Kent u ze nog?
11 mei 2014
Als je ze gewoon te eten blijft geven, en zo nu en dan een kus, dan gaat het al die maanden eigenlijk vanzelf door.
Voor je het weet heb je een Bep van Klaveren in huis.
Een Anna Pavlova.
En een Mega Mindy.
Okee, daar is iets misgegaan.
Maar dan is het handig dat je nog vierde hebt. Om het allemaal weer recht te breien.
Cato schrijft
15 april 2014
Bofweek
30 december 2013
Kijk eens. Ziet u iets bijzonders?
Ja, nee, ze ligt stil, ja.
Dat klopt, zo vind je haar niet vaak.
Maar wat ziet u nog meer? Kom even dichterbij anders.
Nou? Wat flonkert daar?
Zelf zei ze er dit over: ‘Weet je mam, ik stond vanochtend op en dacht: “Ik heb het gewoon gedaan!” Ik heb gedaan wat ik echt wilde, ook al wist ik dat het een beetje pijn zou doen.’
Het is exemplarisch voor de gemoedstoestand waarin ze zich op het moment bevindt. Het groeisprongetje. De fragiele periode die zich nu en dan verheft boven andere periodes. Momenten waarop je heel veel wilt, maar ineens bijna niks meer durft. Je hoofd wil nou eindelijk eens groot zijn, maar je lijf wil eigenlijk alleen maar op schoot zitten. Daar kun je woedend van worden en soms verdrietig. Af en toe vier je een triomf waar je zeker vijf minuten op kunt teren – totdat de volgende frustratie zich aandient.
In zo’n toestand helpt één ding: aandacht. Omhelzingen, stil naast elkaar zitten, praten, laten praten, op schoot. En een beetje meer geduld hebben. Oefening baart kunst. Bij Cato heb ik het privilege veel te mogen oefenen. Mijn Jekyll & Hyde, mijn wervelwind, mijn brekebeen, mijn derde, mijn doorzetter.
Het resulteerde in een reeks onverwachte mazzeltjes deze week. Die oorbellen dus. En een hele dag spelen bij opa en oma, in haar eentje. Cato had zorgvuldig een grote boodschappentas gevuld met gezelschapspellen, zodat er niet een, niet twee, maar drie potjes mens-erger-je-niet achter elkaar gespeeld konden worden, plus Uno, plus kwartet, plus alle zevenhonderd vragen van het Wereld Natuur Fonds-dierenkaartenspel.
Mazzeltje drie was Kerstmis, dat weer verscheidene andere mazzeltjes in zich droeg. Feestjurken, zingen, neefjes, nichtjes, meehelpen met de voorbereiding van het kerstdiner en vervolgens uitgebreid geëerd worden voor je kookkunsten. Onverwachte kerstpakketten met zoetigheden en tijdschriften en toilettassen met crèmepjes.
Naar de bioscoop. Met cola en een lolly en zingende prinsessen.
Alsof dat allemaal niet genoeg was, diende zich nog een extra bof aan. Omdat het de mooiste film was die Cato ooit van haar leven gezien had, waren er twee mensen die haar nóg een keer meenamen naar dezelfde film. Philip had van Sinterklaas een bioscoopabonnement gekregen en vriend D. bezat er al eentje, zodat de mannen de smaak van zingende prinsessen konden wegspoelen met een aansluitende film vol samoeraikrijgers, zwaarden en harakiri. Maar eerlijk gezegd hadden ze Disney ook erg leuk gevonden.
Cato kon haar geluk niet op. Toen ik ’s avonds vroeg of ze een fijne dag had gehad, kroop ze stralend op schoot. ‘Soms heb je wel eens een bofdag,’ zei ze, ‘met je verjaardag bijvoorbeeld. Maar ik had gewoon een bofwéék.’ Ze draaide aan haar nieuwe oorbelletjes, want dat moest, had de mevrouw van de winkel gezegd. Draaien met alcohol. Zo bleven we samen zitten. Zonder iets te zeggen, totdat het tijd was om te gaan slapen.
