele nacht laten koelen.

———————

Gecondenseerde blikjesmelkP.S. Van gecondenseerde melk kun je ook heerlijke karamel maken: dulce de leche. Zet een blikje ongeopend in een pan water. Breng het water aan de kook, deksel op de pan en temper het vuur. Laat 1 uur en 15 minuten zachtjes koken. Zorg dat het blikje onder water blijft staan en laat de pan niet droogkoken, want dan kan het blikje ontploffen. Laat afkoelen voordat je het opent en schep de karamel in een luchtdichte pot om te bewaren.

Het resultaat is een soort vloeibare Werther’s Echte. Onwijs lekker in dunne sliertjes door roomijs, op pannenkoeken of zo met je vinger.

Vlug en zomers

15 oktober 2009

Nog een paar dagen, dan is de kinderboekenweek voorbij en daarmee mijn ongekende productiviteit hier. Maar het thema leent zich natuurlijk uitstekend voor de opgepotte recepten die smeekten om geplaatst te worden, dus hier zijn er nog twee.  

Om het spannend te maken deze keer recepten met een hindernis. Want: de ingrediënten zijn nét niet meer verkrijgbaar in deze tijd van het jaar. Voor mijn lezers in Panama en Honduras: eet smakelijk! Voor alle andere mensen: kom van de zomer nog eens terug, want het is echt heel lekker.

Spaghetti met cherrytomaatjes en basilicum

Ingrediënten:

• een pond cherrytomaatjes
• 2 handen verse basilicumblaadjes (1 plantje kaalplukken)
• 3 tenen knoflook
• olijfolie – 5 eetlepels of meer
verse parmezaanse kaas of grana padano (essentieel)
• peper en zout
• spaghetti

Halveer de kerstomaatjes. Scheur de basilicumblaadjes. Pers de knoflook of hak hem fijn. Doe bij elkaar in een kom, strooi zout en peper erbij en giet er nu flink wat olijfolie over.

Kneed met je handen de tomaten, basilicum en knoflook door elkaar. De tomaatjes mogen flink kneuzen, maar je moet ze niet tot moes knijpen. Laat alles even staan en lekker intrekken.

Kook ondertussen de pasta al dente en rasp de parmezaanse kaas of maak krullen met een kaasschaaf.

Giet de pasta af. Laat de hete pasta bij het tomaat-basilicummengsel glijden en hussel stevig. (Je kunt ook de tomaten bij de afgegoten pasta in de hete pan doen en met het deksel erop flink schudden.)

Paar minuutjes laten staan, zodat alles lekker lauwwarm wordt. Serveer met flink wat verse parmezaan.

 ———-

Watermeloen met feta

 Ingrediënten:

•  watermeloen
•  goede feta
•  2 eetlepels olijfolie
•  1 eetlepel citroensap of balsamicoazijn
•  pijnboompitten, pistachenoten of hazelnoten

Optioneel:

  • zwarte olijven
  • muntblaadjes

Snijd watermeloen en feta in blokjes. Doe in een kom en voeg olie, nootjes en citroensap of balsamico toe. Eventueel wat zwarte peper.

Deze salade, die misschien wat onwaarschijnlijk klinkt maar bijzonder lekker is, moet direct geserveerd worden; de meloen bevat veel water en anders wordt het een natte boel.

Ook lekker met zwarte olijven en muntblaadjes, bovendien ziet het er met die spattende kleuren dan nog eens extra mooi uit.

Prei heeft nooit de keukenprinses in me doen ontwaken. Roerbakken of in de soep, dat was het wel zo’n beetje. 

Toen kwam er een dag dat ik een kilo prei voor 29 cent niet kon weerstaan. Ik deed een struikje in de soep, ik deed een struikje in de roerbak. En toen had ik nog zeven ons prei over.

Een vriendin kwam met het allerbeste preirecept ooit: prei-mascarponesaus voor over de pasta. Weer van Jamie Oliver. Het valt niet helemaal in de klasse caloriearme gerechten, maar de zoete smaak van prei komt geweldig uit en ook hiervoor geldt weer: de kinderen smullen ervan.

Ingrediënten:

• 4 à 5 preien
• bakje mascarpone
• knoflook (naar smaak, ik snij meestal een teen of vier)
• parmezaanse kaas of grana padano
• olijfolie
• klontje boter (grasboter is lekker)
• peper en zout
• pasta, liefst brede linten, zoals pappardelle of brede tagliatelle

Prei met knoflook in olie aanfruiten. Klont boter erop en 10 minuten laten stoven met een deksel erop.

Mascarpone erop laten smelten en erdoor roeren. Peper en zout erbij.

Intussen heb je pasta al dente gekookt en afgegoten. Volgens Jamie moet je pasta en prei door elkaar roeren, maar ik doe de pasta en saus apart, zodat ieder naar smaak kan toevoegen.

Niet vergeten: geraspte parmezaan royaal erover. Heerlijk.

