Hoehoe
24 mei 2011
Ik leef nog, hoor. Het zal u misschien verbazen, maar ik kan niet zeggen dat de vaart er lekker in zat qua bloggen, de afgelopen weken. In het -op de kop af- vierjarig bestaan van mijn digitale vingerafdruk is een dergelijke pauze niet eerder voorgekomen. En het was ook geen vooropgezet plan. Maar soms gebeuren die dingen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het léven niet doorgegaan is. Er waren de gewone, dagelijkse dingen. De routineklussen, het schrijven en rekenen.
Er is wat afgelezen.
En afgebakken. Want Philip en Jet hebben zich de laatste maanden op de keuken gestort. Jet wil vooral leren koken: risotto (ook al lust ze dat niet), salades (daar is ze dan weer dol op), chili’s, aardappeltjes, exotische groentegerechten als Indische sajoerboontjes, noem maar op.
Philip is meer van de pattiserie: koekjes, cakes, pannenkoeken, wentelteefjes. We hebben de afgelopen weken Topchef, de jonge professionals gevolgd, dus het jargon zit er lekker in. Om extra cachet te geven roepen John en ik af en toe: ‘Mooie compositie! Goed getampeerd!’ en natuurlijk aansporingen als ‘Ik mis een zuurtje! Of nee… toch een zoetje!’ waarop de kinderen dan braaf antwoorden met ‘Goed chef, bon chef.’
Niet alleen de kinderen hebben gebakken, ook ikzelf heb de fameuze limoentaart, scones en worteltjestaart een paar keer van stal mogen halen. Want er waren er twee jarig, hoera, hoera.
Jet werd negen. Naast een avondjurk en andere damescadeaus wilde ze graag naar de nagelstudio. Ik kan u zeggen: dat is een belevenis.
Zelf had ik nooit een nagelstudio van binnen gezien, maar Jet voelde zich er meteen thuis. Het was dan ook een mevrouw die negenjarige meisjes begreep. ‘Je wilt zeker French manicure?’ vroeg zij retorisch. Jet wist niet wat dat was, maar toen de mevrouw het parafraseerde als lichtroze-met-een-wit-randje, knikte Jet enthousiast. Zo worden leemtes in de opvoeding vanzelf gevuld.
Het resultaat was verbluffend. Nou is Jet al prachtig, maar met een frens mennekjoer en een bloemetje op je nagel ben je echt áf.
Hoewel het háár verjaarscadeau was, vond Jet het toch goed dat Cato ook mocht. En de styliste nam haar werk serieus: ook bij een vierjarige worden de nagelriemen losgeduwd en de nagels gevijld. Ik was blij dat er aan het eind van de behandeling meer dan alleen een pols overgebleven was. Als u goed kijkt, ziet u nog net Cato’s hand onder de polijstvijl verdwijnen.
Terwijl ik mijn eigen handen angstvallig in mijn zakken hield (zo’n moestuin is niet bevorderlijk voor damesnagels), werd Cato voorzien van piepkleine roze nageltjes met een nog piepkleiner wit randje.
En dan werd er nog iemand twaalf.
Hij had er lang over nagedacht, maar wist het nu zeker: hij ging sparen voor een Wii. Familieleden waren allang blij dat ze niet over twaalfjarigejongenscadeaus hoefden na te denken, dus er werd kwistig met enveloppen gestrooid en aan het einde van de dag had Philip zijn Wii bij elkaar. Aanvankelijk dacht hij aan een nieuwe, totdat hij op Marktplaats keek. Daar werden binnen een straal van vijf kilometer 37 Wii’s aangeboden, met accessoires en spellen, voor een vijfde van de nieuwprijs. Binnen twee dagen stond er een complete uitrusting met spellen, controllers en een balance board in huis. Thans beraadt hij zich op een nieuw spaardoel voor al het overgebleven verjaardagsgeld.
En dan waren er nog de uitjes. Sommige zal ik later apart posten, maar ik wil alvast melden dat we, naast de nagelstudio, nog een hiaat in de opvoeding hebben kunnen wegnemen. De kinderen zijn voor het eerst van hun leven naar een kermis geweest.
Het was voor mijzelf ook al pakweg vijfentwintig jaar geleden, een jubileum dat niet vaak gevierd wordt. Dat leek me nu eens tijd worden.
Philip bleek beresterk bij de Kop van jut (het blijft verleidelijk om de beginletters om te wisselen).
Natuurlijk gingen we met z’n vijven in het reuzenrad.
En geen kermis is compleet zonder lunapark. Met dansende bruggen, wiebeltrap en lopende band. Philip vond dit bijna de leukste attractie.
Maar het gaafst vonden ze de luchtbellen op het water.
En al die tijd is er natuurlijk ook de moestuin die aandacht nodig heeft.
De tuinbonen, doperwten, kapucijners, bietjes, sla, wortels, snijbiet (fantastisch, wat een heerlijke groente), de tomaten, aardbeien, komkommer, courgette, radijs, snijbonen en paksoi. Denkt u soms dat dat vanzelf groeit? Neen mijnheer, daar zit heel wat werk in. Als Petâh Timofeeff bij zijn weersvoorspellingen de boeren toespreekt die te lijden hebben onder de droogte, dan knik ik gelaten mee. I’ve been there. Maar de eerste oogst is binnen! En als het even meezit, is er nog een zomer van overvloed in het verschiet.
Ach, dat zou ik bijna nog vergeten! Houd je duim en wijsvinger eens acht centimeter van elkaar. Of wacht, dat is makkelijker als je iets vertrouwds als ijkpunt neemt: acht centimeter is ongeveer de grootte van twee champagnekurken op elkaar.
Gelukt?
Houd dan nu je gespreide duim en wijsvinger voor je buik, zo’n zeven centimeter onder je navel.
Ben je er?
Ongeveer op die plaats is er iets aan het groeien in mijn buik. Helemaal vormeloos is het niet meer, maar het duurt nog even voordat het echt af is, zo tot half november. Toch kun je al zien dat het geen zeepaardje is, en ook geen kalfje of olifantje. Ik heb het al zien zwaaien.
Herinner je je nog dat ik bedlegerig was? Toen de moeheid langer dan drie weken aanhield, vermoedde ik dat het misschien ernstig was. Acute leukemie of zo. Maar toen ik ook misselijk werd, begon me iets te dagen.
Achteraf gezien waren er meer indicaties, hoor. Zoals die keer dat ik coûte que coûte om tien voor negen ’s avonds naar de supermarkt wilde om tomaten en karnemelkse gortepap te halen, omdat ik anders nooit zou kunnen slapen. Of die zaterdag toen ik drie uur lang op handen en knieën het tapijt schoonmaakte met een afwasborstel en aangelengde schoonmaakazijn, omdat ik me realiseerde dat dat al veel te lang niet gebeurd was. Dat zijn zo van die dingen, die heb ik anders niet gauw.
Kortom: we krijgen weer een baby!