Kinderboeken voor alle vakken
2 november 2009
Soms is het moeilijk om goede boeken te vinden bij bepaalde onderwerpen. Geschiedenis en aardrijkskunde zijn geen enkel probleem – om alle moois op dat gebied uit te lezen heb je drie levens nodig.
We zijn nu bijvoorbeeld bezig in Soldaat Wojtek van Bibi Dumon Tak, een waargebeurd geschiedenisverhaal uit de Tweede Wereldoorlog. En we moeten telkens even stoppen om tegen elkaar te zeggen hoe leuk het is.
Zó wil ik eigenlijk ook graag dat de kinderen biologie leren, natuurkunde of wiskunde.*) Op dat gebied is de literatuur toch wat dunner gezaaid. Maar ze is er wel.
Dietrich Grönemeyer schreef De kleine dokter. Daarin wordt de twaalfjarige Nanolino door een bijzondere machine verkleind en maakt hij een reis door het menselijk lichaam.
Hij leert over anatomie, organen en ziekten, medische technologie en ook over natuurlijke geneeswijzen. Dat laatste is niet altijd in mijn straatje (acupunctuur en ayurveda), maar alle alternatieven worden aangevoerd door de grootmoeder van Nanolino, zodat duidelijk is wat traditioneel en door de wetenschap aanvaard is.
In de ijver om compleet te zijn, is het boek soms wel ingewikkeld, bij vlagen zelfs onbegrijpelijk – bij het voorlezen ben ik dan ook vrij makkelijk in het schrappen van passages. Maar genoeg gespreksstof, mooie illustraties en microscopische afbeeldingen van organen en weefsel. Bij de internetboekwinkel kun je hier een paar bladzijden van De kleine dokter lezen.
Naast de menselijke biologie is er natuurlijk ook veel over dieren te leren uit kinderboeken. Ik heb al eerder verwezen naar Midas Dekkers, bovenmeester van de biologieschool, maar ook Ruik eens wat ik zeg van (daar is ie weer) Jan Paul Schutten is een geweldig voorbeeld van hoe je van alles over planten en dieren te weten kunt komen zonder schoolboek.**)
En soms krijg je zomaar tips aangereikt van inspirerende mensen. Aan de hand van het boek Science Through Children’s Literature heeft thuisonderwijscollega H. een paar geweldige Nederlandse varianten gemaakt. Met de prentenboeken De spin die het te druk had en Een zaadje in de wind (beide van Eric Carle), doet zij mooie suggesties voor diverse bèta- en gammavakgebieden.
Zelfs wiskunde kan met literatuur. Op mijn boekenlijstje staat hier al een aantal boeken, maar uitgeverij Kluwer heeft met de serie Bolleboos zoiets geweldigs gemaakt. Wiskunde en Jules Verne. Phileas Fogg die zijn reis om de wereld in tachtig dagen maakt, en jij kunt uitrekenen hoe hij moet reizen, waar het mis kan gaan, hoe vaak hij de zon ziet opgaan. Het is een heuse lesmethode (en dus peperduur), maar wel eentje waarvan er meer gemaakt mogen worden.
Voor kinderen vanaf een jaar of elf die al een stevig wiskundefundamentje hebben: De reis om de wereld in 80 dagen. Hier en hier kun je het boek inzien – het lijkt twee keer dezelfde verwijzing, maar je kunt op beide links verschillende pagina’s bekijken.
Ten slotte kreeg ik van thuisonderwijscollega V. een mooie rekenles aan de hand van Gullivers reizen. Helemaal gratis en hier te downloaden, gemaakt door een bevlogen leraar. Voor de wiskundereis met Phileas Fogg is beduidend meer rekenondergrond en -inzicht nodig, en deze Gulliver is leuk voor jongere kinderen, vanaf een jaar of acht.
Voor meer wiskundeinspiratie kun je klikken op de categorie ‘wiskunde’ (in de wolk aan de rechterkant zie je alle categorieën staan).
———————-
*) In dit stukje heb ik iets gezegd over mijn keus voor het gebruik van kinderboeken in plaats van schoolmethodes. In het intro ‘Thuisonderwijs, zo zijn onze manieren’ staat daar nog meer over.
**) Zie boekenlijst onder ‘Biologie’ voor meer suggesties. Via de blogcategorie ‘biologie’ kun je alle stukjes zien die over biologie gaan.