Toen ik klein was, waren er eigenlijk maar twee groentes die ik echt niet lustte: lof en prei.

Toen ik John leerde kennen, waren er eigenlijk maar twee groentes die hij wél lustte: sla en taugé.

Omdat ik niet wilde dat onze toekomstige kinderen slechts sla en taugé als groente zouden eten (waar John op dat moment overigens geen enkel bezwaar in zag), lag er een schone taak voor me weggelegd. Die bestond er vooral in dat er, als ik kookte, gewoon altijd een ander soort groente op het menu stond, zodat alles van artisjokken tot zeekraal een keer de smaakpappillen passeerde. Omdat mijn wolkje op zijn dertigste ook de zin van gevarieerd eten wel inzag, kwam er na verloop van tijd ook als hij kookte meer dan alleen sla en taugé voorbij (en heeft hij bij mij weer postelein geïntroduceerd). 

De enige grote afwezige op ons menu bleef witlof. Ik lustte het zelf inmiddels wel als salade, uit de oven en waarempel met een papje zoals mijn oma het maakte, maar John bleef ervan rillen. Totdat we deze witlof-ansjovis-kappertjes van Jamie Oliver tegenkwamen. De combinatie van zout, zuur en een bittertje bevalt zo goed, dat we hem regelmatig maken. En zelfs Jet, anti-vis en lastige eter, smikkelt ervan.

Ingrediënten:

• 4 struikjes witlof
• 8 ansjovisfilets (± 1½ blikje; we kopen meestal 2 blikjes, waarvan een halfje tijdens het koken opgemuizeld wordt)
• 1 eetlepel kappertjes
• 2 eetlepels citroensap
• 4 eetlepels olijfolie
• peper

Snijd de witlof in de lengte doormidden. Peuter de harde kern eruit en snijd weer in helften, zodat je vier repen per struikje hebt.

Snijd ansjovis en kappertjes piepklein. (Jamie gebruikt zo’n blitse vijzel, maar kleinsnijden voldoet prima). Voeg olie en citroensap toe -ik gebruik ook de olie uit het blikje ansjovis-op-olijfolie-  en roer tot een dressing. Breng op smaak met peper en hussel door de witlof. De schuitjes lenen zich uitstekend om met de hand gegeten te worden.

Hulde aan de groentedoos

7 oktober 2009

Tijdens deze kinderboekenweek met als thema ‘Aan tafel!’ ga ik wat van onze schrans- en snaaifavorieten bloggen. Het wordt allemaal niet spectaculair, eerder gewoontjes, omdat ik het zelf altijd handig vind om tamelijk simpele ideeën te lezen die voor andere mensen echt werken, maar waar ik zelf niet aan gedacht had.

Het worden ook geen kinderrecepten, want eigenlijk maken de kinderen nooit een recept uit een kinderkookboek. Als ze meehelpen, is dat met het alledaagse snijden van groente, het toevoegen van kruiden, het kloppen van beslagjes of het aflikken van lepels.  

Ik trap af met een van mijn oudste succesnummers: de groentedoos. Er is wat om gelachen. Maar omdat we altijd veel op pad zijn geweest, werd ik het beperkte museum- en dierentuinmenu al vrij snel zat. Zo af en toe een frietje is heel feestelijk, maar ik wilde niet wekelijks aan de museummuffin of speeltuindonut. Hence de groentedoos.

Zorg dat er altijd voldoende in huis is om een ad-hocdoosje te vullen. Het kan van alles zijn: kerstomaten, radijs, bospeentjes (of buiten het seizoen een winterpeen in repen), bloemkool, komkommer, noem maar op.

groentedoos

Vaak deed ik er één nieuw ding in, een groente die een van de kinderen nog niet lustte. Jet hield lang niet van radijs, dus deed ik zes of zeven radijsjes tussen allemaal wortel, tomaat en komkommer. Er kwam altijd een moment dat ze toch even proefde. En na vijf keer proeven, lustte ze het. Zo ook met bleekselderij, paprika en rucola. Niet alles hoeft een lievelingskostje te zijn, als je maar aan de smaak gewend bent.

In het begin zorgde ik dat ik niet al te veel ander eten bij me had. Net te weinig boterhammen. Dan wierp ik op de terugreis om vier uur de groentedoos naar de achterbank en was hij bij thuiskomst leeg. In de plastic bak die ik gebruik, past ongeveer zes ons rauwkost. Op die manier hoeft de aanbevolen 200 gram niet alleen bij het avondeten naar binnen geworsteld te worden.

De huiskamervariant van de groentedoos is het ijsblokjesbakje. Alle vakjes van zo’n rechthoekige (of welke vorm ook) ijsblokjesmal vullen met een ander groentje, afgewisseld met partjes mandarijn, rozijntjes, cracker, augurk of voor grotere kinderen nootjes of doppinda’s. Ieder kind een eigen bakje uiteraard, dat voelt extra overvloedig.