Madrid, 7 december 2013
9 december 2013
Lieve Catootje,
Na een stormachtige reis ben ik weer veilig aangekomen in Spanje. Ik wil je nog eens bedanken voor de prachtige tekeningen en liedjes. Wat was het gezellig hè, de afgelopen weken. Je had het ook zo feestelijk gemaakt in huis. Alle sintboeken uitgestald, Hoor wie klopt daar kinderen van Bert en Ernie volcontinu in de cd-speler. En dan de verkleedpartijen!
Ik vond het leuk om je weer met je vrienden en vriendinnen te ontmoeten in mijn logeerhuis. Vorig jaar gaf je me nog een hand terwijl je achter de rug van je moeder stond, maar nu stapte je zo op me af en haakte je geestdriftig in bij de polonaise.
Je zusje vond het nog wel een beetje spannend, geloof ik. Maar alles komt op zijn tijd, hè. En toen jij zo veel durfde, deed zij het ook.
O ja, ik zou nog antwoord geven je vraag. Natuurlijk is het mogelijk om bij mij te komen werken. Met de drie pietendiploma’s die je dit jaar weer hebt gehaald op streetdance, zwemles en in mijn Sinterklaashuis voldoe je aan alle eisen. Zoals jij over daken kunt lopen en door schoorstenen weet te kruipen! Zelden heb ik iemand gezien die het onderdeel stoombootnavigatie zo snel onder de knie had.
Ik kan ook meteen de uitslag van je theorie-examen meedelen: je bent cum amygdalum geslaagd (dat betekent ‘met amandelen’ – de hoogste lof, want zonder amandelen geen marsepein of versierde speculaas). Pepernoten verdelen, rijmwoorden verzinnen, ingewikkelde cadeauvraagstukken oplossen; je deed het perfect in je werkboekjes.
De luisterpiet vertelde dat je ook in Naturalis geweest bent, op bezoek bij een goede bekende van je.
Nou hield je toch al van dit museum, maar met Freek zo alomtegenwoordig zou je er wel willen wonen, begreep ik. Samen met je vriendinnetje had je alle 45 dieren van de speurtocht zo gevonden.
Het was ook eigenlijk niet zo’n verrassing voor mij dat je stond te juichen toen je een Freekpakketje in je schoen vond. De houten koningscobra kon mooi toekijken hoe jij al die potjes kwartet won.
Ik begreep dat jullie bij Naturalis trouwens nog een paar nieuwe diersoorten ontdekt hebben. Ik zal volgend jaar in Freeks gedicht vragen of hij die in het kwartetspel kan opnemen.
Dag lieve Catootje. Het valt me zwaar om weer twaalf maanden door te brengen zonder jouw prachtige sinterklaasliedjes, maar je glinsterogen draag ik in mijn hart. Ik zal aan je denken terwijl ik pootjebaad in de branding van de Middellandse Zee.
Tot volgend jaar!
Sinterklaas
—-
- Hier meer over Cato’s liefde voor Freek de bioloog. Voor Catootjes die net zoveel van spelletjes als van de bioloog houden, is het kwartet dan ook onmisbaar.
Freeks speurtocht in Naturalis is ook een aanrader. Met een afvinklijstje ga je langs de vaste collectie waar Freek Vonk met filmpjes, geluidsopnames en geschreven verhaaltjes meer over de dieren vertelt.
- Er zijn nogal wat sinterklaashuizen, maar dit huis was verreweg onze favoriet. Toen het opgedoekt werd, weken we uit naar deze.
- Als je googelt op ‘werkboekje sinterklaas groep 4’ kun je naar hartelust downloaden. Van juf Shanna of Antoinette bijvoorbeeld. Dit boekje vond Cato ook erg leuk (even gratis registreren bij de leermiddelendatabase).
- Een aantal van onze lievelingssinterklaasboeken staat hier.
Cato schrijft
29 oktober 2013
Van mijn drie schrijvende kinderen is zij degene die er het hartstochtelijkst gebruik van maakt. Philip kwam op die leeftijd het liefst alleen in de buurt van pen en papier als het noodzakelijk was voor de voortgang van zijn spel: de politie-agent met het bonnenboekje, de griffier die de nummers van de Duckstadse Zware Jongens moest noteren. Jette schreef vooral in sociaal verband: brieven, kaarten, gezelligheidsplakkertjes voor mij – maar toen was ze al wat ouder.
