De procedure
13 februari 2014
De winter wil nog niet vlotten, maar wij zijn met ons hoofd al bij de lente. Bij het uitbotten van de bomen, de jonge scheuten die overal omhoog zullen komen, het planten van zaadjes. En daarna de zomer natuurlijk, als al die zaden uitgekomen zijn en je de weelde kunt plukken.
De eindeloze dagen van zon, picknicks, werken in de tuin.
Net zolang tot het koud begint te worden en je alles in het werk stelt om nog wat langer buiten te blijven.
Dus ja, wij wilden weer een moestuin. In tegenstelling tot een echt volkstuincomplex, waar je de geneugten hebt van een grote lap grond en meerjarige planten, gaan wij ieder jaar voor de tijdelijke tuin. Eentje die je acht maanden per jaar mag bewerken, in november voor je omgeschoffeld wordt en waar je in maart weer mee aan de slag kunt.
Zo’n seizoenstuin heeft als nadeel dat je geen frambozenstruik kunt planten, want die gaat pas na een paar jaar echt lekker vrucht geven. Het heeft daarentegen het voordeel dat je ieder jaar met een schone lei kunt beginnen, en dat typische volkstuinactiviteiten als het organiseren van de bingomatinee en de bardienst samen met ome Piet van tante Cor aan je neus voorbijgaan.
Nu wonen wij in een speelse gemeente. De jaarlijkse uitgifte van seizoenstuintjes zou een eenvoudige aangelegenheid kunnen zijn, maar daar wil onze gemeente niet aan. Ieder jaar wordt er een survivalweekend georganiseerd in Ootmarsum, waar de voltallige afdeling Groenvoorziening twee dagen bij elkaar gaat zitten brainstormen over de leukste manier om de tuinen dit jaar te verdelen.
‘Hebben we vorig jaar iedereen een formulier laten invullen? Dan houden we dit jaar een tombola. Of wacht, dat hebben we in 2011 gedaan! Laten we dit jaar niet één, maar twee stempels vragen – te verkrijgen tussen 14.30 en 15.00 uur op twee verschillende locaties die door middel van een puzzeltocht te vinden zijn.’
Een heerlijk ritueel. Zoals in sommige regio’s mensen hun vrije dagen opsparen om een week lang kermis te vieren, zo nemen hier de mensen snipperdagen om zich in te schrijven voor een moestuin van drie bij vijf meter. Hele families liggen met thermosflessen en paardendekens voor de uitgifteposten, ’s avonds bijgelicht door vuurkorven, terwijl de afdeling Groenvoorziening koffiedrinkend voor het raam naar buiten staat te kijken, wachtend tot het tijd is om de deur te openen. Om het nog leuker te maken, zijn er tijdens deze dag altijd slechts twee beambten aangesteld: een om de nummertjes uit te delen en een ander om de inschrijvingen te noteren.
Het loont de moeite om vervolgens in juli te kijken wat er van al die moestuinen geworden is. Dan blijkt dat er grofweg drie soorten tuiniers zijn. Je hebt mensen die met stellages van wilgentenen en handgeweven zeildoek vijftien soorten lathyrussen en de meest schimmelgevoelige tomatenrassen tot volle wasdom hebben weten te brengen. Die beslaan zo’n tien procent van de moestuinbevolking.
Dan zijn er de mensen die blij zijn als ze naast courgette ook een keer snijbonen en bietjes kunnen eten, met een bos zelfgeplukte goudsbloemen en margrieten in de vensterbank. Dat is ongeveer veertig procent.
De overige vijftig procent bestaat uit mensen die in februari nog vol vuur in de rij stonden om de drie formulieren in te vullen, gekalligrafeerd en bezegeld met eigen bloed, om daarna hun tuin precies twee keer te bezoeken. Eén keer in maart, om te zaaien en te genieten van de heerlijke frisse buitenlucht. En één keer in juni, om te zien dat het onkruid op heuphoogte staat.
Dit jaar was de inschrijving verdeeld over twee dagen, waarbij de selectieprocedure werd bepaald door oud-Hollandse gezelschapsspelen als spijkerpoepen en eierlopen, met als afsluiting een dropping in het Zwarte Woud. Uitgifte van tuinen geschiedde op volgorde van binnenkomst. Mensen die slecht ter been waren, mochten in plaats van de dropping ook een nier of linkerarm afstaan.
Het is gelukt, we hebben weer een tuintje. Ik heb nu al zin in de zomer.
In Asterix en de helden moeten de Gallische vrienden twaalf Hercules-opdrachten vervullen. Een van de opdrachten is het bemachtigen van een administratief document, het zogenaamde ‘Vrijgeleide A-38’. De procedure die volgt is geïnspireerd op de uitgifte van moestuinen in sommige Nederlandse gemeenten.