Kroepjournaal
28 januari 2011
Voor al die lieve skatten onder jullie, iedereen die zich zorgen maakt over Tootje, mails en kaarten stuurde of in lurkdom meeleeft, kan ik met blijdschap kennisgeven dat de valse kroep zich tot op heden niet meer heeft gemanifesteerd.
Het blijft een valse kroep natuurlijk. Dikke vette nepkroep, arglistig en loerend, en er ligt nog steeds een portie prednison te azen op een infectie die het de kop in kan drukken. Maar de voortekenen zijn gunstig. Behalve een grote snottebel, een paar lodderoogjes en een avondkoorts hebben we alweer bijna een hele Cato terug.
We zijn veel naar buiten geweest, op aanraden van de dokters en de aangetrouwde nicht van mijn 82-jarige buurman (die erg begaan is en zijn voltallige kennissen- en familiekring heeft geraadpleegd). Buitenlucht schijnt buitengewoon heilzaam te zijn bij valse kroep.
Nou, dat hebben de kinderen geweten.
Toen ik gisteren de tas met proviand inpakte, zagen Philip en Jet de bui al hangen. Maar ze sloegen zich er kranig doorheen, vier uur lang de paden op, de lanen in. En vandaag hebben we een hele dag op kleutertempo met vrienden door de dierentuin gebanjerd, badend in zuurstof en zonlicht.
Mocht de kroep niet al bij voorbaat de handdoek in de ring geworpen hebben, dan hoop ik dat we hem in ieder geval zo uitgeput hebben, dat hij inmiddels knock-out geslagen is.