Oh en o
28 april 2013
Je ziet het steeds meer. Het grijpt met tentakels om zich heen en het gekke is, je hoort er nauwelijks iemand over. Als een presentator zegt: ‘hun hebben’ roept iedereen dat de taal verloedert, maar als een televisieprogramma Oh oh Cherso heet, hoor je niemand over de verkeerde spelling.
En ik zit er maar mee. Eerst met die verkeerde spaties en nou met die oh. Ik herinner het me van vroeger uit Donald Duck. Toen vond ik het al verwarrend; de neefjes die riepen: ‘Oh nee, oom Donald!’
Dat moest toch ‘o nee’ zijn, zonder h? ‘Oh’ spreek je toch uit met de o van mok? Of bedoelden ze dat juist? Was het in plaats van een geschrokken ‘o!’ meer bedoeld als een teleurstellend ‘oh’, zoiets als ‘och’? Het was waarschijnlijk overgenomen uit het Engels, waar je oh wèl uitspreekt als ‘o’, maar waarom zou je die prima o verbasteren en daarmee de betekenis veranderen?
Nederlands is geen eenvoudige taal; maar er zijn regels om het makkelijker te maken. In dit geval:
een klinker aan het eind van een lettergreep is een open klinker (klinkt als aa, oo, uu)
Als je er een medeklinker achter zet, wordt de klank kort. De lange a in pa wordt kort als je er een n achter zet: pan. De a in pan klinkt doffer dan die in pa.
Zo is het ook met de o.
De lange o van po wordt kort als je er een t achter zet: pot. Dus als je wilt dat o klinkt als oo, dan moet je er géén medeklinker achter zetten.
Het is auto, geen autoh.
Het is tante Jo en geen tante Joh.
Een losse o staat ook ‘aan het eind van een lettergreep’. Het is immers maar één lettergreep. Net als u. Je schrijft ‘die jas is van u’ en niet ‘die jas is van uh’.
Als je een uitroep wilt overbrengen van schrik, verbazing of enthousiasme, dan is het:
- O, wat leuk!
- O, o, wat een verdriet.
- O nee, ik moet er niet aan denken!
- O ja, is dat zo? (En niet: ‘Oh ja, is dat zoh?’)
Zodra er een medeklinker achter staat, of dat nu een p is of een h, dan wordt het de korte, doffe klank van op en oh. Je kunt dus wel oh schrijven, maar dat is meer:
- Oh, dat is vals.
- Oooh, dat mag niet, kijk eens, juf! (De klikspaan-oh.)
- Oh, wat zonde… (Teleurgesteld.)
- Oh, dat valt wel mee. (De relativerende oh, ook wel ‘mwoh’ of ‘och’.)
Het is dus O, o, Cherso, ‘O, o, Den Haag, mooie stad achter de duinen’ en de neefjes horen te zeggen: ‘O nee, oom Donald!’