Papiria, het nieuwe kinderboekenmuseum
18 december 2010
Wie verliefd was op het oude kinderboekenmuseum, moet opnieuw gaan daten. Bij het eerste afspraakje zie je de totale metamorfose: van een gezellige, rommelige vrijeschoolmoeder is het museum een blonde stoot geworden, strakgetrokken en opgevuld – en een tikkeltje onbetrouwbaar, met al haar nieuwe gadgets.
Weg zijn de intieme themakamertjes, weg is het winkeltje van meneer Pen, weg de knuffelhoek waar ik een kleine Philip zoveel boekjes heb voorgelezen op regenachtige dagen, weg de Sprookjesschrijver bij zijn vijver vol inkt. Daarvoor in de plaats is Papiria gekomen, een land van boeken en verhalen.
Het Kinderboekenmuseum is drie jaar dicht geweest; vorige week ging het opnieuw open. We zijn er meteen al twee keer geweest, omdat de eerste keer het cruciale onderdeel van de tentoonstelling, de zogenaamde slurper, ontbrak. Deze week bleek de bestelling bij het museum aangekomen en wilden we het nog eens proberen.
Papiria ziet er erg mooi uit. Je komt binnen op de leesweide, waar holletjes vol boeken ingegraven zijn. Daartussen luidsprekers die je tegen je oor kunt houden, waardoor verhalen voorgelezen worden.
Dat is meteen zo’n beetje het enige onderdeel waarvoor je geen slurper nodig hebt – de elektronische armband die je gang door het museum volgt.
Bij ons liet de communicatie wat te wensen over. Bij de balie kregen we een slurper in handen gedrukt met als enige opmerking dat deze nodig was voor de tentoonstelling. Wáárom je hem nodig hebt, of wat je ermee doet, was een raadsel. Ook na het introductiefilmpje was ons niet duidelijk wat nou de bedoeling was, behalve de vurige oproep: ‘Pak je slurper en versla Inkvraat!’ Zo doolden we wat door het museum, hier en daar proberend, tot we twee vriendelijke medewerksters tegen het lijf liepen die ons behulpzaam konden zijn.
Het achterliggende verhaal is als volgt: Papiria wordt geteisterd door Inktvraat, een vormeloos wezen dat niet van verhalen houdt en woorden opvreet (er zijn al hapjes genomen uit alle woorden die de wanden sieren). Bezoekers kunnen Inktvraat stoppen door zelf nieuwe verhalen, gedichten en illustraties te maken.
Met de slurper kies je welke woorden in jouw verhaal mogen voorkomen. Je houdt de armband bij een van de vele kinderboekencitaten, kiest een woord of zinsdeel dat je aanspreekt, hoort een slurpgeluidje en hebt zo een stukje verhaal verzameld.
Er zit een maximum aan het aantal te slurpen woorden. Dat was ons eerst niet duidelijk, wij slorpten lukraak alles wat we tegenkwamen. Fout.
De woorden die je opgeslagen hebt, worden aan het eind van de tentoonstelling namelijk op een vel papier geprint. Als je maar blijft slurpen, zie je door de hoeveelheid woorden het verhaal niet meer, dus je moet selecteren.
Daarnaast zijn er extraatjes te ontvangen met het vervullen van opdrachten. Zo moet je in het Donderstenenravijn de juiste attributen bij bekende personages vinden: de katapult hoort bij Pietje Bell, de boot bij Sietse en Hielke van de Kameleon.
In het gevoelige deel van Papiria, het Diepe Denkersdal, kun je een premie verdienen door gevoelens uit te beelden. Eén persoon laat, in een apart hoekje, voor de camera een emotie zien.
En de anderen zeggen welk plaatje erbij hoort.
Zo zijn er flink wat missies te voltooien. Overal lonken knopjes, schermpjes en luidsprekers om te activeren. Vooral de televisiefilmpjes waarin schrijvers en illustratoren vertellen over het ‘geheim van hun boek’ zijn erg mooi gemaakt: Peter Verhelst en Carll Cneut laten zien hoe Het geheim van de keel van de nachtegaal totstandkwam, Tos de kok (uit Otje) vertelt hoe bijzonder Annie Schmidt en Fiep Westendorp waren.
Door de prachige vormgeving en het bijzondere licht hangt er in Papiria een sprookjesachtige sfeer, die de kinderen een beetje deed denken aan Star Wars (het is maar wat je referentiekader is). En eerlijk is eerlijk, de stoelen uit het Denkersdal hebben inderdaad wat weg van die op waterplaneet Kamino.
Uiteindelijk mag je alle informatie die op je slurper verzameld is, uitwerken in de knutselruimte – een optioneel eindstation van je bezoek. Met die opgeslagen steekwoorden en extra’s maak je dan een eigen verhaal, gedicht of illustratie.
Papiria is officieel voor kinderen vanaf zeven jaar. Dat klopt ook wel, want Cato (drieënhalf) kon twee dagen moeilijk slapen van de introductiefilm: ‘Ik moet ineens aan Inktvraat denken.’ Verder zijn er zes routes in het museum, waarvan één griezelige. Ik begrijp dat Paul van Loon ook een plaats in het museum moest krijgen, maar dat deel was niet aan mijn kinderen besteed. Gelukkig was er aan de linkerkant van de leesweide genoeg van onze gading.
Ja, de tentoonstelling is prachtig geworden. Ook al mis ik het oude museum, ik zie de schoonheid van het nieuwe echt wel in. De fantastische wandschilderingen van Sieb Posthuma, de aandacht die besteed is aan illustraties in kinderboeken, de mooie vondsten in beeld en geluid.
Maar het nadeel van zó veel beeld en geluid is dat er ook zo veel kapot kan gaan. Bij ons eerste bezoek ontbrak de slurper, bij ons tweede bezoek, een week later, deden zeker vier attracties het niet en waren de printers stuk, zodat er geen uittreksel uit onze slurper gedrukt kon worden en de kinderen geen souvenirpasje mee naar huis kregen.
Ik denk dat de opzet ook iets minder ingewikkeld had gehoeven. Én woorden verzamelen, én opdrachten vervullen, én verhaaltjes luisteren, én een vaste route lopen, én na afloop nog een verhaal schrijven is misschien een beetje veel. De meeste kinderen vinden het toch vooral leuk om rond te neuzen, zelf te ontdekken, hun favoriete thema of schrijver op te zoeken – zonder de onderdelen in een vast stramien af te werken.
We komen er zeker nog eens, al was het alleen maar voor de Kikkertentoonstelling in maart. Maar ik denk dat het nog wel even duurt voordat ik mijn oude liefde kan verloochenen.