Afgeleid
22 januari 2012
Het komt door haar. Telkens als ik wil gaan schrijven, doet ze iets. Er zit een wind dwars. En dan nog een. Of ze heeft honger en typen met één hand vind ik vaak frustrerender dan niet typen. Of ze kijkt heel lief en zegt op haar allerschattigst ‘Ehr…’. Want ze kan al praten, zo knap is ze.
Soms doet ze niks en is het toch haar schuld. Dan heb ik haar op het schapenvachtje gelegd en ligt ze stilletjes te lachen – naar de deurpost of het gordijn. Dat vind ik zo zielig. Dan ga ik maar even naast haar zitten, zodat ze naar mij kan lachen, wat ze meestal niet doet. Vervolgens doe ik erg mijn best om haar glimlach te vangen en van al dat harde werken krijgt zij weer trek en begint het hele circus opnieuw.
Zo lukt het telkens niet om achter het toetsenbord te kruipen. Maar ik ben wel gaan hardlopen vandaag. Voor het eerst. Want babysnuffelen is heerlijk, maar als ik mensen langs zag rennen, had ik veel zin om weer mee te doen.
Meedoen is overigens een groot woord. Na tien maanden op non-actief heb ik even overwogen om de oranje lesvlag van Cato’s fiets te halen en die in mijn broekband te steken. Maar het ging het best lekker: ik had de Vlaamse coach die me opzweepte om fier door te rennen, dus ik liep als een jonge hinde door het park. Het was een béétje een jonge hinde met obesitas en een trekkend been, maar dat viel nauwelijks op tussen de zondagswandelaars. En er waren minstens drie meerkoeten die haastig voor mij het water in schoten, dus ik mag wel zeggen dat er een zekere dreiging uitging van mijn snelheid.
Al met al was het een geslaagde excercitie. De volgende keer moet ik er alleen wel aan denken om Victoria uitgebreid te laten drinken voordat ik ga rennen, want ik heb ondervonden dat er een limiet zit aan de capaciteiten van een sportbeha.
Toen ik thuiskwam lag ze trouwens gewoon nog te slapen. Had ik net zo goed kunnen schrijven. Maar ja, dan had ze me vast afgeleid met een schattig piepje in haar slaap.