Avercampse toestanden
21 december 2009
Tja, je kunt foto’s blijven maken.
Maar dat gaat allemaal van je sneeuwtijd af.
Dan loop je zo een paar gevechten mis.
En iedere minuut die je aan fotograferen besteedt, kun je niet aan sneeuwpoppen besteden.
’t Is maar waar je voor kiest.
Als je toch al niet zo’n ster bent in fotograferen -beetje wazig, beetje ver, beetje overbelicht- dan kies je eieren voor je geld. Dan ga je vier dagen lang met vrienden en een slee de hort op en benut je iedere vlok van die twintig centimeter. Met je ogen (wat mooi!), met je handen (wat koud!) en met je neus (wat lekker fris!).
Woensdag waren we in het Spoorwegmuseum met de thuisonderwijsgroep, waar de kinderen al een voorschotje namen op de vorst die nog moest intreden. Ieder jaar legt het museum in december een kunstijsbaan aan. Cato stond dit jaar voor het eerst op de schaatsen, of wat je eronder verstaat.
Voor Jet was het weer even wennen op de schaats. Maar Cato liet zich voortduwen alsof ze niet anders gewend was. O wacht, ze is ook niet anders gewend.
Toen vrijdag het ondergelopen landje helemaal opgevroren was, waren de benen ingewerkt.
En bewoog Cato zich ook weer op karakteristieke wijze over het ijs. Niet voortgeduwd deze keer, maar voortgetrokken.
Van Philip heb ik verder geen actiefoto’s. Die werd om de haverklap opgehaald door een vriend om te schaatsen, van een duin te sleeën of de buurt af te schuimen op zoek naar avonturen in de sneeuw.
Er is inmiddels weer een paar centimeter gevallen, maar ik heb alle ingrediënten in huis gehaald om deze zoetigheidjes te maken die ik vandaag bij vriendin V. op haar blog zag – Russische pannenkoekjes gemaakt van ricotta en kwark. Lijkt me een uitgelezen manier om de vijfde winterse buitendag op rij te begeleiden.