Boekskes
12 februari 2012
Een klein handje uit de oogst van afgelopen maand. Het zijn allemaal boeken die bedoeld zijn voor jongere kinderen, maar persoonlijk kan ik er ook erg vrolijk van worden.
Neem De Bremer stadsmuzikanten, een rockumentaire van Het Geluidshuis. Je kunt horen dat er tijd en aandacht aan besteed is. Geen luisterboek waar Jan Meng net iets te luid de bladzijde omslaat (hoewel dat ook wel wat heeft), maar een echt hoorspel met goede acteurs en goede teksten. Heel geestig en ook heel Vlaams. Zó Vlaams, dat ik het met een gerust hart tot het vreemdetalenonderwijs durf te rekenen. Het woord microscopisch in ‘een microscopisch kleine stap’ heeft ons een vol kwartier terugspoelen en overspelen gekost voordat ik kon verstaan wat er bedoeld werd met mik-ros-koh-pis.
De dialogen zijn snel en grappig, over de dierennamen is nagedacht. Jos (‘Zjos’) de os is gewoon leuk omdat het rijmt, maar de haan heet Cocky Bilboa, doet aan freefighten en wordt afgebeeld in prijswinnaarsbadjas als Silvester Stallone in zijn gloriedagen. De kat heet Scat, naar het ‘scatten’ in de jazzmuziek: het zingen met nonsenswoorden in de trant van sh-bee-bop-a-doo-a; waarbij ik onwillekeurig altijd moet denken aan Edwin Rutten, maar dat terzijde. Scat de kat zingt overigens reggae.
Dan zijn er nog de dingen die opvallen als je kind de cd zo vaak beluistert dat geen enkele nuance je meer zal ontgaan. De verwijzingen naar Idols, ABBA en Stromae, subtiel en zonder flauw te doen over de hoofden van kinderen die de grapjes nog niet snappen. Er zijn mooie metaforen, de slechterik is ‘slechter dan een oester van de vorige dag’. En Helmut Lotti in eigen persoon brengt het Bremer bratwurstlied ten gehore. Afijn, je moet hem zelf maar beluisteren. Hier een trailer.
Het volgende boek is prachtig in eenvoud. Vrolijk van Mies van Hout. Het bestaat uit louter bijvoeglijk naamwoorden, emoties, elk met een tekening die het gevoel weergeeft.
Zo genuanceerd, zo razend knap gemaakt, daar kan ik alleen maar paf van staan. Dit visje bijvoorbeeld, dat is heel trots op zichzelf. Dat kun je zien.
En deze is…
precies: stinkend jaloers.
Het is een boek om honderd keer te bekijken, om bij te verzinnen (‘Waarom zou dat visje bang zijn? Wat gaat het dappere visje doen?’), om eigen emoties of die van anderen in te herkennen. Ik zie er ook wel een schrijfopdracht voor Philip en Jet in, een opstelletje over een van de vissen bijvoorbeeld. Zelfs voor beginnende lezers is het een leukerd, met al die losse woorden.
Over beginnende lezers gesproken: u wist dat er een nieuwe Vos en Haas is, hè? Een echt zwijn is stoer van Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong-Khing. En zoals iedereen weet is elke Vos en Haas verplicht voor inwoners van het Nederlands taalgebied. Mag ik u voorstellen: Ever, in worstelpak met luipaardprint.
Ever heeft een strak pakje aan.
Wat ziet hij er stoer uit!
Hij rent en springt.
Hij puft en hijgt.
‘Wat doe je toch, Ever?’ vraagt Vos.
‘Ik trein’, zegt Ever.
Maar dat vindt Vos onzin.
Want er is geen station in het bos.
Uit: Een echt zwijn is stoer van Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong Khing
En terwijl de verjaardagslijstjes van al mijn kinderen -degene die kunnen schrijven dan- uit elektronische wensen bestaan (Philip: ‘geld of een laptop’ / Jet: ‘een Sissi-jurk of een iPad’ / Cato: ‘viejaardagslijst van cato: een eige leptop’) doe ik of mijn neus bloed en gooi deze er tegenaan. Tip van collega H.: Het is een boek van Lane Smith.
Over Aap die in een boek zit te lezen en Ezel die tegenover hem in een stoel zakt, laptop op schoot. Ezel begrijpt niets van dat ding van Aap: hoe scroll je naar beneden? Waar moet je de gebruikersnaam invullen? Kun je ermee twitteren? ‘Nee’, zegt Aap, ‘het is een boek.’ Met de sms-versie van Schateiland in emoticons.
Ten slotte nog een aanbeveling van collega E. met bijna dezelfde titel: Een boek van Hervé Tullet.
Tullet maakte ook Een verschil van dag en nacht, het niet in het Nederlands vertaalde maar niettemin noemenswaardige Scribble Book (hier en hier voorbeeldpagina’s) en het spannende De vijf zintuigen met die originele, letterlijk zinnenprikkelende aanpak.
En hij maakte dus Een boek. Toen Cato de kaft zag, was ze niet direct enthousiast. Dat was na twee bladzijden echter volkomen omgeslagen. Het is bijna een app. Maar het is een boek.