Krak, zegt de ruit

12 augustus 2014

Als ik een schatting moet geven, dan denk ik dat ik dit versje een kleine 382.511 keer heb voorgelezen. Het staat ergens tussen ‘Kaatje, katje, kattenspul / in je haar een krul’ en ‘Eén twee, hop / de roltrap op’.

Het mooie van de rijmpjes uit Wiele wiele stap is dat ze zo gezellig alledaags zijn. Het is allemaal zo herkenbaar. Behalve deze met dat fietsje. Ik bedoel: hoe vaak komt dat nou voor? Ik weet niet in welke achterbuurt Miep Diekmann woonde toen ze dit schreef, maar ons soort kinderen rijdt doorgaans niet door ruiten.

Mag ik u trouwens voorstellen aan Cato?

Cato reed gisteren met haar fiets door een bushokje heen. Zij heeft een veel grotere fiets dan het jongetje in Wiele wiele stap natuurlijk, want Cato is al zeven. En het waren ook geen scherven met van die punten. De hele ruit was er gewoon in een keer uit, van boven naar beneden, in een miljoen brokjes.

Zelf had Cato geen noemenswaardig letsel. Ze mocht gelukkig wel op de brancard. Het ambulancepersoneel was heel aardig en de politieagenten ook, maar de sneeën vielen mee, ondanks het bloed. Meer dan een paar grote pleisters en zwaluwstaarten waren er eigenlijk niet nodig. Haar zus had veel harder moeten huilen, want die had het zien gebeuren: ‘Ik dacht dat ze dood zou gaan, met al dat bloed.’

Terwijl Jet nog zat bij te komen van de schrik, wilde Cato graag een kommetje soep. En of we haar broer even konden appen; die zit in de Ardennen. Het zou zonde zijn als hij niet zou weten wat er gebeurd was.

Vanochtend belde de exploitant van het bushokje op, want we hadden ons telefoonnummer achtergelaten. Hij was er een beetje beduusd van en hij vroeg zich af wat hij precies moest doen. ‘We maken eerlijk gezegd nooit mee dat we weten wie de dader is.’ Dat begrepen we wel. Cato vond dat háár naam doorgegeven moest worden, niet die van haar ouders. Ere wie ere toekomt.

%d bloggers liken dit: