De kleinste vrede
24 februari 2014
Vorige maand nog schreven Philip en Jet een gedicht van hem over, en nu is Leo Vroman niet meer. Geen volslagen onverwachte gebeurtenis, want hij is met zijn 98 jaar niet in de wieg gestorven, maar het is toch iets wat je een paar dagen bezighoudt. Dat je een weekend lang ‘Kom vanavond met verhalen…’ in je achterhoofd voelt soezelen, zeg maar.
Dat soezelt alleen in je hoofd als je het kent, natuurlijk. Daarom wil ik zo graag dat Philip, Jet, Catootje en straks Victoria al die regels ook kennen. Van Vroman, Elsschot, Slauerhoff, Vasalis, Achterberg, Bloem. De namen bij elkaar zijn al bijna poëzie.
Mijn kinderen hoeven niet per se hele gedichten uit hun hoofd te kennen, hoewel dat wel het mooiste is, maar een paar strofen zijn wel goed. Genoeg om het gedicht te kunnen opzoeken als je het wilt voorlezen aan je geliefde, om het te laten opborrelen op onverwachte momenten, als je iets op straat ziet gebeuren, naar een schilderij kijkt of op het nieuws hoort dat de dichter is overleden.
Ik heb me altijd voorgesteld dat Leo Vroman het onuitstaanbaar slimste kind van de klas was. Goed in alles. Niet alleen in wiskunde, nee, ook nog eens creatief, met zijn schrijven en formidabele taalgevoel. Empathisch, want een dichter, waarschijnlijk ook nog grappig, lief voor dieren en bij tekenen weer de beste. Ik weet niet hoe hij in sport was, maar het zou wat mij betreft genoeg zijn geweest om met lood in mijn schoenen naar de schoolreunie te gaan.
Gelukkig heeft Vroman veel uitgedeeld van zijn talenten. Hij werd wetenschapper, bioloog en bloedonderzoeker, tekende, schilderde en dichtte. De regels hierboven komen uit zijn bekendste gedicht ‘Vrede’. Moet u zelf hier maar even lezen. Er is al veel op los geanalyseerd, maar wat ik nog interessanter vind, is dat hij 57 jaar na ‘Vrede’ een ander gedicht publiceerde. Nou moet u eerst ‘Vrede’ lezen en dan deze:
De kleinste vrede
Als een musje van achttien gram
met wat olijfdrab aan zijn teentje
op een ochtend bij ons kwam,
en nog eentje, en nog eentje,dan na onderling beramen
keken zij mij even aan
en tjilpten een verhaaltje samen,
ik zou er geen tjilp van verstaan,maar zou een vrede ondergaan en
dan voelde ik alle haat en
pijn dit land verlaten.
En o mijn tranen.
O mijn tranen
Uit: Leo Vroman, Daar, 2011.
Mooi, hè? De afschuwelijke beelden en grofheid uit ‘Vrede’ en dan het tere van ‘De kleinste vrede’. Je kunt je tranen laten vloeien, terwijl je tegelijkertijd de haat en pijn afwijst die de tranen veroorzaakt hebben. Ik zou toch naar die schoolreunie gegaan zijn om hem daarvoor te bedanken.