Cato maakt daarentegen kwistig gebruik van haar verworven vaardigheid. Ze schrijft op alles wat los- en vastzit, maakt verlanglijsten van vijf A4-tjes die met plakband aan elkaar hangen, schrijft puzzelboeken vol en maakt uitgebreide ‘doe-kaartjes’ voor haar eigengemaakte bordspellen.
Maar ze vindt het vooral heel praktisch dat ze overal en altijd haar stem kan laten horen. Als derde komt ze er namelijk weleens bekaaid vanaf. Zat ik bij Philip nog eindeloos gehurkt ieder verhaal, verzoek en debat uit, bij Cato moet het vaak tussendoor. Tussen een geschiedenisverhaal en een telefoongesprek, tussen een peuterhuilbui en een wiskundesom, tussen laat-me-héél-even-nadenken en als-er-nu-iemand-tegen-me-praat-ga-ik-schreeuwen.
Als ik aan het werk ben heb ik vaak een koptelefoon op met nagebootste regen. Ik verricht geestelijke arbeid graag met wat onbestemd achtergrondgeluid (fysieke arbeid mag met bestemd geluid) zodat ik alle kindervragen zonder schuldgevoel kan negeren – omdat ik ze toch niet hoor. Daar heeft Cato wat op gevonden. In noodgevallen mag ze me altijd een por geven, maar hoe zit het met dat uitgestrekte grijze gebied tussen noodgeval en niet-noodgeval? Je kunt een verschrikkelijk urgente trek hebben in kruidnoten. Of de accute behoefte om te weten hoeveel nachten het duurt voordat je bij oma mag logeren.
Omdat ze weet dat onze definities soms uiteenlopen, neemt Cato het zekere voor het onzekere. Ze moét het kwijt, maar ik mag bepalen of het noodgevalfähig is.
Cato en Freek
6 september 2013
Na het avondeten, tijdens het afruimen, stond Cato hard met een tafelmes tegen de tweezitsbank te slaan. Ik ben gewend aan jachtpartijen door het huis, pijltjesgeweren die plotseling om een hoek van de deur steken en gebakkelei na het eten, maar dit was nieuw. Ik vroeg wat ze aan het doen was. ‘Met een kapmes moet je altijd schuin en ván je af slaan’, zei ze. ‘De meeste gewonden in de jungle vallen door lompheid met dit ding.’
Ach, natuurlijk. Freek. Cato heeft sinds enige tijd een nieuwe liefde. Met Stoere Bink is het allemaal wat bekoeld, want Cato bezoekt de laatste tijd veel minder gala’s en haar baljurk heeft ze verruild voor comfortabele kleding. Zo gaat ze op safari, of op avontuur in het oerwoud. Met Freek.
Freek is Stoere Bink in het kwadraat. Hij durft dingen waarvan zelfs Cato soms haar handen voor haar gezicht moet houden en hij weet verschrikkelijk veel. Ik noem maar wat, hij weet gewoon dat de varaan een hard rugpantser heeft, maar een zachte buik die hij te allen tijde wil beschermen. En dat de Surinaamse zwerfspin vet gevaarlijk is, maar tóch gaat Freek op een meter afstand op zijn buik liggen om de spin aan Cato te laten zien. Van die dingen.
Cato zit aan de buis gekluisterd en brengt ons op gezette tijden op de hoogte van de ins en outs van het dierenrijk. ‘Zal ik wat vertellen over de witte haai?’, vroeg ze van achterop de fiets terwijl we naar het strand reden. ‘Graag’, zei ik. ‘De witte haai heet zo’, ging ze verder. ‘omdat hij een witte buik heeft. En hij maakt een belangrijk stofje aan, squalamine, waar we medicijnen van kunnen maken.’
Philip en Jet krijgen er op even gezette tijden een punthoofd van. ‘Mam’, zei Philip, ‘weet je wat Cato zei toen ik haar iets wilde uitleggen over de lama? Ik vertelde dat een lama soms spuugt, en toen zei ze: “Ja, hij brengt zijn maaginhoud naar boven.” Dat is toch niet normaal?’
