Midgetgolf
5 november 2010
Voor alles is een eerste keer, en drie jaar is een uitstekende leeftijd om aan te vangen met de edele dwerggolfsport.
Juist in de prille jeugdjaren is de ontvankelijkheid groot en kan men de techniek het beste inslijpen.
Alles is nog in ongetemde hoeveelheden aanwezig: inventiviteit, flexibiliteit,
en doorzettingsvermogen.
Cato bezit de natuurlijke gave om professionele adviezen te combineren met een geheel eigen tactiek. Onderstaande manoevre wordt ook wel ‘de kaasschaaf’ genoemd.
Maar er werden ook tactieken gebruikt uit tal van andere sporten. Zo zagen wij op baan vijf een dubbele rietberger voorbijkomen, op baan zes een binnenkant-schoen en op baan negen iets dat verdacht veel leek op een heupworp zoals men doorgaans op de judomat tegenkomt.
Nummer twaalf was een lastige. De bal werd opgedreven als een onwillig schaap.
Waarna Cato het spel afmaakte met een partijtje driebanden.
Het kan ook snooker geweest zijn, daar wil ik vanaf wezen. Enige gelijkenis met Dennis Taylor is in ieder geval niet onopgemerkt gebleven. U weet wel, hij van de omgekeerde bril.
Cato zelf was buitengewoon tevreden met het resultaat. ‘Ik heb gewonnen’, zei ze toen we weer in de auto zaten.
‘Nee hoor’, zei Philip, die alle scores minitieus had uitgerekend en niet gelooft in het laten winnen van kleine zusjes. ‘Want ik had 63 punten en jij 101, en dan hebben we die baan met het vangnet niet eens meegeteld.’
Ze dacht even na en zei toen: ‘Ik had toch de meeste punten?’
‘Ja, dat zeg ik’, zei Philip.
‘Nou dan,’ zei Cato, ‘dan heb ik dus gewonnen!’ En ze keek triomfantelijk door haar Dennis Taylorbril naar het voorbijglijdende landschap.