Kinderboekenmuseum revisited

18 maart 2012

We gingen het weer eens proberen, het Kinderboekenmuseum. Vorige keer moesten we nog een beetje aan elkaar wennen, het museum en ik. Maar gut, in zo’n jaar kan er van alles veranderen. Wij hebben er een baby bij gekregen, zij twee. Twee tentoonstellingen die we nog niet hadden gezien: Thé Tjong-Khing en Kikker. 

Meester Khing alleen al bleek het bezoek meer dan waard. Mooie vormgeving, afwisselend, veel herkenbaars en tamelijk wat nieuws. Een verkleedkast, een hoekje Khing-door-de-jaren-heen, voorleesboeken en kijkkastjes waar je zelf het perspectief moest afstellen.

Er was ook een raadjeplaatjemuur. In de boeken van Vos en Haas hadden we gezien dat Thé Tjong-Khing soms bekende schilderijen in een tekenening verstopt. Op de kunstmuur kon je de meesterwerken van Khing vergelijken met die van een Manet, een Gericault, een Vermeer.

Er was een mooie afdeling Vossen en Hazen. Met woordenboekenwand, waar je de betekenis van een woord bij een plaatje kon zoeken. Wat hoort er bij ‘rakelings’? En bij het woord ‘hol’? Het huis van Vos en Haas? Een ruimte die hol klinkt? Een lepel die naast een bolle ook een holle kant heeft?  

We waren met thuisonderwijsvriendjes, voor extra gezelligheid. En extra inspiratie, want deze vriendjes zijn erg creatief. Een van hen maakt bijvoorbeeld dit soort dingen:

Hij is tien! (Op zijn eigen websitehoekje kun je zien wat hij nog meer gemaakt heeft. Zijn werk hangt zelfs in een echt museum: Villa Zebra in Rotterdam. Daar heeft hij met een paar andere kinderen een tekencursus voor jong talent gewonnen. Tot en met 22 april is de expositie te bezoeken.)

Toen er op de tentoonstelling over Thé Tjong Khing schilderezels stonden, werden die ook gebruikt. Om Vos en Haas zelf te tekenen.

Met een sjabloon. Dat wel.

Je moet ergens beginnen.

Het ontstak een vuurtje om thuis ook met sjablonen aan het werk te gaan. Je kunt er mooie stripverhalen mee maken. Het lastige van stripverhalen is namelijk dat je steeds hetzelfde figuur moet tekenen, maar met een sjabloon is dat een stuk gemakkelijker.

De Kikkertentoonstelling voor kleintjes was ook leuk. Cato had het erg naar haar zin: een brief posten voor eend in de brievenbus, het donkere paadje bewandelen uit Kikker is bang, proviand verschepen naar vrienden in nood, net als in Kikker is een held.

Met Papiria ben ik nog steeds niet helemaal in het reine gekomen. Ik blijf het nogal overdadig vinden (opdrachten vervullen, profielen aanmaken én onderhouden, en op het eind nog een verhaal schrijven) met weinig ruimte voor vrij struinen. De ‘interactieve belevenis’ is nog altijd storingsgevoelig: twee van de twaalf spellen werkten niet en het pasjesapparaat vrat de slurper op zonder pasje uit te geven.

Toch is het een museum dat we nog weleens zullen bezoeken. Weinig musea hebben een fijne La Place als museumrestaurant (weekendbezoekers opgelet: La Place is alleen open van dinsdag tot en met vrijdag). En Kikker en Khing maken veel goed.

%d bloggers liken dit: