Stemmen op schrift

21 februari 2011

Cato heeft een nieuwe manier van communiceren: het geschreven woord. Sinds ze het alfabet geleerd heeft, is ze voortdurend bezig met het oncijferen van drukletters of het in haar hoofd spellen van woorden. Op onverwachte momenten declameert ze vanaf de achterbank: ‘Jas is eigenlijk heel makkelijk. J-a-s.’

Zo verschillend als Philip en Jet leerden lezen, zo anders is het weer met Cato. Om te beginnen is ze vroeger. Daar kan ik natuurlijk laconiek over doen (‘Lezen? Och, dat kunnen mijn kinderen op hun derde’), maar eigenlijk sta ik paf. De eerste keer dat ze me tijdens het voorlezen onderbrak met: ‘Daar staat bos’, dacht ik dat het een toevalstreffer was. Maar ze kon het echt.

Omdat Cato zich graag in iets onderdompelt, is ze ook meteen gaan schrijven. Soms in spiegelbeeld, soms achterstevoren, maar altijd gedreven. Overal vind ik briefjes: met twintig centimeter plakband op de buitendeur of op mijn beeldscherm, of geschoven onder de deur (die ze daarvoor zorgvuldig dichtgedaan heeft) :

live mama, ik w
il een kus

cato mama papa lief filip jete

Als ik iets niet begrijp, trekt ze zich dat niet persoonlijk aan: dat is gewoon mijn fout. ‘Kijk dan even wat er staat’, zucht ze. Meestal kom ik er met een gul toebedeelde hint dan wel uit. En nu zijn we elkaars penvriendin.

%d bloggers liken dit: