Krentenbolletje
2 oktober 2011
Dat zeggen ze er niet bij, hè, als je geboren wordt. Het lijkt allemaal leuk en aardig, zo’n wereld, maar je hebt je hoofd nog niet naar buiten gestoken of er wordt aan je gesjord en gefrunnikt zonder dat je de kans hebt je te verweren.
Er zijn wel behaaglijke momenten: met je blote lijf tegen een ander bloot lijf, aan zo’n onuitputtelijke borst. Dat is bijna Cocagne, man, verzadigd wegdoezelen met een warme buik van de melk. Maar over het algemeen is het doffe ellende. Kramp in je darmen, koude windvlagen als je uit bad komt. En niemand die je begrijpt als je toch heel redelijk néé schreeuwt. Het lijkt er ook niet beter op te worden met de jaren. Een gebroken been hier, benauwdheid daar.
En als je alles gehad denkt te hebben, krijg je waterpokken.
Maar je hebt niet voor niks een huis vol mensen die kosten noch moeite sparen om je leed te verlichten. De een smeert je in, de ander leest je voor, een derde haalt waterijsjes. En er is altijd wel iemand die een tof spel weet om je af te leiden. Kom maar op met dat leven. Jij laat je niet kisten.