Boze tongen beweren dat Freek in zee is gegaan met iemand met een laag decolleté en een veel te goed kapsel, maar Cato weet beter. Het is een kwestie van tijd, dan gaan ze samen de hort op. Onbekende verten ontdekken. Ze bereidt zich al goed voor, want Cato speelt regelmatig Freekje door het hele huis. In alle kamers zet ze knuffeldieren neer die op een of andere wijze door Freek bezocht zijn en in haar meest camouflagekleurige outfit loopt ze rond om het publiek te onderwijzen. Toen ik twee plastic girafjes aan haar gaf en zei dat die misschien als moeder en kind konden dienen, wees ze me erop dat deze specifieke figuren nooit bij elkaar konden horen. ‘Kijk maar naar dat vlekkenpatroon.’
Vorige week waren we in de dierentuin, Jet, Cato, Victoria en ik. We stonden lang bij de giraffen te kijken, die telkens hun kop omhoog staken tot vlak voor ons gezicht. Naast me stond een jongetje van een jaar of zes, met een bril en een pleister op zijn oog. Hij tikte me op mijn schouder. ‘Kijk’, zei hij, ‘dat is een mannetjesgiraf. Dat kun je zien, want hij heeft geen pluimpjes op zijn kop. Die zijn afgesleten omdat hij met andere mannetjes om een vrouwtje heeft gevochten.’ Cato boog langs me heen en keek het jongetje aan. ‘Dat heb je van Freek’, zei ze.
—
- Freek heeft twee dvd’s: Freek op safari en Freek in het wild. Hij wordt ook nog steeds uitgezonden op Zapp, op werkdagen rond 17.00 uur.
Cato schrijft
25 juli 2013
Oma was geweest en had de kinderen wat toegestopt. Het geld brandde een gat in Jettes portemonneetje, en ze besloot in haar eentje naar het dorp te gaan om zichzelf te trakteren. Het dorp heeft geen royale shopmogelijkheden, maar een rondje kledingwinkel-drogist-Hema-ijssalon zit er wel in. Een zeepje, bijzondere haarelastiekjes en een hoorntje met twee bollen pure chocolade en de-smaak-van-de-dag. Voor Cato had ze een surprise-ei gekocht, van Mega Mindy. Erg lekker en erg mooi, vond Cato: dikke kussen, dankjewel en ze liet Jet meteen zien hoe blij ze ermee was door in een vloeiende beweging het papier eraf te scheuren, het ei door te bijten en het poppetje uit te pakken terwijl ze demonstreerde dat zoveel chocola best in één keer in je mond past, als je maar wilt.
Het poppetje zou garant staan voor urenlang speelplezier, wist Cato. Ik kon er nauwelijks een Mega Mindy in ontdekken, maar Cato zag het duidelijk: veel roze, dat zwarte streepje was een ceintuur en die gele vlek bovenop was Mega Mindy’s haar. Geen twijfel mogelijk. Ze haalde er wat rekwisieten bij, nestelde zich samen met Jet aan tafel en zette zich aan een verhaal.
De speelpret was van korte duur – tien minuten later hoorde ik een slaapkamerdeur ostentatief dichtslaan. Na het ritueel van voorzichtige vragen, boze antwoorden (‘Er is niks! En je mag niet binnenkomen!’), sussende woorden en verdriet met gierende uithalen op mijn schouder kwam het hoge woord eruit: de linkerarm van Mega Mindy was gebroken. Het mocht misschien weinig lijken, dat stukje van een halve centimeter, maar voor Cato was Mega Mindy verloren. Of ik het nog kon lijmen. Ik zag mezelf de rest van de middag twee lijmvlakken van een vierkante kwart millimeter tegen elkaar aandrukken. Nee, zei ik, lijmen gaat niet.
Bij Cato kan het even duren voordat teleurstellingen een plaats krijgen, maar ’s avonds zag ik een aanvulling op mijn nachtkastje.
Heeft ze toch nog wat extra speelpret gehad.