De verrassingsmap
14 april 2010
We hebben een noviteitje in ons thuisonderwijs. Eigenlijk is het helemaal niet nieuw, want het wordt al jaren gebruikt in diverse vormen van onderwijs, maar ik hoorde er vorige maand voor het eerst over van collega’s G en T.
In thuisonderwijskringen heten ze workboxes, maar wij noemen ze verrassingsmappen. Het idee is simpel: ieder kind krijgt een aantal mappen per dag en in iedere map zit een opdracht. Bij drie mappen heeft een kind dus drie opdrachten per dag. Eigenlijk is het gewoon een tastbare manier om de dag in te delen.
Het oorspronkelijke idee – de workbox- gaat uit van doorzichtige laatjes, met als argument dat kinderen het prettig vinden om te zien wat hun boven het hoofd hangt. Wij gebruiken echter óndoorzichtige mappen, omdat dat spannender en leuker is.
Het idee is dus simpel, maar de uitwerking kan bijzonder zijn. Je kunt de mappen natuurlijk alleen vullen met reken- en taalboeken, maar dan is de jeu er snel af. Ik vind het een sport om ‘moetjes’ af te wisselen met iets aardigs. En dan kan er van alles in zitten. Een gewoon werkboek en de opdracht ‘Maak blz. 24’ of een springtouw, een stopwatch en een briefje ‘Ga zes minuten touwtjespringen’.
Zo vond Jet het lastig om haar adres te onthouden. Daarom deed ik in een van haar mappen de hiërogliefenstempelset en de opdracht: ‘Stempel je naam en adres’. Ik had er ook een blanco envelop in kunnen doen met als opdracht: ‘Schrijf en adresseer een briefje aan jezelf.’
Nog een voorbeeld. Philip heeft een paar maanden geleden origami ontdekt, en ik maakte een Japanse mappencollectie. Hieronder ideeën voor de invulling.
Map 1
Twee boeken met een verhaal over Japan. In dit geval Arend van Dams ‘De Liefde komt aan in Japan’ uit Lang geleden… en ‘De berg Fuji, de dichter en de kunstenaar’ uit: In een land hier ver vandaan…
Map 2
Een origamiboek, een stapeltje vouwpapier en de opdracht: ‘Maak twee nieuwe ontwerpen’.
Map 3
Een atlasje en de opdracht om Japan op te zoeken op de wereldkaart, plus een aantal demografische feiten (inwonersaantal, munteenheid). Eventueel een kaartje van Azië om te kleuren.
Map 4
Een link naar de foto’s van Peter Menzel, online te bekijken, om te zien wat een Japans gezin zoal eet. Of het boek zelf: Hungry Planet, What the World Eats.
Map 5
Opdracht: ‘Schrijf een haiku’. Eventueel: ‘Vertel me even wanneer je bij deze map bent, dan leg ik je uit wat een haiku is en lezen we er samen een paar.’
Map 6
Een taalcursus Japans uit de bibliotheek (vaak gratis te leen) of een online demo om een indruk van de taal te krijgen. Of een proefles per mail van LOI.
Map 7
Een boek met Japanse kunstreproducties. Of alleen de afbeelding van een schilderij (ansichtkaart, verwijzing naar internetpagina, printje), bijvoorbeeld De grote golf van Kanagawa van Katsushika Hokusai. Gewoon om naar te kijken. Of eventueel met achtergrondinformatie.
En dan nu de praktische kant.
Hoeveel tijd ben je kwijt aan de voorbereiding?
Je kunt het zo dol maken als je wilt, maar het kost ongeveer een halfuur om de mappen ’s avonds te vullen.
Wat voor mappen kun je gebruiken?
Ervaren collega’s G en T raden tijdschriftcassettes of elastiekmappen aan. Wij gebruiken mappen van -daar is ie weer- Action. Die zijn lekker dik, zodat er ook een boek of knutselding in past. Kosten: 0,69 oiro per stuk.
Heb je meer suggesties voor de inhoud?
- Schrijf een kaartje voor oma (vriend/zieke kennis).
- Een spelletje (Mastermind, Halli Galli) om samen te doen of solitair (Rush Hour). Eventueel met briefje: ‘Kom mij halen voor een spelletje’. Of: ‘Wacht tot je broer bij zijn vierde map is en vraag of hij meedoet’. En bij broer een soortgelijk briefje in zijn vierde map.
- Samen een cake bakken.
- Een luisterboek.
- Drie aardappels en verf: aardappelstempels maken.
- Een honderdveld met de opdracht: ‘Kleur alle vakjes van de tafel van 9 in je lievelingskleur’ of een van de andere honderdveldideeën
- Een prenten- of voorleesboek.
- Een paprika en de opdracht: ‘Snij open, pulk er vijf pitjes uit en plant ze.’
- Onmisbare trivialiteiten als: ‘Eet een fruitje en geef iedereen in huis een kus’ of: ‘Neem even pauze en pak een biscuitje’.
- Vijf (of tien) briefjes met woorden die op het juiste voorwerp in huis geplakt moeten worden. Afhankelijk van het leesniveau: bed, kast, pianokruk, venster, bureaustoel. En oudere kinderen: briefjes in een andere taal (Frans, Engels, Duits).
- Een zelfgemaakte woordzoeker of kruiswoordraadsel.
- Nieuwe glitterlijm en een stapel papier.
- Een proefje van proefjes.nl of een snoepexperiment.
- Een plattegrond van je huis (samen tekenen of voorgetekend) met een X waar je iets verstopt hebt. Of een van de andere ideeën voor spelend rekenen uit deze post of uit deze.
- Een fototoestel en de opdracht: ‘Maak vijf (of tien) foto’s van je favoriete plek in huis/liefste speelgoed/mooiste kleuren die je ziet’.