Voorland
16 april 2010
Voordat ik Philip kreeg, vond ik het lastig me in te leven in jongetjesdingen. Die fascinatie voor graafmachines, tractors, stoomwalsen. Maar je groeit erin mee. Op een gegeven moment wordt het geen veinzen meer, maar deel je het enthousiasme werkelijk, omdat je met verwondering door zijn ogen kunt kijken.
Ook als ik alleen in de auto zat, betrapte ik mezelf erop dat ik even inhield als we voorbij een bouwput reden. Of tegen een leeg autostoeltje riep dat er op links een brandweerauto voorbijkwam.
Verlegen jongetjes die eindeloos bij stratenmakers en vuilnismannen willen kijken, boren onvermoede capaciteiten bij je aan. Je leert een nieuwe taal te spreken – die van rioolbuizen en mokerslagen op stoeptegels. Je leert op tijd gedag te zeggen, voordat de conversatie opdroogt en de mannen je uit ongemakkelijkheid maar een kop koffie aanbieden.
Je zou zeggen dat deze wetenschap geruststellend is voor de toekomst. Voor als de tijd aanbreekt van puberzonen met zweetsokken die landerig op de bank naar hun iPhone staren. Die op brommers zonder uitlaat door de straat rijden. Nou heb ik geen doorsnee jongetje (wie wel?), maar ik blijf het ingewikkeld vinden te bedenken wat er in zo’n hoofd omgaat.
Daarom vind ik de foto hierboven zo fascinerend. Hoe langer ik ernaar kijk, hoe meer ik zie. De plannen die eraan voorafgingen. Hebben ze in het Guinness Book of Records gekeken? Waren ze eerst van plan het wereldrecord eieren overgooien te verbreken? En toen dat na drie dozijn struif niet haalbaar bleek, kwam een van jongens toen met dit idee?
En dan die gasten zelf. De meest rechtse ligt er ontspannen bij. Allicht. En waarom zit nou juist hij op die fiets?
Het is een advertentie van een verzekeringsmaatschappij die alleen vrouwen verzekert (klik op de foto voor een grotere versie). Hier en hier staan nog twee reclamefilmpjes.
Ik zal er wel in meegroeien.